- Scholieren.com

advertisement
Hs. 3 ridders en monniken
§3.1
1
2
3
4
splitsing romeinse rijk -> oost: hs Constantinopel, west: hs Rome
europa verdeeld na val west rom rijk, oost rom rijk blijft intact
groei van christendom (succes)
moslims nemen groot deel christelijk gebied over, noord europa blijft intact
496 (Duitsland) Frankische koning Clovis overgegaan tot christendom.
Bondgenootschap Franken & Katholieke kerk = begin middeleeuwen.
Frankische rijk belangrijkste staat west/midden Europa.
Familie Clovis  merovingen -> lang haar (regeerden tot 750)
Familie erfde land, land verdeeld in kleine stukjes -> koning nutteloos -> minister aan macht:
Hofmeier (eerst hoofd huishouding) -> kwamen uit familie van Karolingen (veel ‘karels’ in familie)
later koningen Frankische rijk, Duitsland en middenrijk
Karolingen steunden chr. Kerken etc. Gaven ze ook bescherming (Bonifatius, Willibrord)
3 karolingen belangrijk: Karel Martel (700) -> hofmeier -> goede generaal ->legde basis leenstelsel,
hield oprukkende moslims tegen etc.
Zoon Karel Martel: Pippijn 111 (de korte) wou macht alleen, liet zich zalven -> karolingen: koningen
bij de gratie gods.
Zoon Pippijn 111: Karel de Grote -> leenstelsel + besturen, rechtspreken, belasting innen.
Karel de Grote: was groot, veroverde veel gebieden, besturen was probleem..
Probeerde mensen te bekeren tot christendom, paus blij, keizer worden? Paus hem kronen: Karel
boos: paus hoger dan hij?? Conflict frankische vorsten – kerk.
Opvolger Lodewijk de Vrome (zoon Karel) -> zijn kinderen verdeelden land in 3en, grootste deel (van
nl tot noord italië) van keizer Lotharius, later kleiner gemaakt, 9e eeuw: Duitsland en Frankrijk
ontstonden.
911 duitsland: laatste Karoling stierf, macht bij leenmannen.
Na 900 begin graafschap Holland -> eigen dialect (hebban olla vogala -> teruggevonden tekst)
Leenstelsel: (feodale systeem, feodaliteit) koning -> leger nodig, duur, land uitlenen aan leenmannen
in ruil voor trouw. Nadelen: - erfelijk (mijn bezit,, al eeuwen in familie!!) – ingewikkeld systeem)
Leen
stelsel
Domein/hofstelsel->
§3.2
oudheid: agrarisch-urbaan = boeren, maar wel steden
vroege middeleeuwen: agrarische samenleving = 95 % boer (geen steden meer)
Waar zijn steden/handelaren gebleven??
Begin middeleeuwen: val west-Romeinse rijk
Oorlog etc.. gevaarlijk, Noormannen vielen land binnen -> plunderen etc. -> handelaren durfden niet
meer te reizen/ wegen in verval -> minder handel -> minder munten (niet nodig: omsmelten /
begraven en niet meer teruggevonden) alleen nog ruilhandel.
Heervaart = vrije boeren moesten in middeleeuwen militaire dienst verrichten.
In zomer weinig tijd over voor land.. conclusie: (uit armoede) werden veel boeren onvrij/ horigen
(halfvrij: recht op grond, mag niet weglopen!)
Werking hof ( = landgoed) / domaniale / domein stelsel
-
versterkte boerderij met daaromheen land met horige en onvrije boeren.
Deel van opbrengst moest worden afgedragen aan heer / diensten moesten worden verricht
voor heer in ruil voor bescherming in oorlogen.
Autarkie: zelfvoorziening, onafhankelijk stelsel
Grootgrond bezitters hadden vaak meerdere domeinen.
Horigen -> slaven, trouwen? Eerst vragen, kinderen ook horigen.
Moeilijk: weinig land, ook dieren, land braak liggen! deel afstaan voedsel, vies klein huis
delen met dieren.
Verschillen onder horigen:
- Hoeveelheid land gepacht.
- Hoeveelheid pacht betalen.
- Hoeveelheid diensten verrichten.
§3.3
verschil edelen / ridders?
Edele: lid rijke / machtige familie -> positie erfelijk (veel leenmannen -> grondbezit)
Vazal: iemand die aan een heer trouwe dienst heeft beloofd.
Hertog: ( = leenman) vorst van verslagen volken -> kregen groot gebied in leen (leenstelsel)
Leenmannen bazen van heren (hofstelsel) ingewikkeld: achterachter leenmannen etc..
Ook graven en hertogen gingen gebied als persoonlijk eigendom beschouwen.
 puinhoop: koningen frankrijk/Duitsland weinig macht meer.
Ridder: ( = zoon rijke boer etc., minder aanzien dan edele) vocht in oorlog voor edele / i.p.v. zoon
edele.
Niet iedere leenman rijke edele -> zoons wel ridder, zoons trouwden graag met erfdochters.
Als zoon edele wel ridder werd kreeg hij een goede voorbereiding. Leven ridder: wachtlopen,
maliënkolder aan. Kasteelvrouw had veel macht, ridders wilden haar te vriend houden (deden alsof
verliefd) ongeregeld zootje: gedragscodes voor ridderschap!
Ons geromantiseerde beeld van ridders komt uit een latere periode.
§3.4
reguliere geestelijkheid: leden kloosterorde -> leefden onder regel (monnik -> abt -> paus)
seculiere geestelijkheid: priesters in de samenleving ( priester -> bisschop -> paus)
regulier en seculier: rangorde: bisschop had toezicht op priesters etc. ^ later: bisschoppen ->
leenmannen.
Spanningen griekse / latijnse kerk 1054 -> schisma (ruzie belangrijkste bisschop)
Dieptepunt geschiedenis pausen ( ineens rare pausen, vrouwelijke paus etc.)
Celibaat, ( = geen seksuele relaties) gehoorzaamheid en armoede: grondslagen kloosterleven.
Functies klooster:
- ziekenverzorging
- bijbel vertalen
- boeken herschrijven
- centrum van domein
- onderdak reizigers
- onderwijs
Heidenen bekeren: - Willibrord, 690, aartsbisschop Friezen
- Bonifatius, tot 754, helper bekeren.
Download