CONSENSUS OVER BEVALLINGEN VAN ROW

advertisement
CONSENSUS OVER BEVALLINGEN VAN ROWPATIENTEN M.B.T. CEREBRALE EN SPINALE AVM’s
In Nederland is consensus bereikt over de behandeling bij bevalling
van patiënten met de ziekte van Rendu-Osler-Weber ten aanzien
van cerebrale en spinale AVM’s.
Daarbij is uitgegaan van de volgende relevante feiten:
1. Patiënten met ROW-1 hebben een kans van 10-15% op de
aanwezigheid van een cerebrale AVM (CAVM). Ditzelfde
percentage geldt waarschijnlijk voor patiënten met ROW?
(onbekende mutatie).
“Dokterslatijn”:
AVM
arterioveneuze malformatie
(abnormale verbinding tussen
slagader en ader)
CAVM
arterioveneuze malformatie van
de hersenvaten
Cerebrale
hersen-
2. In de grote ROW-centra in Toronto, Canada en Nederland
van meer dan 2000 ROW-patiënten wordt geen melding
gemaakt van hersenbloedingen gedurende de bevalling.
Epidurale anesthesie
verdoving door middel van
ruggenprik
3. De kans op een bloeding in het algemeen van CAVM’s bij
Nederlandse ROW-patiënten was 0,42-0,72 per jaar.
Intubatie
het inbrengen van een
tube/slangetje voor beademing
4. Er zijn geen studies bekend naar de bloedingskans van
CAVM’s bij ROW tijdens bevallingen. Onderzoeken achteraf
bij 40, 161 en 484 zwangere vrouwen met ROW brachten
geen hersenbloedingen gedurende de bevalling aan het
licht.
Een studie achteraf bij 438 vrouwen zonder ROW met een
niet-gescheurde CAVM bracht geen bloedingen naar voren
bij 375 vaginale bevallingen en 63 bevallingen met
keizersnede.
5. Gebaseerd op theoretische beschouwingen adviseren de
meeste auteurs een verkorte uitdrijvingsperiode van minder
dan 30 minuten bij vrouwen met niet-gescheurde CAVM’s.
De verloskundige voorgeschiedenis speelt daarbij een rol.
6. Epidurale anesthesie is gebruikelijk bij bevallingen in
Nederland. Theoretisch zal een AVM van het ruggenmerg
niet worden geraakt. Algehele anesthesie gedurende de
bevalling is niet zonder risico.
7. ROW-patiënten hebben in 0.4-1% AVM’s in het ruggenmerg,
hoofdzakelijk gedurende de kindertijd.
PAVM
pulmonale arterioveneuze
malformatie (in de long)
Profylaxe
voorbehandeling
Spinale
ruggegraats-
8. Psychologische factoren zijn belangrijk. De wijze van bevallen
dient uitvoerig met de zwangere ROW-patiënt te worden
besproken.
CONSENSUS
1. Screening naar CAVM’s (MRI) bij vrouwen met ROW ingeval
van (voorgenomen) zwangerschap:
De patiënten worden mondeling en in een folder geïnformeerd
over mogelijke aanwezigheid van CAVM’s en de risico’s
daarvan. De patiënten beslissen zelf.
Ingeval van ROW-1 wordt een MRI geadviseerd.
2. Bij aanwezigheid van onbehandelde CAVM:
a.
Indien geen symptomen of bij epilepsie, hoofdpijn:
epidurale anesthesie + verkorte uitdrijvingsperiode (+
vacuümextractie).
b.
Bij symptomen (bloeding): beslissing neuroloog over
behandeling van CVA en wijze van bevalling.
3. Bij behandelde CAVM:
a.
CAVM verwijderd: normale vaginale bevalling.
b.
CAVM niet verwijderd: zie 2.
4. Indien aanwezigheid van CAVM onbekend is:
a.
Ingeval van ROW-1 en ROW-?: epidurale anesthesie +
korte uitdrijvingsperiode.
b.
Ingeval van ROW-2: normale vaginale bevalling.
5. Geen routine-screening (MRI) naar AVM in ruggenmerg bij
patiënten zonder symptomen, tenzij de anesthesist dit persé
wil.
6. Indien geïndiceerd om verloskundige redenen kan bevalling via
keizersnede plaatsvinden met epidurale anesthesie (zie 5) of
algehele anesthesie met intubatie via de keel in plaats van de
neus om neusbloedingen te voorkomen.
7. Ingeval van PAVM’s geen antibiotica profylaxe bij bevallingen
zonder complicaties.
Dr. C.J.J. Westermann,
longarts St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein
Vertaling: Riet Alaverdy-van der Knijff
De Hart&Vaatgroep
Postbus 133
3769 ZJ Soesterberg
Laan Blussé van Oud Alblas 2
3769 AT Soesterberg
Antwoordnummer 100
3760 VD Soesterberg
Tel. 088 1111 600
Download