Vragen bij par 3.5: antwoorden Vraag 1 Geocentrisch: we zien de zon in het oosten opkomen omdat de zon in één dag om de aarde draait. Heliocentrisch: we zien de zon in het oosten opkomen omdat de de aarde in 24 uur om z’n eigen as draait. Vraag 2 Met genoemde argumenten kun je het heliocentrisch wereldbeeld niet weerleggen want a) Zittend in de trein kun je rustig de krant lezen. De lucht beweegt mee. Kijk je naar buiten dan kun je je afvragen: beweeg ik of beweegt de omgeving. De aarde is een hele hele grote trein en jij bent een reiziger. Er is niks in de omgeving dat sneller of langzamer gaat. Je merkt de beweging door het heelal of om de aardas dus niet b) De aarde en de atmosfeer er omheen zijn voor de beweging één voorwerp. Er is overigens wel enig effect. De wind die van de evenaar naar het noorden waait, wordt een beetje naar het oosten gedraaid door het draaien van de aarde. Maar door dit draaien van de aarde ontstaat zeker geen sterke wind c) Als je in een rijdende trein zit en je gooit een voorwerp recht omhoog dan valt valt voorwerp (volgens jou waarneming) ook weer recht naar beneden.Jij en het voorwerp hebben namelijk dezelfde snelheid in voorwaartse richting. Zo zit dat ook met een voorwerp die jij op aarde omhoog gooit. Vraag 3 a) Venus heeft schijngestalten net als de maan. “Volle Venus” kan alleen verklaard worden met het heliocentrisch model, niet met het geocentrisch model b) Doodat het geocentrisch wereldbeeld door de katholieke kerk als enig juist wereldbeeld werd beschouwd. Je was een ketter als je niet geloofde in het geocentrisch wereldbeeld. Vraag 4 a) Een venusjaar duurt 225 dagen. Dan heeft Venus weer zijn oude plek terug. De aarde heeft dan tweederde van zijn baan afgelegd en Mars ongeveer eenderde (zie hiernaast) b) Zie lijn aarde-zon in de figuur hiernaast. c) Mars staat dan onder de horizon en is niet te zien. Venus staat boven de horizon in het oosten. Venus zal dus aan de hemel klimmen. d) Omdat Venus dichter bij de zon staat dan de aarde gaat Venus vlak voor of vlak na de zonsondergang ook onder. Om middernacht is Venus zeker onderggegaan en dus is Venus dan niet waarneembaar Vraag 5 a) Bij “volle Venus”staat Venus het verst van de Aarde. Venus is dan klein. Als Venus een sikkeltje is dan is het bijvoorbeeld eerste of laatste kwartier. Venus staat dan dichter bij de Aarde. Venus is dan groter. b) Als Venus verder van de zon zou staan dan de aarde, dan zou Venus tijdens een rondje om de zon twee keer “volle Venus” moeten laten zien. Je krijgt echter 1x volle Venus en 1x nieuwe Venus te zien tijdens een rondje Venus. Venus staat dus dichter bij de zon dan de aarde c) Het gaat hier om het geocentrisch model. Bij 1 staat Venus ver van de aarde, Venus is dus klein. Er valt geen licht op de kant die naar de aarde is gericht. We zien een kleine nieuwe Venus. Bij 2 staat Venus het dichtst bij de aarde. Venus is dus groot. Er valt geen licht op de kant die naar de aarde is gericht. We zien een grote nieuwe Venus.