Woorden thema 9 o Hoor je aan het eind van een klankgroep een lange klank, dan geldt de regel van de klinkerdief: Lange klanken hebben pech, ik haal gewoon een letter weg. slaa > sla, jaa-ger > ja-ger Lange klanken zijn: aa - oo - ee - uu o Hoor je aan het eind van een klankgroep een korte klank, dan geldt de regel van de verdubbelaar. Een korte klank krijgt een extra wachter. ba – ker > bakker Korte klanken zijn: a – o - e - u - i o Hoor je aan het eind van een klankgroep een tweetekenklank, dan geldt de regel van de luistervink: Je schrijft het woord zoals je het hoort. keu- ken > keuken Let op! Denk wel aan overige spellingregels zoals de stomme - e… Tweetekenklanken zijn: au – ou – ui – eu – ie – ei – ij – oe o Let op bij meervoud op -en : Je hoort -un , maar schrijft -en jager : moment, opgave, overkant, overleg, protest, publiek, supermarkt, telefoon, toneelstuk, totaal, zoals, zoveel bakker : bakkerij, intussen, jammer, koffer, koffie, kussen, ladder, letter, massa, middag, middel, modder, nummer, rapport, rommel, rubber, wakker, wanneer ballen : aantallen, bedden, bommen, flessen, gesprekken, gezinnen, kippen, klappen dikke : dunne, frisse, smalle, snelle, vette, volle, witte, zwakke keuken : grootmoeder, heuvel, iedereen, stofzuiger, waterleiding, boeken , duinen, geluiden, groepen, groeten , rivieren, spieren, struiken, klauwen,