Examenvragen Industriële biotechnologie 1) Hoe maak je synthetische penicilline? Welke reactor? (= fedbatch, waarom?), C-bron? (= melasse = sucrose), N-bron? (= CSL) 2) Gebruik van hydrolases met vrij solventen? + 2 voorbeelden - Aspartaam (methylester, volgorde 2 AZ): 3 redenen waarom zoet? - Varkensinsuline 3) Woordjes: - bioraffinaderij - één of andere bacteriocine (gewoon zeggen dat het één is) 1) - Homo- en heteropolysachariden - Vitamine C - PHB - SCO (single cell oil) 2) Enzymen in textiel, papier, ... 3) Woordjes: - E-factor - biopolishing (textiel) - alkaloïde