anatomie en histologie van spijsverteringsstelsel

advertisement
ANATOMIE EN HISTOLOGIE VAN SPIJSVERTERINGSSTELSEL
1.Cavum Oris
1.1vestibulum oris
glandula parotis
1.1.1Labia
1.1.2Bucca
ductus parotidea
papilla parotidea
1.1.3Arcus dentalis sup & inf
1.2Cavum oris proprium
glandula submandibularis
glandula sublingualis
1.2.1Mondvloer
glandula sublingualis -> caruncula sublingualis
glandula submandibularis
1.2.2Tong
papillae linguales:
papillae vallatae
papillae filiformes
papillae fungiformes
papillae conicae
papillae foliatae
glandulae lingualis ant
1.2.3Palatum
1.3Fauces
1.4Speekselklieren
lozingsgangnen:
- intralobulair
- interlobulair
- interlobair
intercalaire segmenten – gestreepte kanalen (wel sereus – nt muceus)
glandula parotis
-> ductus parotideus (papilla parotidea)
S
glandula submandibularis -> ductus submandibularis (caruncula sublingualis) S-M
glandula sublingualis
-> ductus sublinguales minores, major
M
glandula parotis accessorius
M
2.Pharynx
glandulae pharyngeae: vooral in nasaal deel
3.Algemene bouw van het spijsverteringskanaal
4.Slokdarm
oesofagusklieren:
- tubulo-acinaire
- overwegend muceus
- verschillende lobuli: elk met acini & lozingsgangen
- in submucosa
5.Maag
maagklieren:
- monding in bodem foveolae gastricae
- isthmus – hoofddeel – basis
- spiertjes Brucke: hulp ledigen klierbuizen
corpusklieren:
- foveolae ondiep & recht – monding twee à 3 klierbuizen
- pariëtale cellen – muceuze halscellen – zymogeencellen – entero-endocriene cellen
fundusklieren:
- foveolae ondiep & recht – monding twee à 3 klierbuizen
- pariëtale cellen – muceuze halscellen – zymogeencellen – entero-endocriene cellen
pylorusklieren:
- diepere, soms vertakkende foveolae
- tubulo-acinaire klieren
- muceuze cellen – beperkt entero-endocriene cellen – ZZ pariëtale cellen
cardiaklieren:
- cfr pylorusklieren mr minder compact
- eenvoudige tot samengestelde tubuleuze klieren
- cilindrische muceuze cellen
6.Dunne darm
duodenum: monding ductus pancreaticus & ductus choledochus
klieren van Lieberkühn = crypten van Lieberkühn
- afnemend nr distaal
- tss opeenvolgende villi
- lang: tot aan muscularis mucosae
- continue nieuwvorming darmepitheelellen
- Paneth cellen: basale deel crypten
- Huls dr collageenplaat
Klieren van Brünner:
- in submucosa
- vertakte tubuleuze klieren
- monding in bodem crypten Lieberkühn
- 1-l cil epitheel
7.Dikke darm
Colon:
primaire crypten Lieberkühn:
-
onregelmatig vertakkend
overheersend slijmbekercellen: mucus
secundaire crypten Lieberkühn:
- kort & recht
- tot aan muscularis mucosae
- overheersend slijmbekercellen: mucus
Appendix vermiformis
Klieren van Lieberkühn:
- onregelmatige vorm
- tot aan musc muc
8.Rectum
crypten van Lieberkühn:
- iets langer
- vaak vertakt
- zeer veel slijmbekercellen
9.Peritoneum
10.Lever
extrahepatische galwegen
galblaashals:
- tubulo-acineuze klieren
- in lamina propria
- enkelvoudig
- mucus secretie
ductus cysticus:
- enkele tubolo-acineuze muceuze klieren
11.Pancreas
afvoer: ductus pancreaticus -> papilla duodeni major/minor
- alkalische sereuze vloeistof + enzymen
- samengestelde acinaire alveolaire klier
o tubuleuze of peervormige acini
o piramidale cellen rond centraal lumen: prot secreterende cel
lozingsgangen:
- centroductulaire kanalen
- intercaliaire of intralobulaire kanaal van Boll
- interlobulaire lozingsgangen
- kanalen Wirsung & Santorine
Download