Tentamen “Transmission Systems” (121078) 28 Januari 2005 Uitwerkingen (door een student, mogelijk met fouten) Probleem 1 a. Een afbeelding van de infrastructuur van de Public Switched Telecommunication Network: b. De verschillende levels zijn: Outer Core Network Omdat in het outer core netwerk al het verkeer van lager gelegen niveaus samenkomt, zijn betrouwbaarheid en snelheid de belangrijkste vereisten. Betrouwbaarheid: Er is gekozen voor de architectuur van een mesh netwerk waarin alle nodes direct met elkaar verbonden zijn, om zo betrouwbaarheid (alternatieve routes) te garanderen wanneer er een kabelbreuk of node failure optreedt. Snelheid: Om aan de gewenste snelheid te voldoen (een geaggregeerde bit rate in de terabits) is er gekozen voor een optisch netwerk waarbij de electronische bottleneck (van de modulatie snelheid van elektronische componenten zoals electro-optic en opto-electric converters) zoveel mogelijk geëlimineerd is. Technieken als WDM of OTDM worden ingezet om efficiënt gebruik te maken van de beschikbare bandbreedte. Verder worden bepaalde optische versterkers (Erbium doped fiber amplifiers, EDFA’s) en dispersion shifted fiber gebruikt om loss en dispersion (afhankelijk van wavelength) tegen te gaan. Ten slotte wordt SDH gebruikt als transportmodus vanwege haar hoge mate van standaardisatie, synchronisatiefaciliteiten en haar administratieve, management- en onderhoudsfaciliteiten. Inner Core Network & Metropolitan Network Flexibiliteit: In dit gedeelte van het netwerk is flexibiliteit van de datastromen belangrijker dan snelheid. Om deze reden is er gekozen voor het gebruik van switches of Add/Drop Multiplexers, eventueel met WDM en/of wavelength routing. ATM wordt doorgaans gebruikt als flexibele transport modus, omdat door de vaste, korte lengte van de cells snelle afhandeling in de nodes mogelijk is, alhoewel het wel in SDH geëncapsuleerd wordt vanwege haar bovengenoemde eigenschappen. Betrouwbaarheid/gemak: Om betrouwbaarheidsredenen en vanwege de korte kabellengtes om alle nodes te verbinden bestaat dit netwerk vaak uit een ringstructuur (self-healing rings) om in het geval van bijvoorbeeld kabelbreuken toch het verkeer goed te kunnen routen, wat mogelijk is door het gebruik van dubbele ringen (outer fibers en protection fibers). Local & Access Networks Lokale access netwerken hebben vaak geen gedefinieerde architectuur, aangezien dit afhangt van het type network en het soort subscribers (zakelijk, privé, etc.), die ieder verschillende vereisten hebben. Zo vereist telefonie een duplex star structuur en TV een bus of boom netwerk. Prijsoverweging spelen een grote rol in de keuze voor architectuur en transmissiemedium. Zo kan gebruik gemaakt worden van koperdraden (bijv. ADSL), optische fiber, hybride koper/fiber oplossingen, of draadloze verbindingen (bijv. WLAN of GSM). Fiber kan bijvoorbeeld tot aan de eindgebruiker zijn, genaamd Fiber To The Home (FTTH), of alleen tot aan de stoep/het gebouw (Fiber To The Curb/Building). Probleem 2 a. De volgende multiplexing technieken bestaan: Frequency Division Multiplexing (FDM) of Frequency Division Multiple Access (FDMA): wordt toegepast in radio en TV uitzendingen; Time Division Multiplexing (TDM) of Time Division Multiple Access (TDMA): wordt toegepast in trunk-netwerken en langeafstandstransmissies van het PSTN voor zowel spraak- als dataverkeer en is onder te verdelen in: o Synchronous Time Division Multiplexing (Synchronous TDM); o Asynchronous or Statistical Time Division Multiplexing (Asynchronous or Statistical TDM), met frame relay (packets) of cell relay (fixed length, e.g. ATM) Code Division Multiplexing (CDM) of Code Division Multiple Access (CDMA): wordt toegepast in mobiele systemen zoals IS-95 en UMTS; Space Division Multiplexing (SDM): wordt toegepast in allerlei guided wave media (koper of fiber), aangezien het vermenigvuldigen van het aantal wires/fibers is; Wavelength Division Multiplexing: de optische variant van FDM, wordt toegepast in vele grote fiber netwerken (wavelength routing systems); OTDM: de optische variant van TDM, wordt net als TDM toegepast in optische trunknetwerken en langeafstandstransmissies van het PSTN; OCDM: de optische variant van CDM, wordt toegepast in systemen waar het aantal simultaan actieve gebruikers varieert en is onder te verdelen in: o Time coded OCDMA; o Spectral code OCDMA; o Wavelength-hopped OCDMA; o Coherence Multiplexing. Subcarrier Multiplexing (SCM): modulatie in de RF region, wordt toegepast in systemen waar verschillende typen signalen samengevoegd moeten worden. b. Frequency Division Multiplexing (FDM/FDMA): De (digitale of analoge) signalen worden op carrier waves met verschillende frequenties gemoduleerd. Deze liggen zover uit elkaar dat de spectra niet overlappen (bijvoorbeeld radio en tv). Er wordt gebruik gemaakt van channels, de ruimte van de bandbreedte die één gemoduleerd signaal inneemt en meestal gecentreerd is rond de corresponderende carrier frequentie, en guard bands, de ruimte tussen de channels die overlapping voorkomen. FDM is derhalve mogelijk als de beschikbare bandbreedte groter is dan de som van de bandwijdte van de individuele signalen en guard bands. Problemen: Crosstalk wanneer de spectra overlappen, worden voorkomen door guard bands; Intermodulation wanneer niet–lineairiteiten (bijv. ruis) in o.a. versterkers zorgen voor 2e en 3e orde mix producten. Probleem 3 a. Door Orthogonal Frequence Division Multiplexing (OFDM) wordt de distributie van het vermogen over het grote aantal beschikbare narrow-band frequentiekanalen binnen de frequentie band gedaan. De kanalen kunnen zo dicht op elkaar geplaatst worden dat ze zelfs mogen overlappen terwijl het mogelijk blijft om de kanalen te onderscheiden. De carriers worden individueel gemoduleerd met M-ary PSK of QAM. OFDM is een uitstekende techniek om het water pouring principe te implementeren, waarbij weinig vermogen wordt verspild aan regio’s waar het kanaal een slechte response t.o.v. de noise heeft. b. Door gebruik van OFDM wordt ten eerste de group delay variatie over een gecreëerd klein narrow-band frequentiekanaal veel kleiner, en ten tweede wordt de bit rate over zo’n kanaal veel lager, waardoor er minder distortie optreedt. Door deze mechanismen reduceert de intersymbol interference die optreedt bij hoge bit rates in baseband via koperdraden, en wordt het dus mogelijk om hoge bit rates te verzenden. OFDM kan bovendien kanalen zeer dicht bij elkaar plaatsen (waarbij zelfs de spectra overlappen) en ieder onafhankelijk moduleren. c. Zie pagina 95-96 van het dictaat. Probleem 4 a. Een afbeelding van een Ethernet pakket: b. Ethernet wordt in SDH geëncapsuleerd door een Link Access Procedure – SDH (LAPS) frame te gebruiken als intermediair tussen Ethernet en SDH. Hiervoor is een speciale SAPI code in het LAPS pakket gereserveerd. Van het Ethernetpakket worden de preamble en SFD velden verwijderd. Dan worden er drie velden (Address, Control en SAPI) voor de rest van de Ethernetpakket velden geplaatst en het FCS veld erachter. Uiteindelijk worden er aan beide kanten Flag velden geplaatst om het LAPS frame te completeren. Zie onderstaande afbeelding ter verduidelijking van de mapping: Probleem 5 In het Time Division Multiple Access/Time Division Duplex schema zijn er tien carriers (tien kanalen) beschikbaar, elk 1.728 MHz breed. Elk FDM kanaal frame is opgedeeld in 24 time slots, waarvan 12 down-stream en twaalf up-stream. In elke frame worden twee time slots van 1 kanaal gebruikt om een full-duplex spraakkanaal te creëren (1 uit het up-stream gedeelte en 1 uit het down-stream gedeelte). Elk basisstation kan dus 12 gelijktijdige gespreken aan, uit een set van 120 kanalen, aangezien elke time slot alleen op 1 frequentie gebruikt kan worden. Ivar Pruijn ([email protected]) Donderdag 2 februari 2006 Laatste update: 23 augustus 2006