Afstanden tot planeten • Metingen door Brahe: posities aan de hemel (= richtingen) 1 siderisch Mars-jaar later … Afstanden in A.U. Mars ? Banen van planeten De wetten van Kepler (afgeleid met behulp van de metingen van Brahe): 1. Ellipsvormige banen, Zon in brandpunt 2. De lijn Zon-planeet dekt in gelijke tijden gelijke oppervlaktes af (perkenwet) 3. (omlooptijd)2 is evenredig aan (gemiddelde straal)3 snel traag De ellips • Cirkel: afstand tot centrum is constant • Ellips: som van afstanden tot twee brandpunten is constant, = L Vgl. in poolcoordinaten rond een brandpunt: r θ F ‘semi-latus rectum’ l excentriciteit e Newtons gravitatiewet dA • Kepler 2 ) kracht is centraal r dt v? – (constant impulsmoment ( centrale kracht) • Stel rv? ´ r2(dθ/dt)=h Newtons gravitatiewet Baan onder centrale acceleratie a(r), met impulsmoment h=r2dθ/dt: dus Newtons gravitatiewet • Baan onder centrale acceleratie a(r): • Een ellips in poolcoordinaten heeft als vergelijking (l, e, θ0 const.) excentriciteit: e=0 cirkel e<1 ellips • Dus de acceleratie van planeet is e=1 parabool e>1 hyperbool Newtons gravitatiewet 3e wet van Kepler: straal3 = K £ Periode2 Benadering: baan ' cirkel, straal=a 2 l = a; h = a (dθ/dt) dθ/dt = 2π / Periode Planeet voelt acceleratie 2 2 3 2 (h2/l) /r2 = (2π a /P) /a = 4π K /a2 2 Elke planeet voelt acceleratie 4π K/r2, zelfde K Universele wet van de zwaartekracht Newtons gravitatiewet • Kracht = massa £ acceleratie (Newton II) • Dus de Zon oefent een kracht 4π2 K m/r2 uit op een planeet met massa m • Actie = reactie, dus de planeet oefent dezelfde kracht uit op de Zon (Newton III) • Kracht is dus / m × mzon F = G m1 m2 / r2 Gravitatieconstante = 6.67× 10-11 kg-1 m3 s-2 oppervlaktezwaartekracht • Aan aardoppervlak: acceleratie g = 9.8m/s2 = G MA / rA2 rA = 6400km dus MA=g rA2/G = 6×1024 kg • Bij gelijke dichtheid schaalt g met r – Bijv.: de Maan heeft r~0.25 rA, dus g~1/4 aardse waarde (1/6 in werkelijkheid – de dichtheid van de Maan is lager) • Ontsnappingssnelheid (2GM/r)1/2 =(2gr)1/2 – schaalt ook met r bij gelijke dichtheid Getijdewerking: limiet van Roche, stabiliteitslimiet R planeet M r GM/(R-d)2 maan d m GM/R2 GM/(R+d)2 Getijden > oppervlaktezwaartekracht van maan ⇒ maan valt uiteen Ringvorming! NB betere analyse: 21/3 → 2.44 Venus-overgang • Hoe groot is de Astronomische eenheid? • Manier om uit een afstand op Aarde te relateren en een gemeten hoek de afstand tot Venus te bepalen. Aarde E Venus Zon G 0.28 A.U. 0.72 A.U. γ Afstand D Tijdsduren overgangen EF en GH ⇒ hoek γ • 1A.U.=D / tan γ / 0.28 = 149.6 miljoen km F H Venus Transit • Juni 2004 – weer in jun 2012, dec 2117, dec 2125 – Waarom steeds in juni of december? Fysisch eigenschappen van de zon • Aardbaan: P=1 jaar, a=1 A.U. • Zon heeft hoekdiameter 30’=900” • Mzon = 4π2 (A.U.)3 / (1 jaar)2 / G = 4π2 (1.49£1011m)3 / (3.1£107 s)2 / 6.67£10-11 = 2£1030kg • Rzon = 900”/206235£(A.U.) = 6.6£108m • Dichtheid 1660 kg/m3 Exoplaneten kleine, snelle banen • Planeten rond andere sterren – >200 gevonden, incl 3-planetenstelsels! – Nu: indirecte meting via de baanbeweging van de ster: • sterbaan met straal m/M x planeetbaanstraal • sternelheid m/M x baansnelheid planeet • Voorbeeld: Jupiter in Aardbaan: m/M=1/1000 v=30km/s ⇒ 30 m/s – Toekomst: astrometrie: directe meting van de baanbeweging van de ster Grote, trage banen