Stabiele Isotopen en Voedselwebben Jack Middelburg Stefan Schouten Jaap Sinninghe Damsté Stabiele Isotopen: zware en lichte 13C en 12C 15N en 14N 2H en 1H Lichte >>> Zware 99% vs. 1% Chemisch identiek, maar… Fractionatie • Verschillen in isotoopverdelingen door fractionatie/discriminatie tijdens omzettingen • Fractionatie vindt plaats als gevolg van fysische, chemische, maar vooral biologische processen. • Fractionatie gebeurt vooral aan basis voedselweb: primaire productie en microbiologische omzettingen Wat zijn stabiele isotopen? d 2H d 13C d 15N d 18O d 34S 12C: 6 protons +6 neutrons 13C: 6 protons + 7 neutrons 14C: 6 protons + 8 neutrons 98.9 % 1.1 % unstable Hoe bepalen we stabiele koolstof isotopen? Eerst moeten we er een gas van maken …... 44: 12C16O16O CO2 45: 13C16O16O + 12C17O16O 46: 12C18O16O Amount 13C Basic principles continuous flow isotope mass spectrometer mv2 / r = Hev or radius = (mass*velocity)/(ion charge*magnetic field strength) Hoe bepalen we stabiele koolstof isotopen? Absolute isotope numbers are very difficult to measure accurately However, relative differences can be measured accurately Isotope Gas d 13C Mass CO2 44/45/46 “Reference” VPDB Delta notation (13C/12C)sample - (13C/12C)PDB d 13Csample = (13C/12C) X 1000 [‰] PDB (13C/12C)PDB = 0.0112372 Isotope Lingo d13C = -14‰ d13C = -21‰ d13C = -27‰ … zwaar … verrijkt …. zeer positief … licht … verarmt …. zeer negatief Fractionatie: Primaire Productie • d13Cplant= d13Csubstrate- • Fractionatie factor (): – Rubisco enzyme: 27 ‰ – C3-plants: 20 ‰ – C4-plants: 6 ‰ • d13Csubstrate: – CO2atm: -8 ‰ – DICocean: + 1 ‰ Terrestrial C3 plants: -28 ‰ Terrestrial C4 plants: -14 ‰ Phytoplankton: -19 ‰ Stable carbon isotope ratios Westerschelde Anthropogenic and terrestrial (-26 o/oo) Seagrasses (-10 o/oo) River plankton (-35 o/oo) Salt marsh macrophytes (-13 or -26 o/oo) Benthic algae (-15 to -20 o/oo) Marine plankton (-18 to -21 o/oo) Stabiele Isotope in Food Web • “You are what you eat” – Koolstof, zwavel • “You are what you eat + something” – Stikstof 0 DIC ocean -10 CO2 atmosphere d13C DIC river -20 C4 plants Cons. Marine Algae Cons. C3 plants Cons. River Algae Cons. -30 -40 CO2 source Consumer Verrijking 15N per trofisch niveau d15N: 3.4 ‰ heavier per trophic level Trophic position = 1+ (d15Nconsumer- d 15Nbaseline)/3.4 Waarom Stabiele Isotopen? • Voedsel: – Tijdsgeïntegreerd beeld ipv maag inhoud – Voedsel natuurlijke condities (ipv in kooien, etc) – Alle heterotrofen, inclusief osmotrofen/microbes • Foodwebs: – Historische voedselwebben (musea) – Snelle scan van structuur – Integratie van alle organismen, end-to-end (E2E), want zelfde eenheid Theorie en Praktijk 14 Predator Omnivore 12 15 d N 10 Voedselwebben zijn continue ipv Predator discreet • meerdere bronnen • variable isotope ratio van bronnen Herbivore Herbivore • organisme leven op meer dan 1 Consumer living on bron & omnivory multiple primary producers Primary Producer Primary Producer Real food web 8 6 4 2 -21 -19 -17 d 13C -15 Waddenzee? • ISI: – Ecology: 92496 hits – Ecology & Isotopes: 986 hits – Wadden Sea: 2361 hits – Wadden Sea & Isotopes: 15 hits • Mg, S and NO3 isotopes • Geen eén op voedselweb Molenplaat in Zeeland Trophic shift • Phytoplankton gebaseerde secundaire produktie: bv. kokkel •Benthische algen gebaseerde secundaire produktie: b.v. wadslak •Meeste organismen afhankelijk van beiden •Nepthys en Eteone omnivore/carnivore Phytoplankton Benthic microalgae Zandige site op Molenplaat Trophic shift • Ook hier benthische en pelagische algen gevoed web •Shift in base-line van 15N Phytoplankton Benthic microalgae Carbon flow in tidal flat community phytoplankton detritus filter feeding macrobenthos detritus Carbon input: Detritus deposition: 14% Phytopl. deposition: 48 % Suspension feeders: 6% Benthic prim. prod.: 32% phytobenthos deposit feeding macrobenthos bacteria Secondary production: Bacteria: 74% Macrofauna: 15 % Microbenthos: 10% Meiofauna: 2% nematodes meiobenthos Van Oevelen et al. (2006) Hoe meten we microbes en benthisch algen polarlipid-derived-fatty-acids PLFA (13C, 2H) D-Alanine (13C and 15N); Constituent of peptidoglycan: cell wall of bacteria (living bacteria and their remains) rRNA (13C) DNA (13C) Component Specifieke IRMS 40 carbon atoms Elution in order of volatility ~ molecular weight 20 carbon atoms -27.4 -20.4 -20.3 Retention time Subtidale zanden (Sylt) Evrard et al. 2010 Meerdere bronnen en onzekerheden vragen om mengmodellen Evrard et al. 2010 Ontogeny • Macoma balthica – Larven: phytoplankton – Jong: microphytobenthos – Volwassen: phytoplankton Uitdagingen • Relatieve belang van: – Phytoplankton – Benthische algen – Allochtoon materiaal (direct of via bacteriën) • Heterogeniteit binnen phytoplankton en microphytobenthos gemeenschappen en consequenties voedselweb Uitdagingen • Phytoplankton: lokaal geproduceerd of geïmporteerd uit de Noordzee • Waterstoffen isotopen in voedselweb reconstructies: – Noordzee vs. Waddenzee – Waterkolom vs. sediment Waarom? • Waddenzee wisselt uit met Noordzee en ecosysteem budget laten zien dat er netto organisch materiaal geïmporteerd wordt. • Benthische algen productie is vergelijkbaar met phytoplankton productie: zeer weinig kennis. • Microbes zijn de link tussen element fluxen en voedselweb.