Als de getallen al een gemiddelde aangeven, moet je deze getallen optellen en delen door het aantal getallen om het gemiddelde te berekenen. (Voorbeeld 1) Als de gegeven voorraad een momentopname is, moet je het eerste en laatste getal 1 keer nemen en de overige getallen 2 keer om het gemiddelde te berekenen. (Voorbeeld 2) Voorbeeld 1 Over het jaar 2010 zijn over de voorraad de volgende gegevens bekend: Gemiddelde voorraad 1e kwartaal € 12.000,e Gemiddelde voorraad 2 kwartaal € 20.000,Gemiddelde voorraad 3e kwartaal € 21.000,Gemiddelde voorraad 4e kwartaal € 20.000,Gevraagd: Bereken de gemiddelde voorraad over 2010. Oplossing: Voorbeeld 2 Over het jaar 2010 zijn over de voorraad de volgende gegevens bekend; Voorraad 1 januari € 5.500,Voorraad 1 april € 4.500,Voorraad 1 juli € 8.200,Voorraad 1 oktober € 9.000,Voorraad 31 december € 7.500,Gevraagd: Bereken de gemiddelde voorraad over 2010. Oplossing: Opdrachten Bereken in de volgende gevallen de gemiddelde waarde van de voorraad. A Voorraad Januari Juli December € 8.000,€ 11.000,€ 12.700,- B Voorraad 1 januari 1 april 1 juli 1 oktober 31 december € 20.000,€ 14.000,€ 17.000,€ 18.000,€ 20.000,- C Voorraad Januari Februari Maart April Mei Juni € 8.000,€ 7.700,€ 10.000,€ 11.000,€ 13.000,€ 12.900,- D Voorraad 1 januari 1 april 1 juli 1 oktober 31 december € 11.000,€ 13.000,€ 16.000,€ 12.500,€ 11.800,- E Voorraad 1 januari 1 april 1 juli 1 oktober 31 december 123 131 148 117 122