- Scholieren.com

advertisement
Maatschappijleer Hoofdstuk 5
Proefwerkweek juni 2011
Paragraaf 1
- pluriforme samenleving = met mensen van verschillende culturen (religies), tradities en
leefstijlen die in vrijheid en gelijkheid mogen leven, Nederland voerde strijd tegen het
opdringen van het katholicisme in de Tachtigjarige Oorlog, hierdoor is het een
toevluchtsoord voor mensen met een andere religie of levensovertuiging, dit zorgde voor
economische en culturele bloei in de 17e eeuw (Gouden Eeuw)
Groep
Portugese joden
Franse protestanten
Engelse puriteinen
Duitse landarbeiders
Duitse handelaren
Indische Nederlanders
Molukkers
Italianen
Spanjaarden
Joegoslaven
Turken
Marokkanen
Surinamers
Antillianen
Arubanen
-
Periode
16e/17e/18e eeuw
Motief
voor godsdienstvrijheid – persoonlijk
NL - nationaliteit
nee
19e/20e eeuw
werkgelegenheid en een beter bestaan
– economisch
kolonie en onafhankelijkheid – politiek
vechten in het leger – politiek
werving gastarbeiders – economisch
nee
midden jaren 60
werving gastarbeiders en gezinshereniging –
economisch en persoonlijk
nee
1975 – 1980
1975
politieke & economische instabiliteit
studeren – economisch en persoonlijk
ja
ja
1949 – 1965
1949 – 1960
jaren 60
ja
ja
nee
vluchteling = door oorlog, vervolging, hongersnood of armoede is het niet meer mogelijk om
in hun eigen land te wonen, zijn erkend door de Verenigde Naties
asielzoeker = hetzelfde als een vluchteling alleen niet erkend als asielzoeker
autochtoon = al meer dan drie generaties met Nederlandse geschiedenis
allochtoon = immigranten uit het buitenland tot de tweede generatie, zijn zij niet-westers
dan zijn ze een etnische minderheid (tegenstelling van etnische meerderheid)
Paragraaf 2
- vrijheid en gelijkheid = vastgelegd in de Grondwet, maar ook op vrijheid zitten beperkingen
(bijv. discriminatie), ook al ben je het niet eens met de wetten van het land, toch moet je je
plichten nakomen (bijv. besteden van belastingen door overheid)
- morele plichten = (door Voltaire) je kunt je mening verkondigen maar je moet ook
accepteren dat er mensen zijn met een andere mening of leefstijl, er moet dus tolerantie zijn
(niet wettelijk vastgelegd en kan niet worden bestraft, maar is toch een soort plicht)
- pluriformiteit en morele plichten = in een pluriforme samenleving moet tolerantie en de wil
om te communiceren zijn, je moet dus je best doen in de Nederlandse samenleving te passen
en ervoor zorgen dat de mogelijkheid daarvoor is (bijv. een inburgeringcursus)
Paragraaf 3
- concentratie = in een klein deel van Nederland (Randstad) wonen de meeste minderheden
dit komt doordat er gastarbeiders kwamen en er voor slechte huisvesting was, gingen zij bij
elkaar wonen (bijv. Chinese en Marokkaanse wijk)
- groei etnische minderheden = voortgaande immigratie door gezinsvorming en een hoog
geboortecijfer (in vergelijking hoger dan de autochtone bevolking), maar er is ook remigratie
naar het vaderland en de geboortegroei en immigratiegroei daalt
- slechte sociaaleconomische positie = door het gemiddeld lage opleidingsniveau, de
technische ontwikkelingen (machines doen het werk) en de discriminatie op de arbeidsmarkt
1
-
ondernemingen = de allochtonen richten zich eerst op hun eigen culturele minderheid, maar
later ook op de algemene afzetmarkt, door succesvolle ondernemingen worden ze
rolmodellen voor jongeren en zorgen voor een positief beeld van de minderheden
Paragraaf 4
- cultuur = het geheel van waarden, normen, kennis, opvattingen, voorstellingen en symbolen
dat mensen als lid van een samenlevingsverband verwerven en overdragen d.m.v.
(on)bewuste leerprocessen, er is niet iets over ‘de cultuur’ te zeggen zonder te generaliseren
- subcultuur = in de vrij algemene cultuur zijn er groepen die samen redelijk overeenkomen, zij
wijken duidelijk af van de in een bepaalde samenleving dominante waarden en normen
- cultuurverschillen = door de komst van de Turken en Marokkanen is de islam belangrijk
geworden (bijv. moskeeën en islamitische scholen), verschillen tussen de Europese cultuur
en de islam is de relatie man-vrouw en de opvoeding van de kinderen, maar doordat ze
onder invloed staan van de cultuur v/h vestigingsland verdwijnen verschillen snel (afgezien
van de familie-eer, deze wordt nog nageleefd), deze uitspraken zijn ‘over het algemeen’
- misverstanden = door verschillen in cultuur ontstaan er misverstanden tussen groepen
stereotype = je verbind een bepaald beeld met een hele groep (bijv. “Surinamers zijn dom”
of “vrouwen zijn slecht in het verkeer”), het kan wantrouwen, discriminatie en spanningen
veroorzaken, mensen zijn zich hiervan bewust en gaan daardoor extra voorzichtig doen
- revitalisering van cultuur = wie emigreert wordt zich bewust van zijn anders-zijn en culturele
bagage, hierdoor leggen deze mensen soms een nadruk op hun culturele identiteit en wordt
zoveel mogelijk nieuw leven ingeblazen (vaak bij religie), het versterkt het gevoel van
eigenwaarde, maar bemoeilijkt de integratie in de samenleving, kan leiden tot radicalisering
en fundamentalistische bewustzijnsvernauwing.
- cultuur- of waardenrelativisten = je kunt culturen niet vergelijken, je moet ze apart bekijken,
kritische vaststelling is dat de eigen cultuur als beter wordt gevonden
- cultuur- of waardenuniversalisten = je kunt culturen vergelijken, in hoeverre worden de
mensenrechten nageleefd?, een cultuur is beter als hij meer garantie bied bij
mensenrechten, aanpassing is al goed als mensen zich aanpassen aan de wet, mensen
mogen zelf hun gedrag kiezen, dit is namelijk ook een fundamenteel mensenrecht
- aanpassing = als de ene cultuur niet beter is dan de ander, waarom zou je dan van mensen
vragen een deel van hun culturele identiteit af te leggen en te laten vervangen?
Paragraaf 5
- sociale cohesie = sociale verbondenheid in de samenleving
- vooroordeel = een vijandig oordeel over een groep (of een individu als lid van een groep),
gebaseerd op onjuist generalisaties waaraan star wordt vastgehouden, door deze voordelen
staan etnische minderheden er in Nederland minder goed voor in de economie, er is veel
discriminatie dat leidt tot achterstelling en isolering, de sociale cohesie wordt aangetast
- versterking sociale cohesie = minderheden dringen door tot politieke en bestuurlijke
instituties en laten zien dat hun groep meedoet, ze voelen zich er verantwoordelijk voor en
zijn rolmodellen voor de achterban, door huwelijken en vriendschappen worden de banden
tussen allochtonen en autochtonen versterkt, de overheid doet aan integratiebeleid om de
sociale cohesie te bevorderen.
Paragraaf 6
- criminaliteit = komt in hoge (bijv. aandelen: witteboordencriminaliteit, redelijk onzichtbaar)
en lage (bijv. straatroof) posities van de bevolking voor, omdat etnische minderheden zich
vaak in een lage sociaaleconomische positie bevinden en een onveilig gevoel in de
samenleving hebben is er daar meer (zichtbare) criminaliteit (geen witteboorden!)
- samenhang = er is geen samenhang tussen een land en de criminaliteit (bijv. Marokkaanse
jongeren), wel is er samenhang door het kwijtraken van het gevoel van eigenwaarde (door
2
-
allochtonen en autochtonen), als je niet serieus mee mag doen, waarom zou je dan nog je
best doen?, zwarten uit de getto’s kunnen door succes in muziek, sport en criminaliteit iets
‘worden’, en voor de eerste twee moet je echt talent hebben en dus gaan jongeren het
criminele pad op
vicieuze cirkel = door Frans Bovenkerk die de sociale positie van minderheden, vooroordelen
en criminaliteit verbond tot een vicieuze cirkel die uiteindelijk een stabiele etnische
onderlaag vormt die van de rest van de samenleving is afgegrensd, dit leidt tot segregatie
(=scheiding van bevolkingsgroepen), de cirkel moet doorbroken worden in het belang van de
hele samenleving omdat de talenten binnen de minderheden verloren gaan en omdat er veel
negatieve effecten (bijv. criminaliteit) zijn die de kwaliteit van de samenleving aantasten
Begin cirkel
Paragraaf 7
- politiek en integratie = in de politiek is veel opschudding geweest over het integratiebeleid,
dit werd veroorzaakt door de Lijst Pim Fortuyn, zij zeiden dat de problemen door de
immigratie en de aanwezigheid van minderheden weggestopt werden, vanaf 2004 vindt de
politiek ook dat burgers de gemeenschappelijke taal moeten spreken en een actieve bijdrage
moeten leveren aan de gemeenschap, in andere landen voert de overheid nauwelijks beleid
- vluchtelingen = moeten verblijf aangeboden krijgen volgens de VN totdat de situatie in hun
vaderland veilig genoeg is om terug te keren
- asielzoekers = vluchtelingen maar niet volgens internationale verdragsbepalingen, de
identiteit moet kunnen worden vastgesteld en ze moeten vrezen voor vervolging, als ze na
de lange asielverzoekaanvraag worden afgewezen, worden ze het land uitgezet
- illegalen = verblijven in Nederland zonder verblijfsvergunning, als ze worden aangehouden
worden ze het land uitgezet
- immigratiebeleid = het beleid is aangescherpt, de minimumleeftijd rond huwelijkspartners is
vanaf 18 jaar, de regels voor uitzetting worden strenger toegepast en er is een
naturalisatiebeleid (=de Nederlandse nationaliteit verkrijgen), mits er voldaan is aan de
voorwaarden (minstens 5 jaar legaal in Nederland zijn, moet in eigen onderhoud kunnen
voorzien, moet afstand doen van niet-Nederlandse nationaliteit, moet de Nederlandse taal
beheersen en kennis hebben van de Nederlandse staatsinrichting en maatschappij)
- twee nationaliteiten = mag als je in Nederland bent geboren en je ouders zijn buitenlands
mag je er twee hebben, in de toekomst wordt dit niet meer mogelijk en kun je er maar een
hebben
- problemen = gebrek aan sociale cohesie, werkloosheid en criminaliteit wordt toegeschreven
aan de pluriforme samenleving, er wordt een beleid verlangd om de problemen op te lossen
3
-
-
-
-
Wet Inburgering Nieuwkomers = instrument bij het huidige integratiebeleid:
inburgeringonderzoek – inburgeringcursus – onderwijsniveau laten stijgen door Gemeentelijk
Onderwijsachterstandenbeleid – in het onderwijs moet aandacht worden besteed aan het
pluriforme karakter van Nederland – discriminatie moet bestreden worden (voor
beslissingen over vrijheid van meningsuiting of discriminatie is er de Commissie Gelijke
Behandeling)
falend integratiebeleid = LPF vond dat de problemen door de pluriforme samenleving
werden genegeerd en het integratiebeleid had gefaald, de Commissie Blok onderzocht het en
het bleek dat het niet gefaald had (vooral in vergelijking tot de rest van de West-Europese
landen), maar de problemen waren wel degelijk gegroeid
politieke partijen = LPF & VVD : strenge aanpak, verplicht integreren en consequente
toepassing, CDA & christelijke partijen & D66 : soepelheid bij humanitaire aard maar je moet
de culturele identiteit respecteren, PvdA & GroenLinks & SP : versoepelen van de regels
fundamentalisme = opvattingen en houding van een radicale stroming binnen een geloof die
alleen een strikte interpretatie van de leefregels toestaat en andere opvatting volledig
afwijst, is veel gedoe over door 9/11, velen vreesden dat er op islamitische scholen veel
moslimfundamentalisme plaats zou vinden, dit was de aanleiding voor een debat over artikel
23 (islamitische scholen) om deze te veranderen of te schrappen om de oprichting van te
radicale of fundamentalistische scholen tegen te gaan (eerst binnen de partijen afgezien van
de christelijke omdat deze de discussie afwezen, later kwam het echt op gang over veiligheid
en moslimterrorisme, veiligheids- en strafmaatregelen werden bepleit en de roep om regels
te maken over integreren werd luider)
Overige aantekeningen
- Dominante cultuur in NL =
taal, christelijk en kleding
-
-
bindingen sociale cohesie =
affectieve
(vriendschap, steun en liefde)
economische (je bent afhankelijk van elkaar om in je behoefte van voedsel en kleding te voorzien)
cognitieve
(mensen ontwikkelen kennis en dragen deze aan elkaar over)
politieke
(zorgt ervoor dat sommige voorzieningen collectief geregeld worden)
integratieterreinen = bijv. huisvesting, taal (belangrijkste), onderwijs en arbeidsmarkt
4
Nieuwsquiz april
- Om het koelsysteem te laten werken, bij oververhitting komt er te veel straling vrij.
- Een geuzennaam was eerst een scheldwoord en nu is het een erenaam.
- Zij moeten na lang verblijf in Nederland toch terug naar Afghanistan.
- Op het voorstel van Tweede Kamerlid Fred Teeven van de VVD om online gokken te
legaliseren.
- Kabinet besluit tot deelname aan strijd tegen het bewind van Khadaffi.
- Net als in Libië zijn er protesten in Jemen, Syrië en Bahrein tegen de machthebbers. Er is nog
geen militaire ondersteuning.
- Radioactief jodium is gevonden in melk en groenten in Japan.
- Zij is de oudste moeder in Nederland (63 jaar) die een kind ter wereld bracht.
- Hij is grootgebracht door mensen omdat hij was verstoten door zijn moeder. Daarop kwam
veel kritiek.
- Via Twitter communiceren artiesten met hun fans en politici met hun achterban. Twitter.com
is de meest bezochte website op internet.
- China voert de meeste executies uit.
- Tsunamiwaarschuwing.
Nieuwsquiz mei
- Tornado in het zuiden van de VS.
- Katie en William zijn getrouwd.
- Beatrix onderscheidt DJ Armin van Buuren tot Officier in de Orde van Oranje-Nassau.
- Er wordt niks gedaan met incidenten van verbaal of fysiek geweld in het onderwijs.
- Minister André Rouvoet (partijleider CU) stapt op.
- Obama heeft Osama Bin Laden laten executeren vanwege o.a. 9/11.
- Op de discussie over wel of niet ritueel slachten.
- Er was een Playstationhack.
- Diploma Inholland waardeloos.
- Belangrijke aanslagen die toegeschreven worden aan Al-Qaeda (bijv. VS en Irak)
- Voor het geven van een toespraak door een zoon van een NSB’er: hij is ook slachtoffer
Tegen: het is pijnlijk voor de slachtoffers, zijn ouders waren de schuldigen.
- De president van Syrië heft de noodtoestand op als tegemoetkoming aan de demonstranten,
hij houdt echter wel de bevolking onder de duim met wapens en geweld.
5
Download