Klinische aan bed van farmacie de patiënt?

advertisement
Klinische farmacie aan bed van de patiënt?
Heet is niet altijd wat het lijkt…
Symposium klinische farmacie Leuven, 8 oktober 2011
Apr. Veerle Grootaert
Klinische farmacie: OF
vanuit de apotheek
d
h k
aan bed van de patiënt
b d
d
Casus 1: “geen gezever met een nieuwe lever”
Vrouw, 66 jaar, 57 kg
• VG:
– Ziekte van Caroli
– 04/2009: herhaalde episo
04/2009 h h ld
i odes van sepsis d
i
• HC: Enterobacter aerogenees
• BAL: Mycobacterium avium
BAL: Mycobacterium avium
m intracellulare (MAI)
m intracellulare (MAI)
– 09/2010: verdere achteru
uitgang en inflammatoire episodes
• BAL: Mycobacterium avium
BAL: Mycobacterium avium
m intracellulare (MAI)
m intracellulare (MAI)
start triple therapie: rifampicine 600 mg/d – azitthromycine 500 mg/d rifampicine 600 mg/d thromycine 500 mg/d – cycloserine 250 mg 2/d
cycloserine 250 mg 2/d
• RVO: – 04/2011: leverTx Casus 1: “geen gezever met een nieuwe lever”
• Medicatie op ICU:
CYP450‐GEM
MEDIEERDE INTERACTIES!
Casus 1: “geen gezever met een nieuwe lever”
• CYP450‐gemedieerde interacties:
Casus 1: “geen gezever met een nieuwe lever”
• CYP450‐gemedieerde interacties:
Casus 1: “geen gezever met een nieuwe lever”
• CYP450‐gemedieerde interacties:
‐ Rifampicine + omeprazole: + omeprazole
‐ Theoretisch verlaging van serum
mlevels van omeprazole
Documentatie?
‐ Rifampicine
p
+ simvastatine: ‐ Significante verhoging van plasm
maklaring en verlaging van serumconcentraties van simvastatine
monitoring van cho
olesterol levels
Casus 1: “geen gezever met een nieuwe lever”
• CYP450‐gemedieerde interacties:
‐ Rifampicine + tacrolimus: ‐ rifampicine: significante daling vvan tacrolimus Cpl
Æ in de lever: inductie CYP3A4 i d l
i d ti CYP3A4
Æ in de darm: inductie CYP3A4 een P‐glycoproteine
‐ casus:
9 6 maanden therapie met rifam
mpicine
9 inductie CYP3A4 iso‐enzymen
9 bijstarten
bij t t tacrolimus
t
li
= onmidd
idd
d llijk i d ti
dellijk inductie van de metabolisatie
d
t b li ti van tacrolimus
t
li
TDM
GEEN CYP3A4‐G
GEMEDIEERDE INTERACTIES???
Casus 1: “geen gezever met een nieuwe lever”
• Geen CYP450‐gemedieeerde interacties:
Patiënt specifieke factoreen…
…RVO = LeverTx
RVO = LeverTx
donor lever
d
=
Rifampi
p cine naïeve lever
Casus 2: “geen gezever met een versleten lever”
Vrouw, 46 jaar
• VG:
– Alcohol abusus
• Opname
p
op ICU: p
– Gedecompenseerde alcoholische levercirrose (child‐Pugh
(child
Pugh score 13):
score 13):
• Hepatische encefalop
pathie
• Ascites
• Bloedende slokdarmvvarices
• Nierfalen
Ni f l
Casus 2: “geen gezever met een versleten lever”
Vrouw, 46 jaar
• VG:
– Alcohol abusus
• Opname
p
op ICU: p
– Gedecompenseerde alcoholische levercirrose (child‐Pugh
(child
Pugh score 13):
score 13):
• Hepatische encefalop
pathie
• Ascites
• Bloedende slokdarmvvarices
• Nierfalen
Ni f l
Casus 2: “geen gezever met een versleten lever”
• Medicatie op ICU:
op ICU:
–
–
–
–
–
–
Omeprazole 40 mg iv
Vitamine B1 100 mg iv
Vitamine B
100 mg iv
Terlipressine 1 mg 6/d
I li
Insuline
Vitamine K 10 mg 2/w
TPN (incl. vitamine en spo
oorelementen)
Casus 2: “geen gezever met een versleten lever”
• Verblijf op ICU: op ICU:
‐ Pneumonie: Enterobacterr aerogenes
ÆD2: start meropenem
ÆD2: start meropenem
m 1 g q12h iv 1 g q12h iv (obv nierfunctie)
(obv nierfunctie)
‐ D6: tonisch‐clonische aan
nvallen
Æ l
Ævalproaat
t 1500 mg LD
1500
LD
D 1800 mg/d continu infuus
D –
1800 /d
ti i f
INTERACTIE MERO
OPENEM – VALPROAAT!
Casus 2: “geen gezever met een versleten lever”
• Interactie meropenem –– valproaat:
‐ meropenem: geen metabolis
meropenem: geen metabolissatie
‐ valproaat: extensieve leverm
metabolisatie = 70 %
VPA‐ALBUMIN VPA
BLOOD VESSEL
BLOOD VESSEL
hydrolasse
β‐oxidation
ω‐hydroxylation
VPA‐GLU VPA METABOLITES
UGT + UDPGA
HEPATOCYT
VPA‐GLU VPA
Enteric bacteria
teric bacteria
INTESTINE
Casus 2: “geen gezever met een versleten lever”
• Interactie meropenem –– valproaat:
‐ Mechanisme
M h i
UDPGA cofactor én remming cyto
osolisch hydrolase Æ snellere excretie VPA‐Glu Æ
snellere excretie VPA Glu Æ daling spiegels
daling spiegels
‐ Klinisch zeer belangrijke en ssignificante interactie
• risico op recidief epilepsie
• langdurige interactie: houd
dt tot > 10 dagen aan
‐ Advies:
Geen concomittant gebruik carbapeenem–VPA!
Geen concomittant gebruik carbape
enem VPA! • Stop carbapenem!
• Ander anti‐epilepticum!
Casus 2: “geen gezever met een versleten lever”
• Verblijf op ICU: op ICU:
Cpl valproaaat (mg/L))
‐ Pneumonie: Enterobacterr aerogenes
ÆD2: start meropenem
ÆD2: start meropenem
m 1 g q12h iv
1 g q12h iv
‐ D6: tonisch‐clonische aan
nvallen
Æ l
Ævalproaat
t 1500 mg LD
1500
LD
D 1800 mg/d continu infuus
D –
1800 /d
ti i f
‐ D8 – D13: TDM valproaatt
160
150
140
130
120
110
100
90
80
70
60
50
GEEN INTERACTIE MEROPENEM – VALPROAAT???
8
9
10
11
12
13
Dag
14
15
16
17
18
Casus 2: “geen gezever met een versleten lever”
• Geen interactie meropenem – valproaat:
Patiënt specifieke factoreen…
…levercirrose
levercirrose
• Fysische baarrière:
Fibrotisch leverweefsel bemoeilijkt penetratie van GM
• Ondermijnde Fase II‐metabolisatie
Klinische farmacie: + Patiënt specifieke
factoren
Klinische farmacie: OF
EN
vanuit de apotheek
d
h k
aan bed van de patiënt
b d
d
Download