 
                                Hoofdstuk 10 Paragraaf 1: Goed geregeld Wat gaan we doen vandaag?  Bespreken eerste deel paragraaf 1  Maken paragraaf 1 Homeostase  Alles in je lichaam schommelt rond een evenwicht  Je lichaam reageert op veranderingen   Teveel van een bepaalde stof  opslag van de stof of uitscheiding van de stof Te weinig van een bepaalde stof  honger of dorst, aanmaak stof Uitscheiding  Longen scheiden koolstofdioxide uit  Nieren maken van teveel water, mineralen, zouten, vitamines en afvalstoffen urine  Huid maakt zweet dat bestaat uit zouten en water  Darmen scheiden overtollige stoffen uit de voeding uit Diabetes Mellitus  https://www.youtube.com/watch?v=90sh 3IxlW9w Glucose  Koolhydraat dat het lichaam kan omzetten in energie door het te verbranden  Glucose krijg je binnen via je voeding  Teveel aan glucose sla je op als glycogeen in je lever en spieren Alvleesklier  Je   alvleesklier heeft 2 functies: Verteringssappen maken (vertering koolhydraten en eiwitten) Maken van het hormoon insuline en glucagon Insuline  Als je een te hoog bloedsuikergehalte hebt (teveel aan glucose) geeft je alvleesklier insuline af  Insuline zet glucose om in glycogeen  Glycogeen sla je op in je spieren en je lever  Je bloedsuikerspiegel daalt weer (wordt normaal) Glucagon  Als de bloedsuikerspiegel te laag wordt geeft de alvleesklier glucagon af  Glucagon zet glycogeen uit de lever en spieren om in glucose  De glucose komt in het bloed en de bloedsuikerspiegel stijgt Huiswerk maandag  Paragraaf 1 af