Koreaanse terminologie. Trappen = Cha-gi: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. AP CHA-GI = Voorwaartse trap. BANDAE DOLYO CHA-GI = Ronddraaiende haak trap. BITEUREO CHA-GI = Voorwaartse haaktrap. DOLYO CHA-GI = Halve cirkel trap. DWIT CHA-GI = Achterwaartse Trap. HOORYO CHA-GI = Voorwaartse zweeptrap. MIREO CHA-GI = Voorwaartse Druktrap. NAERYO CHA-GI = Neerwaartse Trap. PIKYO CHA-GI = Trap t. Ap & Dolyo Cha-gi naar de ribben toe. TEUK CHA-GI = Trap onder de kin. YOP CHA-GI = Zijwaartse Trap. MOM DORYO CHA-GI = Ronddraaiende Cirkel trap. AN CHA-GI/ PYOCHOK CHA-GI = Trap van buiten naar binnen. BAKAT CHA-GI = Trap van binnen naar buiten. TWIO CHA-GI = Springende trap. Afweren = Maggi: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. AREA MAGGI = Lage afweer. AN MAGGI = Afweer buiten binnen. BAKAT MAGGI = Afweer binnen buiten. EOLGOOL MAGGI = Hoge afweer. EOTGEOREO MAGGI = Gekruiste afweer. GAWI MAGGI = Schaar afweer. GEUDEUREO MAGGI = Afweer met versteviging. HECHYO MAGGI = Gespreide afweer. KEUMGANG MOMTONG MAGGI = Diamant Afweer. MOMTONG MAGGI = Afweer middenzone. OESANTEUL MAGGI = Halve Bergafweer. SANTEUL MAGGI = Bergafweer (met 2 armen). Slagen = Chi-gi: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. BATANGSON CHI-GI = Slag met de handpalm DEUNG CHEOMOOK CHI-GI = Slag met rugzijde vuist JEBIPOEM MOK CHI-GI = Slag in zwaluwvorm naar de keel ME CHEOMOOK CHI-GI = Slag als "hamervuist" PALKOEP CHI-GI = Elleboogslag PYOCHEOK CHI-GI = Slag met beide handen SONNAL BAKAT CHI-GI = Slag van binnen naar buiten meshand SONNAL MOK AN CHI-GI = Nekslag met enkele meshand SONNAL YOP CHI-GI = Zijwaartse slag met enkele meshand OPEUN SONNAL CHI-GI = Omgedraaide meshand Stoten = Jireugi: 1. BANDAE JIREUGI = Tegengestelde stoten (natuurlijke stap) 2. BARO JIREUGI = Afwisselend stoten (natuurlijke stap) 3. CHI JIREUGI = Opwaartse stoot 4. DOLRYO JIREUGI = Halve cirkel stoot 5. DOOBEON JIREUGI = 2 keer stoten Steken = Chireugi: 1. 2. 3. 4. 5. PYONSON KEUT SEWEO CHIREUGI = hand steken verticaal PYONSON KEUT OPEUN CHIREUGI = Hand Steken horizontaal PYONSON KEUT JECHYO CHIREUGI = Hand Steken horizontaal palm boven HANSON KEUT CHIREUGI = 1 vinger steken GAWISON KEUT CHIREUGI = 2 vingers steken 317512339 pg. 1/4 Standen = Soghi: 1. AHP/DWI KOA SOHGI = Gekruiste stand 2. AHP/DWI MOA SOHGI = Gesloten Stand 3. AHP/MO CHOETCHOEM SOHGI = Paardrijderstand (voeten naar buiten) 4. BEOM SOHGI = Tijgerstand voor 5. CHARYEOT SOHGI = Attentie Stand 6. DWIKUBI SOHGI = Achterwaartse stand (groot) 7. HAKTARI SOHGI = Kraanvogelstand 8. KIMA SOHGI = Paardrijderstand 9. NARANHI SOHGI = Evenwijdige Stand 10. OHREUN/WEN AHP SOHGI = Loop stand 11. OHREUN/WEN AHPKUBI SOHGI = Voorwaartse lange Stand 12. OHREUN/WEN PYONHI SOHGI = Gewone stand (gereedstaan) Lichaamsdelen: 1. AHRE = Gedeelte onder de navel 2. AHPCHOOK = Bal van de voet 3. BAL = Voet 4. BALBADAK = Onderkant voet 5. BAL DEUNG = Voetrug wreef 6. DWIT CHOOK = Hiel van de voet 7. BAL NAL = Mes kant voet 8. BATANGSON = Handpalm 9. DARI = Been 10. BAL NAL DEUNG = Zijkant voet (grote teen) 11. EOLGOOL = gedeelte boven sleutelbeenderen 12. BALMOK = Enkel 13. CHEOMOOK = Vuist 14. BAL KEUT = Teenkootjes 15. MOK = Nek 16. MOM = Lichaam 17. MORI = Hoofd 18. MOMTONG = Gedeelte boven de navel 19. MOEREOP = Knie 20. MYUNG CHI = Plexus 21. PAL = Arm 22. HEORI = Taille 23. PALKOEP = Elleboog 24. GOERI = Zijkant ribben 25. PALMOK = Onderarm 26. DEUNG = Rug 27. PYONG SON = Open Hand 28. SON = Hand 29. SON DEUNG = Hand rug 30. SON KEUT = Vinger toppen 31. SON MOK = Pols 32. TEUK = Kin/Kaak 33. SONNAL = Meshand Richtingen: 1. AP = Voor 2. AN = Binnen 3. ANURO = Binnenwaarts 4. BAKAT = Buiten 5. BAKURO = Buitenwaarts 6. BALO = Terugkomen 7. BANDAE = Anders/tegengesteld 8. DOLYO = Cirkelend 9. DWIT = Achter 10. DWIRO DORA = Achteromdraaien 11. KYODE = Draaien 12. NAERYO = Neerwaarts 13. OREUN = Rechts 317512339 pg. 2/4 14. WEN = Links 15. YOP = Zijwaarts Taekwondo onderdelen: 1. CHA-GI = Trap 2. CHI-GI = Slag 3. CHIREUGI = Steek 4. DANBO DAYRON = Stap gevecht tegen mes aanval 5. DAN BONG DAYRON = Stap gevecht tegen korte stok aanval 6. CHANG BONG DAYRON = Stap gevecht tegen lange stok aanval 7. CHAYOE DAYRON = vrijgevecht in stapvorm 8. BAN CHAYOE DAYRON = vrijgevecht in stapvorm zonder contact 9. CHOKGI IL BO DARYON = 1steps voet gevecht 10. SOGHI IL BO DAYRON = 1steps arm gevecht. 11. HANBON GYORUGI SOGHI = vrijgevecht met armtechnieken 12. HANBON GYORUGI CHOKGI = vrijgevecht met beentechnieken 13. DAYRON = Stap sparring 14. GYORUGI = Sparring 15. HONSINSOUL = Zelfverdediging 16. I BO DAYRON = 2 steps 17. IL BO DAYRON = 1 steps 18. JAHJEH = Zelfbeheersing 19. JIREUGI = Stoot 20. KIBON TONJAK = Techniek 21. KYOK-PA = Breektest 22. MAGGI = Afweer 23. MILGI = Duwen 24. MUK NIUM = Mediteren 25. PAEGI = Lostrekken 26. PANG YA YU = Semi-contact gevecht 27. POOMSÉ = Schijngevecht 28. SA JU JIREUGI = Vierhoektraining 29. SAM BO DAYRON = 3 steps 30. SOHGI = Stand 31. TWIO = Sprong Wedstrijdtermen: 1. BOO SANG = Jury 2. CHARYEOT = Aandacht 3. GYESOK = Voortdoen 4. IL-HÉ JEON = Eerste ronde 5. JEON = Ronde 6. JOONBI = Klaarstaan/gevechtshouding 7. KALLYO = Stoppen, pauze 8. GAM-JEOM = Strafpunt 9. KYONGO = Waarschuwing 10. KUMAN = Einde 11. KYEONGRE = Groeten, buigen 12. SI CHAK = Beginnen 13. SUNG = Winnaar Getallen: 1. Hana. 2. Tul. 3. Set. 4. Net. 5. Tasot. 6. Yosot. 7. Ilgob. 8. Yudol. 9. Ahop. 10. Yeol. 317512339 Rangtelwoorden: Eerste = Il Tweede = I Derde = Sam Vierde = Sa Vijfde = Oh Zesde = Yuk Zevende = Chil Achtste = Pal pg. 3/4 317512339 pg. 4/4