Thema 6: Transport bij de mens en andere gewervelde dieren. Deel 1: Het bloed 1.1 Samenstelling van het bloed Bloedplasma Witte bloedcellen +bloedplaatjes Bloedcellen Bloedplasma= Serum + fibrogeen Rode bloedcellen + Geen celkern + Hemoglobine + 120 dagen Witte bloedcellen + Celkern + veranderlijke vorm + 3 tot 5 dagen Bloedplaatjes + Geen celkern + Onregelmatige vorm + 5 tot 7 dagen Transport door het bloedplasma Bloedplasma= Serum + fibrogeen 90% water + opgeloste stoffen +Voedingsstoffen + Afvalstoffen + Hormonen Transport van warmte: + Celademhaling: Warmte door Oxidatie + Bloedvoorziening in de huid houdt lichaamstemperatuur op peil. Warme omgeving + bloedvaten zetten uit (vasodillatatie) + warmte uitstraling + zweten Koude omgeving + bloedvaten vernauwen(vasoconstrictie) + warmte uitstraling + zweten Transport door rode bloedcellen Bescherming tegen infecties 1) Bacteriën komen binnen. 2) Witte bloedcellen gaan in de tegenaanval. 3) Fagocytose: vangen en verteren. Bescherming bij bloedverlies: 1) Bloedplaatjes geven signaal 2) Fibrinedraden 3) Bloedkoek 4) Korstje