YOUR INNER FISH 'De mens is slechts een takje aan de evolutieboom' door Marnix Verplancke ( De Morgen ) & Elmar Veerman http://noorderlicht.vpro.nl/artikelen/39695723/ " De god die de mens bedacht heeft, was echt niet intelligent : Tiktaalik, een wezen tussen vis en amfibie." Neil Shubin, een van de ontdekkers van ‘visvoeter’ Tiktaalik, is niet alleen fossielenjager, maar weet ook alles van embryo’s, anatomie en DNA. Hij schreef een boek waarin hij terugkijkt in de evolutionaire geschiedenis van de mens. Tot de tijd dat we vissen waren, en verder. De sporen zijn overal te zien. “Het idee had ik al voordat we Tiktaalik ontdekten. Ik wilde een boek schrijven over anatomie, omdat ik daarin lesgaf aan de geneeskundestudenten. De vondst kwam wel op een goed moment; daardoor kon ik nog beter laten zien wat een fossiele vis over onszelf kan vertellen.” In zijn boek toont hij overtuigend aan dat het menselijk lichaam waarmee we nu rondlopen, afstamt van een vissenlijf. En dat op zijn beurt weer van een dier zonder ruggengraat. Dat kun je onder meer zien aan de overeenkomsten tussen botten, de manier waarop embryo’s zich ontwikkelen, sommige genen die bij al die dieren sterk op elkaar lijken, enzovoorts. Shubin weet er alles van, omdat zijn onderzoeksgroep aan de Universiteit van Chicago op al die gebieden actief is. Hoe is hij eigenlijk zo’n allrounder geworden? “Ik begon als antropologiestudent, maar switchte naar biologie en paleontologie. Voor mijn promotieonderzoek maakte ik opnieuw een overstap, nu naar de embryologie. Ik bestudeerde de ontwikkeling van ledematen, waarover ik het in het boek heb. Tegelijkertijd deed ik ook veldwerk in Nova Scotia, in het hoge noorden van Canada. Dat werk heeft nooit mijn proefschrift gehaald. Maar ik ben blij dat ik het gedaan heb, want later in mijn carrière heb ik beide interesses kunnen combineren.” Vlak daarna, eind jaren tachtig, kwam de moleculaire biologie daar nog bij. Shubin: “Ja. Dat was echt een revolutie. We twijfelden er geen moment aan dat we daarin mee moesten. Dus gingen we aan de slag. Aanvankelijk mislukte alles trouwens. Pas na vier of vijf jaar kwam dat moleculaire werk van de grond.” Inmiddels gaat het goed, en zijn de onderzoekers er bijvoorbeeld in geslaagd om de ontwikkeling van een rogvleugel te veranderen door er een muizeneiwit op los te laten Maar de grote klapper bereikte de onderzoeksgroep toch door ouderwets speurwerk in de rotsen van Nova Scotia. “Ja, de ontdekking van Tiktaalik beantwoordde een hoop vragen. Bijvoorbeeld: wat was er het eerst, een nek of vingers? Dat bleek de nek te zijn. Maar er komen natuurlijk altijd nieuwe vragen voor in de plaats.” Neil Shubin (Universiteit Chicago) met een stukje van Tiktaalik. Paleontoloog Neil Shubin verraste de wereld op 31 maart 2006, toen hij, na vier jaar zoeken, de ontdekking bekendmaakte van het fossiel Tiktaalik. De tiktaalik is een vis met poten (en handen) en vormt de grote ‘missing link’ tussen vissen en viervoetige amfibieën. In ons allen zit er dus een stukje Tiktaalik. In zijn boek legt Shubin uit hoe we het verre verleden in ons skelet, ons gedrag, en diep in ons DNA kunnen herkennen. Geerdt Magiels las het boek en vertelt in Mezzo waarom u het zeker moet lezen.. --> http://www.klara.be/cm/klara/2.729/1.23857-de-vis-in-ons 'Het leuke aan wetenschap is dat je dromen haalbaar zijn", zegt Neil Shubin, paleontoloog Tien jaar geleden was het zijn droom om resten te vinden van een dier dat tussen vis en amfibie in zat. Het was immers allang bekend dat er 385.000 jaar geleden alleen vissen op aarde waren, terwijl er 20.000 jaar later amfibie챘n over het land rondkropen. Ergens tussenin moesten er dus vissen het water verlaten hebben, daarbij hun kieuwen inwisselend voor longen. Shubin wist dus wat hij zocht en waar hij het kon vinden, in het arctische deel van Canada, op Ellesmere Island, want dat is een van de weinige plaatsen op aarde waar afzettingsmateriaal van 375.000 jaar geleden aan de oppervlakte komt. In de zomer van 1999 vertrokken hij en zijn team voor de eerste keer op expeditie, maar pas vijf jaar later zouden ze het beestje bij zijn staart hebben: Tiktaalik, wat grote zoetwatervis betekent in het Inuit. "Voor mij en voor het team waarvan ik deel uitmaakte veroorzaakte de ontdekking van het fossiel een combinatie van uitzinnig geluk en enorme opluchting. Vijf jaar tevergeefs zoeken kan je immers aan het twijfelen zetten. We hadden heel wat tijd, geld en professioneel risico ge챦nvesteerd in de vondst van dit fossiel. Wanneer je dan eindelijk vindt wat je zoekt, in zulke barre omstandigheden, ontploft er iets vanbinnen." Wat de wetenschappelijke waarde van zijn vondst betreft, is Shubin echter heel wat nuchterder. "Het kan misschien raar klinken", zegt hij, "maar op dat gebied is de vondst van Tiktaalik tegelijkertijd bijzonder en absoluut onbelangrijk. Dat we nu eindelijk een fossiel hebben van een wezen dat tussen vis en amfibie in zit, is in feite irrelevant. We wisten al dat dit bestaan had, zo ongeveer al sinds Darwin. Het is fysiek bewijs, dat wel, maar dat verandert niets aan welke wetenschappelijke theorie dan ook. Stel dat we een menselijke schedel gevonden zouden hebben tussen het afzettingsmateriaal van 375.000 jaar geleden, dat zou pas opzienbarend geweest zijn, en verontrustend ook natuurlijk, want dat zou onze hele evolutieleer ondersteboven hebben gehaald. Wetenschap draait immers om voorspellingen maken die, indien we goed bezig zijn, ook uitkomen. Wanneer we iets heel anders vinden dan verwacht, hebben we een probleem. Wat echter zo bijzonder is aan Tiktaalik, is de uitzonderlijke kwaliteit van het fossiel. Zo heeft het dier schubben en vinnen, wat duidelijk op een vis wijst, maar ook een platte kop met de ogen bovenaan, en een hals, wat het duidelijk onderscheidt van een vis. Het heeft ook een humerus, een extra botje aan de basis van de vin, dat afwezig is bij vissen, maar wel voorkomt bij landdieren." Waarom had Tiktaalik eigenlijk van die stevige voorpoten? Niet om later een landdier te worden. Evolutie kijkt nooit vooruit. “Nee, inderdaad. Hetzelfde geldt voor het vermogen om lucht te ademen. Dat was er al eerder. En ook in de vissen van nu zie je dat. Vissen hebben dat vermogen minstens 23 keer op verschillende manieren ontwikkeld. Longen zijn daar maar één van.” Het idee is, zegt Shubin, dat Tiktaalik zowel zijn longen als zijn voorpoten goed kon gebruiken in de moerassige omgeving waarin hij leefde, ondiep water met veel obstakels erin. Door rotting van plantenmateriaal kon het water soms erg weinig zuurstof bevatten, en dan was luchtademhaling een handig alternatief. Stevige voorpoten helpen daarbij, want daarmee kon het beest zich opdrukken tot zijn neusgaten boven het wateroppervlak uitstaken. “Het was een tijd waarin voor het eerst zoetwater bestond, met grote roofvissen erin. Stukken groter dan de drie meter die Tiktaalik kon worden. Het idee is dat je in het water groot gevaar had, en tegelijkertijd was er op land een ecosysteem zonder gewervelde dieren, dus zonder roofdieren. Terwijl daar wel veel te eten was: allerlei grote ongewervelde dieren.” Dat maakte het heel voordelig om zo nu en dan het land op te gaan. En zo ontstonden de amfibie챘n, waaruit veel later ook de mens ontstond. Is Tiktaalik dus een voorvader van ons? Nee, hoogstwaarschijnlijk niet, antwoordt Shubin. “Meer een neef. Hij heeft namelijk ver uitstekende ribben, en… nou ja, er zijn een paar unieke kenmerken die erop wijzen dat dit dier niet in onze stamboom thuishoort. Maar hij was directe familie " Het is fascinerend hoe u uit een hoop botten iets te weten kunt komen over het lichaam van een dier, over de spiermassa bijvoorbeeld. "De negentiende-eeuwse Franse anatoom Georges Cuvier zei ooit dat hij aan de hand van een enkele tand een heel skelet kon reconstrueren. Dat was een beetje overdreven natuurlijk, maar uit een stel beenderen kunnen we inderdaad heel wat met zekerheid afleiden. Kijk bijvoorbeeld naar de kieuwbeentjes van Tiktaalik, die de kieuwen ondersteunen, Tiktaalik had er acht. Maar we weten ook dat het dier longen had. Wat we ook hebben kunnen afleiden is dat Tiktaalik het bij alle vissen voorkomende been dat ervoor zorgt dat de kieuwen afgesloten kunnen worden niet meer had. Het been dient onder meer om een stroming door de kieuwen op te wekken. Hieruit kunnen we dus afleiden dat Tiktaalik niet ademde als een vis. Hij gebruikte andere 'pompen', en wel die van een amfibie. Een kikker pompt lucht in zijn longen via zijn mond. Hij gebruikt zijn kaken als 'pomp'. Wanneer ik naar de vinbeenderen kijk, kan ik met zekerheid zeggen dat Tiktaalik zich op zijn vinnen kon oprichten. Dat weet ik uit de structuur van de gewrichten, hoe het ene been in het andere past en hoe het daardoor kan bewegen. Uit de vorm van de beenderen en de dikte ervan kan ik ook afleiden hoe sterk de spieren geweest moeten zijn die eraan vastzaten." De vis in ons gaat echter niet alleen over Tiktaalik, maar ook over de mens. Die blijkt restanten van de biologische evolutie met zich te dragen, zaken die hij gemeen heeft met eencelligen en vissen bijvoorbeeld. Het primaire feit dat we een lichaam hebben, kan niet zonder die eencelligen verklaard worden. "Wat is een lichaam? Een biljoen cellen die samenwerken om een organisme te vormen. De manier waarop ze dat doen, is door te interageren. Ze communiceren door middel van moleculen op hun oppervlak en ontwikkelen specifieke eigenschappen waardoor ze huid, been of oog worden. Deze moleculaire gereedschappen zijn in feite heel oud. We zien al versies ervan bij eencelligen. Het gereedschapskistje was er dus al lang, het enige wat ontbrak was een trigger om het te activeren. De invloed van predatie - het ene beest dat het andere opeet lijkt heel sterk geweest te zijn in dit verband. Wanneer je in een wereld leeft die op predatie drijft, kun je een paar strategie챘n volgen: je kunt groot worden, je kunt bewapening ontwikkelen of je kunt op de loop gaan. De meeste dieren kozen voor een combinatie van deze drie. Momenteel denken we dat er verschillende factoren doorslaggevend geweest zijn bij het ontstaan van lichamen, predatie dus, maar ook de toename van zuurstof in de lucht." Over de soorten heen blijken er heel wat gelijkenispunten te bestaan. "De meeste daarvan liggen nogal voor de hand. Mijn opperarmbeen lijkt bijvoorbeeld veel op dat van een vis, maar er zijn ook andere, minder eenvoudige gelijkenissen. Zo blijken tanden, borstklieren, veren en haren allemaal ontstaan te zijn uit de interacties tussen verschillende huidlagen. Er ligt dus eenzelfde recept aan ten grondslag, waarbij cellen interageren met genen om een nieuw orgaan te vormen. Tanden waren daar de eerste manifestatie van. Zij maakten de rest mogelijk. De evolutie leidt dus niet enkel tot nieuwe structuren, maar ook tot nieuwe machinerie die die structuren daarna vormgeeft." En bepaalde structuren kunnen opeens een heel andere functie krijgen. "Het fascinerendste voorbeeld daarvan gaat wellicht over hamer en aambeeld in ons oor, die afstammen van een bot uit het kaakgewricht van vissen. Dat bot werd steeds kleiner en werd ge챦ntegreerd in het oor. Het interessante is dat je deze evolutie kunt volgen in fossielen, embryo's en DNA." De hedendaagse paleontoloog is dus niet langer een man in stofjas met een hamer, een beitel en een borsteltje in zijn zak? "Nee, het bewijsmateriaal om evolutionaire verwantschap tussen verschillende wezens te bepalen bestaat vandaag uit een mengeling van fossielen, embryo's, anatomie, DNA en mechanica. Paleontologen moeten dus thuis zijn op verschillende terreinen, maar zo zit de wetenschap nu eenmaal in elkaar. Het knappe aan Darwin was dat hij zich net zo thuis voelde in de studie van koraalriffen als in die van de duivenkweek. Hij zag perfect hoe verschillende wetenschapsgebieden in elkaar pasten. Lang voor het mode werd, werkte de man al multidisciplinair. Mijn veldwerk is wel degelijk nog steeds met een borsteltje. Ik zet mijn tentje op ergens waar het onherbergzaam is en er fossielen aan de oppervlakte komen en ik begin gewoon te zoeken. Ik heb pinnetjes en naaldjes, hamertjes en beiteltjes, en een jachtgeweer op mijn rug voor het geval ik in de smaak zou vallen bij een ijsbeer. Eens terug thuis in mijn labo komt de genetica erbij." Traditioneel zien wij de mens als de culminatie van de evolutie. Kijk eens hoe slim we zijn en hoe goed we overleven. Zoals u ons beschrijft zijn we eerder de zeventiende Windows-upgrade die de ballast van de zestien vorige versies met zich meezeult en daardoor steeds vaker faalt. "Ja, en wat je er ook aan verandert, het blijft Windows. Je zult er nooit Macintosh Leopard van maken. We dragen inderdaad de geschiedenis van ons ontstaan in ons mee. We zijn niet meer dan een tak van de evolutionaire boom, net zoals al het andere wat vandaag leeft, en dat heeft zo zijn nadelen. Dat mannen bijvoorbeeld veel makkelijker dan vrouwen een hernia ontwikkelen ter hoogte van de lies komt doordat wij van vissen afstammen. Snij een haaienlichaam open en je zult de testikels naast het hart vinden. In een menselijk embryo ontstaan ze ook op die plaats, maar tijdens de ontwikkeling dalen ze af, zodat ze buiten het lichaam terechtkomen waar ze indien nodig afkoeling kunnen vinden, wat beter is voor de overleving van de spermacellen. Die afdaling zorgt er echter voor dat er een holte in het buikvlies ontstaat die bij overdreven inspanning kan scheuren, waardoor de darmen erdoor ontsnappen, wat we een liesbreuk noemen. Vrouwen hebben zo'n holte niet. Wanneer je iets van de evolutionaire geschiedenis van de mens kent, blijken heel wat onbegrijpelijke zaken opeens heel logisch te zijn. Neem nu de zaadleider. Die maakt op weg van de testikels naar de penis een grote lus om het schaambeen heen, wat helemaal niet nodig is. Er is een veel kortere weg denkbaar, maar precies doordat het scrotum ingedaald is door het buikvlies maakt de zaadleider die omweg." We worden er dus niet beter op? "Alleen maar slechter. Er zijn zelfs kinderen die met een hernia geboren worden doordat tijdens de ontwikkeling van het embryo een deel van de darmen mee migreert met het scrotum, of doordat het buikvlies zich nadien niet volledig sluit. Er zijn zelfs jongens die met half gemigreerde testikels geboren worden, waardoor die ergens halverwege hun lichaam zitten. Kom dus niet af met het intelligent design van de mens. De god die dit wezen bedacht heeft, was echt niet intelligent." Neil Shubin/De vis in ons Oorspronkelijke titel: Your Inner Fish. A Journey Into the 3.5-billion-year History of the Human Body Vertaald door Mark van Nieuwstadt Nieuw Amsterdam, Amsterdam, 256 p., Het tiktaalik verhaal en de uiteenzettingen in uw boek gelooft natuurlijk niet iedereen. Zeker niet in de Verenigde Staten. Van alle Amerikanen gelooft 40 procent niet in evolutie, waaronder de president. Heeft Shubin zijn boek ook geschreven om deze mensen het licht te laten zien? “Voor mij was dat minder belangrijk. Het gaat mij om iets meer fundamenteels, iets dat bij elke publieke discussie over wetenschap komt kijken. Ik geloof niet dat het brede publiek altijd begrijpt wat wetenschappers doen, wat we proberen te bereiken, hoe we te werk gaan om onze doelen te bereiken.En dat is wat ik wil laten zien in dit boek. Niet alleen het bewijs dat we vinden, maar ook hoe we daaraan komen. We halen niet zomaar iets uit een boek. We trekken erop uit, en we doen voorspellingen en we zoeken daar bewijs bij. En ik wil ook laten zien waarom we dat doen. Ik doe het omdat het zo leuk is. Ik vind het heerlijk om een wetenschapper te zijn, en dat wil ik graag overbrengen.” De Morgen / Publicatiedatum : 2008-07-09 Vissen op het droge (1) Tekeningen Allen Carroll Gebaseerd op het boek “De vis in ons “ door Neil Shubin (http://experts.uchicago.edu/e xperts.php?id=206) 짤 2008,. professor aan de univ van Chicago, Bron : http://magazine.uchicago.edu/08 12/features/fish_out_of_water.sh tml Ingewandsbreuken,( liesbreuken ) de hik-reflex (1) , apneu en —gesnurk … Na 3,5 miljard jaar, speelt het evolutionair verleden van het menselijk lichaam ___en van onze gezondheid ___ons nog steeds parten E챕n van mijn collega's van de chirurgieafdeling , behandelde ooit mijn tot de grote van een pompelmoes opgezwollen knie ;hij draaide en boog de pijnlijke knie om te onderzoeken of 챕챕n van de ligamenten of de kraakbeenstootkussens binnenin onder spanning stond of gescheurd was. Vervolgens werd een MRI-scan gemaakt : de uiteindelijke diagnose stelde een gescheurde meniscus vast : het waarschijnlijke slijtage -resultaat van o.a. mijn vele veldonderzoeken als paleontoloog oftewel het 25 jaar klauteren , beladen met een rugzak vol stenen , over rotsen en keien in ruig terrein. Een slijtage kwetsuur aan ( of een overbelaste ) knie( bijvoorbeeld bij sportmensen ) is bijna altijd te wijten aan verwondingen van de midden-meniscus, het midden collaterale ligament, of het kruisvormige ligament:. De vele verwondingen aan deze drie belangrijke onderdelen van de menselijke knie zijn zo courant dat dit trio , onder artsen “ het Ongelukkig Drietal “ wordt genoemd . Het zijn duidelijk bewijsstukken voor de zware onvolmaaktheden die het gevolg zijn van onze afstamming van verre “vissen”- voorouders : mankementen die nog steeds aanwezig zijn in onze lichaamsbouw : vissen (die tot de tetrapoden hebben geleid ), liepen niet rechtop rond op twee achterpoten …. vandaar De Knie is een complex gewricht http://www.fysio-groningen.nl/artikelen.asp?artikel_id=12 Vroeger werden haast alle band- en meniscusletsels onder de noemer voetbalknie bijeengebracht. Door de verbeterde diagnostische mogelijkheden is het nu gelukkig mogelijk een betere scheiding aan te brengen tussen de aangedane structuren. Over het algemeen wordt met de aanduiding voetbalknie een meniscusletsel bedoeld, waarbij de patient in eerste instantie te maken heeft met pijn, zwelling en soms ook een bewegingsbeperking. Het woord meniscus komt uit het Grieks en betekent zoveel als kleine maan. De naam is afgeleid van de vorm die de meniscus heeft. Deze is enigszins sikkelvormig, zoals bij wassende of afnemende maan. De meniscus (mensci in het meervoud) ligt als het ware boven op het scheenbeen (tibia), en daarbovenop rust het dijbeen (femur). Zie figuur 1 en figuur 2. (In figuur 2 staat de knie in een gebogen stand.) De mediale (binnen) meniscus heeft aan de voor- en achterzijde 챕n in het midden een bevestigingspunt. De laterale (buiten) meniscus heeft alleen aan de voor- en achterzijde een bevestigingspunt. Dit betekent dat de binnenmeniscus minder mogelijkheden heeft om te bewegen, en daardoor eerder overbelast, en dus beschadigd, wordt. Figuur 3 is een bovenaanzicht van het rechter onderbeen. In deze figuur zijn de bevestigingspunten van de menisci met een * aangegeven. Functie De menisci zorgen ervoor dat de gewrichtsvlakken van het dijbeen en het scheenbeen, die mechanisch gezien eigenlijk slecht op elkaar passen, toch goed op elkaar aansluiten en dit ook tijdens het bewegen van de knie blijven doen. Verder spelen ze een rol bij de stabiliteit, de schokdemping en verdeling van de krachten die op het kniegewricht inwerken. Circa 55% van alle krachten tijdens lopen of rennen wordt via de menisci doorgegeven. Ook de kruisbanden spelen bij de functie en de stabiliteit van de knie een grote rol. Meniscus letsel Over het algemeen zijn er twee groepen letsel te onderscheiden. Ten eerste het meniscusletsel als gevolg van ouderdom, en ten tweede het meniscusletsel als gevolg van een (sport)ongeval. Met het ouder worden neemt de elasticiteit van de meniscus af en wordt deze harder en brozer. Het gevolg kan zijn dat er onder belasting kleine barstjes in de meniscus komen en er uiteindelijk een degeneratieve- scheur ontstaat. In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht is de oorzaak van een ongeval- letsel meestal niet gelegen in een botsing, of een ongelukkige val. De typische oorzaak voor een meniscus scheur is een beweging waarbij het onderbeen stil blijft staan, de knie over het algemeen gebogen is, en waarbij dan de rest van het lichaam draait. Een typische beweging die we bijvoorbeeld veel zien bij sporten met schijnbewegingen en snelle stops met korte draaiingen. Dit verklaart ook gelijk waarom we meniscusletsels vaak zien bij sporten als (zaal)voetbal, basketbal, hockey, rugby en American football. Vaak zien we dat meniscusletsel voorkomt in combinatie met letsel van andere banden en/of het kniekapsel. Vroeger werd aangenomen dat de meniscus helemaal niet doorbloed werd, maar inmiddels weten we dat er zich wel degelijk kleine bloedvaatjes in de meniscus bevinden. Dit geldt met name voor het buitenste 1/3 deel de meniscus. De meniscus is dus relatief slecht doorbloed. Dat betekent dat kleine scheurtjes, en iets grotere scheurtjes -mits ze zich in het buitenste 1/3 deel bevinden- nog wel een goede kans hebben om spontaan weer te genezen. Over het algemeen duurt het herstel dan circa 6 weken. Bevindt de scheur zich echter (ook) in het overige deel van de meniscus, of is het een grotere scheur, dan zal dat bijna altijd betekenen dat er operatief moet worden ingegrepen. De meniscus kan op verschillende manieren scheuren, waarbij er verschillende typen zijn te onderscheiden. Zie figuur 4. Symptomen De symptomen die optreden bij een meniscusletsel kunnen per persoon sterk verschillen, maar over het algemeen zullen we de volgende verschijnselen, al of niet in combinatie met elkaar, kunnen waarnemen. pijn. (een gevoel van) instabiliteit, het "er doorheen zakken". het voelen "klikken" of "ploppen" in de knie. het "op slot zitten" van de knie. het volledig buigen en/of strekken van de knie is niet, of alleen met pijn, mogelijk. zwelling. Het op slot zitten van de knie wordt veroorzaakt doordat het loszittende deel van de meniscus zich verplaatst en als het ware in het gewricht klem komt te zitten tussen het dijbeen en het scheenbeen. Het voorzichtig bewegen van het been onder lichte tractie wil deze inklemming nog wel eens verhelpen. Het meniscusletsel op basis van "ouderdom" (degeneratie) kenmerkt zich vaak door een patroon van langzaam, in de tijd toenemende, pijn. Het heeft een meer chronisch karakter. Daarbij is er vaak geen aanwijsbare oorzaak voor de pijn en/of de zwelling. Het meniscusletsel op basis van een sportletsel kenmerkt zich veel eerder door een acuut ontstane situatie, waarbij de sporter vaak in staat is het moment van het letsel exact aan te geven. Vissen op het droge (2) Mensen zijn een uitzonderlijke combinatie van anatomische (en andere meer” nobele” ) eigenschappen —maar om te kunnen spreken , denken, begrijpen, en rechtop te lopen op twee benen moet een prijs betaald worden . Dit is een onvermijdelijk gevolg van ons verleden . ANALOGON Neem nu bijvoorbeeld de ontwikkeling van de volkswagen ….In 1933 droeg de Duitse regering , Dr. Ferdinand Porsche op om een goedkope auto te ontwikkelen die een gallon brandstof verbruikte per 40 mijl" en een betrouwbare vorm van vervoer kon leveren aan de doorsnee Duitse familie. Het resultaat was de beroemde ouderwetse VW kever . Natuurlijk bezat die wagen toch enige serieuse beperkingen ( onder meer erg weinig plaatsruimte) en men heeft tot voor kort getracht daar een mouw aan te passen ….Maar de technologische vooruitgang en vernieuwingen kunnen slechts een bepaald aantal verbeterende aanpassingen uitvoeren vooraleer er zich belangrijke problemen voordoen en het bepaalde uitgangs auto-concept zijn grens bereikt. Bekijk de afbeelding op ware grootte. In menig opzicht, is de afstamming vis ==> mens ,gelijkaardig aan het vw-kever voorbeeld. Neem het lichaamsplan van een vis, verander het in een zoogdier, zet dat zoogdier vervolgens rechtop tot het op twee benen rond loopt , spreekt en geef het een in de nu vrij gekomen voorpoten een ongeloofelijke fijnregeling in zijn vijf vingers —en u heeft ook een volmaakt recept dat voor problemen moet zorgen . Wij kunnen een vis niet ombouwen zonder een prijs te betalen. _____En in een volkomen intelligent ontworpen wereld—zonder geschiedenis—zouden wij niet aan bloedspeen of aan kanker moeten lijden. Nergens is deze geschiedenis meer zichtbaar dan in de diverse omwegen, de sluipwegeltjes en omleidingen van onze slagaders, zenuwen, en aders. Volg sommige zenuwen en je vind de vreemdste fantasietjes rondom andere organen ; blijkbaar gaan die bedradingen en leidingen verder in 챕챕n richting( en schijnbaar doelmatig ) maar op de een of andere onverwachte plaats gaan ze onaangekondigd af draaien of eindigen zomaar in een cul –de-sac . Die omwegen en verspillende rude -goldberg-ontwerpen zijn fascinerde producten van ons verleden die___ zoals wij verderop zullen zien___vaak problemen veroorzaken : van hikken tot en met ingewandsbreuken en knopingen . Dit is slechts 챕챕n manier waarop ons verleden werkt als een boomerang die ons zwaar komt teisteren. Onze oudste geschiedenis werd succesvol gesleten ___ gedurende vele tijdperken ___ in oude oceanen, kleine stromen, en op de savannahs: maar niet in bureaugebouwen, op skihellingen, en/of tenniscourts . Wij werden ook niet “ontworpen” om ouder dan 80 te worden , om dagelijks tien uur voor een computer te zitten , om koekjes en chips te eten , noch werden we ontwikkeld om voetbal te spelen. Dit maakt dat onze evolutionair verworven eigenschappen (=aanpassingen aan overwonnen dreigingen uit het verleden ) en onze huidige menselijke bezigheden , behoeften (en daarbij horend andersoortig gebruik van die overge챘rfde uitrusting ),op bepaalde voorspelbare manieren onze fysieke uitrusting zullen doen uiteenvallen of “tegenatuurlijk” verslijten en/of ruineren Vrijwel elke ziekte die wij krijgen , heeft 챕챕n of andere historische component. De volgende voorbeelden weerspiegelen de verschillende doorlopen afstammingsgeschiedenis van het leven ….met onszelf als voorlopig eindresultaat dat erover kan nadenken en het geheel hoopt teontrafelen —van oude mensen, naar amfibieen en vissen, en uiteindelijk eindigend bij microben—allemaal tussenstappen die ons vandaag nog met hun erfenis komen pesten . Elk van deze voorbeelden toont aan dat wij niet rationeel werden ontworpen maar dat we producten zijn van een ingewikkelde voorgeschiedenis. I. Ons jager-verzamelaar verleden is de oorzaak van zwaarlijvigheid ( Obesitas ), hartkwalen , diabetes. en bloedspeen /(Aambei ). Tijdens onze geschiedenis als vissen waren wij actieve roofdieren in oude oceanen en stromen. Tijdens ons recenter verleden als respectievelijk amfibieen, reptielen, en zoogdieren, waren wij actieve schepselen die op alles jaagden . Onlangs nog , als primaten, waren wij actieve in bomen -levende dieren, die zich met vruchten en bladeren gingen voeden. De vroege mensen waren actieve jagerverzamelaars en, uiteindelijk, landbouwers. Het woordje “actief “ is altijd al in dat alles de rode draad geweest….. Het slechte nieuws is dat de meesten onder ons, een groot gedeelte van de dag non-actief besteden. Ik zit op dit eigenste ogenblik op mijn kont deze tekst uit te typen , en een aantal onder u leest in hun luie zetel gezeten wat ik al heb geschreven Onze vis-tot – vroege-mens voorgeschiedenis bereidde ons op geen enkele manier voor op deze nieuwe levensstijl . Deze botsing tussen heden en verleden eist zijn tol en zet zijn handtekening onder veel van de kwalen van het moderne leven Vissen op het droge (3) Wat zijn tegenwoordig de belangrijke doodsoorzaken ? (Levensverwachting) Vier van de meest voorkomende tien oorzaken:—hartkwalen , diabetes, zwaarlijvigheid, en beroerten —hebben één of andere soort van genetische basis en, waarschijnlijk ook een historische oorsprong . Veel van de moeilijkheden zijn bijna zeker toe te schrijven aan een lichaam dat door en voor een actief dier werd ontwikkeld, maar de bijhorende levensstijl heeft verlaten In 1962 besprak de antropoloog James V. Neel dit begrip vanuit het perspectief van ons dieet. Hij formuleerde de zogenaamde “ tricky genotype hypothesis “ Neel stelde voor dat onze menselijke voorvaderen aan een bestaan van uit –de- boom-gevallen apen, werden aangepast : vervolgens zouden de vroege jager-verzamelaars , steeds terugkerende periodes van overvloed aan prooien en succesvolle jachtcampagnes ,hebben gekend …waarbij deze dagen van overvloed werden onderbroken door periodes van voedselschaarste waarbij dan onze voorvaderen aanzienlijk minder te eten kregen Neel stelde in zijn hypothese dat deze cyclus van feesten en hongersnoden een erfenis(onder de vorm van “beschavingsziekten“)in onze genen heeft nagelaten . Hoofdzakelijk, ontwikkelden onze voorvaderen’ de lichamelijke ( en later ook culturele ) middelen om tijdens seizoenen van overvloed energie-voorraden op te slaan en die te bewaren om tijdens periodes van hongersnood te verbruiken. In deze context, wordt lichamelijke opslag van vetreserves zeer nuttig. De energie in het voedsel dat wij eten wordt evenredig verdeeld zodat een deel ervan tijdens onze activiteiten wordt verbrand , terwijl het niet verbrande voedsel wordt opgeslagen in vetten en opgespaard voor tijden van schaarste …. Die verdeling werkt goed in de wereld van een actieve landaap , maar het faalt jammerlijk in een milieu waar rijk voedsel permanent(=cultureel) beschikbaar is…. Zwaarlijvigheid en de bijbehorende leeftijdsgebonden —diabetes, hoge bloeddruk , de hart en vaatziekten —worden de heersende miserabele stand van zaken . De” verraderlijke - genotype” hypothese zou ook kunnen verklaren waarom wij van vettig voedsel houden. Vetten zijn energetisch hoogwaardig en hebben in het verleden verschillende voordelen gehad Onze sedentaire levensstijl be챦nvloedt ons op nefaste wijze , omdat ons vaatstelsel oorspronkelijk in actievere dieren aanwezig was en verder ontwikkelde . Omdat slagaders dichter bij de hart- pomp liggen , is de bloeddruk daar veel hoger dan in de aders. Dit kan een probleem vormen … het bloed moet vanuit onze voeten terug naar ons hart worden gepompt. Het bloed moet omhoog worden gestuwd doorheen de aders van onze benen en zo verder naar onze buik en borstkas …tegen de zwaartekracht in omhoog . Als het bloed onder te lage druk staat , kan het niet omhoog . Gelukkig bezitten we twee inrichtingen die het bloed helpen zich toch omhoog te verplaatsen De eerste oplossing bestaat uit kleine spierweefsel-klepjes in het vatenstelsel die het bloed toelaten zich omhoog te bewegen, maar het terug naar omlaag stromen verhinderen . Het andere mechanisme zijn onze beenspieren. Wanneer wij rondlopen trekken ze samen en helpen ze om het bloed omhoog te pompen in onze beenaders. De unidirectionele klepjes en de pompende been-spieren laten ons bloed toe om vanuit de voeten tot aan de romp te klimmen. Dit systeem werkt perfect in een actief dier, dat zijn benen gebruikt om te lopen en te springen. Het werkt niet goed in een meer sedentair schepsel. Als de benen niet veel worden gebruikt, zullen de spieren het bloed niet omhoog pompen in de aders . De problemen kunnen zich verder ontwikkelen door de vorming van stagnerend bloed in de aders, die op hun beurt het werk van de klepjes teniet doen . Dit is precies wat er bij spataders / trombosebeen Diep-veneuze trombose/ flebitis gebeurt. Aangezien de klepjes het opgeven , vormen er zich bloed-ophopingen in de aders: De aders worden groter , zwellen en vormen dikke kronkels in en op onze benen. Onnodig te zeggen, dat de ontregelingen in de aders ook echte pijnen kunnen veroorzaken . Vrachtwagenchauffeurs en anderen die voor lange tijd moeten zitten , zullen bijzonder gevoelig worden voor speen , een van de andere kosten die het sedentair leven met zich meebrengt . Tijdens lange zituren,vormen er zich in de aders en de ruimte rond het rectum , eveneens bloed-ophopingen . Deze bloed-ophopingen vormen hemorrhoiden —een onplezierige herinnering aan het feit wij niet zijn gebouwd om, lang op ( in het bijzonder )zachte oppervlakten te zitten….. Rust ,roest II. Het primaten –verleden Taal en onze motorische spreekvaardigheid hebben eveneens een duur prijskaartje : verstikkingsrisico’s en slaap-apneu staan hoog op de lijst van problemen waarmee wij nillens willens moeten leven ten gevolge van het bezit van de specifieke communicatie-apparatuur Wij maken o.m.door bewegingen met onze tong ___ en door het strottenhoofd en de diepe inwendige keel te sturen,____ spreekgeluiden,. Dat werd allemaal mogelijk door vrij eenvoudige wijzigingen van het basisontwerp van een zoogdier of een reptiel. Het menselijke strottehoofd ontwikkeld zich uit de kraakbeenderen van de kieuwboog, die aan de kieuwspleten beantwoorden van een haai of een vis. De diepe keel, die begint bij de laatste kies en tot net boven de stemspleet , heeft flexibele wanden die kunnen vernauwen of zich verbreden . Wij maken spreekgeluiden door onze tong te bewegen, door de vorm van onze mond te veranderen, en door een aantal spieren te activeren die de flexibiliteit van de keelwanden controleren. Apneu ( in het bijzonder slaapapneu ) is een potentieel gevaarlijk gevolg van onze spraak- capaciteit . Tijdens de slaap, ontspannen de spieren van keelholte en strottenhoofd . Bij de meeste mensen, geeft dit geen probleem, maar de lucht- doorgang kan te nauw worden door de zich ontspannende en vernauwende keelholte zodat een vrij lange tijd zonder adem(of bemoeilijkte ademhaling ) kan onstaan . Dit levert een hoog risico op voor (in het bijzonder dikke) mensen met hartklachten . De flexibiliteit van onze keel, zo nuttig bij het spreken, maakt ons voor een vorm van slaap-apneu vatbaar die uit deze bijzondere anatomische inrichting voortvloeit . Een ander nadeel van dit ontwerp : Achteraan onze mondholte beginnen zowel de luchtpijp ( waardoor wij ademen) als onze slokdarm, zodat wij dezelfde infrastrucuur moeten gebruiken om te slikken, te ademen en te spreken . Deze drie functies kunnen in conflict raken ( bijvoorbeeld, wanneer een stuk voedsel in de luhtpijp belandt… het verslikken ) Vissen op het droge (4) III . Hikken en kikkervisjes Dit ongemak heeft zijn wortels in onze voor- geschiedenis die wij met vissen en kikkervisjes delen . Het is een magere troost te weten dat we deze ellende met veel andere zoogdieren gemeenschappelijk hebben . Katten kunnen aan het hikken worden gebracht door een elektro-impuls te sturen naar een klein gebied in de hersenenstam. Dit gebied van de hersenenstam wordt verondersteld het centrum te zijn dat de ingewikkelde reflex controleert die wij “de hik” noemen .. De hik- reflex (?) (1)is een gestereotypeerde reflexboog die een aantal spieren in ons lichaamsweefsel, diafragma, hals, en keel mobiliseert Een stimulans in 챕챕n of twee van de belangrijkste zenuwen die de ademhaling controleren, veroorzaakt deze spier-contracties . Dit resulteert in een zeer ritmisch inhaleren van lucht. Ongeveer elke 35 milliseconden, sluit een weefselklep in de glottis de bovenkant van onze luchtpijp af (=de huig ) .Het snelle inhaleren die op elke ritmische afsluiting van de luchtpijp volgt veroorzaakt de “hik.”….en hyperventilatie .Wij ervaren zelden slechts één enkele hikopstoot . Stop de eerste vijf tot tien hiks , en u hebt een redelijke kans om de hikaanval totaal te be챘indigen. Mis je dat, dan kan de hik-beurt voortduren ( gemiddelde ongeveer 60 hiks ). Het inhaleren van kooldioxide (= de klassieke truuk om hyperventilatie tegen te gaan = is in een papieren zak ademen) en het wijder maken van de keelholte (=diep ademhalen en vervolgens de adem inhouden ) kunnen de hik in een vroeg stadium be챘indigen. Maar dat lukt niet bij iedereen . Sommige gevallen van pathologisch hikken kunnen zelfs uiterst lang doorgaan . De Langste bekende ononderbroken hikaanval , duurde van 1922 t/m 1990. De tendens om deze hiksessies te ontwikkelen is een ander erfstuk uit ons verleden… Twee relevante zaken komen daarbij in focus ;Het eerste gaat over de oorzaak die de “vurende” zenuw veroorzaakt en de hikreflex triggert. De tweede gaat over datgene wat de distinctieve hik (= het abrupte en ritmische afsluiten van het inademen en de glottis )controleert. De zenuwpuls is een gevolg van onze vissen-antecedenten , terwijl de hikreflex een erfenis is van de afstamming die wij met dieren als kikkervisjes delen . Onze hersenen kunnen zonder enige bewuste inspanning , onze ademhaling controleren. Het grootste deel van het werk vindt in de hersenenstam plaats, op de grens tussen de hersenen en het ruggemerg. De hersenenstam verzendt zenuwimpulsen naar onze belangrijkste ademhalingsspieren. De ademhaling gebeurt volgens een vast een patroon. Spieren van de borst, het diafragma, en de keel worden geactiveerd (volgens) in een duidelijk omlijnde (volg)orde. Dit deel van de hersenenstam is daarom bekend geraakt als de “centrale patroongenerator.” Dit gebied kan ritmische patronen van zenuwimpulsen en, bijgevolg, spieractivering veroorzaken. Een aantal dergelijke generators in ons hersenen en ruggemerg controleren ook ander ritmisch gedrag, zoals slikken en lopen. Het probleem is dat deze stuurkringen in de hersenenstam oorspronkelijk de ademhaling bij vissen controleerden; het is bij zoogdieren een soort kunst en vliegwerk oplossing geworden .Haaien en beenvissen allen hebbenallemaal een genied in de hersenenstam die het ritmische afvuren van spieren in de keel en rond de kieuwen regelt. De zenuwen die deze gebieden controleren komen allen in een duidelijk omlijnd gedeelte van de hersenenstam voor. Wij kunnen deze zenuwregeling in een aantal van de meest primitieve vissen in het fossiele verslag zelfs waarnemen . Oude ostracodermii, (meer dan 400 miljoen jaar,) tonen afgietsels van de hersenen en de schedelzenuwen. Enkele extante vissen, vertonen duidelijk de connecties tussen de hersenstam en deze ( de ademhaling controlerende)ingebedde banen van schedelzenuwen. Dit werk erg goed bij vissen, maar is een ineengeknutselde sloddervos-oplossing bij zoogdieren. Bij vissen moeten de zenuw-leidingen , die de ademhaling controleren , geen grote afstanden tussen hersenenstam en spieren overbruggen . De kieuwen en de keel zitten over het algemeen rond om dit gebied van de hersenen. Zoogdieren hebben een probleem. Onze ademhaling wordt gecontroleerd door spieren in onze borstkas en door het middenrif (diafragma,) , de spieren op de grens van borst en buik .. De zenuwen die het diafragma controleren liggen verder weg van onze hersenen dan bij de vissen , en ze verlaten de omgeving van de hersenenstam dichtbij onze hals. Deze zenuwen, de nervus vagus en de phrenic zenuw, breiden zich van de basis van de schedel uit en reizen verder door de borstholte om het diafragma en de gedeelten van de borst te bereiken die de ademhaling controleren. Dit ingewikkelde pad moet wel problemen veroorzaken ; een rationeel ontwerp zou zenuw-leidingen gebruiken die niet vanuit de hals ,maar van ergens dichtbij het diafragma ,vertrekken . Om het even wat ,kan die lange zenuwbanen blokkeren of biedt een grotere kans op toevallige zenuw-pulsen …Jammer genoeg Zijn de knutselarijen rond deze zenuwen al een product van ons visverleden , dan is het gehik ( de (soms)ritmisch sluitende huig en een vorm van hyperventilatie ) zelf waarschijnlijk het resultaat van ons amfibie챘n-verleden . De hik is een uniek ademhalingsgedrag in die zin dat een abrupte opname van lucht door een afsluiting van de glottis wordt gevolgd. De hik-reflex schijnt door een centrale patroongenerator in de hersenenstam te worden gecontroleerd: Elektroimpulsen in dit herstamgebied bevorderen het hikken…. dat toont aan dat de hik-reflex door een centrale patroongenerator worden gecontroleerd, aangezien___ zoals bij ander ritmisch gedrag___een typische opeenvolging van gebeurtenissen tijdens een hikaanval plaats grijpt . Het blijkt dat de patroongenerator verantwoordelijk voor de hik-reflex vrijwel identiek is aan de homologe gebieden in de hersenstam van amfibie챘n-larven ;de kikkervisjes die zowel kieuwen als (later in de metamorphosis ) longen gebruiken bij de ademhaling . verder ontwikkelde kikkervisjes gebruiken deze patroongenerator wanneer zij door kieuwen ademen, maar ze moeten tevens zorgen dat er geen water komt in de zich ontwikkelende (of reeds aanwezige) longen. Om dat te verhinderen sluiten ze de glottis(= dehuig ), het klepje dat de luchtpijp blokkeert. Het sluiten van de glottis wordtbij deze kikkervisjes gestuurd dmv een centrale patroongenerator in de hersenenstam zodat een (kieuw) inademhaling onmiddellijk wordt gevolg door het sluiten van de glottis. Zij kunnen verder met hun kieuwen ademen dankzij een noodzakelijke ,uitgebreide en functionele vorm van “hikken” De parallellen tussen onze automatische hikreflex en de automatische reguleringen en tijdige overschakelingen bij de gemengde(hybriede ) kieuw-long ademhaling van kikkervisjes zijn zo veelvuldig dat veel zoologen en fysiologen hebben geopperd dat de beide fenomenen afkomstig zijn van 챕챕n en het zelfde mechanisme . De klep( =de latere huig bij mensen ) die de ademhaling van kikkervisjes regelt , kan ___net als tijdens ons” hikken” ____door de aanwezigheid van veel kooldioxide, worden geblokkeerd. Hikkende ademhaling kan ook worden opgelost door de borstkas uit te rekken, aangezien wij “hikken” kunnen tegenhouden door diep in te ademen en vervolgens onze adem in te houden. Een andere manier is het langzaam opdrinken van een glas… water = juist , zoals een vis in het water … Vissen op het droge (5) IV. Welke vis heeft ingewandsbreuken ? Onze aanleg voor ingewandsbreuken___ op zijn minst breuken en buikvliesscheuren dichtbij de lies: de zogenaamdeLiesbreuk ___, vloeit voort uit het “ aanpassen” en ombouwen van een vissenlichaam in een verder ontwikkelde tetrapode (zoogdier ) dat op de koop toe op zijn achterste poten is rechtgezet ... De vissen hebben gonaden die zich dicht bij de hartstreek. Bij de zoogdierenzitten de geslachtsorganen achteraan de romp tussen de achterpoten en daaraan is een ander probleem te wijten . Het is echter wel een goede zaak dat onze geslachtsdelen niet ver in onze borststreek dicht bij het hart diep liggen ingebed (alhoewel het reciteren van de Belofte van huwelijkstrouw en de ceremonie챘n er rond dan welvoor een iet wat verschillende “ervaring” zouden zorgen ). Moesten onze gonaden nog in onze borstreek zijn ingeplant)dan zouden we geen deftig nageslacht hebben kunnen produceren ( zoals dat geld bij alle zoogdieren Snij een haai aan de buikzijde open ,van mond tot staart . Het eerste wat opvalt is de enorme lever De lever van een haai is gigantisch. Sommige zoologen menen dat een grote lever tot het drijfvermogen van de haai bijdraagt. Ga je weg van de lever naar de de kop toe , dan vind je dicht bij het hart de gonaden in het “borst” gebied. Deze regeling is typisch voor de meeste vissen: de gonaden liggen meestal aan de ventrale voorkant van het lichaam Bij de meeste zoogdieren, zou een dergelijke inrichting een ramp zijn. Mensen-mannetjes produceren onophoudelijk sperma gedurende hun leven. Het sperma bevat kleine cellen die precies de juiste temperatuur-( binnen zeer nauwe marges) nodig hebben om zich te ontwikkelen en vruchtbaar te blijven . Te heet, en het sperma is misvormd; te koud, en de spermatozoiden sterven af . De mannelijke zoogdieren hebben een keurig klein stuur- apparaat om de temperatuur van de spermaaanmaak te controleren: het scrotum. Zoals wij allen weten, zitten de mannelijke teeltballen in een zakje. Aan de binnenkant van de huid van deze zak zitten spieren die het volume en de oppervlakte ( =afkoeling ) ervan kunnen veranderen naargelang de temperatuur schommelt ( een soort thermostaat). De spieren liggen ook rond de zogenaamde spermakoorden. Vandaar, het koudedouche effect: het scrotum zal verkleinen en zich dicht bij het lichaam terugtrekken wanneer het koud is. Het gehele systeem reageert op de omgevingstemperatuur . Dit is een manier om de productie van gezond sperma te optimaliseren. Het bengelende scrotum dient ook als seksueel signaal bij vele zoogdieren. Naast de fysiologische voordelen om de teeltballen uitwendig te dragen versterkt dit ook de beveiliging van de seks-partners tegen moordend seksgeweld / de mannetjes moeten immers goed oppassen voor hun kwetsbare jongeheer …Er waren dus ruime voorouderlijke voordelen verbonden aan het uitwendige scrotumbezit . Het nadeel is dat het loodgieterswerk dat sperma naar de penis laat doorstromen , zeer omslachtig is. Het sperma van de testikels in het scrotum gaat doorheen de spermaleider (= het spermakoord ). Het koord verlaat omhoog het scrotum, reist naar de taille, maakt een omweg boven het bekken en gaat dan terug omlaag dwars door het bekken om uiteindelijk in de penis te belanden . Langsheen deze complexe weg, worden een aantal rudimentaire vloeistoffen afkomstig uit diverse klieren aan het de sperma toegevoegd De reden voor deze absurde en omslachtige rude- goldberg route ligt in onze ontwikkelings en evolutie geschiedenis. Onze gonaden beginnen hun embryonale ontwikkeling op dezelfde plaats als die van een haai’s: dichtbij onze levers. Aangezien zij groeien en zich verder gaan ontwikkelen, moeten ze indalen. Bij wijfjes dalen de eierstokken vanuit het middenlijf om dichtbij de baarmoeder en fallopian buizen te belanden . Dit zorgt ervoor dat het eitje niet te ver hoeft reizen vooraleer bevrucht te worden . In het bijzonder bij mannetjes leidt de afdaling tot een zwakke plek in de buikwand .. Wanneer de testikels en de spermaleiders dalen om een scrotum te vormen, kan men dat vergelijken met het “duwen van een vuist tegen een rubberblad.”die er uiteindelijk “doorschiet” . Het montageprobleem is dat er een zwakke ruimte is gecreeerd daar waar het spermakoord omhoogd uik boven het bekken Waar vroeger de buikwand een eenvoudige afsluiting vormde was, is nu een ruimte gevormd, waar allerlei dingen ( darmen ) kunnen uitglijden. Dit is hoofdzakelijk wat in vele types van liesbreuken bij mensen gebeurt. Sommige van deze breuken zijn aangeboren—wanneer een stuk van de darm met de testikels samen daalt. Een ander soort liesbreuk wordt later “accidenteel” verworven….. Wanneer wij onze buikspieren verslappen , duwen onze ingewanden tegen de lichaamswand . Een zwakheid in de lichaamsmuur betekent dat de ingewanden kunnen uit de lichaamsholte kunnen ontsnappen of gedrukt in de ruimte naast de sperma-leidingen De wijfjes zijn veel taaier gebouwd dan de mannetjes, (bijzonder in dit deel van het lichaam) . Omdat de wijfjes geen reuzen – leidingnen met allerlei te doorlopen omwegen hebben die het doorneemt, is de scheidingswand met de buikholte veel sterker Dit is een goede zaak wanneer men aan de enorme spanningen denkt die de vrouwelijke buikholte moet doorstaan tijdens zwangerschap en bevalling ..Loodgieterij dwars doorheen de buikwand is een kunst en vliegwerk-oplossing :De menselijke tenden om liesbreuken te ontwikkelen is de prijs die we moeten betalen voor de ontwikkeling van een zoogdier uit een vis . V. Mitochondria en de bacteri챘le erfenis MITOCHONDRIEN zijn aanwezig in elke cel van ons lichaam en ze vervullen daar een aantal opmerkelijke taken . Hun belangrijkste functie is het omzetten van zuurstof en suikers in energievormen die onze cellen kunnen verbruiken Andere taken omvatten ; het metaboliseren van toxines in onze lever en het regelen van verschillende comonenten van celfuncties. Wij merken de werking van mitochondrien slechts op wanneer het verkeerd gaan. Jammer genoeg, is de lijst van ziekten die door defecte mitochondrieen worden veroorzaakt buitengewoon lang en complex. Als er een probleem in de chemische reacties is waarin de zuurstof wordt verbruikt, kan de energieproductie worden geschaad. Het defect kan tot individuele weefsels zijn beperkt, , of kan elk systeem in het lichaam be챦nvloeden. Afhankelijk van de plaats en de ernst van het defect, kan het tot om het even wat voor verzwakking en uiteindelijk de dood, leiden.... Veel van de processenen technieken die wij gebruiken in de biotechnologie ( bijvoorbeeld de GM ) wijzen op onze mitochondriale geschiedenis. De kettingreactie van chemische gebeurtenissen die suikers en zuurstof in bruikbare energie en kooldioxide veranderen ,deden zich miljarden jaren geleden voor het eerst voor en dezelfde huidige versies herhalen zich nog steeds in diverse extante microben. Mitochondrieen dragen dit bacteri챘le verleden mee binnen de cellen van de eukaryoten : Met een volledige genetische structuur en een cellulaire microstructuur gelijkend op die van bacteri챘n, aanvaardt men tegenwoordig algemeen dat mitiochondrieen ( e.a. andere organellen ) oorspronkelijk van vrij-levende microben afstammen van een miljard jaar geleden. In feite, zijn deze energie opwekkende microscopische machines (mitochondrieen ) afstammelingen van één van de soorten oudste “bacteriën” . Het bacteri챘le verleden kan in ons voordeel worden gebruikt bij het bestuderen van mitochondriale ziekten—in feite,zijn (volgens enkele van de beste experimentele modellen) deze ziekten” bacteriëel” . Dit is een krachtige aanpak en leid tot beter begrip van de mogelijke problemen omdat wij allerlei experimenten met bacteri챘n kunnen doen die niet mogelijk zijn met menselijke cellen . Één van de meest uitdagende studies werd gedaan door een team van wetenschappers uit Itali챘 en Duitsland.(2) Ze bestudeeren een ziekte die onveranderlijk zuigelingen doodt die met dergelijke ziekte geboren zijn; cardioencephalomyopathy,( http://www.ncbi.nlm.nih.gov/entrez/dispomim.cgi?id=604377)…..Dit vind zijn oorsprong in een genetische mutatie (: mutation in the SCO2 gene (604272), a COX assembly gene on chromosome 22q13. ) die de normale metabolische functie van mitochondrieen onderbreekt. Bij het bestuderen van een pati챘nt die dergelijke ziekteverschijnselen vertoonde , identificeerde het team de locus in het DNA die de verdachte mutaties vertoonde . Steunend op enige kennis over de geschiedenis van het leven, gingen ze vervolgens Paracoccus denitrificans, bestuderen .Een microbe die vaak een vrij-levend mitochondrion wordt genoemd omdat haar genen en chemische” pathways “gelijkaardig zijn aan die van mitochondrieen . Hoe gelijkaardig dan wel , werd door het Europese team ontdekt. Zij veroorzaakten dezelfde mutaties in de bacteri챘le genen die zij in hun menselijke pati챘nt hadden gevonden . Hun ontdekkingen kunnen alleen maar steek houden van zodra wij onze verre afstammings-geschiedenis erbij betrekken . Zij waren in staat delen van een menselijke mitochondriale ziekte in een bacterie op te wekken ,( dmv mutaties en genetische manipulaties vrijwel dezelfde verandering in het metabolisme van de bacterie implementeren /simuleren). Dit zet miljarden jaren van onze evolutionaire geschiedenis nuttig aan het werk Dit microben-voorbeeld is niet uniek. De Nobelprijzen geneeskunde en fysiologie van de afgelopen 13 jaar, gaan ook over ons verleden (in de vorm van lab en experimenten - modellen zoals Drosophila , de C. elegans worm en allerlei gisten ). Vliegenonderzoek won de prijs Geneeskunde in 1995 toen voor het eerst aan het licht kwam dat een reeks genen (= de homeobox of de hox genen )de ontwikkeling en montage van de lichamen van mensen en andere dieren stuurt en bouwt. Nobelprijzen geneeskunde in 2002 en 2006 ging naar mensen die significante vooruitgang boekten in de menselijke genetica en gezondheidszorg door onbelangrijk-lijkende wormen (C. elegans)te bestuderen Op dezelfde manier wonnen de elegante analyses van gist (met inbegrip van’bakkers- gist) in 2001 de Nobel-prijs geneeskunde voor het uitbouwen en verbeteren van ons begrip van enkele principes uit de basisbiologie van alle cellen. Dit zijn geen esoterische en overbodige ontdekkingen die bij onbelangrijke en nietszeggende schepselen worden gedaan . Deze ontdekkingen bij gisten , vliegen, wormen, en( ja ,ook )….vissen vertellen ons veel over het verleden en de montage van onze eigen dragende carrosserie, skelet 챘n uitgevoerd bouwplan …Ze wijzen de oorzaken aan van veel ziektes en attenderen ons op mogelijke oplossingen en te ontwikkelen hulpmiddelen om ons leven te verlengen langer en kwalitief te verbeteren of gezonder te maken. Aangehaalde Nobelprijzen voor de Geneeskunde (Fysiologie) 1995 : Edward B. Lewis, Eric Wieschaus (VS), Christiane N체sslein-Volhard (Duitsland)/ Ontdekking genen, betrokken bij vroege embryonale ontwikkeling fruitvlieg, de homeobox-genen -à genetic control of embryonic development. 2001: Leland H. Hartwell (VS), R. Timothy Hunt en Paul M. Nurse (Engeland)/ Ontdekking cycline en cycline-afhankelijk kinase, centrale moleculen regulatie celcyclus 2002 : Sydney Brenner (Engeland), Robert Horvitz en John E. Sulston (VS)/ Ontdekkingen genetische regulatie orgaanontwikkeling en geprogrammeerde celdood (apoptosis ) 2006 : Andrew Fire en Craig Mello (VS)/ Ontdekking dat genen stilgelegd kunnen worden (RNA interferentie) Noten bij ( vertaald) "vissen op het droge" bron : 2007 짰 tijdschrift van univ Chicago | 401 Noord-Michigan Ave. Reeks 1000, Chicago, IL 60611 telefoon: 773/702-2163 | fax: 773/702-8836 | uchicago-magazine@uchicago (1) http://www.straightdope.com/classics/a5_118.html http://www.wetenschapsforum.nl/index.php?showtopic=51090 De hik / J.B.M.ten Holter * Ned Tijdschr Geneeskd. 2005;149:2659-62 samenvatting – Hoewel de hik een alledaags fenomeen is, is er weinig bekend over de pathofysiologie en nog minder over de functie. – Voor een hikreflex is weinig wetenschappelijke onderbouwing. De sluiting van de glottis wordt mogelijk door een actieve contractie van de stemspleet veroorzaakt, maar kan ook passief plaatsvinden vanwege een plotselinge myocloniforme contractie van de inspiratoire musculatuur die tot een snelle daling van de intrathoracale druk leidt. – Meestal is de hik onschuldig en voorbijgaand, echter de hik kan ook een serieus medisch probleem zijn vanwege de chroniciteit en het onderliggend lijden. – Er zijn vele therapieën beschreven voor de hik, variërend van eenvoudige manoeuvres tot medicamenteuze en chirurgische interventies. – Chloorpromazine is het enige middel dat is geregistreerd voor de behandeling van persisterende hik, maar het heeft veel bijwerkingen. In de praktijk wordt baclofen veel toegepast en er zijn gunstige ervaringen met piracetam. Onze respiratoire activiteit kan op de onverwachtste momenten verstoord worden door een fenomeen dat de hik wordt genoemd. Hoewel de hik wereldwijd bij mensen en zoogdieren optreedt en medici zich sinds Hippocrates hebben beziggehouden met het fenomeen, is de functie ervan onbekend. In tegenstelling tot niezen, hoesten en braken lijkt de hik geen beschermende functie te hebben. De hik wordt door velen beschouwd als een storende, zinloze onderbreking van de normale respiratoire actie: het verschijnsel is hinderlijk, soms pijnlijk en in gezelschap kan het de betrokkene in verlegenheid brengen. Meestal gaat het om een tijdelijke en kortdurende gebeurtenis, die doorgaans geen therapie behoeft. Hikken kan echter ook hardnekkig zijn en tot ernstig ongemak en morbiditeit leiden. Het record hikken ligt met 69 jaar en 5 maanden bij Charles Osborne, die overigens een normaal leven heeft geleid. Paus Pius XII (1876-1958) heeft in zijn laatste 4 levensjaren een chronische invaliderende hik gehad, waardoor hij serieus heeft overwogen om zijn pontificaat neer te leggen. 5 Uiteenlopende gastrointestinale, pulmonologische, metabole en neurologische stoornissen kunnen tot een chronische hik leiden; soms wordt geen oorzaak gevonden. overzicht van de huidige pathofysiologische inzichten en therapeutische mogelijkheden omtrent de hik. etymologie De term ‘hikken’ is een onomatopee, een woord naar de klank die erbij ontstaat: Frans ‘hoquet’, Spaans ‘hipo’, Engels ‘hiccup’, Noors en Deens ‘hikke’, Turks ‘hicirik’. 4 De medische term ‘singultus’ stamt mogelijk af van het Latijnse woord ‘singultim’: met snikken, hortend en stotend. pathofysiologie Onze ademhaling verloopt doorgaans buiten ons dagelijkse bewustzijn. Ze past zich automatisch aan aan de omstandigheden. Tijdens spreken, zingen, bij inspanning en rust en bij diverse lichaamshoudingen gaat het ademen in principe onopgemerkt door. Inspiratie is het gevolg van contractie van het diafragma en de Mm. intercostales externi. Bij diepe inspiratie zijn ook de Mm. scaleni, de Mm. sternocleidomastoidei en de Mm. serrati anteriores actief. Expiratie verloopt doorgaans passief als gevolg van relaxatie van het diafragma. Door krachtig aanspannen van de abdominale spieren treedt geforceerde expiratie op. Bij slikken treedt sluiting op van het glottisklepcomplex. De epiglottis verplaatst zich naar achteren en de larynx naar boven. Er treedt sluiting op van de glottis en contractie van de spieren vastgehecht aan het os hyoideum en de bovenste constrictor van de farynx. Tegelijkertijd treedt relaxatie op van de bovenste oesofageale sfincter en komt de peristaltiek in de slokdarm op gang. Door reciproke inhibitie stoppen alle ademhalingsbewegingen. Tijdens de ademhaling treedt juist relaxatie op van het glottisklepcomplex en inhibitie van de slokdarmperistaltiek. De reciproke inhibitie tussen deze twee systemen wordt gereguleerd vanuit de hersenstam. Bij de hik wordt dit automatisme onderbroken: er treedt een plotse, onwillekeurige en krachtige contractie op van het diafragma, de Mm. scaleni en externe intercostale (inspiratoire) spieren, die ongeveer 500 ms duurt. De duur van inspiratie van lucht is slechts van korte duur. Ongeveer 3040 ms na het begin van deze contractie treedt, in tegenstelling tot bij de normale inspiratie, een krachtige en abrupte sluiting van de glottis op, die tot 1 seconde kan aanhouden. Deze krachtige sluiting veroorzaakt het specifieke geluid dat met de hik gepaard gaat. De hikcontracties zijn eenmalig of worden in snel tempo opgevolgd door kleinere contracties. De hik is meestal niet ritmisch, waarbij de frequentie kan vari챘ren tussen 2 en 60/min. Ondanks de kracht van de inspiratoire beweging vindt, vanwege de vroege sluiting van de glottis, geen grote verandering plaats van het longvolume. Het ventilatoire effect van de hik is onder normale omstandigheden dus minimaal. Bij pati챘nten die ge챦ntubeerd zijn, kan daarentegen wel een respiratoire alkalose ontstaan op basis van een ernstige hyperventilatie. Er bestaat nog veel onduidelijkheid omtrent de functie en de pathofysiologie van de hik. In de foetus is de hik een normaal verschijnsel na de 8e gestatieweek en met name in de laatste weken van de zwangerschap kan het hikken van de baby voor de zwangere vrouw onaangenaam worden. Baby’s hikken frequent, maar naarmate de rijping vordert, neemt de hik af. Een theorie luidt dat de hik een respiratoire oefening van het ongeboren kind is. Omdat meerdere spieren (en zenuwen) bijdragen tot de inspiratoire actie van de hik nemen de meeste auteurs aan dat de hik een primitieve, respiratoire reflex is. De afferente baan zou verlopen via de N. phrenicus, N. vagus en de sympathische grensstreng tussen T6-12. De efferente baan wordt gevormd door de N. phrenicus naar het diafragma, cervicale zenuwen naar de Mm. scaleni (C5-7), de intercostale zenuwen naar de Mm. intercostales externi (T1-11) en de N. laryngeus recurrens naar de glottis. De centrale verbinding is niet bekend, maar zou in de hersenstam of in de hoogste segmenten van het cervicale ruggenmerg gelegen zijn. Tegen het concept van een reflex pleit dat de hik geen beschermende functie heeft, in tegenstelling tot andere bekende reflexen zoals hoesten, niezen en terugtrekreflexen. Alleen de glottissluiting die optreedt bij de hik zou als een antiaspiratiereflex kunnen worden beschouwd. In dat geval zou er een eenvoudiger reflexboog moeten bestaan vergelijkbaar met de bekende spierrekkingsreflexen. De hik is ook op te vatten als een intermitterende myoclonus van het diafragma en de intercostale spieren, gevolgd door een krachtige sluiting van de glottis. Het is niet bekend of de sluiting van de glottis actief plaatsvindt ten gevolge van een krachtige contractie van de adductoren van de larynx of passief verloopt ten gevolge van een plots ontstane negatieve intrathoracale druk. - kortdurende hik Kortdurende hik duurt doorgaans enkele minuten. Deze ontstaat spontaan en wordt meestal veroorzaakt door maagdilatatie (via irritatie van het diafragma), plotselinge temperatuursverandering van de omgeving of door voedselinname (via irritatie van de N. vagus en de N. phrenicus), overmatig roken (mechanisme onbekend), opwinding (mogelijk door invloed van emoties op het hikcentrum) en gebruik van alcohol (mogelijk via desinhibitie). Meestal heeft een dergelijke hikaanval geen klinische relevantie. De hik verdwijnt na korte tijd, meestal spontaan, soms na uitvoeren van bepaalde populaire manoeuvres (tabel 1). Na een myocardinfarct en tijdens anesthesie kunnen hikaanvallen optreden die soms medicamenteus moeten worden behandeld. - chronische hik Indien de hik langer dan 48 uur aanhoudt of frequent terugkeert, spreekt men van chronische of persisterende hik. Soms kan de hik zeer hardnekkig zijn en gedurende maanden of jaren aanhouden, met als gevolg veel morbiditeit, slaapstoornissen, eetstoornissen, uitputting en depressieve reacties. Chronische hik zorgt voor moeilijkheden met eten en praten, gewichtsverlies, oververmoeidheid, slapeloosheid, oesofageale reflux en Mallory-Weisslaesies, cardiale aritmie챘n, ECG-artefacten en wonddehiscentie na operaties. Bij prematuren kan het verschijnsel problemen opleveren met ademen. Merkwaardig genoeg komt chronische hik meer bij mannen dan bij vrouwen voor. 16 De oorzaken van chronische of persisterende hik zijn zeer uiteenlopend: pulmonale, cardiale, abdominale en cerebrale aandoeningen, met name in de medulla oblongata, kunnen tot chronische hik leiden. 14 16-18 Daarnaast kunnen metabole stoornissen, zoals uremie en hyponatri챘mie, en intoxicaties langdurige hik veroorzaken; het mechanisme hiervan is niet bekend. De diagnose ‘psychogene hik’ dient met grote terughoudendheid gesteld te worden. diagnostiek Hikkende pati챘nten raadplegen hun arts doorgaans alleen als de hik langer dan enkele dagen duurt of wanneer de hik als zeer hinderlijk wordt ervaren. Het is belangrijk om in dergelijke gevallen een goede anamnese en een goed lichamelijk onderzoek uit te voeren. Belangrijke informatie omvat de ernst en duur van de hikepisode, specifieke karakteristieken van deze episode, een inzicht in eerdere episoden en eventueel succesvolle en niet-succesvolle therapie챘n. Ook van belang zijn recent trauma, operatie of medicijngebruik. De heftigheid van de hik is niet gerelateerd aan een bepaalde oorzaak, terwijl langdurige hik en persisteren tijdens slaap daarentegen vaak een organische oorzaak hebben. 3 Geadviseerd wordt om routinematig een r철ntgenthoraxfoto, een ECG en ori챘nterend laboratoriumonderzoek uit te voeren. Omdat gastro-oesofageale reflux een frequent optredende oorzaak van chronische hik is, die goed te behandelen is, wordt voorts gastroscopie aangeraden. Verdere aanvullende beeldvorming en laboratoriumonderzoek dienen op indicatie te worden aangevraagd. therapie Voor geen enkele kwaal zijn zoveel remedies bekend als voor de hik. 18 Er zijn vele populaire maatregelen beschreven die bij de acute hik of hikaanvallen worden toegepast. Veelal gaat het om een geforceerde onderbreking van het normale ademhalingspatroon (zie tabel 1). De waarde van deze maatregelen moeten echter met scepsis worden bezien; kortdurende hik is veelal zelflimiterend. Bij de chronische hik werken deze remedies meestal niet en moet vaak een medicamenteuze therapie worden gestart, onafhankelijk van de vraag of een organische oorzaak gevonden kan worden. 4 18-21 In de literatuur worden veel anekdotische successen gemeld, maar systematisch onderzoek is niet voorhanden Chloorpromazine is het enige middel dat geregistreerd is voor de behandeling van persisterende hik. Het middel heeft echter veel bijwerkingen, zoals sufheid, orthostatische hypotensie, emotionele vervlakking, anticholinergische verschijnselen en extrapiramidale verschijnselen. Daarom wordt tegenwoordig met name baclofen veelvuldig toegepast. 19 20 In onze praktijk hebben wij de laatste jaren gunstige ervaringen opgedaan met piracetam, in een dosering van 800 mg 3-4 maal daags. Doorgaans treedt snel een effect op en het medicament heeft een gunstig bijwerkingenprofiel. De werking berust op het antimyoclonisch effect van piracetam. Overige therapie챘n. Als medicamenteuze therapie onvoldoende effect heeft, dan is er een aantal therapie챘n die mogelijk de hik verminderen. De pati챘nt laten braken of maaghevelen kan een gunstig effect hebben omdat de maagdistensie wordt verminderd. Daarnaast worden hypnotherapie, psychotherapie en accupunctuur toegepast. 10 Een laatste mogelijkheid is blokkade of chirurgisch onderbreken van de N. phrenicus. Een risico hierbij is dat er een respiratoire insuffici챘ntie kan optreden. Deze behandeling moet dan ook alleen worden toegepast als andere behandelingen hebben gefaald. conclusie De hik is een veelvoorkomend probleem. In de meeste gevallen gaat het om acute hik die zelflimiterend is. Soms gaat het om persisterende hik. In die gevallen moet grondig onderzoek worden gedaan naar onderliggende oorzaken. Er zijn veel populaire therapeutische antihikmanoeuvres bekend. Ook omtrent medicamenteuze behandelingen zijn vele anekdotische successen beschreven. Alleen chloorpromazine is geregistreerd als therapeuticum bij de hik, maar dit is een middel met veel bijwerkingen. Daarnaast wordt baclofen veelvuldig voorgeschreven. Op grond van eigen ervaringen bevelen wij piracetam 800 mg 3-4 maal daags aan. Wellicht dat systematisch klinisch onderzoek in meerdere klinische centra bij pati챘nten met een chronische hik duidelijkheid kan scheppen omtrent de therapeutische waarde van dit middel. Tenslotte zijn er nog alternatieve en invasieve therapie챘n. Aanvaard op 26 juli 2005 Bron NTVG. ( 2) http://www.springerlink.com/content/7861j25874753559/ Simona Lucioli1, Klaus Hoffmeier2, Rosalba Carrozzo1, Alessandra Tessa1, Bernd Ludwig2 and Filippo M. Santorelli1 <(1) Molecular Medicine, IRCCS, “Bambino Gesù” Children's Hospital, Rome Italy Molecular Genetics, Institute of Biochemistry/J.W. Goethe Universität, Frankfurt Germany Received: 16 February 2005 Accepted: 22 August 2005 Published online: 12 November 2005 Abstract : We identified a novel mutation (S142F) in the human mtDNA CO I gene in a patient with a clinical phenotype resembling mitochondrial cardioencephalomyopathy. To substantiate pathogenicity, we modeled the identified mutation in the homologous gene in Paracoccus denitrificans and analyzed the biochemical consequences. We observed a deleterious effect on enzyme activity, with a lack of heme a 3 . Taking advantage of the extensive structural homology between the bacterial enzyme and the mammalian core complex, we conclude that the novel S142F mutation is disease-related. This approach can be used in other cases to support the pathogenicity of novel variants in the mitochondrial genome. http://lib.bioinfo.pl/pmid:16284789 [ Vertaal deze pagina ] Comptes Rendus Biologies : Mitochondrial diseases preferentially ... [ Vertaal deze pagina ) It has been shown in Paracoccus denitrificans that two of these subunits were .... S. DiMauro and E.A. Schon, Fatal infantile cardioencephalomyopathy with .. HIK DANKZIJ KIKKER Als hik hardnekkig aanhoudt, kan hij een symptoom zijn van een ernstige ziekte. Meestal is de hik een vergissing van de natuur, althans, voor wie geen kieuwen heeft. Hoe is dat zo gekomen? De evolutie begint nooit met een schone lei van voren af aan. Ze bouwt voort op wat voorhanden is. Ze gooit nooit iets weg wat - wie weet - wellicht nog eens van pas kan komen. Zo komt het dat wij mensen nog steeds de hik hebben, een eigenschap die de vissen en de amfibieën goed van pas kwam om geen water binnen te krijgen, maar ons niet. Want wat is die hik nu eigenlijk? Het is een willekeurige samentrekking van spiergroepen in onze borst en keel. Het hikgeluid ontstaat als we lucht opzuigen terwijl de epiglottis, het flapje dat onze keel afsluit, dichtklapt. Voor amfibieën was dit mechanisme uitermate handig. Voor mensen is het dat niet, maar we erfden wel de zenuwbanen die het mechanisme doen werken. Een van die zenuwbanen loopt van de schedelbasis door de borstkas naar het middenrif. Alles wat de zenuw onderweg irriteert kan aanleiding geven tot de hik. Als de evolutie de mens efficiënt had ontworpen, dan had ze die zenuwbaan niet bij de schedel laten vertrekken maar in de buurt van het middenrif. Maar we hebben de zenuw nu eenmaal tweedehands overgenomen van voorouders die kieuwen hadden in hun nek en geen middenrif dertig centimeter lager… vandaar! (bron : humancontenthosting.nl) Videoverslag Tinberger lezing 2008 . http://fwncwww03.gorlaeus.net/tinbergen_2008/?pagina=videoverslag *Lezing Prof.dr. Bert Theunissen: Video: "Eugene Dubois 1858-2008" (Ned) ook de bijbehorende sheets zijn beschikbaar Tinbergenlezing Prof.dr. Neil Shubin Video: "Your inner fish" (Eng)