Antwoorden bij module 4 Verbreding, verdieping en varia rekenen,

advertisement
Antwoorden bij module 4 Verbreding, verdieping en varia rekenen,
1. Grafieken
versie 5-04-2009
Blz. 4
>
>
>
>
Blz. 6
1. a.
b.
c.
d.
e.
In 2009 waren er minder tv-commercials dan in het jaar daarvoor.
Ongeveer 750 miljoen euro.
Merk op: ook alle volgende uitkomsten zijn via meten gevonden, zijn dus benaderingen.
In 2009 waren er minder spots en was de gemiddelde prijs per spot lager dan in 2008.
De eerste vier staven hebben betrekking op een periode van vijf jaar, bij de laatste vier staven
is die periode één jaar.
In 2006 (groter aantal, zelfde gemiddelde prijs).
1664 – 1430 = 234 duizend; 234/1430 = 16,4%
482-526 = -44, afname € 44.
802 – 752 = 50 miljoen euro; 50/752 = 6,6%
900
opbrengst (x € 1.000.000))
800
700
600
500
Reeks1
400
300
200
100
0
1
2
3
4
5
6
7
8
tijd
[Omlijning weg. Getallen op hor. as zijn niet de juiste! Tabel kan (moet denk ik) weg.]
Periode
Opbrengt (in milj)
90
302
95
460
00
687
05
721
06
752
07
802
08
826
09
742
f. In 2008.
2. a.
b.
c.
d.
Grootste sector.
13/20∙360o = 234o
5/20∙360o = 90o en 2/20∙360o = 36o
234o + 90o + 36o = 360o
Blz. 7
3. a. 600 is deelbaar door 6.
b. 1/6e deel.
c. 6 keer 1/6.
d.
e.
0,2
1
0,1 5
2
3
0,1
Re e k s
1
4
5
0,05
6
0
1
2
3
4
5
6
4. a.
b.
c.
d.
e.
Blz. 8
5. a.
b.
c.
d.
82,4 (= 72 + (16/30)∙12) jaar en 78,0 jaar. Merk op: 82,4 = 72 + (16 mm / 30 mm)∙12.
De afstand tussen de twee lijngrafieken wordt kleiner.
Vanaf 2002 lopen de twee grafieken steiler dan in de jaren daarvoor.
79,0 jaar en 83,2 jaar.
De afstand tot de horizontale as is in die periode wel verdubbeld maar het aantal levensjaren
niet. Het aantal jaren boven 72 is verdubbeld!
41 – 31 = 10.
Twee.
Het is in de winter van 1979. (Mogelijk vielen die dagen voor een deel in 1978.)
Meet van alle staven de afstand tussen de bovenkant van de staaf en de lijn op hoogte 13.
De som van die afstanden van de staven die groter zijn dan 13 moet dan gelijk zijn aan de
som van die afstanden van de staven die lager zijn dan 13.
Blz. 9
6. a.
b.
c.
d.
1.21,06 – 49,63 = 81,06 – 49,63 = 31,43 sec.
Nee, over de eerste volle ronde deed Koss 31,43 sec. en over de laatste ronde 32,01 sec.
Na 3400 meter. Meten in mm: 13/5 = 2,6 sec.
Tussen de 200 en 1000 meter (1e en 2e volle ronde). Daar loopt de grafiek van Romme het
steilst naar beneden.
e. Ja, want de grafiek van Romme is dalend.
Ook goed: nee, tussen 1800 en 2200 meter is de grafiek horizontaal (zelfde rondetijd).
f. Nee, vanaf 3400 meter loopt de grafiek van De Jong steiler naar beneden dan die van
Romme.
g.
[Tekst aanpassen: ... de tijd (afgerond op tienden van een seconde).]
Afstand (m)
Koss
De Jong
Romme
200
18,8
19,3
18,6
600
49,6
50,2
48,3
1000
81,1
82,1
78,9
1400
112,0
113,7
109,5
1800
143,0
145,2
140,4
2200
174,1
176,4
171,5
2600
205,4
207,9
202,4
3000
236,6
239,1
233,5
3400
267,9
270,5
264,8
3800
299,6
301,2
296,1
4200
331,2
331,7
327,7
4600
363,0
362,4
359,2
5000
395,0
393,6
390,6
[Grafiek ontbreekt nog! Als die er is kan (moet denk ik) de tabel weg.]
Blz. 10
7. a.
b.
c.
d.
e.
f.
g.
189
[Uitlijning 1e regel verbeteren.]
538
141, 142 of 143 vragen goed.
55,3% - 50,8% = 4,5%
[In de tekst 4,3% vervangen door 4,5% en 154 door 157]
Ongeveer 6180 leerlingen.
3987/137301 = 0,02903… ≈ 2,9%.
542 en 543 (4,6%). Nee 538 en 540 kwamen bijna even vaak voor (4,5%).
Blz. 11
8. a. Procenten van het wereld totaal.
b. Ja, 20,8% is ongeveer één vijfde deel.
c. De oppervlakte want de diameter van Noord-Amerika is zeker niet meer dan tien keer zo groot
als die van Oceanië.
d. 0,8% van 1700 miljoen = 13,6 miljoen.
e. 13,6/16,5 = 82%.
Blz. 13.
9. a. Nee, er zijn bijvoorbeeld volken die uitzonderlijk klein zijn. Bij de Pygmeeën worden de
volwassen mannen gemiddeld niet langer dan 155.
b. 102 cm
c. 160,5 cm
d. 90% – 25% = 65%
e. 1000∙0,50 + 1000∙0,10 = 600.
f. 172,5 en 162,5
[gem. bij meisjes moet 162,5 zijn, onderdelen doornummeren.]
g. 158,5
h. 180,0
i. 167,0
j. Nee want de oppervlakte onder de grafiek van de jongens links van x = 167,0 is groter dan de
oppervlakte onder de grafiek van de meisjes rechts van x = 167,0. Dus het percentage
jongens kleiner dan 167,0 cm is groter dan het percentage meisjes groter dan 167,0.
Blz. 14
Uiterst rechts, voorbij Cutoff Score, is de oppervlakte onder de grafiek van de mannen
duidelijk groter dan de oppervlakte onder de grafiek van de vrouwen. Dus zitten er meer
mannen dan vrouwen in de echte wereldtop.
Download