UCD voor MKB Productinnovatie door betrokkenheid van gebruikers en klanten van het midden- en kleinbedrijf Een toenemend aantal kleine tot middelgrote ondernemingen (MKB-ers) begint te beseffen welke kansen UCD biedt (Wakeford, 2004). Het probleem is echter dat kennis over UCD van grote bedrijven komt of in een academische setting ontwikkeld werd (Repo et al., 2007;. Sleeswijk Visser, 2009) zonder rekening te houden met de context van het MKB. Er zijn slechts enkele studies bekend die onderzoek naar de toepassing van UCD in het MKB doen (Moultrie et al., 2005; Repo et al., 2007; Asboe, 2008; Pozzey, 2012). MKB-ers zijn ondernemingen met maximaal 250 werknemers (Europese Commissie, 2005) die vaak in nichemarkten opereren (Nooteboom, 1994; Cawood, 1997). Zij omvatten een groot aantal diverse bedrijven die bijna tweederde van alle banen in de Europese Unie aanbieden. Onderzoek naar het MKB en naar productinnovatie komt hoofdzakelijk uit de business- en managementliteratuur en kijkt naar verschillende aspecten zoals de kenmerken van het MKB (Nooteboom, 1994; De Jong & Vermeulen, 2006), de sterke punten (Acs en Audretsch, 1990) en wat het MKB succesvol maakt (Laforet & Tann, 2006). Dit onderzoek toont aan dat effectief gebruik van UCD in de context van MKB-ers ,vereist gebruik maken van de sterktes van het MKB (bijvoorbeeld projectmatige ontwikkeling, betrokkenheid van verschillende interne belanghebbenden en bestaande relaties), door toe te voegen aan de huidige manier van werken en hen bewust te maken van de mogelijkheden die gebruikers/klanten bieden. Het resultaat van mijn onderzoek is een aanpak om het MKB te ondersteunen in het toepassen van UCD voor productinnovatie. Deze aanpak is een combinatie van een ontwerpproces dat het MKB veel gebruikt (gebaseerd op impulsen, werken met veel flexibiliteit en iteraties), samen met drie uitdagingen waar MKB-ers mee te maken hebben bij UCD (bewust worden van kansen die zich aandienen, leren toepassen van UCD methoden, en het gebruiken van UCD in de dagelijkse praktijk) en met elementen die het MKB kan gebruiken in UCD (een geëngageerde ondernemer, de ondersteuning door een UCDexpert, hoe de gebruikersinzichten in de organisatie te gebruiken). De aanpak kent verschillende leerniveaus. MKB-ers en UCD-experten kunnen zich laten informeren en inspireren door de verworven kennis uit dit onderzoek en door deze aanpak voor gebruik van UCD in het MKB om nieuwe producten te ontwikkelen die beter aansluiten op de wensen en noden van gebruikers en klanten. Onderzoeksdoelen Kennisdoel van dit project was de bestaande theorieën over ervaringsgericht leren en over UCD uit te breiden en om ze toe te passen in de context van het MKB. Volgende onderzoeksvragen werden gebruikt om dit doel te bereiken: • Wat kenmerkt de praktijk van UCD bij het MKB in vergelijking met de aanpak bij grote ondernemingen? • Welke UCD-methoden gebruikt het MKB bij activiteiten voor productinnovatie? • Welke moeilijkheden en mogelijkheden ondervinden MKB-ers wanneer ze UCD-methoden gebruiken? • • Welke UCD-methoden zijn geschikt voor het MKB? Hoe kan het MKB zijn sterktes aanwenden bij het gebruik van UCD voor productinnovatie? Het onderzoeksproject richt zich op kleine en middelgrote ondernemingen die producten voor anderen bedrijven (B2B) of voor eindgebruikers (B2C) vervaardigen. Het praktijkdoel van dit project is het MKB in staat te stellen gebruik te maken van UCD voor productinnovatie. Onderzoeksstructuur Hoofdstuk 1 leidt het onderzoeksproject in en geeft een overzicht van het proefschrift. Hoofdstuk 2 gaat in op de onderzoeksopzet. De onderzoeksvragen van dit project werden onderzocht in drie fases. Die drie onderzoeksfasen vormen de basisstructuur in dit proefschrift en komen aan bod in hoofdstukken 3 tot en met 8. De eerste fase bespreekt het huidige gebruik van UCD binnen het MKB. De tweede fase onderzoekt via cases welke UCD-methoden geschikt zijn voor toepassingen binnen het MKB. De laatste fase verkent hoe MKB-ers ondersteund kunnen worden in het toepassen van een UCD-aanpak binnen hun productinnovatie praktijk. Voor elk van de drie onderzoeksfasen, zal ik ingaan op de acties die hebben plaatsgevonden. Afbeelding 1: onderzoeksopzet: stappen genomen binnen de onderzoeksfases. Resultaten De eerste fase (hoofdstuk 3 en 4) verkent de huidige stand van UCD in kleine en middelgrote productieondernemingen door middel van gesprekken, workshops en een vragenlijst voor MKBondernemers en voor ontwerpers die bij of voor het MKB werken. Eén van de resultaten van dat onderzoek is een andere perceptie van het MKB in het kader van UCD. De bestaande literatuur ziet vaak het ondernemerschap en de sterktes van het MKB zoals hun flexibiliteit, de korte communicatielijnen, de platte organisatiestructuur en de betrokken ondernemer over het hoofd. Deze onderzoeksfase sluit af met een overzicht van vier ontwerpgerichte UCD-methoden die verder verkend zullen worden binnen projecten voor het MKB (probes, generatieve technieken, contextueel ontwerpen en design games). Immers, ontwerpers werkzaam bij of voor het MKB, gaven aan dat ze nood hebben aan methoden die de meer verborgen en latente kennis van gebruikers aan de oppervlakte kunnen krijgen. De tweede fase (hoofdstuk 5) onderzocht het gebruik van de vier besproken UCD-methoden in tien cases met kleine en middelgrote productiebedrijven. Eén van de resultaten in deze fase is het belang van de ondernemer voor de succesvolle toepassing van UCD. Wanneer een ondernemer toegewijd is en medewerkers in staat stelt om zich in te zetten voor een project, is er veel mogelijk. Een volgende conclusie is dat het eindresultaat, door gebruik van deze vier UCD methoden, veel meer opleverde dan alleen een nieuw product, een nieuwe kans op de markt of een patent. Elke case begon met het formuleren van een duidelijke ontwerpopdracht om een nieuw product te ontwikkelen maar bracht ook nieuwe inzichten aan over marketing, nieuwe diensten, toekomstvisies en strategische overwegingen voor het bedrijf. Dit toont aan dat UCD niet alleen het gebruik van een product onderzoekt, maar ook de context van dat gebruik en de gebruiker zelf in een breed perspectief plaatst. Die ‘extra’ resultaten zijn inherent aan de aard van de UCD-methoden. In het MKB zijn ook verschillende belanghebbenden binnen het bedrijf betrokken bij het ontwerpproject waardoor zij die extra kansen kunnen herkennen en benutten. Hoewel de bestaande UCD-methoden geschikt zijn voor gebruik in het bestaande productinnovatie proces, vond het MKB ze nog steeds moeilijk toe te passen. De echte uitdaging lag in het bewust worden hoe gebruikers te betrekken bij het ontwerpproces en in het leren hoe UCD eigen te maken en in de praktijk te gebruiken. In hoofdstuk 6, keer ik terug naar de literatuur om de verschillende uitdagingen uiteen te zetten die naar de voorgrond kwamen tijdens de analyse van de cases. Ik heb modellen uit de literatuur gebruikt om een aanpak te formuleren om UCD te gebruiken in het MKB en dit zowel voor medewerkers bij het MKB om hen te leren UCD te gebruiken als voor het MKB als organisatie om UCD voor productinnovatie toe te passen. De derde onderzoeksfase (hoofdstuk 7). Enkel een beschrijving van aanpak voor het gebruik van UCD zal het MKB niet in staat stellen om dat effectief in hun praktijk te gebruiken. Dit is de reden waarom de derde onderzoeksfase bekijkt hoe het proces loopt om UCD in het MKB toe te passen, en twee toolkits beschrijft die het MKB in UCD ondersteunen. Ik werkte samen met ontwerponderzoekers om hen de toolkits te laten ontwerpen; één dat ontwerpers helpt UCD te gebruiken bij MKB-ers, een tweede dat MKB-ers ondersteunt in het zelf toepassen van UCD. De toolkits bestaan uit een gestructureerde reeks van stappen die mensen een leerproces aanreikt, hen informeert over UCD en hen dat laat ervaren. Conclusie Op dit moment maakt het MKB voornamelijk gebruik van kwantitatieve marktonderzoekmethoden of meer geaccepteerde UCD-methoden zoals interviews, observatie, prototyping en bruikbaarheid. ‘Nieuwere’ UCD methoden (bijvoorbeeld op het gebied van participatory ontwerpen) zijn nog steeds erg onderbenut. Slechts zelden maakt het MKB gebruik van methoden zoals probes, storyboards en generatieve technieken. Die methoden betrekken gebruikers al vroeg in het ontwerpproces. Ze bieden het MKB nieuwe mogelijkheden voor producten en afzet en spelen in op de behoefte van het MKB om meer onderliggende behoeften van gebruikers naar de oppervlakte te halen. De nieuwere methoden helpen ook het MKB te anticiperen en te reageren op veranderingen in de samenleving. Omdat ze gebaseerd zijn op vroege gebruikersinzichten, worden gebruikers deelnemers en klanten partners. Hierdoor begrijpt het MKB de behoeften van de klanten beter en krijgt het continue feedback. Tijdens de cases werden vele nieuwere UCD-methoden zoals contextueel ontwerpen vlot toegepast door de MKB-ers. Hoewel veel van deze methoden geschikt zijn voor het MKB, vereisen sommige extra vaardigheden en ervaring waardoor het MKB ondersteuning nodig heeft bij de uitvoering van deze UCDmethoden in hun dagelijkse praktijk. Ondersteuning van het MKB moet plaatsvinden op twee niveaus: het ondersteunen van individuen in het leren van de vaardigheden om UCD-methoden te gebruiken en het ondersteunen van de organisatie om UCD op te nemen in hun manier van werken. De ondernemer is sleutelfiguur in dit proces. Als hij overtuigd is, is er een grotere mate van flexibiliteit, worden budgetten opnieuw geëvalueerd en krijgen medewerkers de tijd en de vrijheid om gebruikers bij het innovatieproces te betrekken. Ontwerpers in het MKB passen UCD-methoden over het algemeen aan naar hun eigen context met de middelen die ze beschikbaar hebben. Gebruik maken van gebruikersinformatie in het ontwerpproces en het verdiepen van deze informatie, is een noodzakelijk onderdeel van UCD. Het verdiepen is nodig om de rijkdom van de verzamelde gegevens te begrijpen. Het belangrijkste verschil tussen het MKB en grote bedrijven is dat het gemakkelijker is om verschillende interne belanghebbenden te betrekken bij werkelijke momenten van contact en in verdieping in gebruikersgegevens. In tegenstelling tot grote bedrijven is dit niet beperkt tot ontwerpers en gebruikersonderzoekers. Gedurende mijn onderzoek waren de marketing managers, vertegenwoordigers en de ondernemer vaak aanwezig. Vanwege de platte hiërarchische natuur in het MKB en de informele verdeling van taken en verantwoordelijkheden, kunnen zo korte-termijnkansen voor het MKB gemakkelijk worden geïdentificeerd tijdens overlegmomenten. Het doel van dit onderzoek was om beter te begrijpen hoe het MKB ondersteund kan worden om gebruikers te betrekken bij productinnovatie. Het onderzoeksresultaat is gebaseerd op inzichten uit theorie en praktijk, ligt aan de basis van een aanpak om UCD in het MKB toe te passen en vormt de grondslag voor de twee toolkits. Die maken gebruik van de sterke punten van het MKB en bouwen voort op hun bestaande productinnovatie proces. Ze bieden praktische stap-voor-stap informatie voor het MKB op drie niveaus: bewust worden van mogelijkheden bij het betrekken van gebruikers en klanten, verwerven van de vaardigheden om gebruik te maken van de UCD methoden en het toepassen van UCD in de dagelijkse praktijk. Referenties: Wakeford, N. (Ed.). (2004). Innovation Through People-centered Design: Lessons from the USA; Report of a DTI Global Watch Mission, October 2004. Department of Trade and Industry. Repo, P., Heiskanen, E., & Kotro, T. (2007). Involving users in the product development of SMEs. Proceedings of The good, the bad and the unexpected: The user and the future of information and communication technologies, Moscow, Russian Federation, 23rd-25th May. Sleeswijk Visser, F. (2009). Bringing the everyday life of people into design. Delft University of Technology. Doctoral thesis. Nooteboom, B. (1994). Innovation and diffusion in small firms: theory and evidence. Small Business Economics, 6(5), 327-347. Cawood, G. (1997). Design innovation and culture in SMEs. Design Management Journal (Former Series), 8(4), 66-70. De Jong, J. P., & Vermeulen, P. A. (2006). Determinants of Product Innovation in Small Firms A Comparison Across Industries. International Small Business Journal, 24(6), 587-609. Acs, Z. J., & Audretsch, D. B. (1990). Innovation And Small Firms. The MIT Press. Laforet, S., & Tann, J. (2006). Innovative characteristics of small manufacturing firms. Journal of Small Business and Enterprise Development, 13(3), 363-380. Moultrie, J., Clarkson, P. J., & Probert, D. (2006). A tool to evaluate design performance in SMEs. International Journal of Productivity and Performance Management, 55(3/4), 184-216. Asboe, M. (2008, November). Design Anthropologists' Role in SMEs: Unveiling Aptitude and Attitude. In Ethnographic Praxis in Industry Conference Proceedings (Vol. 2008, No. 1, pp. 274-285). Blackwell Publishing Ltd. Pozzey, E., Wrigley, C., & Bucolo, S. (2012). Unpacking the opportunities for change within a family owned manufacturing SME: a design led innovation case study. In Leading Innovation through Design: Proceedings of the DMI 2012 International Research Conference (pp. 841-855). DMI.