Algemeen - NMEWijzer.nl

advertisement
SPEURTOCHT
‘EEN TROPISCHE VERRASSING….’
LESBRIEF
INHOUD
LESINFORMATIE
blz. 2
INSTRUCTIE BIJ DE SPEURTOCHT
3
SPEURTOCHT ‘EEN TROPISCHE VERRASSING…’
4
DE ANTWOORDEN
7
INFORMATIE OVER DE BESPROKEN PLANTEN
















Suikerriet
8
Banaan
Kaneel
Koffie
Vijgcactus
Agave
Aloë
Avocado
Vijg
Thee
Rijst
Katoen
Pinda
Zoete aardappel
Peper
Citroen
8
8
9
9
9
10
10
10
10
10
11
11
11
11
12
LESSUGGESTIES
 Avocadoplantje kweken
 T-shirts verven
13
13
1
SPEURTOCHT
‘EEN TROPISCHE VERRASSING …’
LESINFORMATIE VOOR DE LEERKRACHT
Locatie
Tropische kas, Stadskweektuin
Duur
Ongeveer een uur.
Doelgroep
Bovenbouw van de basisschool, groep 7 en 8
Doel
Kennismaken met een aantal tropische gebruiksplanten.
Leren dat deze planten voor verschillende doeleinden worden toegepast.
Werkvorm
De les bestaat uit een speurtocht naar de verschillende gebruiksgewassen
in de tropische kas. Hierbij wordt de klas bij voorkeur opgedeeld in groepjes
van 4 tot 5 kinderen.
Benodigdheden en inhoud leskist
 Leskist met inhoud: zie tweede kolom van onderstaande opgave.
 Instructieblad voor de leerkracht
 Antwoordenblad
 Werkblad
 Potloden en schrijfplankjes
De volgende planten worden gebruikt:
NAAM VAN DE PLANT:
VOORWERP(EN) IN DE LESKIST:
Vijgcactus (Opuntia ficus indica)
Agave (Agave spec.)
Aloë (Aloe spec.)
Vijg (Ficus carica)
Citroen (Citrus limon)
Banaan (Musa acuminata)
Avocado (Persea americana)
Koffie (Coffea)
Thee (Camellia sinesis)
Rijst (Oryza sativa)
Pinda (Arachis hypogaea)
Katoen (Gossypium)
Zoete aardappel (Ipomoea batatos)
Kaneel (Cinnamonum zeylanicum)
Peper (Piper nigrum)
Suikerriet (Saccharum officinarum)
Gedroogde cactusschijf
Sisaltouw
Crèmepotje
Gedroogde vijgen
Citroen afwasflacon
Plastic banaan
Shampoo-flacon
Pak koffie, bonen en gemalen
Thee, groene - en sinaasappel Rijstverpakking
Pinda’s
T-shirt
Aardappelmeelverpakking
Kaneelpoeder / kaneelstokjes
Potje peper en peperkorrels
Rietsuiker en bietsuikerklontjes
De genoemde planten zijn in de kas aangegeven met een bordje. Hierop
staan de naam van de plant, een beschrijving en een rode stip.
2
INSTRUCTIE BIJ DE SPEURTOCHT
Inleiding:
Eerst toont u alle voorwerpen uit de leskist en bespreekt u kort wat het is.
Dan laat u de kinderen de voorwerpen bij de juiste planten leggen. Dit kan
klassikaal of in groepjes. Controleer wel even of alles goed ligt, want dat is
van belang bij de rest van de speurtocht.
Kern:
U deelt de klas in groepjes van 4 of 5 kinderen. Per groepje maken ze de
opdrachten van het werkblad. Deze zijn onder te verdelen in doe-opdrachten
en bedenk- en kennisvragen. De antwoorden van de kennisvragen kunnen
de kinderen terug vinden op de bordjes bij de planten.
Afsluiting:
De antwoorden van de opdrachten kunt u het best in de klas bespreken.
Het is leuk om naar aanleiding van deze speurtocht nog wat lessen rond het
thema “gebruiksgewassen” te geven. Hiervoor zijn een tweetal lessuggesties
bij de leskist gevoegd.
Zorgt u ervoor dat alle voorwerpen weer terug in de leskist komen?
De inhoud van de leskist vindt u aan de binnenzijde van de deksel.
Tevens willen wij u vragen het evaluatieformulier in te vullen. Wij weten dan
of deze leskist geschikt is voor deze doelgroep en wat er eventueel aan
veranderd moet worden.
3
SPEURTOCHT
‘EEN TROPISCHE VERRASSING…’
Lees de opdrachten goed. Sommige antwoorden moet je zelf bedenken,
andere vind je bij de plant waar de vraag over gaat. Als er al een groepje bij
een plant staat, dan ga je verder met een andere opdracht en kom je weer
terug als het groepje bij die plant weg is.
1. Vijgcactus
De schijf die bij de cactus ligt, is veel dunner dan de schijven van de
levende cactus. Hoe komt dat denk je?
……………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………
2. Banaan
Waarom zijn de bananen krom? Omdat ze anders niet in hun schil
passen? Of omdat ze al heel oud zijn en niet meer rechtop kunnen
lopen? Of omdat……..… Wat denk jij ervan, hoe komt het nou echt?
……………………………………………………………………………………
……………..…….………………………………..………………………………
………………………...…………………………………………………………..
3. Touw
Van welke twee planten in deze kas wordt onder andere touw geslagen?
……………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………
4. Koffie
Stel: Iemand drinkt per week één pak koffie (250 gram). Hoeveel
koffieplanten zijn er voor nodig om één heel jaar (52 weken) koffie te
kunnen drinken? Precies uitrekenen hoeft niet, je mag ook schatten:
……………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………
Kun je je voorstellen hoeveel planten er nodig zijn voor heel Haarlem, of
voor heel Nederland, of voor iedereen in de wereld?
5. Citroen
Zitten er vruchten aan de plant? Zo ja: zijn ze al (bijna) rijp? En hoe zie je
dat?
.……………………………………………………………………………………
…………………………………………………………..………………………..
…………………………………………………………………………………….
4
6. Vijg
De vijgen die nu bij de plant liggen, zijn gedroogd. Ken je nog drie
vruchten die je gedroogd eet?
……………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………
7. Avocado
Een avocadoplant groeit uit de pit van een avocado. Hier in de kas kun
je dat zien. Als je goed kijkt, zie je de pit net iets boven de grond
uitsteken. Het is heel leuk om een avocadoplant zelf te kweken. Vraag
aan de juf of de meester hoe het moet.
8. Thee
Om thee extra lekker te maken, wordt er soms nog iets bij de
theeblaadjes gestopt. Dat kan met natuurlijke ingrediënten of met
kunstmatige smaakstoffen. Zo wordt gewone thee ineens
sinaasappelthee, pepermuntthee, enz.. Welke soorten thee ken jij, die
met natuurlijke stoffen op smaak worden gebracht? En bedenk eens
welke ingrediënten dat zijn.
Soort thee
hoe?
Sinaasappelthee
Pepermuntthee
stukjes sinaasappelschil
blaadjes van de pepermuntplant
…………………………………
…………………………………
…………………………………
…………………………………
9. Rijst
Wordt witte rijst zo van de plant geplukt of wordt er eerst iets mee
gedaan voordat hij wit is?
……………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………
10. Pinda
Kun je uit een pinda die je in een supermarkt koopt een plantje kweken?
Waarom wel / niet?
……………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………
Maak eens een pinda open. Deel hem in twee helften. Als je goed kijkt,
zie je in een van de helften een kaboutertje zitten. Hij heeft een
puntmutsje op en een baardje. Eigenlijk zijn de twee pindahelften de
kiemblaadjes van het jonge pindaplantje. Uit deze blaadjes haalt hij
straks het voedsel om te groeien. Het mutsje van de kabouter zijn de
worteltjes en het baardje de twee eerste echte blaadjes.
5
11. Zoete aardappel
De zoete aardappel lijkt veel op de gewone aardappel. Maar ze groeien
anders. Wat is het verschil?
……………………………………………………………………………………
12. Katoen
Kijk eens op het etiket in het T-shirt of hemd van de kinderen van je
groepje. Hoeveel kinderen hebben een katoenen hemd of - shirt aan?
(het Engelse woord voor katoen is “cotton”)
(a) …………………………………………………………..……………………
Van welke materialen kunnen ook shirts worden gemaakt?
(b) …………………………………………….…………………………….……
13. Avocado en Aloë
Welke producten voor je haar of voor je gezicht bevatten stoffen die van
planten zijn gemaakt?
……………………………………………………………………………………
14. Suikerriet
De bruine rietsuiker wordt uit suikerriet gehaald. Maar weet je ook waar
onze witte kristalsuiker vandaan komt?
……………………………………………………………………………………
15. Peper
“Dat is een peperdure jas”
(a) Wat wordt hier mee bedoeld?
………………………………………………………………………………
(b) Waar komt deze uitdrukking vandaan?
………………………………………………………………………………
6
SPEURTOCHT
‘EEN TROPISCHE VERRASSING…’:
DE ANTWOORDEN
1. Cactussen leven in gebieden die zeer droge periodes kennen. Om deze
te overleven slaan ze veel water op. Bij een gedroogde cactusschijf is al
het vocht eruit. De schijven zijn dan veel dunner dan normaal.
2. Bananen hebben licht nodig om rijp te worden. Ze buigen krom omdat ze
naar het licht groeien.
3. Bananenplant en Agave.
4. Ongeveer 13 planten.
5. Verschillende antwoorden mogelijk:
 Geen vruchten
 Wel vruchten. Ze zijn groen en dus niet rijp.
 Wel vruchten. Ze zijn geel en dus (bijna) rijp.
6. Rozijnen, Dadels, Abrikozen, Pruimen en Krenten.
7. Kijk-opdracht, geen antwoord.
8. Verschillende mogelijkheden, bijvoorbeeld:
Soort thee
Bosvruchten
Citroenthee
Kruidenthee
Kaneelthee
Jasmijnthee
9.
Hoe?
Stukjes gedroogde vruchtjes
Stukjes citroenschil
Gedroogde kruiden
Kaneel
Jasmijnbloempjes
Eerst wordt het zilverkleurige vliesje eraf gehaald en dan de witte rijst.
10. Nee / De pinda´s die je eet worden eerst gebrand. Daardoor is het jonge
pindaplantje in de pinda verbrand en kan niet meer tot een pindaplant
uitgroeien.
11. Verschillende mogelijkheden:
 De gewone aardappel groeit onder de grond, de zoete aardappel er
half boven.
 De gewone aardappel groeit aan de wortels van de aardappelplant,
de zoete aardappel is zelf de wortelknol waaruit de plant groeit.
12. (a) Aantal invullen.
(b) B.v. Nylon, wol, polyester, zijde, viscose, polyamide.
13. Gezichtscrème (Aloë), shampoo (Avocado).
14. De witte kristalsuiker wordt gemaakt van suikerbieten.
15. (a) De jas is een erg dure jas .
(b) Vroeger moest peper uit hele verre landen worden gehaald.
Dat kostte veel geld. Peper was dus heel erg duur.
7
SPEURTOCHT
‘EEN TROPISCHE VERRASSING…’
INFORMATIE OVER DE BESPROKEN DE PLANTEN
SUIKERRIET (Saccharum officinarum)
Gebied: Tropische en subtropische gebieden.
Gebruik: Wist je dat suikerriet eigenlijk een hele grote grassoort is?
Op plantages worden eerst stukken van de stengels onder de grond gestopt.
Korte tijd later komen er wortels aan. Tenslotte groeit er een geweldig grote
plant uit.
De stengels bevatten veel suiker. In ontwikkelingslanden zuigen de kinderen
er aan. Het is voor hen een snoepje. De suiker kan ook uit de stengels
gehaald worden. Dit gebeurt in een fabriek. Deze suiker is bruin en iets
minder zoet dan de witte kristalsuiker. De bruine kleur is afkomstig van de
melasse (suikerstroop). Omdat dit lekker is en er stoffen in zitten die gezond
zijn, is die er niet helemaal uit gehaald. Rietsuiker zou dus ook wit kunnen
zijn.
Tweederde van alle gebruikte suiker op de wereld is afkomstig van
suikerriet. De rest is afkomstig van de suikerbiet (kristalsuiker). De
consumptie varieert per land. In westerse landen ligt deze erg hoog. In veel
arme landen is het een luxe artikel. Bij ons wordt suiker in zakken (los) of in
dozen (klontjes) verkocht. In Marokko koop je een ‘suikerbrood’, dat is een
grote in papier verpakte kegelvormige klont. Wat je nodig hebt schraap je er
iedere dag met een mes vanaf. In delen van Nepal en Tibet was suiker een
onbereikbaar artikel. Daarom ontstond daar de gewoonte om thee met zout
te drinken.
Uit het sap van suikerriet wordt ook nog alcohol (b.v. voor de fabricage van
spiritus) en andere chemische producten gemaakt
BANAAN (Musa acuminata)
Gebied: Tropische en sub-tropische gebieden.
Gebruik: We noemen de plant waar bananen aan groeien wel een
bananenboom, maar eigenlijk is het geen boom. De stam is namelijk niet
van hout, maar wordt gevormd door de bladeren die uit de grond komen. Het
is dus een koker. Hierin groeit de grote roodbruine bloemknop omhoog. Als
hij boven de bladeren uitkomt gaat hij hangen en krans voor krans bloeien
(zie de kaft van dit boekje). Na de bloei ontstaan in de kransen de bananen.
Uiteindelijk hangen ze in grote trossen langs de ‘stam’.
Als ze rijp worden, buigen ze naar achteren en kleuren ze langzamerhand
geel. Er zijn verschillende soorten bananen; gele zoete, die je zo kunt eten
en groene, minder zoete, die lekker zijn om te bakken.
Uit de ‘stam’ van de plant worden sterke vezels gehaald. Daarvan maakt
(slaat) men touw en vlecht men matten.
KANEEL (Cinnamonum zeylanicum)
Gebied: Sri Lanka, India, Indonesië.
Gebruik: Boombast eten, daar moet je toch niet aan denken. Of toch wel?
Kaneel wordt gemaakt van de bast van Kaneelboomtakken. Als deze
verwijderd is moet hij een etmaal (24 uur) drogen. Daarna schilt men de
buitenkant en rolt de binnenkant zich vanzelf op. Als de rolletjes nog vochtig
zijn, worden er enkele in elkaar geschoven. Dat heet dan een pijp kaneel.
Er zijn diverse soorten kaneel. Alleen de echte kaneel is afkomstig uit Sri
Lanka en Zuid-China. Een andere als vanouds bekende soort komt
8
oorspronkelijk uit China en Vietnam (C. cassia). De naam kaneel komt van
het Italiaanse ‘cannella’ of het Franse ‘canelle’ dat rietje betekent en hiermee
worden de gedroogde bastrolletjes bedoeld.
Kaneel is net als kruidnagel een veel gebruikte oude specerij. Meer dan
vierduizend jaar geleden werd hij al gebruikt door de Egyptenaren.
Je kunt met kaneel allerlei maaltijden lekker maken: bak bijvoorbeeld eens
wentelteefjes of snoep van een kaneelstok, eet een appeltje met kaneel en
suiker of maak er vlees extra lekker mee.
KOFFIE (Coffea)
Gebied: Z.-Amerika, Afrika, Azië
Gebruik: In de bloeitijd draagt de koffieplant witte trossen bloemetjes die
sterk geuren. Na de bloei ontstaan er groene bessen. Deze kleuren later
purper (donkerpaars). In elk besje zitten twee zaden, dat zijn koffiebonen.
Deze bonen zijn nog niet klaar voor gebruik; eerst worden ze gebrand.
Daarna hebben ze pas de koffiesmaak. De poeder die je thuis in het
koffiezetapparaat doet is van gemalen bonen. Van één plant komt per jaar
maar één kilo koffie. Daarom zijn de plantages heel erg groot en werken er
veel mensen.
In Arabië dronk men al in de vijftiende eeuw koffie, vooral in Mekka. Via de
handelsroutes brachten de Portugezen en Nederlanders de koffie pas
vijfhonderd jaar later naar West-Europa. Naast de Arabica-koffie kennen we
ook de Robusta-koffie uit Afrika. Arabica levert de beste bonenkoffie,
Robusta wordt veel gebruikt als oploskoffie.
VIJGCACTUS (Opuntia ficus-indica)
Gebied: Zuid-Amerika, Middellandse Zeegebied, Zuid-Azië.
Gebruik: Aan de vijgcactus komen heldergele bloemen. Na de bloei groeien
de vruchtbeginsels uit tot rode eetbare vruchten. Het zachte oranje
vruchtvlees is heel sappig en rijk aan suiker. Het helpt goed tegen de dorst.
Pas wel op voor de stekels aan de buitenkant en de harde pitjes aan de
binnenkant.
De vrucht wordt op allerlei manieren gebruikt: vers, gekonfijt (in suikerwater
gekookt), als vruchtensap en zelfs als cocktail. In tropische landen plant men
ze ook wel dicht op elkaar rond de tuin. Je begrijpt wel dat geen dief over
zo’n haag wil klimmen. Soms dienen de gedroogde schijven als
bouwmateriaal, bijvoorbeeld als dakpannen.
De Vijgcactus wordt in Mexicaanse dorpen boven de deur gehangen om
boze geesten buiten te houden.
Vroeger werd het sap van deze cactus gebruikt om er botbreuken mee te
genezen.
AGAVE (Agave spec.)
Gebied: Amerika, West-Indië
Gebruik: Als de Agave groot genoeg is, wordt hij afgesneden. Aan de
onderkant loopt er dan vocht uit. Dit vangt men op om er, vermengd met
cactussap, limonade van te maken. Maar nog vaker dient het voor de
distillatie van sterke dranken.
Ook voor de productie van touw is de plant belangrijk. Hiervoor gebruikt men
de vezels uit de bladeren. Deze worden zo gedraaid of geslagen dat er
uiteindelijk touw ontstaat. Hiervoor wordt de Agave sisalana gebruikt,
vandaar de naam sisaltouw. Oude Indiaanse beschavingen als die van de
Azteken in Mexico maakten al gebruik van deze vezels. Hiermee is sisal
één van de belangrijkste, plantaardige vezelsoorten.
9
ALOË (Aloe spec.)
Gebied: Zuid-Afrika
Gebruik: Het gebruik van deze plant is al meer dan 2500 jaar oud. Toen
diende hij als laxeermiddel. Nu wordt de Aloë in Afrika veel gebruikt door
kruidenmagiërs en dokters. De magiërs gebruiken het sap om boze geesten
te weren en lijken te balsemen. Doktoren schrijven het voor om er o.a.
neusbloedingen, malaria en krampen mee te genezen. De pulp die na het
persen van de bladeren overblijft, dient ter genezing van brandwonden.
Omdat Aloë je huid zacht maakt, wordt hij wel in gezichtscrèmes verwerkt.
Veel Moslims die op bedevaart naar Mekka zijn geweest, nemen als bewijs
een Aloëtak mee. Daarna hangen ze hem boven de deur om er boze
geesten mee te verjagen.
AVOCADO (Persea americana)
Gebied: Midden-Amerika, Mexico
Gebruik: De bloemen van de Avocadoboom zijn groenig en hebben grijze
haartjes. Na de bloei groeien de vruchtbeginsels uit tot avocado’s Ze hebben
een beetje de vorm van een peer. De vruchten zijn geel, donkergroen,
bruinig of paars en bevatten veel olie en vitamine B. Aan de binnenkant zit
een grote pit. Je kunt de naar noten smakende Avocado eten. De olie uit de
vrucht wordt in shampoos en crèmes verwerkt. Je haar en je huid worden en
lekker zacht van.
VIJG (Ficus carica)
Gebied: Zuidwest-Azië, Middellandse Zeegbied.
Gebruik: De bloemen van de vijg groeien in het jonge vruchtje. Hierin zit
een kleine opening waardoor kleine galwespjes naar binnen kunnen. Zij
leggen daar hun eieren. Als ze uitkomen gaan de jonge galwespen eerst
paren. Door al die bezigheden blijft er stuifmeel aan hun lichaam plakken.
Dan gaan ze op zoek naar een andere vijgenboom om hun eitjes te leggen.
Met het meegenomen stuifmeel bevruchten ze de bloemen van de nieuwe
boom. Na een tijdje groeien er daardoor groene peervormige vruchten, die
later paars worden.
Je kunt vijgen vers eten. Er zitten heel veel pitjes in. In Nederland kennen
we voornamelijk de veel zoetere gedroogde vorm.
THEE (Camellia sinensis)
Gebied: China
Gebruik: Thee wordt gemaakt van de blaadjes van de altijd groene
theeplant. Het is een kleine boom die wel honderd jaar oud kan worden. Hoe
hoger de plant in de bergen groeit, hoe aromatischer de thee. Een paar keer
per jaar worden alle jonge blaadjes geplukt en gedroogd. Dan worden ze
versnipperd. Van de snippertjes zetten we thee.
RIJST (Oryza sativa)
Gebied: China, Zuidoost-Azië, Spanje, Noord-Italië, Z.-Amerika.
Gebruik: De rijstplant is een grassoort. Eerst worden dicht op elkaar kleine
plantjes gekweekt. Als deze groot genoeg zijn planten de rijstboeren ze uit in
sawa´s. Dit zijn horizontale terrassen tegen heuvels waar water op blijft
liggen.
Als de rijst rijp is worden de planten geoogst en de rijst uit de halmen
geslagen. Om de korreltjes zit een zilverachtig vliesje. Deze rijst heet
daarom zilvervliesrijst. Als de vliesjes eraf worden gehaald, heb je witte rijst.
10
Veel mensen denken dat alle rijst die je in ons land kunt kopen uit China
komt. Maar daar groeit niet eens genoeg rijst voor het land zelf. De rijst die
wij eten komt meestal uit Z.-Amerika.
Zoals je weet kun je rijst eten. Dat deed men al 4500 jaar geleden. Maar je
kunt er ook een maracas (rammelinstrumentje) van maken of er een knuffel
mee vullen. Verder wordt het wel eens over een bruid en haar bruidegom
gestrooid als ze het stadhuis uit lopen. Mensen doen dat om het kersverse
echtpaar een vruchtbaar leven toe te wensen.
KATOEN (Gossypium spec.)
Gebied: Azië, Zuid- en Midden-Amerika, Afrika.
Gebruik: Als de bloemen van de katoenplant zijn uitgebloeid, groeien er
ronde of hoekige zaden aan de plant. Deze zijn gevuld met dichte wol en
zaadjes. Door de wol, die wij katoenpluis noemen, kunnen de zaadjes door
de lucht zweven en zich verspreiden. Na het oogsten van de katoen worden
de zaadjes verwijderd en blijft de vezelige pluis over.
Van deze dunne vezels spint men draden. Weverijen gebruiken de draden
om er bij voorbeeld lakens en kleding van te maken. Er blijft altijd wel wat
pluisafval over. Dit gaat naar papierfabrieken.
De zaden zijn rijk aan olie. Deze wordt met persen gewonnen om er
lampolie, machineolie en zelfs zeep van te maken.
PINDA (Arachis hypogaea)
Gebied: Zuid-Amerika, Afrika.
Gebruik: Pindaplantjes zijn maar klein. Als de gele bloempjes zijn bevrucht
buigen ze naar beneden en boren ze zich in de grond. Daar groeit dan het
vruchtbeginsel uit tot een pinda. Daarom noemen we ze ook wel
aardnootjes. Uit die pindaatjes groeien weer nieuwe plantjes.
Pinda´s die je zo uit de grond graaft zijn niet lekker. Ze moeten eerst
gebrand worden.
Uit de pinda´s wordt ook olie geperst. Daar maakt men dan slaolie of
margarine van. Hieraan dankt de pinda zijn tweede bijnaam, ‘olienootje’.
ZOETE AARDAPPEL (Ipomoea batatos)
Gebied: China, Afrika, Zuid-en Midden-Amerika.
Gebruik: De Zoete aardappel lijkt wel wat op de gewone aardappel
(Solanum tuberosum) maar is geen familie. Ze zijn wel allebei door
Columbus meegenomen vanuit Amerika. De gewone aardappel groeit aan
de wortels van de aardappelplant. De Zoete Aardappel is juist de wortelknol
waaruit de plant groeit. Beide zijn lekker om gekookt te eten.
PEPER (Piper nigrum)
Gebied: Oorspronkelijk uit Zuidwest-India.
Gebruik: De inwoners van Zuidwest-India gebruiken de zaden in gemalen
vorm als ingrediënt voor hun curry’s, dat zijn pittige vlees- en groentesausen.
Al tijdens het Romeinse rijk werd peper naar Europa geëxporteerd. De vele
tussenhandelaren maakten het product zo duur, dat alleen de rijken het
konden betalen. In de Middeleeuwen werden peperkorrels daarom als
betaalmiddel meer gewaardeerd dan munten.
Peper is een klimplant. Aan de witte bloemen komen kogelronde bessen.
Groene onrijpe bessen worden geplukt voor de bereiding van zwarte peper.
Ze worden dan eerst gedroogd en vervolgens gemalen. Bessen die blijven
hangen kleuren rood. Hierin ontstaan de zaden; ééntje per bes. De gemalen
zaden noemen we witte peper.
11
CITROEN (Citrus limon)
Gebied: Middellandse Zeegebied, Zuid-Oost Azië.
Gebruik: De citroen bloeit bijna het hele jaar door. De bloemetjes zijn wit
aan de binnenkant en rozerood van buiten. Na de bloei groeien de
vruchtbeginsels uit tot citroenen. In het begin zijn ze groen, maar als ze rijp
worden kleuren ze geel. De citroen wordt overal voor gebruikt: sukade
citroenaroma in cakes, door de sladressing, in schoonmaakmiddelen en ga
zo maar door. In een citroen zit veel vitamine C en is daarom heel gezond.
Wist je dat je citroen ook kunt gebruiken om ruwe plekjes op je ellebogen
zacht te krijgen? Je kunt er zelfs je haar mee blonderen!
12
LESSUGGESTIES:
AVOCADOPLANTJE KWEKEN
Benodigdheden:
Begin:
 Avocadopit
 Vier cocktailprikkers
 Glas water
Later:
 Bloempotje met onderin een gat
 Schoteltje
 Grind
 Potgrond
 (Grote augurkenpot)
Haal de pit uit de Avocado en spoel hem schoon. Houd de pit met de punt
naar boven vast en steek er aan vier kanten een cocktailprikker in. Leg de pit
met de cocktailprikkers op het randje van het glas. Zorg ervoor dat de
onderkant van de pit het water raakt.
Zet het geheel op een warme, zonnige plek. Na een tijdje groeien er wortels
onder aan de pit en komt er een groen puntje uit de bovenkant. Nu kunt u de
pit in een pot planten. Dit doet u als volgt:
Leg een laagje grind onder in de bloempot. Vul de pot voor de rest met
potgrond. Doe de pit zo diep in de aarde dat het groene puntje nog goed
boven de grond uit komt. Let erop dat de wortels niet beschadigen!
Eventueel kunt u een grote lege augurkenpot over het plantje heen zetten.
Als u de plant water geeft, giet het water dan altijd op de aarde en niet in het
schoteltje. De plant kan het water niet vanuit het schoteltje opzuigen.
T-SHIRT VERVEN
Sommige tropische gewassen kunnen gebruikt worden voor het verven van
bijvoorbeeld textiel. Vooral Zuid-Amerikaanse en Aziatische volkeren maken
hiervan gebruik. Met behulp van diverse soorten planten geven ze wol en
katoen bonte kleuren. De benodigde tropische vruchten, zoals die van de
passieflora of de avocado, zijn in ons land niet eenvoudig verkrijgbaar of in
de benodigde hoeveelheden zeer duur. Daarom is bij deze lessuggestie
gekozen voor Hollandse groenten en vruchten.
Benodigdheden:
Voor het maken van de verf:
 Groenten e.d. die veel kleurstoffen bevatten
 Groentenmessen, snijplanken
 Grote pannen met water
 Zout
 Zeef
13
Voor het beschilderen van de shirts:
 De zelfgemaakte verf.
 Witte T-shirts o.i.d.
 Elastiekjes om te batikken.
 Plastic boterhamzakjes.
 Waslijn om de T-shirts aan uit te hangen.
 Kranten.
Het maken van de verf
De verf kunt u samen met de kinderen maken, maar het is praktischer om
dat zelf thuis te doen. Om de verf te maken, neemt u een grote hoeveelheid
groente. De soort bepaalt welke kleur:






Rode kool:
Rode bietjes:
Uien:
Goudsbloemen:
Spinazie:
Bramen:
Blauwpaars.
Rood
Geel/bruin
Oranje
Groen
Donkerpaars
Hoe meer u gebruikt, des te mooier wordt de kleur. Snij de groente heel fijn
en doe het in een pan water. Doe er een paar eetlepels zout bij (om de kleur
vast te houden).Breng de groente aan de kook. Laat ongeveer 10 tot 15
minuten koken. Dan trekt de kleurstof er goed uit. Haal dan de pan van het
vuur en zeef alle groenteresten uit het water. Als dat gebeurd is. is de verf
klaar.
N.B. Wilt u de groente nog opeten - de rode kool en de bietjes bijvoorbeeld voeg dan de zout pas toe na het zeven!
Het verven van de shirts
Er zijn verschillende manieren om de shirts te verven:
 Met een kwast:
Denk er hierbij om, dat je niet een concrete tekening op het shirt kan
maken. De verf is namelijk heel dun en loopt uit. U kunt op deze manier
wel verschillende kleurvlakken maken. Hang het shirt na het verven te
drogen.
 Egaal:
Doop hierbij het shirt in z´n geheel in de verf en knijp hem daarna uit.
Knijp niet te hard. want dan knijp je de kleurstof er ook uit. Hang het shirt
na het verven te drogen. Leg er wel kranten onder, want het gaat
druppen!
 Batikken:
Door bepaalde delen van het shirt met elastiek af te binden, ontstaan
verschillende patronen. Raadpleeg handwerkliteratuur om te zien welke
patronen op welke manier ontstaan. Na het afbinden kunt u het T-shirt in
z´n geheel in de verf dompelen, maar u kunt ook een dikke kwast
gebruiken om verschillende kleurvlakken te maken. Gebruik dan wel veel
verf. Stop het T-shirt na het verven in een boterhamzakje en bind het
goed dicht. Laat het zo een dag liggen. Neem dan het T-shirt weer uit het
zakje en spoel hem goed uit. Hang hem daarna te drogen.
14
SPEURTOCHT
‘EEN TROPISCHE VERRASSING…’
INHOUD LESKIST


















Gedroogde cactusschijf
Sisaltouw
Potje crème
Gedroogde vijgen
Flacon citroenafwas
Plastic banaan
Flacon shampoo
Pak koffie (gemalen)
Pak koffiebonen
Thee (groene en
sinaasappel)


15
Rijstverpakking
Pinda’s
T-shirt
Aardappelmeel verpakking
Potje kaneelpoeder
Zakje kaneelstokjes
Potje peper
Potje witte en zwarte
peperkorrels
Doosje rietsuiker
Van de meeste
plantproducten een
monster.
Download