GRIEZELEN Korte inhoud : - Inleiding tot het thema - Opsomming van de gebruikte fragmenten - Beschrijving van de activiteiten GRIEZELGEDICHTEN OP MUZIEK - Uitlopers Inleiding Griezelen hoort bij het leven ! Griezelen kan op heel verschillende manieren beleefd en geuit worden. Je kan : - bang worden en het benauwd krijgen - plezier beleven aan die spanning - je stoer opstellen - het uitschreeuwen van angst - heel luid beginnen zingen om toch maar geen akelige geluiden te horen - ..... We willen kinderen vertrouwd maken met al die manieren van griezelen. Meteen roepen we iedereen op zich eens goed uit te leven. Alle manieren zijn welkom ! Gebruikte muziekfragmenten - Tilman Susato : “Pavane Mille Regrets”1 - Frank Zappa : uit CD “The Yellow Shark”2 - “Pentagon Afternoon” 1 zie discografie 2idem Les 1 : Griezelgedichten op muziek Aanloop De leerlingen zitten in een kringen van ongeveer acht personen. Eén leerling zegt een griezelwoord dat bij hem/haar opkomt. De volgende in de kring zegt een woord dat bij het eerste woord past. De derde in de kring zegt zegt dan weer een nieuw woord dat op zijn beurt bij het tweede geassocieerd wordt. Een voorbeeld : muziek > Haai tand koud ...... scherp steen ....... boor muur gat Je zou ook een aantal CD-fragmenten kunnen gebruiken om in verschillende sferen te leren associeren.3 3 De CD-fragmenten 11-24 zijn hiervoor geschikt. Enkele individuele associatieoefeningen Oefening 14 Er wordt een woord opgegeven. Dat doet je denken aan een ander woord. Dit nieuwe woord doet aan weer een ander denken. Zo kan je natuurlijk oneindig lang doorgaan, maar nu houden we ‘t bij telkens vijf nieuwe woorden. Dus niet steeds opnieuw van het eerste woord vertrekken ! Het is wel belangrijk dat je de nieuwe woorden snel vindt. Het eerste dat in je opkomt is het beste. nacht ster geel banaan krom neus heks ............ ............ ............ ............ ............ bloed ............ ............ ............ ............ ............ rapport ............ ............ ............ ............ ............ Oefening 2 Eén opgegeven woord doet je denken aan twee nieuwe woorden, die je samen aan nog een nieuw woord doen denken. Met de vier woorden maak je dan een zinnetje. In het zinnetje mogen de woorden kriskras door elkaar gebruikt worden. Het woorden associëren moet snel gaan; zinnen maken mag langer duren. Zo : Vampier tanden nek bloed 4 Zie werkblaadjes op het einde van de les Zin : Mijn grootste angst is ooit een vampier tegen het lijf te lopen, die zijn tanden in mijn nek zet zodat het bloed eruit stroomt. Nu zelf eens proberen : Hond ............... ............... ............... Zin : ......................................................................... ......................................................................... ......................................................................... ......................................................... Oefening 3 Nu een beetje uitgebreider. Je moet nog steeds woorden vinden en er deze keer een zin mee maken. Er zijn dus meer woorden te zoeken. Een voorbeeld maakt alles duidelijk : zwart roet Sint neger Piet haat blij pijn waarom hoezo ? Tekst : Zwart is een woord met vele betekenissen. Zwarte Piet is zwart als roet. Wanneer hij met de Sint langskomt, is iedereen blij. Als de mensen een neger tegenkomen, zitten ze dadelijk vol haat en roepen dingen die de neger pijn doen. Begrijpt u waarom ? Ja ? Hoezo ? Nu zelf proberen : kasteel ............... ............... ............... ............... ............... ............... ............... ............... ............... Tekst : ........................................................................................ ........................................................................................ ........................................................................................ ........................................................................................ ........................................................................................ ........................................................................................ ........................................................................................ ........................................................ Noot voor de leerkracht : goede startwoorden voor deze oefeningen zijn meestal met sfeer beladen woorden. Voor de leerlingen is het extra leuk te kunnen vertrekken van woorden die ze bij de aanloop van de les zelf gevonden hebben. Griezelgedichten maken vertrekkende van twee verschillende muziekstukken. We beluisteren met de klas de twee muziekstukken : “Boffons” en “Pentagon Afternoon”. De verschillen tussen de twee komposities zijn groot. Met de kinderen worden de twee fragmenten besproken. De leerkracht legt er de nadruk op dat er goed moet geluisterd worden naar de muziek. Deze moet immers het uitgangspunt zijn voor het gedicht. Het is de bedoeling dat de kinderen twee keer na elkaar met hetzelfde startwoord woorden gaan associëren en een gedicht schrijven. Het associëren gebeurt zoals in oefening 3 van de de vorige pagina. De eerste keer gebruiken we “Boffons” als begeleidende muziek, de tweede keer gebruiken we “Pentagon Afternoon”. Zelf probeerden we het hele geval met als startwoord : bos5. Muziek : “Boffons” bos hout takken stam bladeren water boom beek zuigen ademen Gedicht : 5 Bos Hout van takken Hout van de stam stamhout boom Bladeren zuigen het water van de beek naar boven Het bos ademt voorbeelden van van kindergedichten,op deze manier gemaakt : zie bijlagen pag .... Andere goede griezelige startwoorden zijn : ............................................................................ Met “Pentagon Afternoon” als inspiratiebron kregen we dit. bos gekraak humusongedierte wemelen sissen nat slak kevend spul jeuk Gedicht : Bos doodmoe in slaap vallen klein ongedierte onder het humus de slak trek een klevend spoor over mijn been mijn mond kraakt ik heb jeuk Het spreekt natuurlijk vanzelf dat : - je geen heksentoeren moet uithalen wanneer één van de woorden niet in je gedicht past. Het is geen ramp als je er eentje laat vallen. Beslis echter niet te snel dat je een woord weglaat. - het ook geen kwaad kan dat er hier en daar woorden bijkomen, als je gedicht daardoor beter wordt. - je zeker tijd genoeg neemt voor het schrijven van je gedicht. Tip : maak eerst een ontwerp, verbeter er daarna in, pas je versie nog eens aan als je niet tevreden bent, enz. - je steeds je juf of meester mag raadplegen wanneer het wat stroef verloopt. Verwacht echter niet dat hij of zij jouw gedicht zal schrijven. Dat wil je toch zeker zelf niet ! SLOT : De kinderen vergelijken hun twee gedichten. Ze proberen voor zichzelf te verwoorden hoe het komt dat er twee zo’n verschillende gedichten zijn kunnen ontstaan. In groepjes worden de gedichten uitgewisseld. De muziek wordt nog eens opgezet terwijl de gedichten geordend worden : wat hoort bij “Boffons” en wat bij “Pentagon Afternoon” ? Om de les af te sluiten kunnen enkele vrijwilligers één van hun gedichten voordragen met de bijhorende muziek op de achtergrond. Tijdens het voorlezen is het lekker griezelig de klas te verduisteren, kaarsjes aan te steken, en de voorleeshoek te versieren - nou ja, versieren - met visnetten, namaakspinnen, ..... Het is belangrijk dat er meningen betreffende de gedichten geuit worden. Ook de negatievere dingen mogen gezegd. Op een aardige manier, dan wel. Na de les verdwijnen de gedichten niet in de bank of in een schooltas. In de griezelhoek worden ze ‘te lees’ uitgehangen. Oefening 1 nacht ster geel banaan krom neus heks ............ ............ ............ ............ ............ bloed ............ ............ ............ ............ ............ rapport ............ ............ ............ ............ ............ Oefening 2 Hond ............... ............... ............... Zin : ......................................................................... ......................................................................... ......................................................................... ......................................................... Oefening 3 Maak zelf een stukje tekst aan de hand van het woord : ............... ............... ............... ............... ............... ............... ............... ............... ............... ............... Tekst : ........................................................................................ ........................................................................................ ........................................................................................ ........................................................................................ ........................................................................................ ........................................................................................ ........................................................................................ ........................................................ Oefening 4 Maak nu op dezelfde manier een gedicht. Laat je inspireren door het eerste stuk muziek. ................. ............... ............... ............... ............... ............... ............... ............... ............... ............... Gedicht : ........................................................................................ ........................................................................................ ........................................................................................ ........................................................................................ ........................................................................................ ........................................................................................ ........................................................... ........................................................................................ ........................................................................................ ........................................................................................ ........................................................................................ ........................................................................................ ........................................................................................ ........................................................... ........................................................................................ ........................................................................................ ........................................................................................ ........................................................................................ ........................................................................................ ........................................................................................ ........................................................... Oefening 5 Maak nu op dezelfde manier een gedicht. Laat je inspireren door het tweede stuk muziek. ................. ............... ............... ............... ............... ............... ............... ............... ............... ............... Gedicht : ........................................................................................ ........................................................................................ ........................................................................................ ........................................................................................ ........................................................................................ ........................................................................................ ........................................................... ........................................................................................ ........................................................................................ ........................................................................................ ........................................................................................ ........................................................................................ ........................................................................................ ........................................................... ........................................................................................ ........................................................................................ ........................................................................................ ........................................................................................ ........................................................................................ ........................................................................................ ...........................................................