Het gebruik van ‘DE’ en ‘HET’ DE en HET zijn artikels DE en HET maken een substantief definiet, EEN maakt het indefiniet Vergelijk: het boek van H. Mulish vs. een boek van I. Murdoch DE HET 75% van alle substantieven (mannelijk + vrouwelijk) 25% van alle substantieven (onzijdig) Pluralis: de boeken [het boek], de planten [ de plant] Personen en beroepen: de man, de bakker, de advokaat (pas op: het meisje, het kind) diminutieven: het boekje, het plantje, het biertje groente, fruit, bomen en planten: de sla, de bloemkool, de appel, de kastanje, de sanseveria rivieren en bergen: de Mount Everest, de Maas, de Schelde namen van cijfers en letters: de m, de f, de 3, de 8 woorden met de volgende suffixen: - -heid: de waarheid, de schoonheid - -nis: de betekenis, de kennis - -schap: de wetenschap - -de/-te: de liefde, de diepte - -ij: de maatschappij - -ing [na stam werkwoord] de verzameling, de regering - -st [na stam werkwoord]: de kunst, de winst woorden met de volgende (vreemde) suffixen: - -ie: de discussie, de theorie - -iek/-ica: de ethiek, de esthetica - -theek: de bibliotheek, de discotheek - -teit: de universiteit, de flexibiliteit - -ade/-ide: de limonade, de piramide - -tuur/-suur: de natuur, de censuur namen van talen: het Frans, het Engels, het Duits namen van metalen: het ijzer, het zilver, het aluminium namen van windrichtingen: het noorden, het zuiden, het zuidwesten namen van sporten en spelen: het voetbal, het tennis, het waterpolo woorden met 2 syllaben en de volgende prefixen: be-: het beroep, het besluit ge-: het geloof, het gezicht ver-: het verhaal, het vervoer ont-: het ontbijt, het ontslag woorden met de volgende suffixen: -isme: het toerisme, het nationalisme -asme: het enthousiasme, het sarcasme -sel: het raadsel, het mengsel -ment: het moment, het parlement -um: het centrum, het museum genominaliseerde verba: het werken, het leven, het studeren genominaliseerde adjectieven: het moois, het nieuws namen van mensen en dieren waarvan genus onbekend is: het kind, het paard, het model 1DL1 chapter 1 appendix The use of ‘DE’ and ‘HET’ DE and HET are articles DE and HET make a noun definite, EEN makes it indefinite. Compare: het boek van H. Mulish vs. een boek van I. Murdoch DE HET 75% of all nouns (male + female) 25% of all nouns (neutral) Plural: de boeken [het boek], de planten [de plant] People and professions: de man, de bakker, de advokaat (note: het meisje, het kind) diminutives: het boekje, het plantje, het biertje vegetable, fruit, trees en plants: de sla, de bloemkool, de appel, de kastanje, de sanseveria rivers en mountains: de Mount Everest, de Maas, de Schelde names of numbers and letters: de m, de f, de 3, de 8 words with the following suffixes: - -heid: de waarheid, de schoonheid - -nis: de betekenis, de kennis - -schap: de wetenschap - -de/-te: de liefde, de diepte - -ij: de maatschappij - -ing [na stam werkwoord] de verzameling, de regering - -st [na stam werkwoord]: de kunst, de winst words with the following (foreign) suffixes: - -ie: de discussie, de theorie - -iek/-ica: de ethiek, de esthetica - -theek: de bibliotheek, de discotheek - -teit: de universiteit, de flexibiliteit - -ade/-ide: de limonade, de piramide - -tuur/-suur: de natuur, de censuur names of languages: het Frans, het Engels, het Duits names of metals: het ijzer, het zilver, het aluminium names of wind directions: het noorden, het zuiden, het zuidwesten names of sports and games: het voetbal, het tennis, het waterpolo words with two+ syllables and the following prefixes: be-: het beroep, het besluit ge-: het geloof, het gezicht ver-: het verhaal, het vervoer ont-: het ontbijt, het ontslag words with the following suffixes: -isme: het toerisme, het nationalisme -asme: het enthousiasme, het sarcasme -sel: het raadsel, het mengsel -ment: het moment, het parlement -um: het centrum, het museum nominalised verbs: het werken, het leven, het studeren nominalised adjectives: het moois, het nieuws names of people and animals whose gender is unknown: het kind, het paard, het model 1DL1 chapter 1 appendix