Hans Werner Henze is een van de vruchtbaarste hedendaagse componisten. Met zijn talrijke opera’s balletten, symfonieën, concerti en kamermuziek heeft hij een onwrikbare plaats verworven tussen de componisten van de tweede helft van de 20ste eeuw. In zijn lange artistieke leven heeft hij de meest uiteenlopende stijlen en technieken aangewend, gaande van een neoclassicisme à la Stravinsky tot een expressionisme in de zin van Webern en Berg, van jazz tot dodekafonie en serialisme. Zijn muziek wil vooral narratief zijn: verbonden met ideeën, gevoelens, mensen, politiek… Opera en muziektheater hebben steeds een uiterst belangrijke plaats ingenomen in zijn oeuvre, van Das Wundertheater, een van zijn vroegste creaties uit 1948, tot zijn bekendste opera’s König Hirsch, Der Prinz von Homburg, The English Cats en Die Bassariden. Uit deze titels blijkt Henzes fascinatie voor de wereldliteratuur en de mythologie, van de klassieke oudheid met Aesopus of Euripides, over klassiekers als Cervantes, Balzac, Kleist of Kafka, tot tijdgenoten als W.H. Auden, Edward Bond of Ingeborg Bachmann, met wie hij nauw was bevriend. Henze woont en werkt sinds 1953 in Italië.