Woordjes en zinnen Unit Five: Rescue of Spot

advertisement
Woordjes en zinnen Unit Five: Rescue of Spot
Hond:
Hamster:
Konijn:
Rat:
Schildpad:
Vogel:
Paard:
Koe:
Varken:
Dolfijn:
Haai:
Leeuw:
Olifant:
IJsbeer:
Vleugel:
Hoofd:
Oog:
Oor:
Poot:
Tanden:
Vin:
Been:
Voeten:
Staart:
Neus:
Klauw:
Kangeroe:
Kelder:
Fluisteren:
Schuur:
Dog
Hamster
Rabbit
Rat
Tortoise
Bird
Horse
Cow
Pig
Dolphin
Shark
Lion
Elephant
Polar Bear
Wing
Head
Eye
Ear
Paw
Teeth
Fin
Leg
Feet
Tail
Nose
Claw
Kangaroo
Cellar
Whisper
Barn
Kat:
Kanarie:
Muis:
Goudvis:
Parkiet:
Cavia:
Aap:
Kip:
Walvis:
Krokodil:
Slang:
Tijger:
Giraf:
Zebra:
Hand:
Wenkbrauw:
Nek:
Slurf:
Tand:
Vinger:
Nagel:
Voet:
Vacht:
Neusgat:
Snavel:
Arm:
Hagedis:
Ontvangen:
Foto’s:
Kikker:
Cat
Canary
Mouse
Goldfish
Budgie
Guinea Pig
Monkey
Chicken
Whale
Crocodile
Snake
Tiger
Giraffe
Zebra
Hand
Eyebrow
Neck
Trunk
Tooth
Finger
Nail
Foot
Fur
Nostril
Beak
Arm
Lizard
Receive
Photos
Frog
Zinnen
Als je wilt vragen of iemand een huisdier heeft, vraag je: Have you got a pet?
Het antwoord is:
Yes, I have / No I haven’t
Als je wilt weten wat voor huisdier iemand heeft, vraag je: What kind of pet have you got?
Als je wilt vragen of het groot of klein is, vraag je:
Is it large/small?
Het antwoord is:
Yes it is / No it isn’t
Als je wilt weten waar een dier leeft, vraag je:
Where does the animal live?
Als je wilt raden welk huisdier iemand heeft, vraag je:
Can you guess what pet I’ve got?
Als je wilt weten of het dier een lang nek heeft, vraag je: Has it got a long neck?
Download