De Volkskrant, 26 november 2005, Het Betoog, p

advertisement
De Volkskrant, 26 november 2005, Het Betoog, p. 2
Die verwende welvaartsmens die ben ik niet, en die ken ik ook niet
Marjolijn Februari
Een echtpaar wordt op straat door Anita Witzier genterviewd over de
liefde. Ze zijn al veertig jaar bij elkaar: hoe hebben ze dat zolang
volgehouden? Man en vrouw kijken allebei diep ernstig en geven het
volwassen antwoord dat van ze wordt verwacht. 'Je moet er natuurlijk wel
hard aan werken, aan het huwelijk.' Aha, vraagt Witzier nieuwsgierig: 'Wat
hebt u er dan allemaal aan gedaan?' Verbaasd antwoordt de vrouw: 'Eh niets eigenlijk.' En de man knikt tevreden: 'Nee, niets.'
Ik heb sterk de behoefte hier eens een pleidooi te houden voor
individualisering. Voor de individuele gevoelens van mensen, hun
individuele motieven, hun individuele ervaringen en hun individuele dromen.
Je hoort aanhoudend dat de samenleving te veel is gendividualiseerd, dat
iedereen te veel leeft volgens zijn eigen normen, dat er te veel aandacht
is voor afzonderlijke gevallen, dat te veel wordt gereageerd op incidenten,
en dat klinkt ook allemaal wel heel volwassen, maar ik geloof er niets van.
De samenleving is niet te veel, nee, ze is te weinig gendividualiseerd.
Onlangs las ik het nieuwe boek Koning Burger van cultuurpsycholoog Jos
van der Lans, een verstandig boek met verstandige aanbevelingen voor het
herinrichten en het heropleven van de publieke sector. De professionals en
de publieke officials moeten volgens Van der Lans flink aan de slag:
kleinschalig denken, bureaucratie inperken, regels uitleggen en
verantwoording afleggen, oplossingsgericht werken en zich netjes gedragen.
Allemaal aanlokkelijke verplichtingen die ik graag aan anderen zal
opleggen.
Maar naast al deze aandacht voor kleinschaligheid geeft Van der Lans ook
een beschrijving van de individuele burger in de huidige tijd. En in die
beschrijving van de verwende welvaartsmens herkende ik eigenlijk niemand.
Niet alleen mezelf herkende ik er niet in, maar ook niet de mensen in mijn
omgeving en zelfs niet de mensen die ik op straat voorbij zie komen met hun
eigen emoties en hun afzonderlijke levens. Ik herkende de beschrijving wel
- die had ik vaker gelezen - maar ik herkende de individuen niet in de
beschrijving.
Kende ik niemand die voldeed aan het beeld van de zelfbeschikkende en
lichtgekwetste Koning Burger? Dat is bijna wereldnieuws, schreef Jos van
der Lans verbaasd in een reactie. En dat is ook zo. Als ik eerlijk ben
herken ik mijn eigen individuele bestaan en dat van anderen nooit in
algemene, intellectuele beschouwingen over menselijk gedrag, en dat is
inderdaad bijna wereldnieuws. Daarom zet ik het vandaag ook maar eens in de
krant.
Vorig weekend logeerde ik per ongeluk in een enorm hotel. Vraag me niet
hoe ik daar kwam, het is een raar verhaal, laten we het er maar op houden
dat ik de overnachting had gewonnen door de ontbrekende letter te raden in
een televisiespelletje.
Het hotelmanagement zat er ook duidelijk mee in zijn maag dat ik daar
logeerde, want op mijn hoofdkussen lag een waarschuwing. Wilde ik na acht
uur gaan ontbijten, dan was het vanwege de drukke hotelbezetting in het
weekend niet zeker of ik nog een ontbijttafel zou vinden.
Staande in de overvolle ontbijtzaal van het hotel liep ik de volgende
ochtend om half negen in gedachten alle regimes na die de mensen
controleren, uniformeren en standaardiseren. Het massatoerisme, de
pretparken en de winkelketens, maar ook de opiniepeilingen, de
cultuuranalyses, de maatschappijkritiek, het consumentenonderzoek en de
sociale welvaartsfuncties - allemaal vormen van schaalvergroting die mensen
simpelweg bij elkaar optellen en van elkaar aftrekken. Duiden ze op te veel
individualisering? Nee, ze duiden op veel te weinig individualisering.
Nu zijn Jos van der Lans en ik het deels eens, want hij schrijft: 'De
(maatschappelijke) veranderingen worden doorgaans gevangen door het begrip
individualisering. Dat begrip vertelt ons dat het individu de oude
gemeenschappen de baas is geworden en zijn eigen weg kan volgen. Zo zien we
onszelf graag, zo zouden we ons ook graag gedragen: als vrije en
onafhankelijke individuen. Maar het begrip is in hoge mate misleidend. In
werkelijkheid zijn we minder autonoom dan we zelf denken. We zijn
omgevingsgevoeliger dan ooit.'
Maar, zou ik zeggen, dat tekort aan individualisering ligt niet alleen
aan de manier waarop mensen zich gedragen. Het ligt ook aan de manier
waarop wetenschappers en onderzoekers het gedrag van mensen beschrijven.
Voor zover we individuen zijn, blijft daar in de statistieken en de
journalistieke beschouwingen en de sociologische analyses bar weinig van
over. Het is vast efficinter om het innerlijk van mensen niet stuk voor
stuk te beschrijven, maar in de efficintie van de grote greep gaat veel
belangrijks verloren.
De organisatiekundige Mathieu Weggeman schreef ooit een mooie, korte
tekst over liefde voor het detail in kunst en management. Hij liet een
manager per brief aan Franz Schubert uitleggen hoe de Unvollendete
Symphonie best voltooid had kunnen worden als de componist maar wat
doortastender te werk was gegaan. De manager stelt voor flink wat details
uit het stuk te schrappen.
Al die aandacht voor achttiende en zestiende noten was volgens hem
nodeloos sophisticated: zulke korte noten kon je beter samenvoegen tot n
langere, halve noot. Bovendien hoefden de blazers niet nog eens een keer te
herhalen wat de strijkers zojuist ook al hadden gespeeld en de meeste
hobosten konden sowieso wel naar huis. Die hadden maar weinig te doen en
hun partij kon daarom beter worden verdeeld over de rest van het orkest.
Voor veel filosofen, sociologen en economen zijn de details van ieders
leven waarschijnlijk net zo nodeloos ingewikkeld als zestiende noten. Maar
als je nou juist aan die details je begrip ontleent? Dan valt er toch wel
iets te zeggen voor een - onvoltooide - theorie van de individuele
gevallen.
Download