1 Oefeningen met het woordaccent

advertisement
1 Oefeningen met het woordaccent
Instructie
Gelijk of ongelijk? AAntal Auto (gelijk); Avond vanDAAG (ongelijk)
Hoort u het accent op het eerste stuk? ANTwoord (ja);stuDENT (nee)
Naspreken en terugluisteren.HUISarts
Antwoord geven. Ben je geLUKkig? Nee, ik ben niet gelukkig.
Luisteren
Luisteren 1 Gelijk of ongelijk? U hoort twee woorden.
1
jactieachter11 n
totaaltypisch
2
jgoedkoopadvies12 n
vooralvierkant
3
n
aandachtcursist13 jpogingrichting
4
jvanzelfvoorbij14 n
uitganggeheim
5
n
vandaagdankbaar15 n
vliegtuiggordijn
6jhoeveelelkaar16 n
ineensinvloed
7
n
iemandwanneer17 jruzieschaduw
8
jkilojuli18 n
toekomstkwartier
9
n
woensdagpersoon19 jleidingmaaltijd
10 n
studiesucces20 jlichaamoorzaak
Luisteren 2 Hoort u het accent op het eerste stuk? Korte woorden.
1
jvrijheid11
jkamer
2
n
kapot12
n
contact
3
joordeel13
jboodschap
4
jopstaan14
jleeftijd
5
n
papier15
n
ideaal
6jaantal16
n
april
7
n
apart17 n
misschien
8
n
niveau18 jcentrum
9jbasis19 nchauffeur
10 n
centraal20 jblijkbaar
Luisteren 3 Hoort u het accent op het eerste stuk? Lange woorden.
1
n
diploma11 jvoetbalschoen
2 j afspreken 12 j voorzitter
3
n
discussie13 n
vanavond
4
jgisteren14 jwerkelijk
5 j kilometer 15 j arbodienst
6
n
politie16 n
combinatie
7
jmogelijk17 jziekenhuis
8
jrekening18 n
illustratie
9
jrestaurant19
n
particulier
10 j huiseigenaar 20j avonddienst
1
Luisteren 4 Hoort u het accent op het eerste stuk? In zinnen.
1 j taxichauffeur
2 n gebruiksaanwijzing
3 n communicatie
4 j werkinstructie
5 n discriminatie
6 j arbeidsovereenkomst
7 n verkeersovertreding
8 j taakomschrijving
9 n persoonsgegevens
10 j inschrijfformulier
Spreken
Spreken 1 = Luisteren 2. Naspreken korte woorden. Spreken 2 = Luisteren 3. Naspreken lange woorden. Spreken 3 = Luisteren 4. Naspreken zinnen.
Spreken 4 Vragen beantwoorden.
1 Heeft Nederland een koningin?
2 Is het bijna klaar?
3 Heb je een schoonmoeder?
4 Komen jullie morgen?
5 Hebben we nog chocomel?
6 Ben je al negentien?
7 Hou je van voetballen?
8 Gaat u al op vakantie?
9 Telefoneert u veel?
10 Hebben we geld genoeg?
2
Download