Castratie reu - Dierenkliniek Hof

advertisement
Castratie reu
Met deze folder proberen wij u te helpen bij het maken van een beslissing over het wel
of niet castreren van een reu. Anders dan bij katers adviseren wij in het algemeen niet
om een reu te castreren, tenzij zich problemen voordoen die door een castratie opgelost
zouden kunnen worden. Veel gedragsproblemen hebben echter naast een seksuele- ook
een gedragscomponent die niet afhankelijk is van hormonen.
Een aantal redenen om een hond te laten castreren:
1. Voorhuidontsteking. Het overgrote deel van de reuen heeft een voorhuidontsteking. Deze is in
het algemeen niet te genezen met medicijnen, hoogstens een beetje onder de duim te houden. In
ca. 95% van de gevallen zal een voorhuidontsteking genezen na castratie.
2. (Hyper)seksueel gedrag. Reuen die consequent weglopen als er loopse teven in de buurt zijn of
die twee weken bij de voordeur zitten te piepen en te hijgen en niet willen eten zullen goed
reageren op castratie. Dit is feitelijk het enige gedrag dat door castratie vrijwel zeker zal
verdwijnen.
3. Er is ook een niet-gesteriliseerde teef in huis. In het algemeen vinden wij dat er betere
argumenten zijn om de teef te steriliseren dan om de reu te castreren.
4. Agressief en dominant gedrag naar andere honden, vaak naar reuen. Dit gedrag kan
verminderen na castratie, maar bijna altijd spelen meerdere oorzaken een rol, waaronder het
karakter van de hond en het aangeleerd gedrag. Geadviseerd wordt met een gedragstherapeut te
overleggen en eventueel eerst een chemische castratie te overwegen (zie verderop).
5. Agressief en dominant gedrag naar gezinsleden of andere mensen. Bij dit soort problematiek
speelt zeker een opvoedingsprobleem mee. Castratie kan helpen om het probleem onder de knie
te krijgen, mits het gepaard gaat met gedragstherapie. Bij deze problemen adviseren wij altijd
een gedragstherapeut in de arm te nemen en net als bij het vorige probleem is het het overwegen
waard om te kijken wat er gebeurt bij chemische castratie (zie verder).
6. Door angst gestuurde agressie. Bij deze agressie spelen andere oorzaken een rol, evenals voor
territoriale verdedigings- en bezitsagressie. Bij angstagressie kan het probleem na castratie
verergeren. In de literatuur zijn de meningen over het castreren van deze dieren verdeeld. Bij
angstagressie is het advies van een gedragstherapeut noodzakelijk.
Chemische castratie
Chemische castratie is het inspuiten van een middel dat ervoor zorgt dat de niet onder invloed
van het mannelijk hormoon testosteron is. Het heeft daarmee ongeveer hetzelfde effect als
castratie. Als chemische castratie niet helpt bij probleemgedrag is castreren mogelijk niet zinvol.
Er zijn twee manieren van chemische castratie. Bij de een wordt er een middel ingespoten. Het
effect kan na ongeveer 48 uur gezien worden en houdt maximaal 6 weken aan. Bij de andere
methode wordt een staafje onder de huis gebracht, ongeveer zoals een chip. Dit werkt na ca. 2
weken, maar het effect kan tot 1 jaar aanhouden. Soms is er een reden om zowel operatief als
chemisch te castreren: bij operatieve castratie kan het effect soms pas na 3 maanden duidelijk
zijn. Bij extreme gedragsproblemen zou je dan beide kunnen doen.
Bijkomende voordelen van castreren:

De hond plast niet meer overal tegenaan, hij zal grotere plassen in een keer gaan doen.

Het territoriumgedrag van de hond kan verminderen.

De hond zal minder vaak het gevecht met een andere hond aangaan.
Nadelen van castratie bij honden:

De hond kan toenemen in gewicht. Wij adviseren u uw hond na de castratie 30% minder voer te
geven. Mocht hij daar op den duur te mager van worden dan is het makkelijker om hem wat extra
te geven dan om hem af te laten vallen.

Sommige reuen worden rustiger. Houdt u nou juist van die uitgelaten, actieve hond die u nu hebt,
dan is castratie misschien geen wijze stap.

De vachtstructuur van de hond kan wijzigen.

Bij gecastreerde reuen komt iets vaker kanker van de prostaat voor. Er zijn aanwijzingen dat de
kanker niet ontstaat door het castreren, maar dat al aanwezige kankercellen makkelijker tot
ontwikkeling komen. Dan speelt dit argument vooral bij castreren van wat oudere honden.
De operatie
De castratie wordt uitgevoerd onder algehele narcose. Er wordt een sneetje gemaakt in de
buikwand net voor de ballen. Beide ballen worden via deze ene snede verwijderd. De snee wordt
in principe in de huid gehecht, er zal mogelijk een steekje aan de buitenkant zichtbaar zijn, maar
als de hond deze eruit likt gaat de wond niet wijd openstaan. De meeste honden likken wel aan
de wond, niet in de laatste plaats omdat deze vlak bij de, ook pijnlijke, balzakken ligt. De risico's
van operatie zijn vergelijkbaar met de risico's van andere oppervlakkige operaties. Naast een
gering narcoserisico is er ook altijd kans op een ontsteking. Na de operatie krijgt u pijnstillers
mee. Vergeet die niet te geven, een goede pijnstilling bevordert de genezing. In uitzonderlijke
gevallen kan er een nabloeding optreden in de balzak of in de buik op de plek waar de
zaadstreng is doorgesneden.
Wij kunnen u de volgende gedragstherapeute aanraden:
Mw. Drs. Eline Teygeler
Tel. 06-22241425
Hr. A. Busscher
www.hondenspecialist.nl
Bij gedragsproblemen kunt u ook de volgende website raadplegen: www.Tinley.nl
Download