3de Kandidatuur Geneeskunde november 2005 Groep 1 P-lijn Casus 2: “Geen banale breuk” WOORDVERKLARING - RINGERLACTAAT: een gebalanceerd cristalloïd met een electrolytensamenstelling gelijkend op die van plasma. SYMPTOMATOLOGIE - verkeersongeval hevige pijn aan de rechterheup en bekken: de patiënt kan niet staan of zitten pijn over de hele buik, die progressief toeneemt nog bij bewustzijn op het moment van het ongeluk NA RADIOLOGIE - fractuur beide pubistakken rechterkant en rechterfemurkop onder de trochanter major tachycardie: HF = 135/min hypotensie: BD = 68/42 mmHg versuft (er verstrijkt enige tijd vooraleer de pathologie symptomatisch wordt) grauwe huidskleur (t.g.v. perifere vasoconstrictie) 1. Probeer het onderliggende probleem te omschrijven of te definiëren Er is een evenwichtsverstoring tussen het O2-aanbod en het O2-verbruik. In deze casus is het circulerend bloedvolume onvoldoende om aan de vraag naar O2 te voldoen. => HYPOVOLEMIE Gradueel kunnen de (optimaal werkende) compensatiemechanismen niet meer compenseren waardoor er overgeschakeld moet worden op het anaëroob mechanisme. HYPOVOLEMISCHE SHOCK: een klinische conditie die gedefinieerd wordt als een depletie van het intravasculair volume, leidend tot een inadequate weefselperfusie met betrekking tot zuurstof en de substraten. P-lijn, tutorial 2: “Geen banale breuk” 1/6 3de Kandidatuur Geneeskunde november 2005 Groep 1 2. Welke mechanismen verklaren de symptomen? *COMPENSATIEMECHANISMEN: (na 1.30u uitgeput) *BD = HD X TPW (Perifere Vasoconstrictie) ----- > het hartdebiet daalt, dus de totale perifere weerstand moet stijgen. *HD = SV X HF (Tachycardie) ----- > het slagvolume haalt men niet meer, dus de hartfrequentie moet stijgen. *UITGEBREID SCHEMA : (p.154 figuur 8.1) Reductie in bloedvolume (~inwendige bloeding!) OS vrijstelling Catecholamines Pijn Contractiliteit hart Tachycardie Veneuze terugkeer Perifere Vasoconstrictie Arteriële hypotensie Weefseldoorbloeding O2-behoefte myocard Anaëroob metabolisme Myocardfalen Acidosis Multiple Systems Organ Failure (MSOF) P-lijn, tutorial 2: “Geen banale breuk” 2/6 3de Kandidatuur Geneeskunde november 2005 Groep 1 * BEWUSTZIJNSDALING, VERWARRING : bloedverlies --- > cardiac output daalt --- > falen van het zuurstof mechanisme dat zuurstof naar de hersenen brengt --- > O2-tekort in de hersenen --- > bewustzijnsdaling; sufheid * GRAUWE KLEUR : zuurstoftekort in de weefsels --- > de cellen schakelen over op een anaëroob metabolisme --- > productie van melkzuur --- >acidose --- >grauwe kleur De acidose zorgt ook voor een gedaalde orgaanfunctie en tachypneu door stimulatie van de chemoreceptoren. * PIJN OVER DE HELE BUIK : door prikkeling van het peritoneum door bloed in de buikholte (peritonitis) 3. Hoe reageert het lichaam op de natuurlijke evolutie? *MACROcellulair: HYPOVOLEMISCHE SHOCK (p.155, tabel 8.1) Klasse I Klasse II Klasse III Klasse IV 750 < 15 800-1500 15-30 1500-2000 30-40 >2000 > 40 onveranderd onveranderd onveranderd gestegen gedaald gedaald sterk gedaald sterk gedaald lichte tachycardie 100-120 120 > 120 Capillary refill normaal traag (>2sec) traag (>2sec) Ademhalingsfrequentie normaal normaal tachypneu (>20) niet detecteerbaar tachypneu (>20) >30 20-30 10-20 0-10 Extremiteiten normale kleur bleek bleek bleek en koud Mentale status alert angstig of agressief angstig of agressief verward of bewusteloos Bloedverlies volume (mL) volumepercent (%) Bloeddruk systolisch diastolisch Hartslag Urinaire flow rate P-lijn, tutorial 2: “Geen banale breuk” 3/6 3de Kandidatuur Geneeskunde november 2005 TOELICHTING: Groep 1 (p.275, tabel 2) Fase I: bloedverlies tot 15 % = normale hartfrequentie en bloeddruk lichte angst Fase II: bloedverlies tot 30 % = tachycardie met normale bloeddruk. verhoogde ademhalingsfrequentie, verlaagde urineproductie, angst Fase III: bloedverlies tot 40 % = tachycardie en hypotensie tachypneu, oligurie. Angst en verwarring. Fase IV: bloedverlies meer dan 40 % = tachycardie en hypotensie, tachypneu, aneurie verwarring en lethargie (= slaapzucht) * MICROcellulair: (p.277, figuur 2) Op cellullair niveau reageert het lichaam op bloedverlies door opname van interstitiële vloeistof, wat de cellen doet zwellen. Dit geeft aanleiding tot nog meer onvoldoende capillaire flow. De ischemische cellen produceren lactaat en vrije radicalen, die niet geklaard worden door de circulatie, en die directe schade aanbrengen aan een cel inclusief zijn naburige cellen (ook andere orgaansystemen kunnen worden aangetast), wanneer de perfusie hersteld is . De ischemische cel produceert ook tal van inflammatoire producten, zoals prostacycline (= PGI2), andere prostaglandines, thromboxane A2, leukotriënen, endotheline, complementfactoren en inflammatoire en anti-inflammatoire cytokines. Deze inflammatoire producten stimuleren op hun buurt nietischemische cellen van het immuunsysteem om ook hun producten vrij te laten, waardoor een supplementair, versterkend toxisch effect plaatsvindt in deze cellen (ook in naburige organen). 4. Wat is het belang van “pijn”? Welk verdedigingsmechanisme lokt het uit? Pijn stimuleert de OS met als gevolg tachycardie en VC (zie vraag 2). De ontstane tachycardie is een goed compensatiemechanisme om de bloeddruk op peil te houden, maar zorgt voor een nog groter O2-verbruik, waardoor het verkregen O2-tekort zich nog sneller zal manifesteren. Pijn is een belangrijk symptoom, want het geeft informatie. Enkele pijnmechanismen ter illustratie: * Necrose * Prostaglandinereceptoren * Nociceptoren - door verzuring worden vanilloïdreceptoren getriggered - via dorsaal ganglion naar het ruggenmerg => neurosynaps; verder rol van Substance P P-lijn, tutorial 2: “Geen banale breuk” 4/6 3de Kandidatuur Geneeskunde november 2005 Groep 1 5. Welke zijn de therapeutische stappen om het volumeverlies te compenseren? Patiënt moet zo snel mogelijk naar het ziekenhuis gebracht worden: Therapeutische behandeling: 1. Bloeding stelpen 2. Trendelenburgpositie = patiënt in horizontale positie + benen in de lucht --- > veneuze terugkeer stijgt --- > circulerend volume 3. infuus IV aanbrengen (compensatie hypovolemie; bloeddruk op peil houden) 4. O2-toediening (oxygenatie) !!! Primair volume op peil brengen !!! Secundair O2-compensatie 6. Wat zijn de verschillen tussen colloïd en cristalloïd oplossingen? !!! Vloeistoffen alvorens ze toe te dienen opwarmen om hypothermie te vermijden !!! *COLLOÏD: bestaande uit polysacchariden (dextraan hier) die vocht aantrekken (grote moleculen --- > grote waterretentie) POSITIEF -goede IV persistentie -slechts een matig volume nodig -helpt de microvasculaire doorbloeding -kleine wijziging van de plasma colloid osmotische druk (COP) -klein risico op oedeem NEGATIEF -risico op een volume-overload -accumulatie in de weefsels -slechte effecten op de renale functie -risico op een anafylactische reactie -effecten op de hemostase -duurder *CRISTALLOÏD: zoutoplossing bestaande uit electrolyten die vocht aantrekken (kleine deeltjes --- > kleinere waterretentie; oedeemrisico wanneer Extravasc terechtkomen) POSITIEF -gebalanceerde elektrolytensamenstelling -buffercapaciteit (lactaat/acetaat) -kan makkelijk ingebracht worden -geen risico op allergische reacties -hemostase blijft behouden -goedkoop P-lijn, tutorial 2: “Geen banale breuk” 5/6 3de Kandidatuur Geneeskunde november 2005 Groep 1 NEGATIEF -slechte plasmavolume-ondersteuning -oedeem -grote hoeveelheden nodig -risico op overhydratatie -gedaalde COP Op papier is het aangewezen de colloïd dextraan oplossing aan te wenden bij deze patiënt. Allebei werken ze bloedverdunnend waardoor de hematocrietwaarde zal verlagen (hypovolemie compenseren is echter veel belangrijker op dit ogenblik). De colloïd oplossing geeft echter een beter behoud van de circulatie en wordt daarom verkozen boven cristalloïd oplossing. 7. Oorzaken van hypovolemische shock (in grote lijnen)? Welk type betreft het hier? 1. EXTERNAL fluïd losses open wonden door brandwonden, GI-oorzaken (braken, diarree), via huid (bv. auto-immuunziekte pemfigus) 2. INTERNAL fluïd losses traumata met bloedopstapeling / ascites in het lichaam 3. Relatieve Hypovolemie ! bloedvolume = maar grote VD ! bv. anafylactische shock endotoxine bacteriae In deze casus hebben we te maken met een hypovolemische shock door een inwendige hemorragie (= bloeding) ten gevolge van een trauma t.h.v. rechterbekken & rechterfemur, m.a.w. hebben we hier te maken met het hierboven beschreven type 2. Voorzitter: Hanne Roos Bord: Liesbet Van Praet Secretaris: Raphaël Van Vreckem P-lijn, tutorial 2: “Geen banale breuk” 6/6