Vragen_endocrino_-_prof_muls

advertisement
1)Belangrijkste vormen van dislipidemie
PRIMAIR
 hypolipoproteïnemie
1. a-beta-lipoproteïnemie
 = acanthocytose
 = Bassen-Kornzweig syndroom
 ZZ
 Afwezigheid van beta-lipoproteïne (LDL) in het bloed
 Ontbreken van chylomicronen en VLDL
 Oorz:
i. Defect in biosynthese apoproteïne ApoB
2. familiale hypo-beta-lipoproteïnemie
 LDL concentratie <10à50% vd nl waarde
 Ook chylomicronen w gevormd
 Meeste ptn: voelen zich gezond & leven lang
3. familiale alfa-lipoproteïnedeficiëntie
 = Ziekte van Tangier
 Homozygote pt  vrijwel volledig ontbreken van HDL
 Ophoping cholesterolesters in de weefsels
 Gn invloed opvormine chylomicronen & VLDL
 Plasmaforese:
i. Ontbreken van pre-beta-lipoproteïne
ii. Brede beta-band (endogeen gevormd vet)
 Oorzaak:
i. Onvermogen vorming ApoA
ii. ApoC-II
1. w vervoerd dr HDL & afgegeven aan VLDL
2. activatie lipoproteïnelipase
3.  gestoorde TG afbraak  neiging hyperTG
 hyperlipoproteïnedeficiëntie
Typ Totaal
Totaal
e
plasma
plasma
cholesterol
TG

I
CM
IIa
IIb
III
IV
V
LDL
LDL




VLDL
IDL
VLDL
CM,VLD
L
Mechanisme
(defect)
Erfelijkh
eid
Incidentie Risico
Lipoproteïne
lipase eof ApoC-II
LDL-R binding
LDL-R binding
ApoE
Overproductie
Lipoproteïne
lipase of ApoCII(?)
AR
ZZ
Geen
AD
AD
?
AD
AR
Frequent
frequent
ZZ
Frequent
ZZ
Groot
Groot
Groot
Klein
Klein
CM = chylomicronen
1. Hypercholesterolemie (LDL++)
 Tot Chol
++
 LDL Chol
++
 TG
nl
vb. familiale hypercholesterolemie (FH)
 opname LDL & VLDLremnant in lever is probleem: doorr lager # LDL-Rn
 AD
 minder atherogeen???
 meer risico pancreatitis
2. Hypertriglyceridemie (VLDL++)
 Tot Chol
(+)
 LDL Chol
nl
 TG
++
vb. familiale hypertriglyceridemie
 defectieve lipolyse (type IV of V HLP): gn afbraak VLDL tot VLDLremnant
3. Gemengde vorm
 Tot Chol
++
 LDL Chol
++
 TG
++
vb. familiale disbetalipoproteïnemie (apo E-2/E-2)
vb. typeIII hyperlipoproteïnemie
vb. Homozygote familiale hypercholesterolemie
 verminderde lipolyse: VDLD nr VLDLremnant nr LDL
 LDL receptor defect: verminderde opname LDL en VLDLremnant in lever
SECUNDAIR
Cause
VLDL
LDL
HDL
Type 2 diabetes



Obesity

= or 

Alcohol

= or 

Nephrotic syndrome


= or 
Chronic renal failure

=

Hypothyroidism



Cholestasis
=
 (LpX)

2)Effectiviteit van behandeling met statines
= HMG-CoA reductase inhibitor
- LDL-Cholesterol
- 20à60%
- HDL-cholesterol
+5-10%
- TG
-10à30%
 van de krachtigste R/
 beter verdragen
 ook gebruikt zonder hypercholesterolemie (DM)
 specifieke onderdrukking aanmaak cholesterol
Vb:
- simvastatin
- atorvastatine
- fluvastatine
- pravastatine
- rosuvastatine
 RIZIV
 volledig terugbetaald bij: familiale hypercholesterolemie
 15% remgeld: primaire cholesterolemie
 Van heel wat statine’s bestaan generieken waardoor ze in de categorie
‘goedkoop’ vallen  mog slechts 0,3 euro/d
3)Bepaling en belang van absoluut risico voor ischemische hart- en vaatziekten
Modifiable
– Dyslipidemia
* Raised LDL
* Low HDL
* Raised TGs
– Smoking
– Hypertension
– Diabetes mellitus
– Obesity
– Dietary factors
– Sedentary lifestyle
– …….
Non-modifiable
– Age
– Sex
– Family history of premature CHD
– Preklinisch bewijs van atherosclerose
Berekeningstabel dodelijk CV risico in eerste 10j:
- Geslacht
- Lft
- Systolische BD
- Roken
- Totaal cholesterol
Note that total CVD risk may be higher than indicated in the chart:
- in asymptomatic subjects with pre-clinical evidence of atherosclerosis
(e.g. CT scan, ultrasonography)
- in subjects with a strong family history of premature CVD
- in subjects with low HDL cholesterol levels,
with raised triglyceride levels,
with impaired glucose tolerance, and
with raised levels of C-reactive protein, fibrinogen, homocysteine, Apo B
or
Lp(a).
- in obese and sedentary subjects
4)Dislipidemie bij insulineresistentie (overgewicht/obesitas en/of diabetes type
2)
BMI
Obesity
Disease risk *
(kg/m²)
Class
Waist circumference
Men < 102 cm
> 102 cm
Women < 88 cm
> 88 cm
Underweight < 18.5
Normal **
18.5 - 24.9
Increased **
Overweight 25.0 - 29.9
Increased
High
Obesity
30.0 - 34.9
I
High
Very high
35.0 - 39.9
II
Very high
Very high
Extreme
III
Extremely high Extremely high
 40.0
- hyperTG
obesity
- laag HDL
- verhoogd ApoB
- kleine, dense LDL
- inflammatoir profiel
- insuline resistentie
- hyperinsulinemie
- glc intolerantie
- impaired fibrinolyse
- endotheel dysfct
 knn leiden tot
- DM2
- HT
- CV disease
IDF definition of the Metabolic Syndrome
• Central Obesity : Waist circumference
> 94 cm (102 cm) men
> 80 cm (88 cm) women
• Plus any two of the following:
- TG
≥ 150 mg/dl
- HDL-C
< 40 mg/dl men
< 50 mg/dl women
- BP
≥ 130/ ≥ 85 mmHg
- Fasting glucose ≥ 100 mg/dl
Theorie omtrent CEPT en insuline-resistentie
DM2
 verhoogde conc TG en VLDL
 verhoogde # LDL
 (mild) verlaagde #HDL
 verklaard door verhoogde CEPT activiteit
- niet bewezen
- wel: correlatie tss hoeveelheid small-dense LDL & plasmaTG
o toename cholesteroltransfer van HDL  LDL bij stijgend plasmaTG
- rol CETP bij ontstaan atherogeen lipidenspectrum bij DM
 potentieel belang CETP inhibitoren
- toename prevalentie DM2
- toename obesitas
TG stijging in plasma  verhoogde activiteit CETP (cholesteryl ester transfer protein)
Cholesterol van HDL naar VLDL & LDL  zo naar andere
weefsels
Inhibitoren van CEPT worden onderzocht voor de behandeling van dyslipidemie
In theorie: inhibitie CEPT: stijging HDL
 torcetrapib:
 stijging HDL
 lager LDL (als + statine)
 maar  :
– stijging BD
– gn verandering in atherosclerose
– (+statin) stijging mortaliteit & CV events
 JTT-705/R1658 in onderzoek
 anacetrapib in onderzoek
Artikel: “Pathogenic role of abnormal FA and adipokines in the portal flow. Relevance
for metabolic syndrome, hepatic steatosis and steatohepatitis”
Verhoogde conc non esterified FA in portal flow
 verhogen insuline resistentie
 stimulatie hepatische prot synthese
-
ApoB verhoging
Andere liver-derived enzymes and proteins
Verhoogde synthese van stollingsfactoren
Verhoogde synthese fibrinolyse inhibitoren
 faciliteren cholesterol transfer van HDL & LDL nr VLDL in uitwisseling voor TG
 gemedieerd door CETP
 TG in LDL en HDL: gehydrolyseerd door hepatisch lipase
= atherogeen profeel
Obesitas
 verlaagde adiponectine productie in vetcel
Adiponectine: reductie vrijstelling FA van vetcellen = verminderen opname in
lever
Verhogen opname en oxidatie in spier = verminderen opname in
lever
Anti-inflammatoir activiteit
 zo promoten insuline-resistentie
 atherogene dyslipidemie
 prothrombotische toestand
Insuline stimuleert LPL
 DM1 : gedaald insuline  VLDL trager omgevormd tot IDL
 DM2 : gestegen insuline
 VLDL sneller omgevormd tot IDL ? nee gedaald #
Rn
 sterke stijging VLDL en stijging LDL
 HDL gedaald
Obesitas
 stijging VLDL
 LDL = of gestegen
 HDL gedaald
Insuline-resistentie
= daling insuline-Receptoren
 stijging FFA lever  stijging VLDL  TG nr HDL  hydrolyse: daling kwaliteit 
nier
 omgekeerd cholesterol transport gaat niet goed
 LDL: kleiner en denser: gemakkelijk geoxydeerd
Download