20 30 40 50 GPS System 500 Starten met statische en kinematische metingen Versie 2.0 Nederlands System GPS500 Gefeliciteerd met de aanschaf van uw nieuwe Leica GPS500 Systeem. 2 Statische en kinematische metingen-2.0.0nl Overzicht van de hoofdstukken Introductie 6 Instrument checklist voor statisch en Rapid-Static meten met Systeem 500 7 Opzet van Systeem 500 voor een statische meting 8 Gebruik maken van het TR500 veldboek 9 Statisch / Rapid-Static meten 13 Werken met de ontvanger status tijdens de meting 23 Verandering van de systeem configuratie parameters 29 Maken van nieuwe configuratie sets 33 Programmeren van Wake-up Sessies 34 Kinematische en Stop & Go metingen - gebruik maken van statische initialisatie 37 Kinematisch "on the fly" 43 Praktische tips voor kinematische, Stop & Go en kinematisch on the fly metingen 45 Aanvullend 46 Appendix: Opsomming van de status iconen 47 Appendix: Meten van antenne hoogtes 49 Statische en kinematische metingen-2.0.0nl 3 Overzicht van de hoofdstukken Inhoudsopgave Introductie ...................................................... 6 Werken met de ontvanger status tijdens de meting ..................................................... 23 Instrument checklist voor statisch en Rapid-Static meten met Systeem 500 .......... 7 Satelliet status ........................................................... Stop & Go indicator ................................................... Batterij en geheugen status ....................................... Toon de huidige navigatie positie ................................ Aan te raden oefening: Raak bekend met de status van het systeem ........................................................ Opzet van Systeem 500 voor een statische meting ............................................................ 8 Gebruik maken van het TR500 veldboek..... 9 Aanzetten van de verlichting op het veldboek ............. Verandering van het logging interval ........................... Instellen van de lokale tijdzone ................................... Verander de instelling van de afstand van meter in feet ........................................................................... Statisch / Rapid-Static meten ..................... 13 Inhoudsopgave 28 Verandering van de systeem configuratie parameters ................................................... 29 Menu's ........................................................................ 9 Invoeren van informatie ............................................. 10 Lijsten ........................................................................ 11 Hardkeys .................................................................. 12 Stap 1: Aanzetten (Power on) .................................... Stap 2: Bestudeer de iconen ...................................... Stap 3: Formatteer uw geheugen kaart (optioneel) ..... Stap 4: Beginnen met meten ..................................... Stap 5: Registratie van ruwe data ............................... Stap 6: Beëindiging van een meting ........................... Aangeraden oefening: Meet een zeer kleine basislijn .. 24 25 26 27 13 13 15 16 19 21 22 30 30 31 32 Maken van nieuwe configuratie sets ......... 33 Programmeren van Wake-up Sessies ....... 34 4 Statische en kinematische metingen-2.0.0nl Inhoudsopgave, vervolg Kinematische en Stop & Go metingen gebruik maken van statische initialisatie .. 37 Introductie en algemene opmerkingen ....................... Instrument set-up voor kinematische en Stop & Go metingen ................................................................... Uitvoeren van kinematische en Stop & Go metingen .. Initialisatie op een bekend punt .................................. 37 38 39 42 Kinematisch "on the fly" ............................. 43 Praktische tips voor kinematische, Stop & Go en kinematisch on the fly metingen ..... 45 Aanvullend ................................................... 46 Appendix: Opsomming van de status iconen ........................................................... 47 Appendix: Meten van antenne hoogtes ..... 49 Statische en kinematische metingen-2.0.0nl 5 Inhoudsopgave 6 Introductie Het doel van deze korte handleiding is om richtlijnen en bruikbare hints voor de uitvoer van statische, Rapid Static en kinematische metingen te geven. Hierbij wordt er gebruik gemaakt van de SR510, SR520 of SR530 ontvangers zonder de RealTime technieken. De Real-Time applicaties, gebaseerd op het gebruik van radio modems Met name de RTK (Real-TimeKinematisch) handelingen met SR530 ontvangers - staan beschreven in de handleiding "Starten met Real-Time metingen". Er wordt vanuit gegaan dat de lezer van deze handleiding bekend is met de principes van GPS d.w.z. het bekend zijn met differentiële metingen, het gebruik van een referentie station, enz. In "Algemene handleiding voor statische metingen en Rapid Static" is een basisintroductie gegeven over deze principes. Een gebruiker zal na het bestuderen van de richtlijnen, het basisconcept, principes van de bediening en de uitvoering van statische, Rapid Static en kinematische metingen van Systeem 500 begrijpen. In de "Technical Reference Manual" staat een volledige omschrijving van alle mogelijkheden en functies van Systeem 500. Deze is alleen beschikbaar als elektronisch PDF document op de SKI-Pro installatie CD. Voor meer informatie wordt verwezen naar de \MANUAL\README.TXT file op de SKI-Pro installatie CD. Introductie 6 Statische en kinematische metingen-2.0.0nl Instrument checklist voor statisch en Rapid-Static meten met Systeem 500 Het minimum aan instrumenten dat U nodig heeft als U systeem 500 wilt gebruiken voor een statische of een Rapid-Static meting zijn twee systeem 500 sets. Elke set bevat een SR510, SR520 of SR530 ontvanger. Een enkele frequentie SR510 ontvanger vereist een AT501 enkele frequentie antenne; SR520 en SR530 ontvangers moet U koppelen aan een dubbele frequentie antenne, normaal is een AT502 standaard antenne voldoende of - voor de hoogste precisie - een chokering antenne: AT503 of AT504. De koppeling van ontvanger naar de antenne gebeurt met een antenne kabel. Het TR500 veldboek - een toetsenbord en scherm - is nodig om de meting te starten, status van het systeem te controleren en parameters te veranderen. Statische en kinematische metingen-2.0.0nl 6 Batterijen voorzien de ontvanger van stroom. Het standaard gebruik zijn twee camcorder batterijen aan de achterkant van de ontvanger, die de ontvanger van ongeveer 6 uur stroom voorzien. 7 Waarschuwing Voordat de nieuwe camcorder batterijen een maximale capaciteit bereiken moeten deze batterijen 5 maal een laad cyclus doormaken. Voordat U kunt beginnen met het veldwerk, is het aan te raden de camcorder batterijen 4 tot 5 maal op te laden en ontladen. Het makkelijkste is het aanzetten van de ontvanger totdat deze automatisch uitgaat, omdat de batterijen leeg zijn. Laad de batterijen op en herhaal deze handeling. 7 Instrument checklist Opzet van Systeem 500 voor een statische meting 6 Succesvolle GPS metingen vereisen 7 8 een ongestoord signaal ontvangst van de satellieten. Dit betekent dat de GPS ontvangers dienen te worden opgesteld op locaties waar zich geen obstakels bevinden. Het contact tussen GPS antenne en GPS satelliet mag niet worden geblokkeerd door bomen, gebouwen, bergen enz. Dit is vooral belangrijk voor het referentie station. Bij statische metingen en Rapid Static is het een vereiste dat de antenne tijdens de gehele meting perfect stil wordt gehouden. Dit betekent dat de AT501 en AT502 antenne meestal op een statief wordt geplaatst. Koppel de antenne aan de ontvanger met de antennekabel. Klik twee camcorder batterijen in de achterkant van de ontvanger. De ontvanger kan naar eigen keuze eventueel worden gevoed met een externe batterij. In dat geval koppel een GEB71 batterij aan de PWRpoort van de ontvanger. Gebruik het haakje aan de achterkant van de ontvanger om deze aan het statief te hangen. Een alternatief is de ontvanger in de koffer te laten. Uw 500 systeem is nu volledig operationeel. Verbind het veldboek TR500 aan de ontvanger, direct of met een kabel via de TERMINAL-poort van de ontvanger. Stop de PC-kaart in de ontvanger. Centreer het statief boven het merkpunt. Zet het statief waterpas. Plaats de drager op het stelschroevenblok. Plaats de antenne op de drager. Opzet van Systeem 500 voor een statische meting Waarschuwing Sluit het klepje na het inbrengen van de kaart goed af, zodat er geen water of stof in de ontvanger kan komen. 8 Statische en kinematische metingen-2.0.0nl Gebruik maken van het TR500 veldboek De bediening van het Systeem 500 vergt verschillende handelingen van de gebruiker op het TR500 veldboek. De ontvanger is gemakkelijk in het gebruik. Alle schermen en menu's worden op dezelfde manier gestuurd, wat de gebruiksvriendelijkheid en het leerproces bevordert. Dit hoofdstuk behandelt, aan de hand van enkele voorbeelden, het gebruik van het veldboek. Deze richtlijnen gelden voor alle delen van de Systeem 500 software. Er is een onderscheidt tussen menu's en schermen, die invoer van informatie vereisen. Statische en kinematische metingen-2.0.0nl 6 Menu's In het hoofdmenu is een kenmerkend voorbeeld te vinden: Verandering van de selectie kan met behulp van de pijltjestoetsen. Bijvoorbeeld druk 2 maal het 'naar beneden' pijltje in, Applicaties is nu "geselecteerd": U ziet 7 verschillende opties. De cursorbalk staat op regel "1 Meten", deze optie kan dus nu geselecteerd worden. Aan de onderkant van het scherm staan functie toetsen met verschillende commando's. Als U bijvoorbeeld Applicaties wilt selecteren, druk op F1 CONT (continue). 9 Gebruik maken van het TR500 veldboek 7 8 9 6 7 8 9 Menu's, vervolg Invoeren van informatie Door de nummers, die overeenkomen met de verschillende opties, in te drukken kunt U direct een keuze maken. Bijvoorbeeld: druk op "6" en U belandt direct in "Configuratie". In het Meetmenu is een geschikt voorbeeld te vinden: Gebruik de alfanumerieke toetsen om informatie in te voeren. Gebruik de CE toets om typefouten te herstellen. Gebruik de ENTER toets om invoer te bevestigen. Invoeren van informatie is twee maal nodig, Het Punt nr en de Antenne Hoogte. Beweeg met de pijltjestoetsen op en neer, tot het invoeren van de data mogelijk is. In het voorbeeld kan het Punt nr worden ingevoerd. Gebruik maken van het TR500 veldboek 10 Statische en kinematische metingen-2.0.0nl Invoeren van informatie, vervolg Lijsten Met het indrukken van de ENTER toets gaat U naar het volgende scherm: Soms wordt er een van tevoren gedefinieerde invoer verwacht. De beschikbare keuzes staan in een lijst, achter de invoerregel. Invoer van data, gebaseerd op een lijst, is te herkennen aan een driehoekje aan de rechterkant van de regel. In het volgende voorbeeld staan 3 invoerregels op het scherm: De invoer voor de Configuratie Set, Project en Antenne wordt gemaakt uit een lijst. Druk op ENTER om de geselecteerde lijst te openen. Een lijst verschijnt, waaruit men kan kiezen: Gebruik numerieke toetsen om de antenne hoogte in te voeren. Gebruik de pijltjestoetsen om de selectiebalk op en neer te bewegen. Selecteer uw invoer door de balk op de betreffende regel te zetten. Statische en kinematische metingen-2.0.0nl 11 Gebruik maken van het TR500 veldboek 6 7 8 9 6 7 8 9 Lijsten, vervolg Druk op F1 CONT om de keuze te bevestigen. Met deze keuze sluit U ook de lijst. De selectie kan sneller door de naam van uw keuze in te voeren. Als in dit voorbeeld de letter "T" wordt ingevoerd zal de selectiebalk automatisch naar "TEST_PP Rapid Static PP" gaan. De verticale "scroll balk" aan de rechterkant van het scherm, geeft de huidige positie in de lijst weer. In dit voorbeeld is de huidige positie ongeveer 20 % vanaf de bovenkant van de lijst. Een dergelijke scroll balk is nuttig bij erg lange lijsten. Hardkeys Een erg lange lijst maakt het onhandelbaar om met de pijltjes toetsen door de lijst te gaan. Met het indrukken van de SHIFT toets verschijnen de functies page down / up, home en end: Op het veldboek staan sommige extra bruikbare hardkeys: Met de ESC toets gaat U terug naar het vorige scherm. In plaats van het uitvoeren van het commando, gaat U terug naar het vorige scherm. De STATUS toets voorziet van directe status informatie van het hele systeem, gebaseerd op een bepaalde menu structuur. Een andere manier om een selectie uit de lijst te maken is het gebruik van de linker en rechter pijltjes toets. In plaats van de hele lijst te openen kan door de linker of de rechter pijltjes toets in te drukken door de hele lijst worden gelopen. Gebruik maken van het TR500 veldboek 12 Met de CONFIG toets kunt u de configuratie parameters, gedurende de meting, veranderen. Statische en kinematische metingen-2.0.0nl Statisch / Rapid-Static meten Stap 2: Bestudeer de iconen Zet het veldboek aan door op de ONtoets van het veldboek te drukken. Eén van de volgende twee beelden zal op het scherm verschijnen: Het bovenste gedeelte van het scherm is de statusbalk waarin zich verschillende symbolen (iconen) bevinden die de huidige status van het systeem aangeven. Posit Statu s Pre c isie ie In stellin Aanta g l Zich tbare Sate lliete n Aanta l Sate llie op L ten 1/L2 Radio Statu s GSM Statu s Gehe ugen Statu s Au Statu to Po s s Re gistra tie Statu sR Waa egistratie rnem ingen Loka le Tij d Statu s Ba tterij Stap 1: Aanzetten (Power on) Linksboven is het symbool van het "Aantal zichtbare satellieten" te zien, deze geeft het aantal satellieten die theoretisch op dat moment zichtbaar zijn op de huidige locatie. Normaal gesproken varieert dit getal tussen de 4 en de 10, afhankelijk van de satelliet geometrie. Statische en kinematische metingen-2.0.0nl 13 6 Daarnaast ziet U het symbool van het "Aantal satellieten op L1/L2". Dit geeft het aantal satellieten die op dat moment op L1 of L2 worden gevolgd. Na ongeveer 30 seconden gaan de getallen bij L1: 0 en L2: 0 veranderen. Zeer snel zullen deze getallen het aantal zichtbare satellieten weergeven. Zowel het symbool het "Aantal zichtbare satellieten" als "Aantal satellieten op L1/L2" zal van tijd tot tijd veranderen. Door het opkomen en het verdwijnen van satellieten verandert de satellietgeometrie, dus ook deze getallen. Statisch / Rapid-Static meten 7 8 9 13 6 7 8 9 3 Stap 2: Bestudeer de iconen, vervolg Op het moment dat er 3 satellieten worden ontvangen, kan de ontvanger beginnen met het berekenen van de positie. Zodra een positie berekend is wordt dit weergeven door een icoon linksboven in de statusbalk. Omdat er bij metingen met postprocessing geen realtime wordt gebruikt, zal de icoon altijd een navigatie positie aangeven met een precisie van ongeveer 100 meter. De praktische handelingen kunnen beginnen zodra het Status Precisie symbool zichtbaar is op de ontvanger. Als er na twee minuten nog geen Status Precisie symbool zichtbaar is dan is het veldboek nog steeds geen satellieten aan het volgen. Als "Aantal satellieten op L1/L2" nog steeds nul is, controleer dan of de antennekabel goed aan ontvanger en antenne is gekoppeld. Statisch / Rapid-Static meten Als het "Aantal satellieten op L1/L2" afwijkt van "Aantal zichtbare satellieten", verplaats dan de antenne naar een open gebied waar zich geen obstakels bevinden, die het zicht naar de satellieten kunnen blokkeren. Met het aanzetten van de ontvanger voor de allereerste keer, kan het 5 minuten duren voordat alle satellieten zijn gevonden. Dit komt door het verschil in de huidige locatie (d.w.z. > 1000 km) van de beginpositie. Dit is de positie waar de ontvanger de laatste keer heeft gemeten. De update van het positiegeheugen begint vanaf het moment dat satellieten worden ontvangen. De icoon van geheugen status geeft verschillende informatie: of er geheugen voor registratie beschikbaar is of niet. De opties zijn: de PC-kaart of het interne geheugen. Als er een PC-kaart beschikbaar en geconfigureerd is geeft een pijltje aan dat het veilig is om de kaart te verwijderen. De kleine balk ernaast geeft het beschikbare geheugen van de PC-kaart of het interne geheugen weer. Waarschuwing U kunt niet doorgaan als er geen geheugen kaart beschikbaar is. Installeer de PC-kaart, anders kunnen GPS-metingen niet worden uitgevoerd. Aan de rechtse kant van de statusbalk bevindt zich de icoon dat de huidige voedingsbron aangeeft. A en B geven de interne batterijen weer, E is de externe voedingsbron. Het symbool geeft ook een indicatie over hoe 'vol' de batterij is in 4 stappen: vol (balk is helemaal zwart), 2/3, 1/3 en bijna leeg (balk is helemaal wit). Alle relevante status symbolen voor een statische of een kinematische meting staan in de appendix. 14 Statische en kinematische metingen-2.0.0nl Stap 3: Formatteer uw geheugen kaart (optioneel) Voordat er data wordt opgeslagen kunt U kiezen voor het (her)formatteren van de PC-kaart of het interne geheugen. U bent nu in het 'VOORZIENING\ Formatteer Geheugen' gedeelte: Deze stap is alleen nodig bij gebruik van een nieuwe PCkaart of het wissen van alle data! Als U de PC-kaart wilt formatteren druk op F1 (CONT). Wilt U het interne geheugen formatteren druk op ENTER. Een lijst verschijnt waarin U het interne geheugen kunt selecteren. 7 8 9 13 Druk op toets nummer 4 of ga met de pijltjestoetsen naar regel nummer 4, 'Voorzieningen' licht op. Met behulp van ENTER of F1 (CONT) activeert U 'Voorzieningen'. (Als alleen regel 1 t/m 3 te zien zijn, druk op F4 (TOTAL) om het gehele menu in het scherm te krijgen). Druk op 2 om toegang te krijgen tot "Formatteer Geheugen"; ook met de pijltjes toetsen kunt U het desbetreffende onderwerp selecteren. Druk op ENTER of op F1 (CONT). Statische en kinematische metingen-2.0.0nl 6 15 Statisch / Rapid-Static meten 6 7 8 9 3 Stap 3: Formatteer uw geheugen kaart (optioneel), vervolg Stap 4: Beginnen met meten Ga met de pijltjes toetsen naar 'Intern' en druk op ENTER. Druk dan op F1 (CONT) om het interne geheugen te wissen. Activeer het 'Meten' onderdeel door een 1 in te drukken (of met de pijltjestoetsen naar 1 te gaan) en dan op ENTER of F1 (CONT) te drukken. Na het formatteren van de kaart verschijnt het HOOFDMENU weer. Waarschuwing Door het activeren van het formatteer-commando gaat alle data verloren! Kopieer alle belangrijke data naar een back-up bestand voordat de kaart wordt geformatteerd. Als U het interne geheugen opnieuw wilt formatteren, transfer eerst alle belangrijke data naar de PC. Het volgende scherm zal verschijnen: In dit scherm zullen enkele basis handelingen worden uitgevoerd: het activeren van welke configuratie; in welk project moet de ruwe data worden opgeslagen en de keuze van de antenne. Als U het geheugen niet wilt formatteren, druk dan op ESC in plaats van F1 (CONT). Deze toets brengt U een stap terug in het voorgaande scherm zonder het commando te hebben uitgevoerd. Statisch / Rapid-Static meten 16 Statische en kinematische metingen-2.0.0nl Stap 4: Beginnen met meten, vervolg Een configuratie set is een verzameling van verschillende parameters in de ontvanger, die nodig zijn voor bepaalde handelingen zoals het opslaan van data, antenne types, coderingen, data formaat, enz. Er bestaan verschillende standaard configuratie sets die voor verschillende standaard metingen bruikbaar zijn. Het aanmaken van een nieuw configuratie set staat uitgelegd in een later hoofdstuk of in de Technical Reference Manual. Selecteer de PP_STAT configuratie set voor een statische meting. De selectie kunt U maken met behulp van de linker pijltjes-toets of druk op ENTER. Een lijst met alle beschikbare sets verschijnt: Ga met de cursor naar PP_STAT en druk op ENTER of F1(CONT). Bij het formatteren van het geheugen (PC-kaart of intern geheugen) wordt automatisch een standaard project aangemaakt. U kunt dit project gebruiken of een eigen project aanmaken door het volgende te doen: Beweeg de cursor naar beneden of naar boven totdat hij op de invoer lijn staat voor projecten. Druk op ENTER en het volgende scherm verschijnt: Om alle gemeten data te organiseren en te structureren worden projecten gebruikt. Een project bestaat uit een oneindig aantal punten met alle relevante informatie (ruwe waarnemingen, codes, punt aantekeningen, enz). Het is aan te raden om bij elke nieuwe opdracht een nieuw project aan te maken. Statische en kinematische metingen-2.0.0nl 17 Statisch / Rapid-Static meten 6 7 8 9 13 6 7 Stap 4: Beginnen met meten, vervolg Druk nu op F2 NIEUW en het volgende scherm verschijnt: Als voorbeeld kunnen we een nieuw project aanmaken: "Test": Nu kunt U een naam voor het nieuwe project invoeren. Na de invoer van de nieuwe naam druk op ENTER. Het invoeren van een omschrijving en maker is niet verplicht en kunt U zo gewenst leeg laten. Het nieuwe project wordt standaard op de PC-kaart geschreven. Zonodig kan dit worden veranderd door dit in "Intern" te veranderen. 8 Met het drukken op F1 (CONT) verschijnt er een update van de lijst met alle beschikbare projecten inclusief het nieuwe project "Test": 9 3 Vastleggen van het nieuwe project en zijn locatie gebeurd door op F1 (CONT) te drukken. Druk op ESC om het scherm te verlaten zonder een nieuw project aan te maken. Hetzelfde effect heeft het drukken op F6 (STOP). Het indrukken van F1 (CONT) geeft een bevestiging van de selectie van het nieuwe project. Als laatste actie selecteer het type antenne en de antenne set-up die U gaat gebruiken. Normaal is dit de AT502 op statief (of AT501op een statief in het geval van een SR510 ontvanger). Zie Technical Reference Manual "Measuring Antenna Heights" voor meer details. Statisch / Rapid-Static meten 18 Statische en kinematische metingen-2.0.0nl Stap 4: Beginnen met meten, verv. Stap 5: Registratie van ruwe data Het selecteren gebeurt op de bekende manier: gebruik de pijltjes toets naar beneden om de invoer regel te selecteren. Loop dan met de pijltjes toets langs de verschillende opties naar links, totdat de correcte verschijnt. Een andere manier is: ENTER om de lijst te openen en een keuze te maken. Nu zijn al de vereiste instellingen voor een statische meting gemaakt. Het Meten\ Begin scherm ziet er als volgt uit: Toets F1 CONT om de opstart reeks te beëindigen. Statische en kinematische metingen-2.0.0nl We zijn nu in het hoofd meetmenu. De wijze waarop de ontvanger op dit moment is geconfigureerd, ziet er als volgt uit: Het is weer tijd om de iconen aan de bovenkant van het scherm te controleren: de Positie Instelling icoon moet aanwezig zijn, deze moet nog steeds op "bewegen" staan; het "Aantal zichtbare satellieten" moet een aantal van tenminste 4 weergeven; het aantal ontvangen satellieten zou gelijk moeten zijn aan het aantal zichtbare satellieten. 19 Zodra de ontvanger een minimum van 4 satellieten ontvangt, de positie instelling icoon zichtbaar is en de antenne correct boven het meetpunt is geplaatst, kunt U F1 METEN intoetsen. 6 Dit activeert de registratie van de ruwe data. Het scherm verandert als volgt: 13 De positie instelling verandert in een statische meting. Het symbool van een statief verschijnt. Statisch / Rapid-Static meten 7 8 9 6 7 Stap 5: Registratie van ruwe data, vervolg Er verschijnt een nieuwe icoon, dat staat voor de registratie van de ruwe data. 8 9 3 De ruwe data (dit omvat de pseudorange en fase waarnemingen naar elk gevolgde satelliet) wordt op elk van tevoren gedefinieerd interval opgeslagen (standaard is elke 10 seconden, ingesteld in de standaard PP_STAT configuratie set): Vul een Punt nr in de invoerregel in. Corrigeren van typefouten kan met de CE toets (Clear Entry). Bevestig de invoer met ENTER. Gebruik de hoogtehaak om de hoogte boven het meetpunt te bepalen. Bevestig de hoogtehaak aan de houder en meet de hoogte tussen het witte streepje op de hoogtehaak en het meetpunt. Statisch / Rapid-Static meten Voer de afgelezen hoogte in. Als gevolg van de van tevoren gedefinieerde antenne: "AT502 Statief" (AT501 Statief met een SR510 ontvanger) is de excentriciteit vanaf de hoogtehaak naar het fasecentrum van de antenne automatisch geregistreerd. Waarschuwing Tijdens de meting mag de PC-kaart niet worden verwijderd. Als de kaart tijdens de meting wordt verwijderd, is er een kans op verstoorde data. SKI-Pro kan verstoorde data niet inlezen. Om een punt te meten zijn dit de enige twee onbekenden, die U moet invoeren. De Static Observatie teller (Stat Obs) zal elk 10 seconden oplopen (omdat dit het standaard registratie interval is). Het TR500 veldboek mag nu worden verwijderd. Dit heeft geen enkel effect op de meting! De registratie van data gaat gewoon verder. Bij herbevestiging van het veldboek verschijnt weer hetzelfde scherm. De GDOP in het scherm, geeft de huidige satelliet geometrie aan. Hoe lager de GDOP, hoe beter. Afhankelijk van de planning van de meting, moet het registreren van de data doorgaan. Een ontvanger gebruikt als referentie moet permanent meten totdat de rover alle punten heeft gemeten. De meettijd van de ontvanger die dienst doet als rover wordt voornamelijk bepaald door de lengte van de basislijn en de vereiste precisie. Zie voor details "Algemene handleiding voor statische metingen en Rapid Static". Waarschuwing De antenne mag niet bewegen tijdens de registratie van de ruwe data, anders kan er geen kwaliteitsaanduiding aan de post-processed coördinaten worden gegeven! 20 Statische en kinematische metingen-2.0.0nl Stap 6: Beëindiging van een meting Stap 5: Registratie van ruwe data, vervolg Als er voldoende ruwe data van een punt is geregistreerd kan de meting stoppen door op F1 STOP te drukken. Het scherm is als volgt veranderd: De toets OPSLN is nu actief. U heeft nog steeds de kans om het punt nr en de antenne hoogte te controleren en eventueel te wijzigen. Sluit de meting af met het indrukken van F1 OPSLN. Na het intoetsen van OPSLN is alle gerelateerde informatie geregistreerd in het gebruikte project (punt nr, antenne hoogte, enz). U kunt de meting stoppen met de toets SHIFT F6 STOP. Hiermee gaat U terug naar het Hoofdmenu. Met de SHIFT F6 toets bent U altijd in staat om de meting te beëindigen, zelfs tijdens een meting. In dat geval is het mogelijk om alle data, sinds het indrukken van METEN, te verliezen. Zodra U terug bent in het Hoofdmenu, kunt U de PC-kaart verwijderen. Als er een pijl in de status icoon van de PC-kaart staat, is het veilig om de PC-kaart te verwijderen: Statische en kinematische metingen-2.0.0nl 21 Statisch / Rapid-Static meten 6 7 8 9 13 6 7 8 9 3 Stap 6: Beëindiging van een meting, vervolg Aangeraden oefening: Meet een zeer kleine basislijn Nu kunt U de ontvanger uitzetten. Als de stroomtoevoer is uitgeschakeld, kan het instrument in de koffer. Het kan een nuttige oefening zijn om een simpele statische basislijn te meten. Met het instrument kunt U naar andere in te meten punten gaan en de procedure uit dit hoofdstuk herhalen. Als het veldwerk is afgerond, kan de basislijn verwerking van de vergaarde data in SKI-Pro plaats vinden om een precies resultaat te verkrijgen. • Kies een locatie, vrij van obstakels. • Markeer twee punten op de grond enkele meters vanaf elkaar en meet met een meetband de afstand (voor een vergelijking achteraf). • Voer de punt nr's naar eigen keuze in. • Voer de data van beide ontvangers in SKI-Pro in en verwerk de geregistreerde ruwe data. • Vergelijk de GPS resultaten met de aflezing van de meetband. De verschillen mogen nooit meer dan enkele millimeters bedragen. • Stel twee Systeem 500 ontvangers op een statief, zoals is uitgelegd in hoofdstuk 2. • Registreer de ruwe data gelijktijdig voor ongeveer 10 minuten, gebruik de PP_STAT configuratie en maak nieuwe projecten aan. • Meet en registreer de hoogte van antenne met behulp van de hoogtehaak. Statisch / Rapid-Static meten 22 Statische en kinematische metingen-2.0.0nl Werken met de ontvanger status tijdens de meting Het veldboek geeft met de harde STATUS toets direct toegang tot alle relevante status informatie. Deze toets bevindt zich in het midden van het veldboek en is op elk tijdstip, tijdens elke handeling beschikbaar. Door op de STATUS toets te drukken verschijnt het volgende menu: 6 Het is nu simpel om door de verschillende beschikbare schermen te lopen. Gebruik eerst de pijltjestoetsen om de verschillende opties te selecteren bevestig het met de F1 CONT of de ENTER toets. Snellere toegang naar de volgende schermen is mogelijk door direct de nummers 1, 2, 3 of 4 te gebruiken. 7 8 9 13 23 Een gedetailleerde omschrijving van alle status schermen is te vinden in de Technical Reference Manual. Deze korte handleiding behandelt alleen de schermen en opties die voor statische en Rapid-Static metingen van toepassing zijn. Statische en kinematische metingen-2.0.0nl 23 Werken met de ontvanger status 6 7 Satelliet status Selecteer "1 Meten" \ "5 Satelliet". Het volgende scherm verschijnt: 8 9 3 3 Voor elke satelliet is de volgende informatie beschikbaar: • • • • SV nummer Elevatie en azimut Signaal sterkte op L1 en L2 Kwaliteitsindicator voor L1 en L2 metingen Deze optie voorziet U van belangrijke informatie over de huidige status van uw ontvanger: Werken met de ontvanger status Alle satellieten, die zich boven een standaard minimum elevatie hoek van 15 graden bevinden, worden gevolgd. De gevolgde satellieten geven een signaal sterkte dat varieert van 32 tot 51 (SN1 en SN2 - Signal / Noise ( = Signaal / Ruis) waarden op L1 en L2). Satellieten met een hoge elevatie hebben een waarde tussen de 45 en 51. Satellieten met een lage elevatie (elevatie onder de 20 graden) hebben een waarde tussen de 32 en 40. Voor satellieten die niet worden gevolgd staat bij de S/N waarde een streepje. Staan er satellieten boven de 15 graden die niet worden gevolgd, dan is het signaal tussen de satelliet en de antenne geblokkeerd door obstakels. Bij het volgen van meer dan 6 satellieten kunt U met de pijltjestoetsen naar beneden scrollen. Hier staat informatie van satellieten, die niet op het scherm passen. De kwaliteit van de meting wordt weergegeven door de nummers tot 99 in de kolom van QI1 en QI2. De waarden variëren van 80 tot en met 99. Lagere waarden duiden op een verstoord signaal ontvangst door bomen, bladeren of erg actieve atmosferische storingen. 24 Statische en kinematische metingen-2.0.0nl Satelliet status, vervolg Met de F5 PLOT toets verschijnt er een tekening van de hemel, die de positie van elke satelliet ten opzichte van het Zenit en het Noorden weergeeft: Stop & Go indicator Druk op F1 CONT om terug te gaan naar het STATUS \ Satelliet scherm. Druk weer op F1 om het STATUS menu te verlaten en direct terug te gaan naar het scherm waar de STATUS was opgeroepen. Het gebruik van de ESC heeft hetzelfde resultaat; het brengt U stap voor stap terug naar het scherm waar de STATUS was opgeroepen. Het centrum van de tekening geeft het Zenit weer, de cirkels de elevatie hoeken: 15 graden - 30 graden - 60 graden (van buiten naar binnen). Statische en kinematische metingen-2.0.0nl 25 The Stop & Go indicator helpt de gebruiker, die de ontvanger als rover gebruikt, met het inschatten van de meettijd voor Rapid Static metingen. 6 Afhankelijk van de verschillende parameters wordt de meettijd berekend. Deze parameters zijn 9 - Het aantal satellieten die op dat moment worden gevolgd. - De huidige satelliet geometrie (GDOP). - Aantal cycle slips. - De veronderstelde lengte van de basislijn naar het referentie station. Werken met de ontvanger status 7 8 13 23 6 7 8 Stop & Go indicator, vervolg Vanaf de start van de meting loopt er een percentage teller mee, die de gebruiker terplekke informeert over de status van de meting: 9 3 3 Batterij en geheugen status De manier waarop de Stop & Go indicator werkt is gebaseerd op jaren ervaring. Ondanks dat de instellingen aan de voorzichtige kant zijn, is het geen garantie dat de resultaten van de basislijn, na verwerking van de data, voldoen aan de specificaties van Systeem 500. Deze bruikbare optie is onder "3 Algemeen"\"1 Geheugen / Batterij" te vinden. Druk op F1 CONT om terug te gaan naar het voorgaande menu. De gegeven nummers geven de omvang van de nog te gebruiken capaciteit weer. Meet totdat de indicator minimaal 100 % aangeeft. Aanvullende informatie in dit scherm is: de reeds gemeten tijd op het punt, de geschatte tijd tot aan 100 %, het aantal opgetreden cycle slips sinds het begin van de meting op dit punt, huidige GDOP en het aantal geregistreerde statische waarnemingen. Werken met de ontvanger status In dit voorbeeld is nog 1.6 MB geheugen op de PC-kaart beschikbaar. 26 Statische en kinematische metingen-2.0.0nl Batterij en geheugen status, verv. Toon de huidige navigatie positie De afbeeldingen geven voor elk onderdeel het te gebruiken niveau aan. In dit voorbeeld is al 10% van de PCkaart gebruikt. 6 De huidige positie kan men vinden onder STATUS in het submenu "1 Meten / 3 Positie". Het volgende scherm verschijnt: 7 8 9 Onderdelen die op dat moment actief zijn, worden door middel van een sterretje aangegeven. 13 23 Met F1 CONT gaat U terug naar het vorige menu. Het indrukken van ESC brengt U slechts een stap terug (in dit voorbeeld naar het "STATUS \ Algemeen" Menu). Statische en kinematische metingen-2.0.0nl 27 Werken met de ontvanger status 6 7 8 9 3 3 Aan te raden oefening: Raak bekend met de status van het systeem • Zet de ontvanger aan en begin met een Meting. • Start met een punt meten (gebruik de toets F1 METEN in het hoofd 'Meten' menu). • Bekijk verschillende status schermen: - Satelliet Status - Skyplot - De Stop & Go indicator - Controleer de batterijen - Huidige positie (navigatie) • Beëindig de meting met de toetsen STOP en OPSLN na invoeren van een Punt nr en een Antenne hoogte. Werken met de ontvanger status 28 Statische en kinematische metingen-2.0.0nl Verandering van de systeem configuratie parameters De gebruiker heeft direct toegang tot alle configuratie parameters via de CONFIG toets. Verandering van bijna alle huidige gebruikte configuratie parameters kan op elk moment gebeuren. Toegang tot deze parameters kan met de CONFIG toets. Na het intoetsen van de toets, volgt het volgende menu: Wederom is het makkelijk om de verschillende parameters te bekijken en te veranderen: gebruik de nummers (bijv. 2 voor Instellingen) of de pijltjestoetsen om uw keuze te selecteren, bevestigen van de keuze kan met F1 CONT. In de Technical Reference Manual is een gedetailleerde beschrijving van alle configuratie parameters te vinden. Deze handleiding concentreert zich vooral op de parameters die belangrijk zijn voor statische en Rapid Static metingen. In de volgende vijf paragrafen worden 5 verschillende configuratie voorbeelden voor statische en kinematische metingen beschreven. Statische en kinematische metingen-2.0.0nl 29 Verandering van de systeem configuratie 6 7 8 9 13 23 29 33 6 7 Aanzetten van de verlichting op het veldboek Configuratie van verschillende parameters van het veldboek kan onder: "3 Algemeen \ 6 TR500". 8 Bevestiging van de veranderingen gebeurt met de F1 CONT intoetsen. Na het indrukken van deze toets gaat U weer terug naar het scherm van waar U het configuratie programma heeft geactiveerd. 9 3 3 9 3 In hetzelfde scherm kunt U ook het alarm en de toetsklik activeren of deactiveren. Aan en uitzetten van de verlichting en contrast van het scherm van het veldboek is mogelijk. Gebruik het linker pijltje voor de keuze van ja of nee. Met de keuze van ja moet U ook een time-out instellen. Als de ingestelde tijd (time-out) voorbij is gaat de verlichting uit. Verandering van de systeem configuratie Verandering van het logging interval Het kan voorkomen dat U het interval waarin metingen worden opgeslagen wilt veranderen. Deze parameter kunt U vinden onder "2 Instellingen \ 3 Logging": Verplaats de balk met de pijltjes toetsen een regel naar beneden. Om toegang te krijgen tot de lijst met alle mogelijke intervallen (van 0.1 sec tot 60 sec), druk op ENTER of gebruik het linker/rechter pijltje. 30 Statische en kinematische metingen-2.0.0nl Verandering van het logging interval, vervolg Waarschuwing • Als "Log Stat Obs" op NEE staat zal er geen ruwe data worden opgeslagen. Er is dan geen data beschikbaar voor de post-processing! • Aanzetten van "Log Bewegend Obs" is niet aan te raden! Deze parameter is alleen van toepassing bij kinematische metingen met post-processing. Het instellen van de lokale tijdzone kan onder "3 Algemeen \ 4 Tijd & Begin Pos": 6 7 8 9 13 • Denk eraan, bij verandering van het logging interval, kunnen alleen die waarnemingen worden verwerkt waarvan de data zowel van de referentie als van de rover beschikbaar is. Als bijvoorbeeld op een ontvanger het interval staat ingesteld op 10 sec en de andere op 15 sec, dan kan alleen de data van elke 30 sec worden verwerkt! Statische en kinematische metingen-2.0.0nl Instellen van de lokale tijdzone 23 Ga met de cursor toetsen naar "Tijd Zone". Gebruik de pijltjes toetsen om de juiste tijd zone te selecteren of gebruik ENTER om een lijst te openen met alle mogelijke opties. 31 Verandering van de systeem configuratie 29 33 6 7 8 9 3 3 9 3 Instellen van de lokale tijdzone, verv. Druk op F1 CONT om de selectie te activeren. De lokale tijd ziet U in de rechter boven hoek van de statusregel. Verander de instelling van de afstand van meter in feet Dit kan in het scherm CONFIG "3 Algemeen / 1 Eenheden". Het volgende scherm verschijnt: Verandering van de begin tijd en positie is normaal gesproken niet nodig, zelfs al zijn de huidige instellingen compleet verkeerd. Automatisch gaat de ontvanger beginnen met het "afzoeken" van de hemel. Als de ontvanger satellieten heeft gevonden, wordt de tijd en de positie automatisch bijgewerkt. Verandering van de systeem configuratie Ga met de cursor naar de invoer regel voor afstanden om deze instellingen te veranderen. Gebruik de pijltjes toetsen of ENTER om toegang te krijgen tot de lijst met opties (meters, US feet, enz). Andere parameters kunnen in hetzelfde scherm worden veranderd, bijvoorbeeld: formaat waarin de datum staat. Bevestig de veranderingen door op F1 CONT te drukken. Als U het scherm wilt verlaten zonder de veranderingen door te voeren, druk op ESC om een scherm terug te gaan. 32 Statische en kinematische metingen-2.0.0nl Maken van nieuwe configuratie sets Als de standaard configuraties niet voldoen kunt U gemakkelijk nieuwe configuraties sets naar uw eigen behoefte aanmaken. Volg de volgende procedure: Selecteer de configuratie die U naar een nieuwe wilt kopiëren. De parameters van deze set worden gekopieerd naar de nieuwe set, die U gaat aanmaken met F2 NIEUW. Selecteer "6 Configuratie" uit het Hoofd Menu. Bij het aanzetten van de ontvanger, is het hoofdmenu altijd het eerst wat U ziet. Zijn slechts keuze 1 t/m 3 te zien, druk dan eerst op TOTAL. Het volgende scherm verschijnt: Er is een nieuwe configuratie set aangemaakt onder de naam "Test_PP". De parameters zijn hetzelfde als die van "PP_STAT". 7 8 9 13 23 29 Het volgende scherm verschijnt: Voer een nieuwe naam in. Het ingeven van een omschrijving of een naam van de maker is optioneel. Beëindig deze stap met F1 CONT. Wijzig nu de parameters van deze nieuwe configuratie. Druk de F3 WYZIG toets in, om de relevante parameters te wijzigen. Bij het indrukken van ESC heeft er geen aanmaak van een nieuwe configuratie set plaats gevonden, maar bent U naar het vorige scherm gegaan. Statische en kinematische metingen-2.0.0nl 6 33 Verandering de systeem configuratie Maken van nieuwe configuratie sets 33 6 7 8 9 Programmeren van Wake-up Sessies Met deze functie kunt U de ontvanger voorprogrammeren. Door de definitie van de configuratie, start en eind tijd, vangt de ontvanger automatisch aan met de meting volgens de gemaakte configuratie. De meting stopt automatisch op de gedefinieerde eindtijd. Om het wake-up menu te bereiken ga naar "3 Applicaties / 04 Wake-up Sessies": Het volgende scherm verschijnt: 3 3 9 3 4 In dit scherm is het mogelijk om een nieuwe sessie te maken, wijzigen en verwijderen van al eerder gemaakte sessie: Druk op F2 NIEUW om een nieuwe Wake-up Sessie aan te maken. Deze functie is geschikt voor metingen, die nog uren gaat doen en waarbij men de ontvanger onbeheerd achterlaat. Op deze manier spaart U geheugen en de stroomvoorziening van de batterij. Druk op F1 CONT. Het volgende scherm verschijnt: Wake-up sessies zijn op de volgende manier geprogrammeerd: Programmeren van Wake-up Sessies Definieer het project waarin de data wordt opgeslagen. Selecteer de invoer regel en druk op ENTER. U kunt nu kiezen uit een lijst van bestaande projecten of een nieuw project aanmaken. 34 Statische en kinematische metingen-2.0.0nl Programmeren van Wake-up Sessies, vervolg Definieer de configuratie, die U wilt gebruiken. Selecteer de invoer regel en druk op ENTER. Een lijst verschijnt waaruit U de geschikte configuratie set kiest. Wees er zeker van dat de gekozen configuratie set data registreert, anders is er niets beschikbaar voor de verwerking in SKI-Pro. Ga met de pijltjes toetsen naar beneden voor de extra invoer mogelijkheden: Maak een nieuw punt aan, als de lijst leeg is of als het punt dat U wilt meten niet in de lijst staat, door op F2 NIEUW te drukken: 6 7 8 9 13 23 Voer de datum in voor de uitvoering van de sessie. Voer de start tijd in, waarop de sessie moet starten. U moet een Punt nr invoeren. Ga naar de invoerregel en druk op ENTER om toegang tot het punt management te krijgen: Voer de duur van de sessie in. Het formaat is uren: minuten: seconden (hh:mm:ss). Statische en kinematische metingen-2.0.0nl 35 29 Voer een Punt nr in. U hoeft geen coördinaten in te vullen. Dit is alleen van belang voor punten, die dienen als real-time referentie punt: Druk op F1 OPSLN om het nieuwe punt te registreren en terug te gaan naar het vorige scherm. Programmeren van Wake-up Sessies 33 34 6 7 8 9 3 3 9 3 4 Programmeren van Wake-up Sessies, vervolg Ga terug naar "Nieuwe Wake-up Sessie" door op F1 CONT te drukken. Het punt nr van uw keuze is geselecteerd. Alle benodigde informatie is nu ingevoerd. Ga voor controle met de pijltjes toetsen nog eens langs alle waarden. Druk dan op F1 CONT, het volgende scherm verschijnt: Voer nu de antenne hoogte in. Het is aan te bevelen om de antenne hoogte te meten gedurende de voorbereiding van de Wake-up Sessie. Het is mogelijk om herhalingen van dezelfde sessie te definiëren. Voer het aantal "# Uitvoer" in, dit moet verschillend aan 1 zijn voor een uitvoering van meer dan één keer. In dit geval moet U een interval invoeren (hh:mm:ss formaat). Het grootst mogelijke interval is 23:59:59. Voor bevestiging van de nieuw gemaakte wake-up sessie, druk op F1 CONT. Daarna is het veilig om de ontvanger uit te zetten. De ontvanger voert automatisch de meting uit zoals is gedefinieerd in de parameters. Anders: druk op F4 DEL om de geprogrammeerde sessie te verwijderen, F3 WYZIG om een bestaande sessie te wijzigen of F2 om een nieuwe wake-up sessie te creëren. De net aangemaakte sessie is nu geselecteerd. Op het scherm staat het nummer, datum, tijd en de duur van de sessie. Programmeren van Wake-up Sessies 36 Statische en kinematische metingen-2.0.0nl Kinematische en Stop & Go metingen - gebruik maken van statische initialisatie 6 Introductie en algemene opmerkingen Met kinematische metingen is het spoor van de bewegende antenne te zien. Bijvoorbeeld een registratie van elke seconde heeft als resultaat 3 dimensionale coördinaten voor elke seconde dat de antenne is bewogen. 7 Kinematische metingen zijn alleen gerelateerd aan tijd, niet aan punten. De Stop & Go metingen leveren coördinaten voor punten, die voor een kleine periode van enkele seconden zijn gemeten. basislijn (3 - 5 km) zijn statische waarnemingen, van ongeveer 5 minuten met een dubbel frequentie ontvanger, voldoende om de meerduidigheden op te lossen in de post-processing. Na het oplossen van de meerduidigheden kunnen andere punten in slechts enkele seconden worden gemeten. Zolang de ontvangst van de signalen van de satellieten niet worden onderbroken door obstakels, blijft een hoge precisie van toepassing. Voor 'bewegende' metingen kan alleen een centimeter precisie worden verkregen nadat de meerduidigheden zijn opgelost. De veiligste manier voor het starten van een kinematische of Stop & Go meting is het beginnen met een statische initialisatie. Voor een korte Bij een loss of lock (dit betekent dat het signaal van de satellieten wordt onderbroken, zodat er minder dan 4 satellieten worden ontvangen) is de hoge precisie verloren. De meerduidigheden moeten eerst met behulp van een nieuwe statische initialisatie worden opgelost. Statische en kinematische metingen-2.0.0nl 37 Kinematisch meten en Stop & Go zijn effectieve methodes om snel en precies punten te meten, mits aan de volgende criteria is voldaan: 8 9 13 • De afstanden tussen referentie station en rover moeten redelijk kort zijn, ideaal is korter dan 3 km. Het is beter om zo mogelijk basislijnen langer dan 5 km te vermijden. 23 • Het gebied waar men meet moet redelijk open zijn zonder veel obstakels tussen de verschillende punten. Obstakels tussen de stations kan een verlies van satelliet signaal veroorzaken, dit kan een loss of lock veroorzaken. In zulke gevallen is een nieuwe statische initialisatie noodzakelijk wat de snelheid van de meting niet ten goede komt. 37 Kinematische en Stop & Go metingen 29 33 34 6 7 8 9 3 Instrument set-up voor kinematische en Stop & Go metingen • Tijdens de statische initialisatie moet de rover goed stil worden gehouden. Bewegingen van enkele centimeters kunnen leiden tot problemen tijdens de verwerking, zodat de meerduidigheden niet worden opgelost en dus de punten een slechte precisie krijgen. 3 9 3 4 7 • Na een complete 'loss of lock' is een statische initialisatie altijd noodzakelijk. Het referentie station meet statische waarnemingen. Volg de gegeven instructies op uit de hoofdstukken 1 tot 4 voor statische metingen. De configuratie van de rover is verschillend van de referentie om van punt tot punt te meten. Het ontwerp van de loodstaaf is zodanig dat het veldboek of de gehele ontvanger moeiteloos op de loodstaaf kunnen worden gezet. De lengte van het totale instrument met een AT501 of en AT502 is gelijk aan precies 2 meter. Alle verticale antenne excentriciteiten zijn verwerkt. Op de loodstaaf komt de GPS antenne, de ontvanger gaat in zijn geheel in de rugzak; een alternatief is de ontvanger en de antenne op de loodstaaf. Voor meer details over de set-up van een systeem 500 voor kinematische of Stop & Go metingen, zie de Technical Reference Manual. 38 Statische en kinematische metingen-2.0.0nl • De satelliet geometrie moet sterk zijn. Dit komt neer op een minimum van 5 satellieten gedurende de gehele meting, bij voorkeur 6. Kinematische en Stop & Go metingen Uitvoeren van kinematische en Stop & Go metingen Stap 1: Opstellen van het referentie station Volg de instructies van een statische meting gegeven in de vorige hoofdstukken. Controleer of het "Interval" hetzelfde staat ingesteld als in de rover en de registratie van statische data aanstaat. Voor een kinematische en Stop & Go meting wordt meestal voor een interval van 2, 3 of 5 seconden gekozen. Stap 2: Aanzetten van de rover ontvanger Kinematische en Stop & Go metingen maken deel uit van het "Meten" van Systeem 500, dit is te vinden onder "1 Meten" in het hoofdmenu. Belangrijk voor kinematisch en Stop & Go meten is de juiste instelling van de registratie parameters. Zowel de registratie van de statische als de bewegende waarnemingen moeten aangezet worden. De parameter "Statisch Init" moet op "Ja" worden gezet: 7 8 9 13 23 • Selecteer een geschikte configuratie set, bij voorkeur de standaard set "PP_KIS". 29 33 34 Controleer dat het referentie station in een geschikte omgeving voor GPS metingen staat: vrij van obstakels om verlies of slecht signaalontvangst van de satellieten te vermijden. Statische en kinematische metingen-2.0.0nl 6 37 39 Kinematische en Stop & Go metingen 6 7 8 9 Uitvoeren van kinematische en Stop & Go metingen, vervolg • Selecteer een project naar eigen keuze. • Selecteer de antenne die U gebruikt (waarschijnlijk is dat de AT502: Loodstaaf, of AT501 als U gebruikt maakt van een SR510 ontvanger): Stap 3: Meten van kinematische en Stop & Go waarnemingen Nadat F1 CONT is ingedrukt verschijnt het meet scherm: 3 • Gebruik een statief voor het startpunt. • In het geval dat de antenne op een loodstaaf staat, gebruik een klein statief. 3 9 • Houdt de loodstaaf tegen een stabiel object om het stil te houden. 3 4 7 Begin met een meting van een statisch punt. Meet dit punt enkele minuten. Zorg dat de antenne stil en waterpas staat: Druk op F1 om door te gaan. Kinematische en Stop & Go metingen Meet het startpunt door op F1 METEN te drukken, hiermee start U de registratie van statische waarnemingen. Druk na een paar minuten op F1 STOP. Het registreren van het punt gebeurd door op F1 OPSLN, hiermee wordt alle punt gerelateerde informatie zoals Punt nr en antenne hoogte opgeslagen. 40 Statische en kinematische metingen-2.0.0nl Uitvoeren van kinematische en Stop & Go metingen, vervolg Nu bent U klaar om de antenne te verplaatsen. Zolang U contact houdt met 4 of 5 satellieten, kunt U een centimeter precisie verwachten. Terwijl U zich verplaatst worden waarnemingen geregistreerd. Dit is te zien aan de verspringing van het status symbool van "Static" naar "Moving": Bent U alleen geïnteresseerd in het traject, dan kunt U zich gewoon verder verplaatsen. Tijdens de verwerking ziet U tijd gerelateerde coördinaten voor elke epoch dat er waarnemingen zijn geregistreerd (normaal 2, 3 of 5 seconden). Statische en kinematische metingen-2.0.0nl Als U punten wilt meten, verplaats U dan van punt naar punt. Op zo'n punt aangekomen druk op F1 METEN en houdt de antenne voor enkele seconden stil. Blijf op dat punt staan, totdat tenminste 1 epoch van statische waarnemingen is geregistreerd. Druk dan op F1 STOP en F1 OPSLN om de meting van het punt te completeren. Voor zulke Stop & Go metingen moet U een Punt nr en hoogte van de antenne invoeren. De verwerking van de data zullen resultaten zijn met punt nr's met coördinaten. Houdt in de gaten dat U obstakels tijdens het verplaatsen van punt naar punt vermijdt. Grote obstakels kunnen een complete loss of lock (verlies van de satellieten) veroorzaken met als gevolg een verlies van de precisie in de postprocessing. In zulke gevallen is een statische initialisatie verplicht. Als waarschuwing krijgt de gebruiker het bericht om een nieuwe 'chain' van waarnemingen te beginnen: "Een nieuwe statische initialisatie is noodzakelijk" In dit geval stopt de registratie van de ruwe data automatisch. Nu moet U eerst een statische initialisatie uitvoeren (zie hierboven). 41 Kinematische en Stop & Go metingen 6 7 8 9 13 23 29 33 34 37 6 7 8 9 3 Initialisatie op een bekend punt Stap 4: Beëindigen van kinematische en Stop & Go metingen. Meten op een punt met bekende coördinaten kan de initialisatie versnellen. Beëindig een kinematische of een Stop & Go meting met een druk op SHIFT F6 STOP. Dit beëindigt natuurlijk ook de registratie van de ruwe data. Met een bekend punt in het WGS84 stelsel tot 5 - 10 cm kan een statische initialisatie in ongeveer 20 tot 30 seconden (10 tot 15 epochen). 3 • Ga naar het hoofd menu Meten. 9 • Begin met meten door op F1 METEN te drukken. Zo registreer je de waarnemingen gemaakt op dat punt. Houdt de loodstaaf recht! 3 4 7 • Druk na 20 tot 30 seconden op F1 STOP. • Controleer de invoer van het juiste punt nr en antenne hoogte. Druk dan op F1 OPSLN. • Nu kunt U beginnen met het verplaatsen en meten van de punten met een meettijd van Kinematische en Stop & Go metingen 42 enkele seconden. Alleen in het geval van een complete loss of lock is een nieuwe initialisatie noodzakelijk. Het is aan te bevelen om, voor controle, na een aantal gemeten punten opnieuw te initialiseren (bijvoorbeeld na 20 punten). Als U de data verwerkt in SKI-Pro duidt deze punten aan als "Init (track)"; hiermee verzekert U dat SKI-Pro de juiste meerduidigheden van de punten gebruikt. Het is belangrijk dat de precisie van de coördinaten van het start punt liggen binnen de 5 tot 10 cm in het WGS84 systeem. De initialisatie methode is vooral van belang voor de SR510 ontvangers, omdat de statische initialisaties op onbekende punten met enkele frequentie ontvangers zeer tijdrovend zijn. Statische en kinematische metingen-2.0.0nl Kinematisch "on the fly" Kinematisch on the fly voorziet de bewegende ontvanger van een positie zonder dat het nodig is om statisch te initialiseren. Vanaf de eerste waarneming kan de ontvanger bewegen. Alleen met een dubbel frequentie ontvanger is het mogelijk om een precisie op centimeter niveau te verkrijgen. Deze methode is alleen geschikt voor de SR520 en SR530 ontvangers. Enkel frequentie ontvangers, zoals de SR510, zijn niet geschikt voor precieze kinematisch on the fly metingen. Het nadeel van deze methode is een absolute minimum aanwezigheid van 5 satellieten op L1 en L2, om de meerduidigheden "on the fly" op te lossen in de post-processing. Vaste punten kunnen ook in een "kinematisch on the fly" meet ketting worden gemeten. Een juiste instelling van de registratie parameters is zeer belangrijk. De parameter "Statisch Init" moet op "NEE" staan, terwijl de registratie van de statische en bewegende waarnemingen op "JA" moet staan. 6 7 8 9 13 23 Deze procedure en die van de standaard kinematische en de Stop & Go metingen (zie vorig hoofdstuk) lijken veel op de elkaar. 29 33 34 37 Het voordeel van deze meetmethode is de afwezigheid van de soms tijdrovende statische initialisatie, de productiviteit ligt dus hoger. Statische en kinematische metingen-2.0.0nl Configuratie parameters voor kinematisch on the fly: Controleer dat het registratie interval van de rover hetzelfde staat ingesteld als het referentie station. 43 Kinematisch "on the fly" 43 45 Kinematisch "on the fly", vervolg 6 Meten 7 De registratie van de ruwe data, zoals is vastgelegd met configuratie parameters, begint zodra het hoofd scherm METEN is geopend. Na het indrukken van F1 METEN ziet U de verandering van de iconen van "moving" naar "static". De meetinstelling verandert terug naar "moving" na het afsluiten van een meting van een punt door op F1 STOP en F1 OPSLN te drukken. 8 9 3 3 9 3 4 7 3 5 SKI-Pro verwerkt deze data en lost de meerduidigheden "on the fly" op. Voordat U begint met het meten van punten is het aan te raden om eerst ongeveer 2 minuten data, vrij van cycle slips, te ontvangen. Anders loopt U het risico dat de meerduidigheden niet op te lossen zijn. De precisie van zulke punten zullen dan zeker niet voldoen aan de specificaties van 1 - 2 cm + 1 ppm. Kinematisch "on the fly" De Stop & Go indicator voorziet U voor dit soort metingen van informatie (terwijl U beweegt): Post-processing van kinematischon-the-fly metingen SKI-Pro verwerkt data van zogenaamde "Mixed Tracks". Een ketting van waarnemingen bevat zowel statische als kinematische data: "5 satn sinds mm:ss" voorziet de gebruiker van informatie over de verlopen tijd sinds de ontvanger 5 satellieten ontvangt of de tijd sinds een complete loss of lock. Het is aan te raden om pas punten te gaan meten nadat de teller minimaal 2 minuten aangeeft. De teller springt terug op nul bij een complete loss of lock (bijvoorbeeld het aantal satellieten op L1 en L2 zitten onder de 5). 44 In het voorbeeld hierboven zijn de punten 1 t/m 5 statische punten. De verwerking van de statische punten resulteert in een positie, als gevolg van middeling van resultaten van elke epoch tijdens de statische meting. Statische en kinematische metingen-2.0.0nl Praktische tips voor kinematische, Stop & Go en kinematisch on the fly metingen • Het is zeer belangrijk om te meten met een sterke satelliet constellatie; een window met meer dan 6 satellieten is ideaal. • Houdt de afstanden tussen het referentie station en rover zo kort mogelijk. Ideaal zijn afstanden niet langer dan 3 tot 5 km. 6 • Maak gebruik van onafhankelijke controles tijdens de metingen. Meet een zelfde punt dubbel na verschillende initialisaties of meet tijdens de meting reeds bekende punten. 7 8 9 13 23 • Het is aan te raden om het aantal gemeten punten kort te houden (waarnemingen gedaan tijdens een bewegende of statische initialisatie en de gemeten Stop & Go punten). Na bijvoorbeeld 20 punten is het aan te raden om opnieuw te initialiseren. Door met uw hand de signalen naar de antenne te blokkeren veroorzaakt U een complete "loss of lock". Statische en kinematische metingen-2.0.0nl 29 33 34 37 43 45 45 Kinematisch Praktische "on the tips fly" 6 7 8 9 3 3 9 3 4 7 3 5 6 Aanvullend De handleidingen omvatten slechts een klein deel van de beschikbare functies van de Systeem 500 ontvangers. De meeste functies worden voor de realtime applicaties gebruikt. Dit hoofdstuk bevat aanvullende toepassingen, die mogelijk bruikbaar zijn voor statische en kinematische metingen. Gedetailleerde omschrijvingen kunt U vinden in het Technical Reference Manual. • Systeem 500 ontvangers kunnen zonder veldboek worden gebruikt. De ontvangers kunnen van tevoren worden geprogrammeerd, zodat alleen door het indrukken van de "On" knop de meting automatisch begint. Zelfs het uitzetten van de ontvanger kan automatisch. 7 9 Aanvullend • Systeem 500 ontvangers zijn uitgerust met 3 LED's, die voorzien van informatie over de stroomtoevoer, volgen van de satellieten en het geheugen. De LED's zijn alleen zichtbaar als het veldboek niet aan de ontvanger is gekoppeld. • Alle gemeten punten van een project kunnen in het Status menu worden bekeken. • Systeem 500 bevat twee gebruiksinstellingen: standaard en geavanceerd. Sommige parameters zijn, om het gebruik ter vereenvoudigen, in de standaard gebruiksinstelling gedeactiveerd. Alleen in de geavanceerde gebruiksinstellingen is er toegang tot verschillende parameters. • Systeem 500 is uitgerust met een calculator functie. Deze is te vinden onder "3 Applicaties \ 03 Calculator". • Systeem 500 ondersteunt een begrijpelijk coderingssysteem. Om het gebruik ter vereenvoudigen is in de standaard instelling de codering gedeactiveerd. Thematische en vrije coderingen zijn mogelijk. 46 • Als gevolg van vrij definieerbare puntnummers is het mogelijk om de punt nr's automatisch op te laten lopen. • De Systeem 500 ontvanger ondersteunt meerdere talen. Engels is de hoofd taal en is permanent geladen. Verschillende lokale taal versies bestaan, deze kunnen automatisch geladen en geactiveerd worden. Vraag uw Leica dealer voor verdere details. Statische en kinematische metingen-2.0.0nl Appendix: Opsomming van de status iconen Gedurende statische en kinematische metingen zijn de volgende Status iconen te zien op de ontvanger. 6 Aantal zichtbare satellieten 7 8 Positie / precisie status Navigatie (<100m) Als er geen icoontje staat, is er geen positie beschikbaar. Meestal betekent dit een gemis (of te weinig) aan satellieten. Andere precisie niveaus zijn niet beschikbaar zonder realtime correcties, ontvangen door een radio. Het theoretische aantal aanwezige satellieten volgens de almanak wordt vertoond. 9 13 23 Aantal zichtbare satellieten op L1 en L2 29 33 Het aantal gevolgde satellieten wordt vertoond. Als een SR510 enkele frequentie ontvanger wordt gebruikt, dan is alleen de L1 actief. Positie instelling 34 37 43 45 Statisch - De GPS Antenne moet men stil houden. 46 47 Moving - De GPS Antenne mag bewegen. Statische en kinematische metingen-2.0.0nl 49 47 Appendix: Opsomming van de status iconen 6 7 Appendix: Opsomming van de status iconen, vervolg Batterij status Geheugen status Interne Geheugen geselecteerd Batterij Vol PC-Kaart geselecteerd Batterij 2/3 vol Veilig om de PC-Kaart te verwijderen Batterij 1/3 vol 3 Geheugen niveau indicator. Heeft 12 niveaus tussen: Batterij leeg 9 Leeg Geheugen en 8 9 3 3 Vol Geheugen 4 7 3 5 6 7 9 De gebruikte batterij wordt met een letter ernaast aangeduid. A en B zijn de camcorder batterijen die men intern kan inklikken, E staat voor een externe 12 V batterij. Waarneming registratie status Lokale tijd De ontvanger registreert ruwe GPS waarnemingen in een statische instelling. De ontvanger moet men stil houden. De lokale tijd kan worden vertoond in een 12 uur formaat of een 24 uur formaat. De tijd verschijnt in de rechter boven hoek van de status regel. De ontvanger registreert ruwe GPS waarnemingen in een bewegende instelling. De ontvanger mag men bewegen. Appendix: Opsomming van de status iconen 48 Statische en kinematische metingen-2.0.0nl Appendix: Meten van antenne hoogtes 6 7 8 9 13 23 29 33 AT502 Loodstaaf AT502 Statief AT502 Pilaar Als U gebruik maakt van een loodstaaf, selecteer het antenne type AT502 Loodstaaf (of AT501 Loodstaaf) voor het begin van een meting. De standaard verticale hoogte, Verticale Hoogte aflezing (VH), is 2m. Normaal hoeft U deze waarde niet te veranderen. De Verticale Excentriciteit (VE), is 0m en wordt direct toegepast. Als U de antenne op een statief en een hoogte haak gebruikt, selecteer dan het antenne type AT502 Statief (of AT501 Statief) voor het begin van een meting. Meet en voer de Verticale Hoogte aflezing (VH), in. De verticale excentriciteit is 0.360 m en wordt automatisch toegepast Maakt U gebruik van een antenne op een pilaar of een statief zonder een hoogte haak, selecteer dan de antenne AT502 Pilaar (of AT501 Pilaar) voor het begin van een meting. Meet en voer de Verticale Hoogte aflezing (VH), van de pilaar tot de Mechanisch Referentie Vlak (MRV) in. De (MRV) is de onderkant van de metalen schroefdraad aan de onderkant van de antenne. Statische en kinematische metingen-2.0.0nl 49 Appendix: Meten van antenne hoogtes 34 37 43 45 46 47 49 Leica Geosystems AG, Heerbrugg, Zwitserland beschikt over een kwaliteits-systeem, dat voldoet aan de internationale standaard, voor Kwaliteitsmanagement en Kwaliteitssystemen (ISO standaard 9001) en Omgevings Management Systemen (ISO standaard 14001). 712820-2.0.0nl Gedrukt in Zwitserland - Copyright Leica Geosystems AG, Heerbrugg, Zwitserland 2000 Vertaling van de originele tekst (712172-2.0.0en) Copyright for dutch translation by LNR Globalcom b.v. Total Quality ManagementOur commitment to total customer satisfaction Meer informatie over ons TQMprogramma is verkrijgbaar bij uw plaatselijke Leica Geosystemsleverancier. Leica Geosystems AG CH-9435 Heerbrugg (Switzerland) Phone +41 71 727 31 31 Fax +41 71 727 46 73 www.leica-geosystems.com