Hfd5 KOSTEN Constante kosten: hangt af van productiecapaciteit, en daarmee dus de apparatuur, de huur van pand, de salarissen. Variabele kosten: hangen af van de werkelijke productie, dus prijs per product. TCK = totale constante kosten TVK = totale variabele kosten TK = totale kosten TK = TVK + TCK TVK = variabele kosten per stuk X aantal geproduceerde Voorbeeld van Kostenvergelijking: TK= 20q+ 400.000 q=het aantal geprocedeerde stuks. OPBRENGSTEN TO=totale opbrengst TO=pXq TO=prijs X afzet TOTALE WINST TW= totale winst TW=TO-TK BREAK-EVENPUNT Break-evenpunt= waar het verlies omstaat in winst. Break-evenafzet=waar nog winst nog verlies word gemaakt. Break-evenomzet= de omzet die word gehaald bij de break-evenafzet. MAXIMALE WINST EN HET EFFECT VAN PRIJSVERANDERING. Maximale winst is te bereiken door de maximale productiecapaciteit te benutten. TO=25.000 x €30 =750.000 TK=25,000 x 20 + 400.000 = 900.000 750.000 – 900.000 = -150.000 Bij verlaging komt er dus verlies. PRODUCENTENSURPLUS, AANBOD VERGELIJKING EN AANBODCURVE VERSCHUIFT Producentensurplus= het verschil tussen de marktprijs en de verkoopbereidheid. Aanbodvergelijking= aanbodcurve in algebraïsche formule. Redenen voor verschuiving aanbodcurve naar rechts: - afname van prijs van ingekochte goederen en diensten. - verbetering van productietechnieken. - toename van het aantal paprikakwekers.