geschiedenis - Scholieren.com

advertisement
GESCHIEDENIS
Hoofdstuk 5
Tijd van ontdekkers en hervormers (1500-1600)
§1 Renaissance
Rond 1500 begin Renaissance (meer oog voor het goede leven: een nieuw levensgevoel)
 Ontstond geleidelijk, begon in Italië. Italiaanse steden maakten zich los van de paus
en de Duitse keizer.
 Economie bloeide op door handel andere landen.
 Griekse en Romeinse overblijfselen werden bewonderd om hun schoonheid. Bij de
herontdekking van de klassieke oudheid (Grieken en Romeinen) speelden de
Humanisten een grote rol. Ze vertaalden de taal en letterkunde en bestudeerden de
klassieken filosofie.
 Humanisten probeerden alles los van het geloof te zien. Ze verbeterden fouten in het
geschrift en voegden commentaar toe om het voor de normale mens begrijpelijk te
maken.
 De Turkse verovering Constantinopel (1453) gaf Humanisme een extra impuls.
Geleerden vluchtten vanuit Constantinopel naar Italië en namen veel oude Griekse
manuscripten mee.
 Humanisme eerst beweging van geleerden, maar later bij opleiding van de gegoede
burgerij. Ideale mens was iemand die op de meest uiteenlopende vlakken heel goed
was. Uomo Universales. (Leonardo Davinci)
 Door de boekdrukkunst werden de ideeën van de Italiaanse Humanisten verspreid
naar het noorden. Buiten Italië waren de belangrijkste humanisten Erasmus, Thomas
More en Copernicus (natuurwetenschapper).
 Erasmus: wilde een christelijk humanisme. Hij wilde mensen weer bij het christelijke
geloof betrekken (door verdieping en zuivering). Maakte een zuivere vertaling van de
oude bijbelgeschriften → kritiek op de Kerk door veel fouten in de kerkbijbels.
 Copernicus:. Hij ontwierp een wiskundig model van het zonnestelsel waarbij zon het
middelpunt was → dit was de aanloop voor de wetenschappelijk revolutie 17e eeuw.
Dit zou het wereldbeeld grondig veranderen.
 Minder christelijke voorstellingen in de schilder en beeldhouwkunst. Meer aandacht
voor de vormgeving van het lichaam. Kerk was nog steeds belangrijk, maar positie
kunstenaar veranderde. Schilder signeerde werk en werd zelfbewuster.
1450
1453
1500
1508
Vraag:
uitvinding boekdrukkunst door Johannes Gutenberg → 1e boek Bijbel
Turkse verovering Constantinopel (vlucht geleerden naar Italië)
begin renaissance
start schildering door Michelangelo in Sixtijnse kapel (hoogtepunt
schilderkunst Renaissance)
Wat is de renaissance en hoe kreeg deze vaste grond onder de voeten?
Waarom/waarvoor was de uitvinding van de boekdrukkunst belangrijk?
1
§ 2 Europese expansie
In 15e eeuw maar klein deel van de wereld bekend: Midden-Oosten en Noord-Afrika. De
handel op Aziatische landroutes was in Arabische handen.


Europeanen (vooral Portugezen) gingen op zoek naar eigen routes en vonden een
nieuwe route langs de Kaap.
In 1493 werd Amerika ontdekt, maar dat werd pas later bekend toen een andere
ontdekkingsreiziger Amerigo Vespucci de Amerikaanse oostkust had verkend. Naar
hem is Amerika (of de ‘nieuwe wereld’) vernoemd.
In 16e eeuw
 versterkte handelsposten van Portugezen rond de Indische Oceaan en in Indonesië
→ handel met Chinezen en Japanners.
 Midden- en Zuid-Amerika kwamen conquistadores (Spaanse veroveraars) die het
Aztekenrijk (Mexico in 1519) en het Incarijk (Peru in 1530) onderwierpen.
 Spanje haalt daar rijke goud- en zilvervoorraden uit en traden wreed op en
vernietigde de oorspronkelijke samenlevingen.
 Ziektes eisen hoge tol van de bewoners (Indianen hadden geen weerstand)
 Portugezen en Spanjaarden traden met geweld op tegen concurrenten op hun
zeeroutes (Hollanders, Fransen en Britten). Die zochten veiligere routes → nieuwe
ontdekkingsreizen (b.v. tocht Willem Barentsz)
 Nieuwe routes naar Indie later door andere Nederlanders ontdekt.
1488
1493
1498
1519
1520
Vraag:
Bartholomeo Diaz vaart voor het eerst langs Kaap de Goede Hoop
Christoffel Columbus ontdekt Amerika (hij dacht Indie)
Vasco da Gama vaart voor het eerst naar Indie
onderwerping Azteken door Spanje
onderwerping Inca’s door Spanje
Wat was de Europese expansie in de 16e eeuw?
Welke landen namen het voortouw hierin?
§ 3 De kerkhervorming
Gevolg van de reformatie/kerkhervorming: breuk in de Katholieke kerk met afsplitsing
van de Protestanten. Katholieken bleven trouw aan de paus. Protestanten hadden gebroken
met de kerk in Rome.
Kritiek op de kerk:
 Kerkelijke ambten gingen naar de hoogste bieder
 Priesters en bisschoppen trouwden gewoon
 Handel in aflaten (afkopen van zonden)
Actie Kerk: alle kritiek is ketterij!
2
Erasmus werd voorloper van de reformatie (kerkhervorming) door te zeggen dat bijbelstudie
de weg was naar zuiver Christendom en dat niet de Kerk het ware geloof kon bepalen →
was ondermijning macht van de Kerk.
Erasmus zelf wou geen scheuring van de kerk.
Beroemdste geschrift: Lof der Zotheid
Luther was fanatieker: schreef brief met 95 stellingen voor de bisschop (in 1517 op de deur
van een kerk) en protesteerde zo tegen de misstanden in de Kerk →
het begin van de
reformatie!
Hij kreeg een proces van de Kerk, maar hij ging door met zijn ideeën. Hij wilde een
hervorming op gang brengen. Zijn ideeën:
- Alleen geloof kan een zondaar redden (niet goede werken doen of afkopen - aflaten)
- Geen verering van heiligen en relikwieën
- Contact met God alleen door Bijbelstudie en bidden
- Priesters en pausen zijn niet nodig
Luther uit de Kerk gezet in 1520 → door veel aanhang in Duitsland dreigde een
kerkscheuring, Karel V probeert dit op te lossen→ Luther vogelvrij verklaard, maar komt
onder bescherming van Duitse vorsten. Er ontstond een godsdienstoorlog die pas af was
gelopen toen in 1555 de Vrede van Augsburg werd getekend.
Calvijn was humanistisch geleerde, nog radicaler dan Luther. Bijbel is enige gezag. Geen
kaarsen, orgelspel en luiden van klokken. Mens is van zichzelf slecht en zondig. Alles was
voorbestemd. Alleen naar de hemel alleen door vroom te leven (maar soms ook genieten,
want dat wilde God ook, dus geen celibaat).
Volk mag in opstand komen tegen de regering als die de regels van het geloof niet navolgt.
Calvinisme verspreidt zich vanaf 1541 (via eigen kerk) over Europa. Veel aanhang onder
stedelijke burgerij en handwerklieden.
Grootste verschillen tussen Luther en Calvijn:
Luther
Geloof kan de mens redden
Regeringen mochten zelf het geloof bepalen
in hun gebieden
Calvijn
Alles is voorbestemd door God en de mens
heeft daar geen invloed op
Niemand heeft iets over de Kerk te zeggen,
overheid moet juist de Kerk gehoorzamen
1517
1520
1540
1541
1555
Luther schrijft zijn brief/pamflet met 95 stellingen
Luther uit de kerk gezet
Uitvinding boekdrukkunst (belangrijk voor verspreiding kennis en ideeën)
Calvijn zet eigen kerk op in Geneve
Godsdienstvrede van Augsburg (einde Godsdienstoorlog tussen Karel V en de
Duitse vorsten, ontstaan door de Reformatie). Daarna mochten de vorsten zelf
de godsdienst in hun gebied bepalen.
1566 Calvinisme krijgt vaste grond aan de voet in Nederland
3
Vraag:
Waardoor ontstond de Reformatie?
Wat was het gevolg van de Reformatie?
Wat was het verschil tussen Erasmus, Luther en Calvijn?
§ 4 De Nederlandse opstand
De Nederlanden sinds 15e eeuw onder één landheer (Karel V), maar met grote mate van
zelfstandigheid voor gewesten en steden. (Veel rechten = privileges). Gewesten hadden de
gezamenlijke vorst gemeen, maar voor de rest niet veel. Stadhouders (hoge edelen) waren
de baas over de gewesten en met hen overlegde de landheer.
Bestuur: Stadhouder → Staten-Generaal (vertegenwoordiging gewest door de standen:
geestelijken, edelen en steden).
Karel V versterkte zijn invloed door:
 het instellen van een centrale adviesraad waardoor de invloed verminderde van de
gewesten (hij stelde burgers aan ipv geestelijken en edelen).
 een hardhandige bescherming van het Katholieke geloof tegen de protestanten →
veel mensen door inquisitie gedood.
Filips II zette de politiek van zijn vader voort, maar kreeg meer verzet dan zijn vader. Hij
stelde zijn halfzus aan als landvoogdes. Haar problemen:
 hoge adel verzet zich tegen haar Franse adviseur (hun invloed verminderde)
 adel verzet zich tegen een kerkelijke reorganisatie (hun invloed verminderde)
 lagere adel en steden verzetten zich tegen de centralisatiemaatregelen (verminderde
hun privileges)
 stadbestuurders en edelen ergerden zich over de Inquisitie die heel veel mensen
doodde.
Vraag:
Wat was de politiek van Karel en zijn zoon Filips?
Willem van Oranje (stadhouder in Holland, Zeeland en Utrecht)
Was leider van het hoge adellijke verzet.
Vroeg in 1564 om godsdienstvrijheid. Fillips II weigerde.
→ In 1566
→ 1566
gingen lagere edelen (Geuzen) naar de landvoogdes om afschaffing van de
Inquisitie te vragen. De jacht op de protestanten werd een beetje minder.
De Calvinisten durven nu bijeen te komen om hagepreken te houden.
Beeldenstorm doordat vlam in de pan sloeg na een preek tegen
beeldenverering Protestanten/Calvinisten sloegen in kerken alle beelden stuk.
Filips was woedend en stuurde de hertog van Alva naar de Nederlanden. Hij verharde de
jacht op de Protestanten met zijn speciale rechtbanken en zijn leger. Hij legde ook steeds
nieuwe hogere belastingen op.
4
Willem van Oranje vluchtte naar Duitsland, vormde daar een leger en kwam terug voor de
strijd (1568). Het begin van de Nederlandse Opstand!
De Geuzen veroverden Den Briel (1572) op Alva. De opstand sloeg over op andere steden.
Door de dijken door te steken wonnen de opstandelingen, omdat het Spaanse leger zich
moest terugtrekken → muiterij door de Spaanse soldaten (1576) vanwege het uitblijven van
hun soldij.
Resultaat: de Zuidelijke Gewesten (veel katholiek) sloten vrede met de Noordelijke
Gewesten : Pacificatie van Gent.
Spaanse troepen moesten weg en er werd een eind gemaakt aan de geloofsvervolgingen.
Vraag: Waarom werd de Pacificatie van Gent gesloten? En tussen wie?
Landvoogd hertog van Parma
Werd aangesteld door Filips II, omdat hij de vrede van Gent niet accepteerde.
 Zuidelijke gewesten (incl. Brabant en Vlaanderen) sloten met hem een nieuw verbond
(tegen de opstand) en de andere gewesten sloten onder leiding van Willem van
Oranje de Unie van Utrecht.
 De Calvinistische invloed werd hier groot en katholieke geloof werd verboden (tegen
de zin van WvO). Fillips verklaarde WvO vogelvrij.
 Gevolg: de leden van de Unie zweren in 1581 Fillips af als landheer.
 Parma veroverde steden in Vlaanderen en Brabant terug → opstand in diepe crisis na
de moord op Willem van Oranje (1584) en het innemen van Antwerpen door Parma
(1585).
 Situatie veranderde toen Parma opdracht kreeg om een invasie in Engeland voor te
bereiden en hij moest de aanval op de Unie van Utrecht staken. De Spaanse Armada
verloor in Engeland in 1588.
De opstandige gewesten besloten om geen nieuwe landheer meer
te zoeken → ontstaan van de Republiek der Verenigde Nederlanden
(Holland, Zeeland, Utrecht, Friesland en stukje Gelderland).
Maurits (zoon van WvO) zorgde later dat de noordelijke gewesten ook bij de Republiek
kwamen.
De 80-jarige oorlog was afgelopen in 1646.
Vraag:
Wat was de Nederlandse Opstand?
Waardoor begon de Nederlandse Opstand?
Waarom stuurde koning Filips de hertog van Parma naar Nederland?
1515
1522
1655
1568
1572
1581
1584
1588
1646
Karel V aan de macht
oprichting inquisitie door Karel V
beeldenstorm
begin van de Nederlandse Opstand
verovering van Den Briel
de opstandelingen zeggen de gehoorzaamheid aan Fillips II op
moord op Willem van Oranje
Spaanse armada verliest voor de kust van Engeland
einde van de 80-jarige oorlog
5
Hoofdstuk 6
Tijd van regenten en vorsten (1600-1700)
§ 1 Een wereldeconomie
Waarom is de VOC door de Staten-Generaal opgericht in 1602?
 Er waren veel Nederlandse handelsverenigingen opgericht, omdat de winsten van de
handel uit Indie groot waren.
 Door teveel ondernemingen was de concurrentie groot en daalden de winsten.
Wat was het voordeel van de VOC:
 VOC kreeg het volledige handelsmonopolie op Azië, niemand anders mocht handel
drijven daar.
 VOC kreeg bevoegdheden van een nationale overheid: verdragen sluiten met
vorsten, vestingen bouwen en oorlogen voeren.
 Voorbeeld van het opkomende handelskapitalisme: koopman-ondernemers stopten
een deel van de winst terug in de onderneming
 VOC was de grootste en rijkste van alle andere buitenlandse compagnieën (tot in de
18e eeuw).
Bestuur van de VOC:
 Leiding was in handen van de Heeren XVII (17 bestuurders uit de Hollandse en
Zeeuwse steden waar de VOC actief was).
 In overzeese vestigingen was een gouverneur-generaal de hoogste baas.
VOC haalde geld (startkapitaal) op door aandelen uit te geven die iedereen kon kopen.
Handelsnetwerk VOC:
 Molukken: (na geweldadige verovering in 1602 eiland Ambon): fijne specerijen
 Java, hoofdkwartier Batavia: (1619) aankomst- en vertrekpunt van schepen van en
naar Europa
 Verdere uitbouw handelsposten Azie: met zilver uit Japen → kocht men textiel uit
India → en betaalde men hiermee de specerijen uit Ambon.
 In China, India, Japan en andere delen was VOC alleen handelspartner.
In eerste instantie wilde de VOC geen grote gebieden beheren om de grote winsten te
behouden, maar door kregen ze later grotere gebieden door het voeren van oorlogen om de
handel te beschermen.
Het handelsnetwerk werd uitgebreid met:
 Het eiland Ceylon
 Groter gebied op Java, later belangrijk door de handel van koffie (na 1700)
 Een kolonie op Kaap de Goede Hoop om als verversingspost te dienen.
→ Begin van de wereldeconomie: de handelsrelaties die
Nederlanders en andere Europeanen over de hele wereld
aanknoopten.
6
Vraag:
Leg uit waarom er een wereldeconomie kon ontstaan.
Welk aandeel had de VOC daarin?
Van welke voordelen kon de VOC profiteren?
In 1621 oprichting van de WIC met als doel de Spanjaarden te bestrijden door hun goud en
zilveraanvoer te treffen. In 1628 verovert Piet Heijn de Spaanse zilvervloot.
Later kreeg de WIC wel een andere taak en werd winstgevend:
 door te handelen in slaven en goud vanuit Afrika en suiker en andere tropische
producten uit Zuid-Amerika.
 Door kolonies te beheren in Brazilie en Noord-Amerika, en later als enige
overgebleven 6 Antillen-eilanden en Suriname.
1602
1605
1619
1621
1628
1700
oprichting VOC
verovering eiland Ambon → specerijen alleen nog maar voor Nederlanders
stichting van hoofdkwartier Batavia op Java
oprichting WIC
Piet Heijn verovert de Spaanse zilvervloot
ontdekking van koffie als genotmiddel
§ 2 De Gouden Eeuw van Nederland
Na 1588 gingen de gewesten van de Unie van Utrecht verder als Republiek.
Bestuur Republiek:
 Geen centrale regering, besluiten pas na langdurig overleg
 Naar het buitenland trad Republiek als eenheid op
 In binnenland waren de Gewesten aparte staatjes
 Bestuur was in handen van regenten (heren met hoge rechtelijke- of ambtelijke
functies, vaak handelselite. Niet benoemd voor het leven, maar ze zorgden wel dat
het in de familie bleef)
 Bestuur in de steden door een vroedschap (college van 24 tot 36 leden die meestal
ook de dagelijkse bestuurders van de stad benoemden, bv. burgemeesters)
 Vroedschappen stuurden vertegenwoordigers naar de provinciale Staten die het
Gewest bestuurden (PS was per Gewest anders van samenstelling)
 De Stadhouder was de hoogste functionaris in een Gewest.
5 Gewesten (Holland, Zeeland, Utrecht, Overijssel en Gelderland) kozen een afstammeling
van WvO als stadhouder. Twee Gewesten (Friesland en Groningen) kozen afstammelingen
van een neef van de prins.
7
STATEN-GENERAAL
(Vergadering van alle Stadhouders van alle Gewesten)
Belangrijkste man: raadspensionaris of landsadvocaat (voorzitter van de Staten van Holland,
= belangrijkste Gewest)
Taak: besluiten over buitenlandse politiek, in- en uitvoerrechten, leger en vloot, bestuur over de
generaliteitslanden (delen van Brabant en Limburg verovert op de Spanjaarden).
Macht: 1 stem per provincie, maar Holland was de machtigste
↓
PROVINCIALE STATEN VAN EEN of meerdere GEWESTen
(Vergadering van vertegenwoordigers van steden)
Belangrijkste man: de Stadhouder
Taak: besluiten over binnenlandse zaken in de Gewesten, toezicht houden op de rechtspraak,
benoemen van leden van de vroedschap
Macht: vroedschappen stuurden vertegenwoordigers uit de steden, 1 vertegenwoordiger uit de adel
↓
STEDEN
(Vergadering van een vroedschap)
Belangrijkste man: de burgemeester, dagelijkse bestuurder van de stad
Taak: (dagelijkse) besluiten over bestuur van een stad
Macht: college van 24-36 leden: vroede vaderen = vroedschap
De stadhouder van de 5 belangrijkste Gewesten (oa Holland) was de machtigste man in de
Republiek. Hij was opperbevelhebber van het leger en vloot, hield toezicht in zijn gewesten
op de rechtspraak en mocht gratie (=straf kwijtschelden) verlenen.
Als erfgenaam van WvO had hij ook veel aanzien.
Vraag: Hoe was het bestuur in de Republiek geregeld in het begin?
De economie bloeide uit tot de Gouden Eeuw
Hoe kwam dit:
 A’dam was al in de 16e eeuw een vooraanstaande plaats in de handel met het
Oostzeegebied
 Na de val van Antwerpen (1585) groeide ook de handel met Zuid-Europa.
 Amsterdam was de belangrijkste stapelmarkt (goederenopslag in pakhuizen om door
te verkopen) van Europa.
 Protestanten vluchten uit Antwerpen naar Amsterdam en namen kennis, geld en
contacten mee
 Antwerpen kon zich niet meer herstellen door het afsluiten van de Schelde
 Staten Generaal hielp bij de handel door de in en uitvoer prijzen laag te houden en ze
lieten de handelsbelangen zwaar wegen.
 Door de handel floreerden ook meteen een heleboel andere bedrijfstakken, die ook
weer goederen nodig hadden die dan gemaakt werden door weer anderen takken. Ze
zwengelden elkaar als het ware aan.
8


Nederlanders stonden bekend om hun zuinigheid in de 17e eeuw, maar de rijke
burgerij liet veel geld rollen en dat zorgde ook voor een culturele bloei. De protestante
kerk was geen opdrachtgever van betekenis, dus de rijke kooplieden, regenten en
welgestelde burgers waren de belangrijkste opdrachtgevers.
Schilders: Rembrand van Rijn, Frans Hals en Jan Steen
Schrijvers (literatuur): P.C. Hooft, Joost van den Vondel en Bredero
Ook op wetenschappelijk gebied speelde Nederland een grote rol. Aan de Leidse
universiteit kwamen een heleboel buitenlanders, dat had te maken met de grote
hoeveelheid gewetensvrijheid in Nederland. Iedereen mocht zijn geloof uitoefenen
zolang het maar niet te opvallend gebeurde.
Wetenschappers: Hugo de Groot (grondlegger volkenrecht)
Christiaan Huygens ((wiskundige, astronoom en fysicus)
J.A. Leeghwater (nw type watermolen→drooglegging van de
Hollandse meren)
Godsdienst
Calvinisme was officiële godsdienst en alleen leden van de Gereformeerde Kerk konden
openbare functies krijgen. Andere godsdiensten werden oogluikend toegestaan als het maar
niet te zichtbaar gebeurde.
Vraag: Hoe groeide de economie uit in de Republiek tot de Gouden Eeuw?
§ 3 Het absolutisme
Een heleboel landen werden een republiek rond de tijd dat Nederland een republiek werd,
maar in Engeland werd het een constitutionele monarchie en in Frankrijk het absolutisme.
L’état c’est moi = de staat ben ik.
Absolutisme = de alleenheerschappij van een vorst zonder beperkingen (als b.v. grondwet
of andere rechten)
Lodewijk de XIV (de Zonnekoning) erfde Frankrijk in 1643 toen hij 4 was. Hij bleef koning tot
zijn dood, daarmee de langst regerende vorst in de Europese geschiedenis. Hij haatte de
adel (vanwege dat hij in 1649 moest vluchtten voor een opstand van de adel) en zorgde
ervoor dat de macht van de adel werd gebroken.
Wat deed hij toen hij zelf de regering op zich nam in 1661:


De opbouw van eigen ambtenarenapparaat: intendanten (hoge ambtenaren) in
provincies mochten:
o Belastingen innen
o Soldaten rekruteren
o Bemoeien met de rechtspraak, landbouw en andere zaken
o Rapporteren direct aan de koning
Hervorming van het leger: geen eigen troepen van de adel meer, leger onder controle
van de koning.
o Hoge officieren werden staatsdienaren
9




o Leger werd vergroot tot 400.000 man
Bepalen van de godsdienst van de onderdanen: einde godsdienstvrijheid (opzegging
van het Edict van Nantes), omdat hij niet wilde dat de adel het Calvinisme zou
gebruiken om te gen hem te protesteren.
o Hugenoten (Franse calvinisten) werden vervolgd
Centralisatie van de wetenschap: opzetten van Koninklijke academiën voor
wetenschap en kunsten.
Politiek van Mercantilisme: fors staatsingrijpen in de economie om extra geld te
verdienen (afschaffing interne tollen, wegen bouwen, export bevorderen, hoge
importtarieven)
Sommige privileges van de adel bleven wel bestaan en er werd niet te veel belasting
geheven voor de adel en de Kerk
Vraag: Wat deed Lodewijk XVI om zijn macht te vergroten en die van de adel terug te
dringen?
Voor rechtvaardiging van het absolutisme waren de ideeën van Thomas Hobbes belangrijk.
Als er geen absoluut heerser was zou iedereen iedereens vijand zijn en er chaos heersen
Motto: Droit Divin : Goddelijk recht werd gegeven aan de Koning, alsof de macht direct van
god kwam. Het koninklijk gezag is heilig.
1643 begin koningschap van Lodewijk XIV
1648 einde van de 30-jarige Oorlog (godsdienstoorlog in Duitse Rijk) met Vrede van
West-Falen
1685 Herroeping van Edict van Nantes
1661 Lodewijk neemt zelf de regering op zich
1666 oprichting van de Academie des Sciences in Parijs
1715 dood van Lodewijk XIV
§ 4 De wetenschappelijke revolutie
Tot 16e eeuw dacht men dat de aarde het middelpunt was van het heelal = visie uit de
Griekse oudheid, maar paste goed bij het christelijke beeld dat de aarde het middelpunt was
van een goddelijke schepping.
Er kwamen wetenschappers die dit ter discussie gingen stellen en die andere dingen
ontdekten:
Copernicus: de zon stond stil en de aarde en andere planeten draaiden in cirkels om de
zon, de aarde draaide zelf ook om haar as. Werd niet serieus genomen.
Kepler:
toonde aan dat Copernicus gelijk had, maar wel in ellipsvormige banen. Hij
maakte wiskundige formules voor de afstanden tussen planeten en zon. Alles
verliep volgens vaste wetten en er was geen ‘beweger’ voor nodig.
10
Galileo Galilei:
Newton:
bevestigde de juistheid hiervan in 1600 en hij bouwde sterke
telescopen. Hij zag dat veel dingen die men altijd dacht niet klopten.
De planeten en manen waren van hetzelfde materiaal gemaakt als de
aarde en niet van doorschijnend stof. De zon zorgde voor licht.
ontdekte dat alles draaide om de zwaartekracht. Hiermee kon beweging
worden verklaard.
Galilei kwam met zijn ideeën in conflict met de Katholieke Kerk. Galilei mocht zijn
ontdekkingen niet openbaar maken, anders zou hij op de brandstapel belanden. Maar
steeds meer wetenschappers aanvaarden in de 17e eeuw de nieuwe ideeën.
(Pas in 1992 zegt de Katholieke Kerk dat ze het fout hadden).
Dat was het begin
van de wetenschappelijke revolutie. (dat dus steeds
meer wetenschappers nieuwe ideeën aanvaarden dat je met eigen
observaties, experimenten en logisch denken kennis moest krijgen
en niet alles zomaar uit oude boeken moest halen).
Vraag:
Wat was de oorzaak van de wetenschappelijke revolutie?
Waarom had de kerk bezwaar tegen de wetenschappers wat ze
ontdekten en vertelden?
De wetenschappelijke revolutie was op zijn hoogtepunt bij Newton in de 17e eeuw:
 Er kwam een nieuwe visie op het leven en op de mens, nieuw wereldbeeld
 De exacte wetenschappen kwamen tot bloei
 Er waren tijdschriften, wetenschappelijke genootschappen en steun van de overheid
 Logica in plaats van magie (alleen wiskunde was zeker)
 Respect voor het verleden verdween, geen waarheid in oude boeken (=nadeel voor
de Kerk)
 Nieuwe uitvindingen als telescoop en microscoop, klok (C. Huygens)
 Natuuronderzoek werd een rage (Antonie van Leeuwenhoek→micro-organismen)
 Optimisme: de mens was niet het middelpunt, maar kon wel alles met zijn verstand en
techniek naar zijn hand zetten.
En zo leidde de wetenschappelijke revolutie tot de verlichting van de 18e
eeuw!
(het logisch en reëel denken moest worden doorgezet in de hele samenleving)
Vraag: Wat was de oorzaak van de Verlichting. Waarom kwam deze er?
11
Hoofdstuk 7
Tijd van pruiken en revoluties (1700-1800)
Pruiken werden door mannen en vrouwen gedragen als teken van rijkdom, aanzien en
macht. In die tijd vierde de verlichting hoogtij.
Wat is de Verlichting = denken dat alles met de rede kan worden verklaard en dat zo ook
een samenleving moet worden opgebouwd.
Gevolg van deze ideeën → democratische revoluties aan het eind van
de 18e eeuw.
Vraag: welke ideeën lagen ten grondslag aan de democratische revoluties?
Er waren 5 grote mogendheden na 1714: Frankrijk, Groot-Brittannië, Oostenrijk, Rusland en
Pruisen. De Republiek der Nederlanden bleef rijk, maar kreeg minder invloed buiten
Nederland.
Wat gebeurde er in de Nederlandse Republiek?
 Na 1750 groeide de macht van de stadhouder → stelde zich meer op als een koning.
 1786: Nederlandse burgers (Patriotten) eisten medezeggenschap en komen in verzet
tegen de stadhouder en de regenten
 1787: Pruisische troepen slaan de machtsgreep neer
 1795: begin van de Bataafse Revolutie. Patriotten roepen de Bataafse Republiek uit.
§ 1 De verlichting
Kenmerkend aspect: rationeel optimisme (=hoofdkenmerk) en ‘verlicht denken’ dat niet
alleen in de wetenschap, maar ook op alle terreinen van de samenleving moest worden
toegepast: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen.
Wat vonden de aanhangers van het verlichte denken?
 Het verlichte denken zou een einde maken aan de ‘donkere’ tijden van domheid,
intolerantie, geloofsfanatisme en onredelijke verschillen tussen mensen.
 Mensen waren ervan overtuigd dat kennis en rede superieur waren aan traditie en
geloof.
 Het rationalisme (=is gebruiken van het gezonde verstand) bracht licht in het leven.
Waar en wanneer begon de verlichting?
De verlichting begon aan het eind van de 17e eeuw in Engeland en Nederland. In de loop
van de 18e eeuw werd Parijs het centrum. Frans werd voertaal in de hele wereld.
De Encyclopédie was een typisch product van de Verlichting. Het was een boek in 17 delen
met alle nuttige kennis die tot dan toe was verschenen (soort overzicht van alle kennis,
waaraan de grootste deskundigen hadden meegewerkt).
Publicatie van start in Parijs in 1751.
12

Inhoud: alle mogelijke technische en wetenschappelijke informatie die als basis kon
dienen voor verdere ontdekkingen en ontwikkelingen, historische en aardrijkskundige
feiten en andere wetenswaardigheden, tal van kritische stukken over de kerk, geloof,
politiek en maatschappelijke verhoudingen.
Doel van het boek: een basis leggen voor de verdere vooruitgang van de
mensheid! Alles moest bijdragen aan de bestrijding van bijgeloof en onwetendheid.
Vraag:
Wat houdt het verlichte denken in?
Verlichte denkers hadden een afkeer van godsdienstig fanatisme en intolerantie:
Voltaire:





Franse schrijver. Voorstander van godsdienstvrijheid en tolerantie.
Hij zei: “écrasez l’infame”: Verpletter het schandelijke.
Kritiek op Frankrijk waar alleen Katholieke geloof mocht, de leer van de Katholieke
Kerk was onzinnig.
Geen atheïst (iemand die niet in God geloofd), maar een deïst (er is wel een
opperwezen, maar die had alles gemaakt als een wetenschapper, waarna alles
volgens vaste wetten liep).
Goed en Kwaad: geen God en Bijbel nodig, mensen wisten dit zelf wel met hun
verstand
Keek neer op het gewone volk, omdat zij de praatjes van de priesters bleven geloven.
Was tegen democratie en wilde een absolute vorst (vrijheid van denken garanderen
en de kerk onder de duim houden)
Immanuel Kant:
Russische filosoof. Hij gaf de meest gebruikte definitie van de
Verlichting: ‘de bevrijding van de mens uit de onmogendheid waaraan
hij zelf schuldig is’.
Mensen moesten niet zomaar alles geloven en gehoorzamen, maar
zelf nadenken.
John Locke:
Engelse filosoof. Was tegen het absolutisme. Regeringen moesten de
rechten van de burgers (recht op leven, vrijheid en bezit) garanderen
en zich ook aan de wet houden. Regeringen baseren op contract met
burgers. Burgers mochten in opstand komen als de regering de
afspraken niet nakwam.
Montesquieu:
Fransman. Was tegen depotisme (van een absolute vorst). Macht in
een hand leidt tot machtsmisbruik. Was voor een gescheiden
driemachtenleer: wetgevende macht - uitvoerende macht – rechtelijke
macht. Parlement stelde wetten vast, regering voerde die uit en
rechters letten op de naleving en controle.
Rousseau:
Was voor de democratie. Regeringen moesten de algemene wil van
het volk uitvoeren. Die werd bepaald in een volksvergadering. Geen
voorrechten meer voor adel en de kerk.
13
Adam Smit:
Schot. Ook in de economie moest de verlichting de ruimte krijgen →
leidt tot meer welvaart. Geen bemoeienis van regeringen.
Dus hoe moest er bestuurd worden volgens alle verlichte denkers?
 Voltaire wilde een absolute vorst die in het belang van het volk regeerde.
 Volgens Locke, moest ook de regering zich aan de wet houden
 Volgens Montesquieu moest er worden bestuurd volgens de driemachtenleer.
Volgens Rousseau via volksvergaderingen
Vraag:
Welk verschil in oplossingen voor het bestuur zat er tussen Voltaire en
de andere verlichte denkers?
§ 2 Het ancien régime
Wat was het ancien regime?
De oude orde in de samenleving, zoals deze was voor de democratische revoluties.
Na de dood van de Zonnekoning zetten Lodewijk XV en Lodwijk XVI in Frankrijk het
absolutisme voort. Maar dat gaf problemen:
 Zij haalden het meeste geld op door accijnzen, wat levensbehoeftes duur maakte
voor het gewone volk.
 De adel en de geestelijkheid betaalden geen belasting en hadden weer rechten
teruggekregen. Ze deden niets aan landbouw en die stagneerde.
 Boeren moesten voor alles wat ze deden extra betalen om die rechten van de adel te
bekostigen.
 De gegoede burgerij profiteerde wel van de winsten in de handel en gedroeg zich als
adel
 Toch kwam de overheid niet rond en de staatschuld groeide (ook door oorlogen).
 Er kwamen geen moderniseringen
Verlicht absolutisme:
In andere landen kwamen wel hervormingen (Pruisen, Oostenrijk en Rusland). Die hadden
absolute vorsten, maar die waren wel aanhangers van de Verlichting en wilde
moderniseringen van bovenaf doorvoeren:
Hun motto: ‘alles voor het volk, niets door het volk’. Ze vonden dat het volk te weinig
ontwikkeld was voor medezeggenschap.
Frederik van Pruisen zag zich als eerste dienaar van de staat (koningschap was geen
goddelijk recht). Hij schafte censuur af en zorgde voor vrijheid van meningsuiting,
godsdienstige verdraagzaamheid en onafhankelijke rechters. Wel beperkt, want hij wilde de
adel te vriend houden, omdat hij ze nodig had voor zijn leger (daar kreeg hij zijn macht door).
Vraag: Waarom kreeg de Franse koning problemen in zijn land met zijn manier van
besturen en waarom was dat probleem minder andere landen (b.v.Pruisen)?
14
Hoe zat het in Nederland?
Nederland had geen koning en ook nauwelijks adel. Wel een bevoorrechte groep (regenten),
die hun werk als een aangeboren recht beschouwden en het vaak alleen voor het zeggen
hadden in de 18e eeuw. Het was het stadhouderloze tijdperk tussen 1702 en 1747. Alleen in
Friesland, Groningen en Gelderland was er een stadhouder (Prins van Oranje).
Gevolgen:
 Onvrede onder het volk, economie ging achteruit
 Roep om terugkeer van stadhouders: Prins van Oranje werd stadhouder van alle
gewesten en kon zijn tegenstanders wegwerken. Kreeg het laatste woord bij
benoemingen..
 Het stadhouderschap werd erfelijk en Nederland leek een monarchie, maar de
stadhouder deed net zo weinig voor het volk als de regenten
 Regenten krijgen na 1750 weer wat van hun onafhankelijkheid terug en verdienden
veel geld aan de staatschuld, doordat ze de staat geld leenden en daar veel rente
voor kregen.
§ 3 De democratische revoluties
Met de onthoofding van Lodewijk XVI (‘burger Louis Capet’) rekenden de Fransen op de
meest grondige wijze af met hun ancien regime. De onthoofding was een climax in de
Franse revolutie die in 1789 was begonnen.
Vraag:
Wat is het verschil tussen het absolutisme en het verlicht absolutisme?
Waarom was het volk ontevreden met de regering van Lodewijk XVI
De Amerikaanse vrijheidsoorlog
Start van de democratische revoluties was in Noord-Amerika.in 1775. Britse koloniën wilden
geen belasting betalen aan Engeland, want ze hadden ook geen stem in het parlement daar.
(no taxation without representation). 13 Koloniën vormden een congres en zei de
gehoorzaamheid aan Groot-Brittannië op.
Verdere ontwikkelingen:
 In 1776 riep het Congres de onafhankelijk uit van de Verenigde Staten van Amerika
(deze was geïnspireerd door verlichte denkers als Locke en Montesquieu)
 In de Onafhankelijkheidsverklaring stond waarop de nieuwe staat was gebaseerd:
iedereen is gelijk (all men are equal) en hebben onvervreemdbaar recht op leven,
vrijheid en het nastreven van geluk. Geschreven door Thomas Jefferson!
 In 1787 eerste geschreven grondwet ter wereld, nadat Groot-Brittannië de
onafhankelijkheid had erkend.
 Machtenscheiding: president uitvoerende macht, congres de wetgevende macht en
het hooggerechtshof de rechtelijke macht.
 Extra bij de grondwet: ‘bill of rights’ met grondrechten: gelijkheid voor de wet, vrijheid
van godsdienst en vergadering en meningsuiting.
De Amerikaanse revolutie maakte grote indruk in Europa!
15
Vraag:
Wat was de oorzaak van de Amerikaanse vrijheidsstrijd?
Hoe was de eerste machtenscheiding?
Wat was het belangrijkste dat Thomas Jefferson had geschreven in de
Onafhankelijkheidsverklaring?
De Franse opstand
Het Franse volk morde over de absolute vorst en de voorrechten van de kerk en de adel,
die geen belastingen hoefden te betalen. En er was een grote staatsschuld ontstaan.
Lodewijk XVI riep de Staten-Generaal bijeen (al sinds 1614 afgeschaft door hem) om uit
de financiële crisis te komen (= breuk met het absolutisme). Hij wilde dat de adel en de
kerk ook belastingen zouden gaan betalen, maar dat deden ze alleen als ze weer invloed
kregen → heftige discussies, omdat de 3e stand (de burgerij) zich veel belangrijker vond.
De adel was nutteloos vonden zij. (adel en geestelijken waren 1e en 2e stand in de
Staten-Generaal).
Er kwam een opstand, omdat:
 De burgervertegenwoordigers riepen zichzelf uit tot enige Nationale Vergadering
en ze eisten een grondwet.
 Lodewijk stuurde het leger er op af en het volk werd woest.
 Het volk bestormde de Bastille op 14 juli 1789.
 De Nationale Vergadering schafte alle feodale rechten van de adel en kerk af
(rechten die de beide standen over de bevolking hadden). De Nationale
Vergadering onteigende het bezit van de kerk en loste met dat geld de
staatsschuld af.
 De Nationale Vergadering nam de ‘verklaring van de rechten van de mens en de
burger’ aan. Het volk was soeverein.
 Er kwam een grondwet.
 Het land werd een monarchie: koning uitvoerende macht, wetgevende macht in
handen van een gekozen vergadering die de regering zou controleren.
Vraag:
Waarmee begon de Franse opstand?
Hoe verzamelde de 3e stand zich?
Maar de Nationale Vergadering bestond vooral uit rijke burgers en alleen rijke mensen
kregen het volledige staatsburgerschap met kiesrecht.
De koning was gevlucht, maar werd bij de grens tegengehouden en tekende de grondwet
alsnog. Men dacht wel dat hij een tegenrevolutie wilde beramen met buitenlandse hulp.
Door de Oostenrijks/Pruisische Oorlog (1792) en de dreiging daar dat iedereen die zich
verzette tegen het herstellen van de oude orde gedood zou worden, sloeg de vlam weer in
de pan in Frankrijk. De koning werd afgezet en na nieuwe verkiezingen (waar iedereen
mocht stemmen) werd door het nieuwe parlement (met gematigde leden) de Republiek
uitgeroepen (1793). Gevolg daarvan:
→ de koning werd ter dood veroordeeld (1793)
→ er kwam een nieuwe jaartelling, het jaar 1 begon met de revolutie
→ alle titels werden afgeschaft, iedereen heette ‘burger’. Vrijheid, Gelijkheid, Broederschap.
→ God werd niet meer aanbeden, maar de Rede.
16
De roep om meer democratie was groot. In het parlement werden de gematigde leden
weggejaagd (1793) en kreeg Robbespierre veel invloed (aanhanger van de ideeën van
Rousseau).
Edelen werden ter dood veroordeeld door speciale revolutionaire tribunalen, omdat
Robbespierre de revolutie wilde zuiveren van alle verraders.
Nadat Robbespierre zelf onthoofd was, werd de invloed van het volk weer teruggedrongen,
totdat Napoleon een dictatuur vestigde.
Uiteindelijk gevolg van de Franse Opstand/Franse Revolutie:
 Adel kwam nooit meer aan de macht en ze verloren hun adellijke voorrechten
voorgoed (ook niet toen Napoleon verlagen was later)
 Grondwetten bleven bestaan
 Democratische idealen kwamen in steeds meer landen op en bleven verzet bieden
tegen de oude ordes
 Revoluties zorgden in veel landen nog lang voor hoop en onrust en chaos.
Vraag: Welke invloed heeft de Franse Opstand gehad in Europa?
Bataafse Revolutie
Amerikaanse revolutie sloeg over naar Nederland. Protesten na pamflet met kritiek op de
geringe volksinvloed op het bestuur en de macht van Stadhouder Willem V.
Wens om terug te keren tot de democratie van de oude Bataven.
→ er ontstond een democratische patriottenbeweging die in 1786 de macht grepen.
→ regenten werden verjaagd in meerdere steden en de stadhouder vluchtte uit Holland
→ de koning van Pruisen (broer van de stadhoudersvrouw) sloeg de opstand neer
→ patriotten vluchten naar Frankrijk
In 1795 keerden ze terug met Franse troepen en riepen de Bataafse Republiek uit. De
nationale Vergadering stelde in 1798 een democratische grondwet. Nederland werd een
eenheidsstaat en een rechtsstaat.
Napoleon schafte de democratie weer af toen hij aan de macht kwam.
Vraag: Wat wilden de Nederlandse patriotten?
1775 in Amerika willen de Britten geen belasting meer betalen aan Engeland
1776 nieuw Congres roep Verenigde Staten van Amerika uit
1787 eerste geschreven grondwet ter wereld in Amerika
1789
1789
1792
1793
burgervertegenwoordigers roepen enige Nationale Vergadering uit in Frankrijk
bestorming Bastille in Frankrijk
start oorlog Oostenrijk en Pruisen
nieuwe parlement roept Republiek in Frankrijk uit. Robbespierre krijgt invloed
1786 patriotten grijpen de macht in de Nederlanden
1795 1e grondwet in de Nederlanden → ontstaan van eenheidsstaat en rechtsstaat
17
§ 4 Kolonialisme en slavernij
Na 1500 waren landen in Europa druk bezig met de uitbouw van de Europese overheersing
en kwam door de Spanjaarden en de Portugezen de trans-Atlantische slavenhandel op
gang. Ze gebruikten eerder al Indianen als slaven in Noord en Zuid Amerika.*
Ze brachten slaven uit Afrika naar hun veroverde gebieden in Zuid/Midden-Amerika.
Waarom zwarte slaven:
 Krachtige werkers voor op de plantages en in mijnen
 Beter dan de Indianen*, want die stierven massaal door ziektes
 Geen vrijwilligers voor dat werk in Europa te vinden
 Er waren geen wetten die de Afrikaanse mensen beschermden, men vond ze
minderwaardig
 In het Midden-Oosten bestond slavernij nog gewoon en werd er al veel in gehandeld
Slavernij was vroeger in Romeinse Rijk ook gewoon, daarna ingeruild voor horigen in
Europa, maar beide waren verdwenen.
* Door de protesten van een Spaanse priester: Las Casas, die de Spaanse kolonie Hispaniola had
bezocht, kregen de Indianenslaven bescherming van de Paus en de Spaanse koning. Daarom gingen
de Spanjaarden en Portugezen over op slaven uit Afrika.
Driehoekshandel: tussen Europa, Afrika en Amerika.
Afrikaanse slaven werden in Afrika door Europeanen gekocht met wapens, textiel, ijzer of
brandewijn → werden verkocht in Amerika voor geld.
Met dat geld werden plantageproducten (suiker, tabak, koffie ed. gekocht → werden naar
Europa gebracht).
De driehoekshandel werd beheerd door handelskapitalistische compagnieën. Slaven werden
vooral ingezet op plantages die voor de Europese markt produceerden.
Vraag:
Hoe ontstond de trans-Atlantische slavenhandel?
Wat is de driehoekshandel?
Slaven hadden het zwaar:
 Werden behandel als beesten.
 Gebrandmerkt, gescheiden van hun families, geen bewegingsvrijheid en medische
verzorgen, slavinnen werden verkracht.
 Kregen wrede straffen.
 Bij protesten/opstanden konden ze niet op tegen de goed bewapende blanken
In Suriname konden enkel slaven (Marons) ontsnappen het oerwoud in en daar een nieuw
bestaan opbouwen.
Rond 1700 breed blank protest tegen de slavernij. Geïnspireerd door verlichte denkers en
het Christendom. Slavernij was in strijd met de natuurlijke gelijkheid van mensen (achterlijk,
immoreel en onmenselijk).
Adam Smit: ook ongunstig voor de economie. Betere motivatie door loon voor werken, dan
door dwang.
18
In Engeland ontstond in 1787 de afschaffingsbeweging door de abolitionisten (the Society
for the Abolition of the Slave Trade).
Wat deden ze?
 Dossiers aanleggen van misstanden
 Publieke opinie beinvloeden door pamfletten en lezingen
 Lobbyen bij Lagerhuisleden (Parlement in Engeland)
 Logo: geketende zwarte man: Am I not a man and a brother?
Er kwam een wet in 1807 die Britten verbood slavenhandel te bedrijven.
In 1833 afschaffing van alle slavernij in de Britse koloniën. Andere landen volgden snel,
behalve Portugal. Daar werd de slavernij pas in de 2e helft 19e eeuw afgeschaft.
Vraag:
Waarom kwam er in 1700 blank protest op de slavenhandel?
Op welke manier uiten verlichte denkers (b.v. Voltaire) kritiek op de
slavenhandel?
Wat waren de abolitionisten voor een groep mensen?
Hoe was dit in Nederland?
Onder druk van de Britten in 1814 ook Nederlanders verboden om slavernij te
bedrijven. Maar niemand trok zich hier wat van aan in de Nederlandse koloniën
(Suriname/Ned.Indie etc.). Weer aandacht hiervoor na verschijnen van het boek De negerhut
van oom Tom,van Harriet Beecher Stowe.
→ Afschaffing slavernij in Ned. Indie in 1960
→ Afschaffing in Suriname in 1862. Wel bleven de Surinaamse slaven nog 10 jaar werken in
loondienst onder staatstoezicht om de economie niet te laten inklappen. Ze kregen ook
300,00 gulden schadeloosstelling.
Nederland was een van de laatste landen die de slavernij in zijn geheel afschafte: in 1863.
.
19
Download