ICT-situatie bij Rijksoverheid en bij Ministerie van Defensie

advertisement
Gebruik van Open Source Software (OSS) bij de overheid
of: Linux of Microsoft bij het Ministerie van Defensie?
Auteur
Studie
Module
Docent
Versie
Datum
Ir. J.H.T. Meijer
MBA-IM (Newport Business Academy - www.newportacademy.nl)
IT en besluitvorming (ITB)
Drs. Michel Verhoeven RC
1.1
26-08-2002
Verantwoording
Dit werkstuk is geschreven in de context van een MBA-studie van de auteur. De
inhoud is op persoonlijke titel geschreven en representeert niet vanzelfsprekend het
overheids- of het defensiebeleid.
2
Samenvatting
De toepassing van ‘open source software’ – waarbij dus naast de feitelijke
toepassing ook de daaraan ten grondslag liggende broncode beschikbaar wordt
gesteld aan de klant – wordt als alternatief van de ‘gesloten’ software ter discussie
gesteld. Meer concreet: de ‘gesloten’ Windows-portefeuille (besturingsprogramma,
alsmede de algemeen gangbare kantoortoepassingen) wordt afgezet tegen het
‘open’ besturingssysteem Linux met bijbehorende ‘open’ kantoorapplicaties. De
omgeving waarin deze vergelijking moet worden geplaatst is die van de rijksoverheid
in het algemeen, en die van het Ministerie van Defensie in het bijzonder (niet om een
bijzondere reden, maar omdat de auteur aldaar werkzaam is).
De vergelijking vindt plaats op basis van kwalitatieve criteria (financiële aspecten en
risico’s), alsook op basis van een rekenvoorbeeld (bron: NRC) en een aanvullende
analyse (bron: Gartner). In alle gevallen komt Linux c.s. goed uit de verf, hoewel veel
aandacht moet worden besteed aan de voorbereiding en de feitelijke implementatie
van deze producten (in plaats van de vigerende Microsoft-producten). Kritische
succesfactor is de beschikbaarheid van kennis over en vaardigheid in het gebruik
van het nieuwe besturingssysteem tbv adequate ondersteuning van de gebruikers.
Aanbevelenswaardig is het voorts om na te gaan welke argumenten, motieven en
migratiestrategie door de Duitse overheid wordt gehanteerd, gegeven recente
berichtgeving in de krant – referte het NRC van 4 juni 2002 – dat Duitsland een
grootschalig contract heeft afgesloten ten faveure van Linux (en dus ten koste van
Microsoft).
Het rekenvoorbeeld van het NRC stelt dat Linux goedkoper is in opzet dan Microsoft
(en Novell). Afhankelijk van de wijze van onderzoek en berekening kan men komen
tot de bevinding dat Microsoft een factor 15 duurder is in opzet dan Linux. Deze
bevinding is gebaseerd op aanschaf- en installatiekosten; de kosten van beheer zijn
niet mede in beschouwing genomen. Nader onderzoek naar de organisatorische en
financiële consequenties voor Defensie (of breder: de overheid) wanneer de
beheeractiviteiten mede in beschouwing worden genomen is aanbevelenswaardig.
Een eerste verkenning leert dat besparingen tot ca 25 % haalbaar zijn!
Twee aanvullende aanbevelingen wordt ten slotte geformuleerd:
 In beginsel moet worden bedongen dat de broncode wordt meegeleverd, dan
wel vrijgegeven. Bij eventueel noodzakelijk bevonden aanpassingen
gedurende de exploitatiefase is men in dat geval minder gebonden aan de
oorspronkelijke leverancier, hetgeen voordelen heeft in termen van digitale
duurzaamheid en waarschijnlijk ook in kosten.
 Kies voor de beleidslijn volgens welke functionele appicaties door
tussenkomst van een bladerprogramma (de zgn ‘browser’) worden
aangeboden aan de gebruiker. Het programma is in dat geval geïnstalleerd
op de server (hetgeen het (wijzigings)beheer vanzelfsprekend ten goede
komt) terwijl de gebruiker communiceert met de server op basis van gering in
omvang zijnde ASCII-bestanden.
In een epiloog wordt de haalbaarheid van de hier betoogde migratie in de organisatie
van het Ministerie van Defensie beschouwd. Een migratie-traject van ca twee jaar,
vanaf 2004 wordt mogelijk geacht.
3
Inhoud
Verantwoording ......................................................................................................... 2
Samenvatting ............................................................................................................ 3
Inhoud ....................................................................................................................... 4
Inleiding..................................................................................................................... 5
ICT-situatie bij Rijksoverheid en bij Ministerie van Defensie ...................................... 6
Overheidsbreed kader ........................................................................................... 6
Ministerie van Defensie ......................................................................................... 6
Afbakening ............................................................................................................ 7
Analyse ..................................................................................................................... 9
Inleiding ................................................................................................................. 9
Risico’s .................................................................................................................. 9
Financiële aspecten ............................................................................................. 10
Een rekenvoorbeeld: de inrichting vd infrastructuur… .......................................... 11
Voortgezette analyse: vergelijking Microsoft en Linux .......................................... 11
Voortgezette analyse: beheer van een Linux-infrastructuur ................................. 13
Conclusies en aanbevelingen.................................................................................. 15
Conclusies ........................................................................................................... 15
Aanbevelingen ..................................................................................................... 15
Epiloog .................................................................................................................... 17
Literatuur ................................................................................................................. 18
4
Inleiding
In het Algemeen Dagblad van 18 februari 2002 (blz 21) staat een artikel met de kop
“Microsoft moet Windows-codes openbaren”. Het is het zoveelste juridische conflict
tussen klanten (in dit geval negen Amerikaanse staten) enerzijds en de de facto
monopolist Microsoft anderzijds. Inzet is het illegaal handhaven van de monopolie
van het pc-besturingsprogramma. Of de monopoliepositie illegaal gehandhaafd wordt
of niet, feit blijft dat hier sprake is van een ongewenste afhankelijkheid van veel
klanten van slechts één leverancier. Vanuit klantzijde is het gewenst om het risico
van leveranciersafhankelijkheid zo gering mogelijk te laten zijn. Vooralsnog is deze
gewenste situatie veelal nog niet bereikt.
Neem nu de Nederlandse rijksoverheid: zij heeft zich op ICT-gebied in het algemeen
georganiseerd rond het productendomein van de firma Microsoft, zoals Windows,
Word, Excel, Powerpoint, Access etc. Dit alles gaat gepaard met grote, telkens
terugkerende uitgaven aan licenties. Of nu sprake is van licenties-per-werkplek of
licenties, gebonden aan een maximum aan simultane gebruikers, maakt grosso
modo niet uit. Uiteindelijk blijven het grote uitgaven die, zo wil een andere stroming
graag laten weten, in feite weggegooid geld zijn.
Deze andere stroming stelt dat software in beginsel zonder belemmeringen
beschikbaar moet komen aan de mensheid als geheel. Het geeft volgens deze
stroming geen pas om geld te vragen voor iets dat de mensheid als geheel ten
goede komt, of ten minste in potentie ten goede kan komen. Grote wetenschappers
hebben immers ook geen geld ontvangen voor het simpele feit dat zij, door toeval
dan wel als gevolg van een intensief onderzoeksprogramma, de mensheid hebben
verrijkt met een verbeterd inzicht in de materie om ons heen.
Aangehaalde stroming onderkent dat gedane arbeid wellicht toch betaald moet
worden, zodat licenties zullen zijn verschuldigd, maar tegelijkertijd stelt deze
stroming dat de broncode, waarin in essentie ‘het geheim van de smid’ ligt
verankerd, beschikbaar moet komen voor de mensheid in het algemeen.
Voortborduren op het voorliggende softwareproduct mag, maar steeds met
inachtname van de verplichting tot het publiekelijk maken van de (aanvullende)
broncode. Hoe verschillend van de huidige softwarebedrijven, die hun product
angstvallig ‘gesloten’ houden voor het publiek, behalve natuurlijk de te verkopen
gebruiksversie, met Microsoft als hun aller grote roerganger…
In voorliggende studie wordt de toepassing van ‘open source software’ – waarbij dus
naast de feitelijke toepassing ook de daaraan ten grondslag liggende broncode
beschikbaar wordt gesteld aan de klant - als alternatief van de ‘gesloten’ software ter
discussie gesteld. Meer concreet: de Windows-portefeuille (besturingsprogramma,
alsmede de algemeen gangbare kantoortoepassingen) wordt afgezet tegen het
‘open’ besturingssysteem Linux met bijbehorende ‘open’ kantoorapplicaties. De pro’s
en contra’s van beide alternatieven zullen naast elkaar gezet worden. De omgeving
waarin deze vergelijking moet worden geplaatst is die van de rijksoverheid in het
algemeen, en die van het Ministerie van Defensie in het bijzonder.
In het hierna volgende zal eerst aandacht besteed worden aan de vigerende situatie
bij de Rijksoverheid in het algemeen en bij het Ministerie van Defensie in het
bijzonder; laatstgenoemd ministerie geldt als referentie voor deze studie (omdat de
auteur daar werkzaam is). Na deze inleiding zullen de te volgen alternatieven nader
worden beschouwd, waarna een vergelijkende analyse zal worden uitgevoerd. Ten
slotte zullen enige conclusies en aanbevelingen worden geformuleerd.
5
ICT-situatie bij Rijksoverheid en bij Ministerie van Defensie
Overheidsbreed kader
Tot op heden maakt de aard van de te gebruiken software nauwelijks tot geen deel
uit van het overheidsbrede ICT-beleid. Mede naar aanleiding van Kamervragen over
de wijze waarop ‘open standaarden’ en ‘open source software’ gebruikt kunnen
worden bij het overheidsinformatiebeleid (referte Kamervragen van Lambrechts en
Bakker dd 4 september 2001 en van Voûte-Droste en Bakker dd 3 oktober 2001; zie
o.m. http://www.minbzk.nl) trekt de overheid – het Ministerie van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties geldt als ‘ICT-kartrekker’ van de overheid – deze
materie echter uit de puur technische context en verheft deze tot beleidsonderwerp.
Onder ‘open standaarden’ worden die standaarden verstaan, welke…
 gepubliceerd zijn;
 vrij te gebruiken zijn (waarbij ‘vrij’ niet identiek hoeft te zijn met ‘gratis’);
 niet eigendom zijn van één bedrijf of een groep van bedrijven.
‘Gesloten standaarden’ zijn die standaarden, welke niet ‘open’ zijn in de hiervoor
bedoelde betekenis.
Het gebruik van ‘open standaarden’ is zinvol omdat zij…
 de interoperabiliteit bevorden;
 de (gewenste) leveranciersonafhankelijkheid in de hand werken;
 de digitale duurzaamheid meer garanderen;
 de veiligheid meer controleerbaar maken.
Het gebruik van ‘open standaarden’ maakt deel uit van beleidsinitiatieven van diverse
Europese overheden (w.o. het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en Duitsland). De vraag
vanuit de Tweede Kamer naar de opname van deze open standaarden in het
overheidsinformatiebeleid komt dus niet uit het niets. Zie voorts o.m. http…
Noot: Het NRC van dinsdag 4 juni 2002 meldt in haar economie-katern dat Duitsland
(i.c. de Duitse overheid) een keuze heeft gemaakt voor Linux. Gewag wordt gemaakt
van een grootschalig contract met IBM en SuSe (distributeur van Linux) tbv levering
van ICT-hardware op basis van Linux en daarop aansluitende kantoorapplicaties,
waarvan de licenties zijn gebaseerd op het ‘open source software’-beginsel.
Om hier nu maar meteen van de abstracte terminologie over te gaan op concrete
producten zal in deze studie bij de ‘open source software’ gedacht worden aan het
besturingssysteem Linux en de Officesuite van StarOffice. Bij de ‘gesloten standaard’
zal het besturingssysteem van Microsoft – Windows – alsmede de Officesuite (Word,
Excel, Powerpoint) centraal staan.
Kortom, van een overheidsbreed beleid op software-gebied is (nog) geen sprake,
maar er zijn wel bewegingen op dit gebied (zie de hiervoor gemaakte opmerking over
het beleid van de Duitse overheid). Deze bewegingen zijn er op gericht om de ‘open
source software’ nadrukkelijk een plaats te geven in dit beleid.
Ministerie van Defensie
Het Ministerie van Defensie is op ICT-gebied waarschijnlijk geen uitzondering op
menig ander departement, en evenmin op menig ander (groot) bedrijf, wanneer wordt
gesteld dat zij zich heeft georganiseerd rondom de Microsoft-productenportefeuille.
6
Een kleine toelichting op de organisatie van het Ministerie van Defensie is op zijn
plaats. Het ministerie kent een relatief klein beleidsontwikkelend en –bepalend
kerndepartement, met vier uitvoerende krijgsmachtdelen (Koninklijke marine,
Koninklijke landmacht, Koninklijke luchtmacht en Koninklijke marechaussee). Voorts
is er een uitvoerend orgaan dat dienstverlenend is aan al deze organisaties en
waarin om efficiency-redenen diverse ondersteunende functies, die voorheen deel
uitmaakten van de genoemde afzonderlijke onderdelen, zijn samengebracht: het
Defensie Interservice Commando (DICO).
Al deze organisaties – met name de vier krijgsmachtdelen – kenden een relatief
grote zelfstandigheid bij de inrichting van hun ICT-infrastructuur. Sedert enige tijd
wordt het informatievoorzieningsdomein defensiebreed opgepakt in tien
complementaire programma’s, die tesamen het gehele ICT-domein omspannen. Eén
van deze programma’s betreft de ICT-infrastructuur. Dit programma richt zich op de
voorzieningen die in beginsel voor elke werkplek van toepassing zijn, alsmede op de
infrastructurele voorzieningen die nodig zijn om de werkplek operationeel te maken.
Meer over de programmagewijze aanpak bij het Ministerie van Defensie is te vinden
in de communicatie met de Tweede Kamer (zie
http://www.mindef.nl/nieuws/parlement/brieven/content/100901_beleidsplan.html).
Het programma ‘ICT-infrastructuur’ werkt in verschillende projecten er naar toe dat
alle werkplekken van de gehele defensie-organisatie in beginsel in één (logisch)
netwerk zijn opgenomen. De beginsituatie is die, waarbij alle ICT per defensieonderdeel is georganiseerd. Het ene defensie-onderdeel was reeds tamelijk netwerkgeoriënteerd, terwijl het andere defensie-onderdeel nog bestond uit een een veelheid
van relatief kleine netwerken per kazerne of onderdelen van vergelijkbare omvang.
Ongeveer een jaar geleden was het kerndepartement bijvoorbeeld nog
georganiseerd rond de standaard Windows 3.11. Windows 95 en latere versies
waren hier nog niet doorgedrongen… Kortom, vanuit de kleine deelorganisatie (bv
kazerne) zag het er allemaal redelijk overzichtelijk uit, maar van een eenduidige,
defensiebrede ICT-infrastructuur was geen sprake. Onderlinge gegevensuitwisseling,
althans in digitaal formaat, was dan ook geen vanzelfsprekendheid.
Complicerende factor is dan ook nog eens de eis van ‘interoperabiliteit’ die per
defensie-onderdeel een verschillend accent kent. Voor met name de Koninklijke
marine en de Koninklijke luchtmacht staat interoperabiliteit met NAVO hoog in het
vaandel. Voor de Koninklijke landmacht betekent interoperabiliteit echter vooral dat
de gehele landmacht, zowel het deel te velde (‘mobiel’) als de statische component
(staf, kazernes), met elkaar kan communiceren. Voor de Koninklijke marechaussee
staat interoperabiliteit vooral voor een gegarandeerde informatie-uitwisseling met het
Ministerie van Justitie.
Reeds genoemd is de mobiele component die een zware wissel trekt op de kwaliteit
van de ICT-infrastructuur: niet alleen bij de Koninklijke landmacht speelt dit aspect
een rol, ook de Koninklijke marine (schepen op zee, mariniers te velde) kent deze
complicerende ‘problematiek’. Zonder nu diep in te gaan op dit mobiliteitsaspect,
merk ik op dat de incorporatie (in het defensiebrede netwerk) van de mobiele
component zich voornamelijk vertaalt in de behoefte (lees: ‘eis’) om informatieuitwisseling te kunnen laten plaatsvinden met een zo gering mogelijk beslag op de
transmissiecapaciteit (‘bandbreedte’).
Afbakening
Het is reeds genoemd, maar ik noem het hier nog eens expliciet: de studie richt zich
in het bijzonder op het besturingssysteem en de algemene toepassingen, die in
7
beginsel op elke werkplek beschikbaar moeten zijn. In Microsoft-termen spreken we
hier dus van Windows (als besturingssysteem, versie is niet zo relevant, hoewel
2000 en XP beduidend betrouwbaarder en veiliger worden bevonden dan de
voorganger NT) alsmede de toepassingen Word (tekstverwerkingsprogramma),
Excel (rekenbladprogramma) en Powerpoint (presentatieprogramma). Het ‘open’
alternatief wordt gevormd door Linux (als besturingsprogramma) alsmede de
kantoorapplicaties van StarOffice. Laatstgenoemde programma’s zijn gebaseerd op
het beginsel van de ‘open source software’.
8
Analyse
Inleiding
De analyse – i.c. de vergelijking tussen de Microsoft-productlijn enerzijds met Linux
inclusief de gerelateerde Officesuite anderzijds – zal zich richten op de risico’s en op
het kostenaspect. Deze vergelijking kan als basis dienen voor een te nemen besluit
om van Microsoft over te gaan naar Linux c.s.
Navolgende risico’s worden onderkend:
 ondersteuning van, dan wel koppeling met overige functionele programma’s;
 nogmaals: overgang van ‘gesloten’ naar ‘open’;
 het afbreken van een betrouwbare (?) leveranciersondersteuning;
 is Linux een hype?
Ten aanzien van het financiële aspect gelden drie deelaspecten waarop nader wordt
ingegaan:
 licenties;
 overgang van ‘gesloten’ naar ‘open’;
 beheer.
Het hoofdstuk wordt vervolgd met een kwantitatieve (financiele) beschouwing van de
inrichting van een infrastructuur, met het NRC van 24 augustus 1999 als bron. Ten
slotte zal een globale kwalitatieve analyse worden gemaakt op basis van informatie
van Gartner.
Risico’s
Met betrekking tot de ondersteuning van, dan wel koppeling met overige functionele
programma’s (dus niet behorend tot de standaard kantoorapplicaties) kan worden
gesteld dat, wanneer de beleidslijn gekozen wordt deze (overige) programma’s te
benaderen (ten behoeve van raadplegen of wijzigen van gegevens) met behulp van
een bladerprogramma (de zgn ‘browser’) in het organisatiebrede Intranet, hier geen
enkel risico wordt gelopen. Linux is immers bij uitstek geschikt om Internet/Intranet te
ondersteunen. Bijkomend voordeel van het kiezen voor deze beleidslijn is dat
maximaal tegemoet wordt gekomen aan de eis van minimale belasting van de
transmissiecapaciteit (‘bandbreedte’) bij het uitwisselen van informatie van en naar
het mobiele domein. De functionele applicatie staat in dat geval immers geïnstalleerd
op de server, terwijl de informatie-uitwisseling met de gebruiker (‘client’) op basis van
gering in omvang zijnde ASCII-bestanden geschiedt.
Met betrekking tot de overgang van ‘gesloten’ (Microsoft) naar ‘open standaarden’
(Linux c.s.) mag het risico van de technische transformatie niet worden onderschat.
Gedoeld wordt hier op het feit dat bijvoorbeeld de aan gebruikers toe te kennen
autorisaties in een Linux-omgeving op een heel andere leest geschoeid kunnen zijn
dan in een Microsoft-omgeving. Het kan zijn dat om deze of andere reden, deze twee
‘technische concepten’ zich slecht met elkaar verhouden, hetgeen een nadere
afweging tot het wel of niet, dan wel langs een nader te definiëren migratiepad
overgaan van Microsoft naar Linux c.s. noodzakelijk maakt.
Ten aanzien van de betrouwbare (?) leveranciersondersteuning geldt een
overweging die vraagt om een strikte scheiding van ‘ratio’ en ‘emotie’. De emotionele
binding aan een leverancier, met wie een contract is gesloten, is tamelijk groot.
Vanuit deze contractuele relatie gaat immers een belangrijk ‘heitje-voor-een-
9
karweitje’-werking (of: ‘uurtje-factuurtje’) gelden. Er wordt betaald (door de klant) voor
een zekere inspanning/levering (door de leverancier). Op deze wijze geeft het
contract voor de klant een redelijke zekerheid/garantie dat de leverancier aan de
verplichtingen zal voldoen. Tot zover de ‘emotie’.
Dan nu de ‘ratio’: de (eind)gebruiker maakt gebruik van de helpdesk van de ‘provider’
(voor het Ministerie van Defensie is dit vooralsnog de Defensie Telematica
Organisatie) in het geval zich gebruiksproblemen voordoen. Het is aan deze provider
om, zo nodig, de leveranciersondersteuning in te roepen. De vraag is hoe vaak en
hoe intensief dit in de praktijk nodig blijkt. Zonder nader onderzoek hiernaar te
hebben uitgevoerd, durf ik te stellen dat dit niet vaak zal zijn omdat de provider veelal
zelf over de benodigde probleemoplossende kennis beschikt! De ‘ratio’ zegt dus dat
in de praktijk voldoende kennis in huis is – wellicht mede mogelijk gemaakt door
documentatie van de zijde van de leverancier – om een nader ondersteunend
contact tussen leverancier en klant (= provider) gewoonweg achterwege te laten. In
termen van ‘risico’ kan worden gesteld dat hier dus weinig risico uitgaat van het
afbreken van een betrouwbare (?) leveranciersondersteuning ten faveure van een
anonieme leverancier van Linux (bv het Internet).
In dit kader merk ik overigens op dat commerciele ondersteuning inmiddels
professioneel aan het worden is. Een voorbeeld: de firma ‘Linuxcare’, waarover
nadere informatie onder http://www.linuxcare.com, heeft zich op deze markt als een
toonaangevende organisatie ontwikkeld (ook ‘white papers’ zijn op deze site te
downloaden, maar dit vereist een lidmaatschap).
Met betrekking tot de vraag of Linux een hype is, kan worden gesteld dat zelfs
wanneer Linux, zijnde een UNIX-dialect werkend op een Intel-processor (waarop alle
PC’s, draaiend onder MS-Windows, zijn gebaseerd), een kortstondig bestaan is
beschoren, nog altijd geldt dat sprake is van een UNIX-dialect (waardoor er dus
sprake is van een betrouwbare basis…)! De wijze waarop Linux ‘in de markt is
gezet’, en wordt gedragen door vele enthousiastelingen in de wereld, maakt de
veronderstelling dat risico wordt gelopen, dan ook vooralsnog tamelijk academisch
(dit wordt overigens bevestigd door het hierna nog nader te beschouwen Gartnerdocument).
Subconclusie: Onder aantekening dat een migratiestrategie nadrukkelijk de aandacht
verdient teneinde technische problemen in de gebruikscontinuïteit te waarborgen,
leidt geen der onderkende risico’s tot een absoluut onaanvaardbaar ten aanzien van
een keuze voor Linux c.s.
Financiële aspecten
Ten aanzien van de licenties kunnen we kort zijn: de financiële consequenties van
licenties zijn voor de Linux-variant uitermate gunstig, terwijl die voor de Microsoftvariant alleen maar ongunstiger worden. De laatste tijd is immers telkens weer
sprake van een verhoging van licenties van Microsoft-producten. Buiten Defensie
doet zich dit ook gevoelen: ook op scholen wordt een belangrijk deel van het
beschikbare ICT-budget aangewend om aan de licentie-verplichtingen te voldoen.
Ten aanzien van de overgang van ‘gesloten’ naar ‘open’ geldt dat geïnvesteerd zal
moeten worden in kennis en vaardigheid om in de nieuw op te zetten ICTinfrastructuur de ondersteuning te kunnen bieden die de individuele gebruiker vraagt.
Voor wat betreft het beheer geldt natuurlijk het omgekeerde van wat er geldt voor
licenties. Juist omdat geen leverancier tegenover de klant staat, moet dus de ‘eigen’
provider (voor Defensie: de Defensie Telematica Organisatie [DTO]) voor
10
ondersteuning moet zorgen. Kennis van Linnux (UNIX) moet ‘in huis’ aanwezig
zijn/komen. Dat is in de praktijk een relatief gemakkelijk af te dekken risico: UNIX is
wereldwijd tamelijk gemeengoed, hoewel enkele ‘dialecten’ worden onderkend.
Overigens is het algemeen onderkend dat het beheer in een UNIX/Linux omgeving
eenvoudiger en robuuster is in te richten dan in een Windows-omgeving, hoewel
Windows 2000 en Windows XP in dit opzicht aanzienlijk zouden zijn verbeterd tov
Windows NT.
Subconclusie: Voor wat betreft licenties is er een absolute pré om met Linux c.s. in
zee te gaan. In kennis en vaardigheid zal in dat geval nog het nodige moeten worden
geïnvesteerd. Het beheer zal op den duur wellicht goedkoper zijn (in kosten per
werkplek), simpelweg omdat het beheer in UNIX/Linux goed en robuust is in te
richten, alvorens het echter zover is moet het nodige worden geïnvesteerd. Kortom,
onder aanname van een zekere terugverdientijd geldt dat vanuit een financieel
perspectief de keuze voor Linux c.s. verdedigbaar is.
Een rekenvoorbeeld: de inrichting vd infrastructuur…
Het ultieme toetscriterium tbv het maken van een keuze uit alternatieven is de
berekening van de levensduurkosten (LCC, Life Cycle Costs). In de ICT-branche
spreekt men ook wel van de TCO, ofwel de Total Costs of Ownership. Het beheer in
exploitatie moet natuurlijk deel uitmaken van de TCO-berekening, maar een
indicatieve beschouwing van de inrichtingskosten geeft al een redelijk beeld. Een
vergelijking, gemaakt door het NRC in 1999:
“Een kostenoverzicht door het bedrijf Linuxcare dat de producten NetWare5 (Novell),
Windows NT 4.0 (Microsoft) en Linux naast elkaar zet laat zien dat Linux inderdaad
bijna gratis is. In een bedrijf of organisatie met duizend gebruikers die aangesloten
zijn op een server komen de licentiekosten van Windows NT op 144.000 dollar, van
Netware op 58.780 dollar en van Linux op 99 dollar. De installatiekosten per server
zijn voor Linux 5.000 dollar, tweeënhalf keer zo hoog als van Windows en NetWare.
Voor die duizend gebruikers heb je bij gebruik van Linux echter maar één server
nodig, voor Windows en Netware vier. Kortom, alles bij elkaar opgeteld is Microsoft
winnaar met 171.000 dollar, Netware een goede tweede met 85.000 dollar en Linux
het goedkoopst met 11.350 dollar.”
Bron: NRC, 24-08-1999, http://www.nrc.nl/W2/Nieuws/1999/08/24/Med/02.html
Subconclusie: Linux is goedkoper in opzet dan Microsoft (en Novell). Afhankelijk van
de wijze van onderzoek en berekening kan men komen tot de bevinding - zoals
hierboven weergegeven - dat Microsoft een factor 15 duurder is in opzet dan Linux.
Deze berekening is gebaseerd op aanschaf- en installatiekosten; de kosten van
beheer zijn niet mede in beschouwing genomen.
Voortgezette analyse: vergelijking Microsoft en Linux
Op deze plaats refereer ik aan een rapport van Gartner (gepubliceerd in een ‘eigen’
site omdat het rapport op de Gartner-site alleen mbv een een wachtwoord is te
raadplegen): http://home.hccnet.nl/deelen.meijer/mba/linux_vs_microsoft.pdf. Het
rapport is van juni 2001.
Dit rapport bevestigt dat Linux aanzienlijk goedkoper is, maar dat de kosten een
breder spectrum bestrijken dan alleen de uitgaven ter zake van licenties. Overigens,
is dit rapport ook al weer een jaar oud, en inmiddels heeft de Duitse overheid
gekozen voor Linux (ten ‘koste’ van Microsoft), waarmee aannemelijk wordt gemaakt
dat de onderkende risico’s steeds beter beheerst (kunnen) worden.
11
Op basis van aangehaald document volgt hier een overzicht van aspecten of criteria,
waartegen beide opties (Microsoft en Linux) door Gartner nader zijn getoetst.
Voor- en nadelen, risico's
Beschouwing
Linux kost niets (Internet) tot weinig (tientallen eur's: afhankelijk vd gekozen
distributeur). Microsoft is duur (vanaf ca 350 euro per licentie). Tbv beheer is Linux
"moeilijker" dan Microsoft, maar daar staat tegenover dat UNIX- (en dus Linux-)
vaardigheden wereldwijd beschikbaar zijn (voornamelijk bij universiteiten).
Stabiliteit en
Linux was - als een UNIX-adept - van nature zeer stabiel. Dat kon van Microsoft niet
betrouwbaarheid altijd gezegd worden. Echter Windows 2000 en XP zijn in dit opzicht aanzienlijk beter
geworden tov de voorganger Windows NT.
Benodigde
Microsoft heeft een telkens krachtiger omgeving nodig om een zekere performance
hardware
neer te zetten. Linux stelt weinig eisen: het kan zelfs uitstekend draaien op de oudere
386- en 486-processoren (van Intel).
Flexibiliteit
Linux is in twee opzichten in het voordeel tov Microsoft. Ten eerste is de broncode
beschikbaar waarmee het operation system kan worden 'customised' (hoewel dat
begrijpelijkerwijs ook weer een risico introduceert, maar dat terzijde). Ten tweede is
Linux zeer modulair van opzet, waardoor niet benodigde modulen kunnen worden
afgeschakeld, hetgeen de performance natuurlijk alleen maar gunstig beinvloedt.
Ontwikkeling van Het "open source"-aspect maakt snelle ontwikkeling mogelijk. In dit opzicht is Linux
nieuwe
veruit in het voordeel. Een kanttekening betreft het feit dat Linux wordt ontwikkeld
functionaliteiten voor en door andere ontwikkelaars in de wereld: de gebruiksvriendelijkheid is
daarmee niet altijd gegarandeerd, hier is Microsoft weer in het voordeel.
Gebruiksgemak In het vorige punt al even aangestipt: Microsoft blinkt uit in gebruiksvriendelijkheid
(hoewel door individuele gebruikers wel eens wordt geklaagd over juist de veelheid
van keuzen en instellingen die mogelijk zijn, alsmede over het feit dat de
gebruiksvriendelijkheid ook te ver kan gaan: niet elke beginletter behoeft een
hoofdletter te worden, en niet elk numeriek begin van een zin is direct een begin van
een opsomming; Microsoft vindt in beginsel van wel...
Graphical User De Microsoft GUI is zonder meer superieur aan die van Linux. Er is echter een
Interface (GUI) kanttekening: bij Microsoft is GUI gebonden aan het operating system, zodat bv de
meer ervaren systeembeheerder ook geacht wordt te werken met de
gebruiksvriendelijke, maar tegelijkertijd capaciteit-vretende GUI; bij Linux is de GUI
optioneel en instelbaar tbv (groepen van) gebruikers. De kwaliteit haalt het niet bij
Microsoft, maar ontwkkelingen op dit front maken het verschil steeds kleiner...
Applicaties
Ook hier wordt onderkend dat applicaties tbv Microsoft te kust en te keur beschikbaar
zijn. Voor Linux is dat niet zo, hoewel ook hier grote ontwikkelingen gaande zijn. Ter
illustratie vestig ik de aandacht op het OpenOffice-project (www.openoffice.org)
waarbij de standaard kantoorapplicaties onder GNU General Public License
beschikbaar komen welke in hoge mate interoperabel zijn met die van Microsoft
Office.
Dominantie van Vanuit het gezichtspunt van de gebruiker is het natuurlijk prettig dat er slecht één
Microsoft
aanbiedende partij is: altijd en overal kan de gebruiker snel aan de slag, nagenoeg
overal is de wijze van werken immers gelijk.Vanuit verwervingsoogpunt is deze
dominantie van de monopolist echter verwerpelijk, zeker gezien de over het
algemeen arrogante wijze waarop Microsoft zich als leverancier/monopolist opstelt
naar klanten. Om laatstgenoemde reden is de groep van bewuste klanten (waaronder
de overheid in het algemeen en – in het kader van voorliggende studie – het
Ministerie van Defensie in het bijzonder, zich toch zou moeten rekenen...), die zich
onafhankelijk wil opstellen naar de leveranciers van kantoorautomatisering, zonder
meer groeiend. Het feit dat grote leveranciers - bv IBM, Hewlett Packerd - Linux
ondersteunen, werkt hierin stimulerend.
Aspect
Kosten
tabel: vergelijking van Microsoft en Linux tegen een set aan criteria (bron: Gartner)
Subconclusie: Waar Microsoft voordelig scoort ten opzichte van Linux
(gebruiksvriendelijkheid, GUI en beschikbaarheid van applicaties) zijn ontwikkelingen
12
gaande, die de achterstand van Linux verkleinen. Op andere aspecten (kosten,
stabiliteit, benodigde hardware, flexibiliteit, ontwikkeling van nieuwe functionaliteit en
de - vanuit verwervingsoogpunt ongewenste - dominantie van Microsoft) scoort Linux
sowieso beter.
Op het gebied van kosten moet het aspect 'beheer' voldoende onder de aandacht
komen; te gemakkelijk wordt andere alleen maar gekeken naar het absolute voordeel
van de gratis licenties. Het aspect stabiltieit en betrouwbaarheid kent voor Microsoft
een negatief imago, dat is gekoppeld aan Windows NT (en eerder). Windows 2000
en XP maken het discriminerend effect van dit aspect tov Linux echter nauwelijks
meer relevant.
Voortgezette analyse: beheer van een Linux-infrastructuur
In het voorgaande wordt het beheer van de Linux-infrastructuur stelselmatig buiten
beschouwing gelaten. Nader onderzoek op dit punt wordt zinvol geacht. Op deze
plaats zal het beheer van Linux nader onder de loupe worden genomen.
We doen dat aan de hand van twee typen van bronnen: een publicatie van Gartner
(Mary Hubley, Mary Ann Richardson, 23 january 2002) genaamd “Linux Operating
System Technology: Perspective” enerzijds en enkele websites van het internet
anderzijds. De Gartner-publicatie is wederom gepubliceerd in een ‘eigen’ site omdat
het rapport oop de Gartner-site alleen mbv een een wachtwoord is te raadplegen):
http://home.hccnet.nl/deelen.meijer/mba/Linux_OS_Technology_Perspective.pdf.
De Gartner-publicatie stelt onder meer: “CBS Sportsline initially moved its pga.com
golf site from a Windows system to Linux. With the success of that site, Sportsline
has moved all its online properties to 375 Linux servers. Sportsline is saving several
million dollars a year in lower hardware, software and maintenance costs.
Amazon.com has also found that by moving to Linux it was able to
substantially reduce its IT costs and thereby improve its bottom line. In a filing with
the Securities and Exchange Commission, Amazon said it spent US$54 million on IT
systems, content development and technology consulting during the quarter ended
30 September 2001, compared with US$71 million during the third quarter of 2000, a
decline of nearly 24 percent. The decline was mainly attributed to the switch to
Linux.”
Hetzelfde artikel kent een paragraaf ‘Benefits and Risks’. In deze paragraaf komen
navolgende aspecten aan de orde:
 Low-Cost Alternative
 Open-Source Development
 Vendor Accountability
 Management Costs
 Reliability, Availability, Scalability
 Lack of Corporate Applications
 Application Incompatibilities among Distributions
 Costs of Migrating to Linux in a Windows Environment
Aan de hand van een beschouwing van deze aspecten kan worden vastgesteld dat
Linux veel voordelen heeft. Alleen de kosten van de migratie vanuit een Windowsomgeving wordt als aandachtspunt geformuleerd; en dan nog in een toonzetting die
de nodige suggestie in zich heeft: “[Bedrijven met een Windows-infrastructuur] may
find that the conversion costs may not justify the business case for migrating to
Linux.”
13
Onder het kopje “Low-Cost Alternative” wordt onder meer opgemerkt: “The current
economic situation, rising software costs, shrinking technology budgets and
Microsoft's new licensing policies are also prompting small and medium businesses
to look to Linux for a low-cost alternative to Windows servers.”.
Tot zover een beschouwing aan de hand van het Gartner-artikel. Vervolgens is een
kleine zoekactie op het internet uitgevoerd. Mbv de Google zoekmachine
http://directory.google.com (en dan: Top / World / Nederlands / Computers / Software
/ Besturingssystemen / Linux / Bedrijven /) komen we onder meer navolgende
bedrijven tegen (iBuildings mbv ‘gewone’ Google-zoekmachine gevonden en
Linuxcare is geen NL-firma):
 Open Office: http://www.openoffice.nl (Open Office levert
automatiseringsoplossingen voor het MKB. Door gebruik van Linux en Open
Source Software wordt uw IT efficiënter en flexibeler)
 Consultux: http://www.consultux.be (De specialist inzake consultancy,
implementatie, exploitatie en beveiliging van Linuxsystemen)
 iBuildings.NL: http://www.ibuildings.nl (ibuildings ontwerpt en bouwt
innovatieve internet en intranet toepassingen, en is gespecialiseerd in
technisch hoogstaande e-business oplossingen, waaronder e-commerce
systemen, geavanceerde database gestuurde internetsites en complexe
backoffice koppelingen)
 reeds eerder genoemd is de Amerikaanse firma Linuxcare, Inc.:
http://www.linuxcare.com/
Noot: de toegevoegde teksten zijn afkomstig van de homepages van de genoemde
sites.
Er zijn er ongetwijfeld meer, maar reeds deze opsomming geeft aan dat het beheer
van de Linux-infrastructuur in beginsel in concurrentie uitbesteedbaar is.
De eerstgenoemde – Open Office – geeft op haar site een kostenvergelijking tussen
Linux en Microsoft. Hoewel deze aanbieder zich richt op het MKB – en dus over 5 en
10 werkplekken spreekt, ipv over 40.000 a 50.000 – onderbouwen de gegeven cijfers
de bevinding van de Gartner-publicatie, wanneer deze meldt dat bij Amazon.com een
daling in de ICT-kosten van ca 25 % is waargenomen als gevolg van de overstap
naar Linux.
Kortom, hoewel de overstap naar Linux – vooral wanneer reeds een uitgebreide
Microsoft-infrastructuur en –ervaring bestaat – er een is die weloverwogen moet
plaatsvinden zijn er verschillende aanwijzingen dat – op termijn – ook het beheer van
de Linux-infrastructuur goedkoper zal kunnen zijn. Aanbiedingen van verschillende
leveranciers geven aan dat het beheer in beginsel uitbesteedbaar zal kunnen zijn,
waardoor alleen al prijsvoordelen uit zijn te halen. Ervaringen en aanbiedingen leren
voorts dat reductie van de TCO (TCO = Total Costs of Ownership) tot ca 25 %
haalbaar kan zijn.
14
Conclusies en aanbevelingen
Conclusies
Momenteel is van een overheidsbreed beleid op software-gebied nog geen sprake,
maar er zijn wel bewegingen op dit gebied. Deze bewegingen zijn er op gericht om
de ‘open source software’ nadrukkelijk een plaats te geven in dit beleid.
Het Ministerie van Defensie is, net als veel andere grote organisaties binnen en
buiten de overheid, op ICT-gebied georganiseerd rond het productendomein van
Microsoft. Het ICT-beleid van dit ministerie is in een proces van ombuiging: van
defensie-onderdeel-georiënteerd naar defensiebreed programma-georiëntieerd. Het
programma ICT-infrastructuur werkt in een aantal projecten naar een defensiebreed
netwerk, waarin alle werkplekken, inclusief die, welke behoren tot de mobiele
component van Defensie, zijn opgenomen.
Ten aanzien van de vergelijking tussen Microsoft-producten en Linux als
besturingssysteem met kantoorapplicaties met een ‘open source software’achtergond leert een kwalitatieve beschouwing van de financiële aspecten en van de
te onderkennen risico’s dat een keuze voor Linux c.s. aanvaardbaar is, mits
voldoende aandacht wordt besteed aan de technische implicaties mbt de migratie
(met name het naast elkaar bestaan van Microsoft en Linux-producten verdient
daarbij aandacht).
De kwantitatieve (financiele) beschouwing leert sowieso dat Linux in belangrijke mate
goedkoper is in opzet dan Microsoft (en Novell). Deze bevinding is gebaseerd op
aanschaf- en installatiekosten; de kosten van beheer zijn in het rekenvoorbeeld niet
mede in beschouwing genomen. Nader onderzoek naar de organisatorische en
financiële consequenties voor het Ministerie van Defensie (of breder: de overheid)
wanneer de beheeractiviteiten mede in beschouwing worden genomen is dan ook
aanbevelenswaardig.
Een voortgezette analyse leert dat, waar Microsoft voordelig scoort ten opzichte van
Linux (gebruiksvriendelijkheid, GUI en beschikbaarheid van applicaties)
ontwikkelingen gaande zijn, die de achterstand van Linux verkleinen. Op andere
aspecten (kosten, stabiliteit, benodigde hardware, flexibiliteit, ontwikkeling van
nieuwe functionaliteit en de - vanuit verwervingsoogpunt ongewenste - dominantie
van Microsoft) scoort Linux sowieso beter (onder aantekening van de gemaakte
opmerking over ‘kosten van beheer’: deze behoeven nadere beschouwing).
Een verder voortgezette analyse adresseert het beheer. Aan de hand van Gartnerliteratuur alsmede aan de hand van internet-presentaties van enkele bedrijven wordt
aannemelijk gemaakt dat besparingen in de TCO tot ca 25 % mogelijk moeten zijn,
wanneer een overstap van Windows naar Linux wordt overwogen.
Aanbevelingen
Bij aanbesteding van maatwerksoftware of klantspecifieke aanpassingen van
softwarepakketten zou de overheid in het algemeen, en het Ministerie van Defensie
in het bijzonder, in beginsel moeten bedingen dat de broncode wordt meegeleverd,
dan wel vrijgegeven. Bij eventueel noodzakelijk bevonden aanpassingen gedurende
de exploitatiefase is de overheid in dat geval minder gebonden aan de
oorspronkelijke leverancier, hetgeen voordelen heeft in termen van digitale
duurzaamheid en waarschijnlijk ook in kosten.
15
Kies voor de beleidslijn volgens welke functionele appicaties door tussenkomst van
een bladerprogramma (de zgn ‘browser’) worden aangeboden aan de gebruiker. Het
programma is in dat geval geïnstalleerd op de server (hetgeen het (wijzigings)beheer
vanzelfsprekend ten goede komt) terwijl de gebruiker communiceert met de server
op basis van gering in omvang zijnde ASCII-bestanden.
Ten aanzien van de overweging om van Microsoft over te gaan naar producten met
een ‘open source software’-karakter (Linux c.s.) geldt de aanbeveling zulks zeker te
doen, maar daarbij veel aandacht te besteden aan de voorbereiding van het beheer
(met name het inbedden van kennis en vaardigheid teneinde de gebruiker te kunnen
bijstaan met opkomende vragen of het technisch realiseren van functionele
behoeften) en de migratie.
Het is in het kader van deze migratie zeer aanbevelenswaardig te achterhalen welke
argumenten, overwegingen en migratiestrategie bij de Duitse overheid een rol heeft
gespeeld te handelen, zoals gemeld in het NRC van 3 juni 2002. Deze melding komt
neer op een overeenkomst van de Duitse overheid met IBM en SuSe om tbv de
Duitse overheden tegen een speciaal tarief IBM-machines met Linux
besturingssysteem (en bijpassende kantoorapplicaties) beschikbaar te stellen.
16
Epiloog
Uit de aanbevelingen blijkt dat we Linux c.s. moeten onderzoeken op het aspect van
beheer (hoewel de voortekenen aangeven dat ook hier voordelen zijn te boeken).
Verder is er de indruk dat louter voordelen zijn te vinden in het adopteren van open
source software. Een en ander onder voorwaarde dat het opzetten van het beheer
van de infrastructuur op basis van Linux goed moet geschieden.
Bij Defensie wordt momenteel overwogen om defensiebreed de “dienst” van de
werkplek af te nemen van de defensie-provider (= DTO: Defensie Telematica
Organisatie), in plaats van het verwerven en installeren van hardware (servers,
netwerk, werkstations etc.) en software (LAN2000-applicaties op basis van Windows
NT, te migreren naar Windows 2000 of XP).
De defensie-organisatie is georienteerd op Windows-producten. Voorts is de
inrichting van de infrastructuur – tot op heden – een zaak van de afzonderlijke
defensie-onderdelen. Weliswaar is de regie in theorie een zaak van de
defensiebrede beleidsverantwoordelijke voor het programma ‘ICT-infrastructuur’,
maar in werkelijkheid is het toch vooral het zelfstandige defensie-onderdeel dat de
toon zet in de feitelijke gang van zaken.
De verschillende defensie-onderdelen zijn niet alle op gelijke leest geschoeid, waar
het de ICT-infrastructuur betreft. De Koninklijke marine heeft van oudsher de best
ingerichte netwerkstructuur maar heeft last van de wet van “remmende voorsprong”
en zit dan ook al heel lang op een marinebrede infrastructuur op basis van Windows
NT (server) en Windows-/Offiice-95 (client).
De overige defensie-onderdelen hebben in de afgelopen jaren een modernisatieslag
doorgemaakt en hebben een infrastructuur op basis van Windows NT (server) en
LAN2000 op basis van Windows NT/Office97 (client).
Twee krachten worden momenteel onderkend en zijn van belang:
 De kracht volgens welke de defensie-organisatie op een (1) gemeenschappelijke
infrastructuur zal zijn gebaseerd, op een zo efficient mogelijke wijze te
exploiteren (door het afnemen van “diensten”, in plaats van per defensieonderdeel de ICT-infrastructuur in te richten en te beherren).
 De kracht die de overgang van het gebruik van ‘gesloten’ naar ‘open source
software’ (van Microsoft naar Linux c.s.) nastreeft.
Beide krachten moeten elkaar niet tegenwerken of negatief beinvloeden anderszins.
De migratie zal anders niet langs een beheerst pad worden doorlopen. Om die reden
zal – zo is mijn stellige verwachting – vooralsnog de Microsoft-standaard niet
worden losgelaten. Wanneer echter een defensiebreed beheerde ICT-infrastructuur
werkelijk bestaat, is de tijd aangebroken om vervolgens de migratie naar de “open
source software” te overwegen.
Gegeven het feit dat medio 2003 de defensiebrede ICT-infrastructuur zal zijn
ingevoerd, is het dan ook verwachtbaar dat een traject tbv de migratie van Microsoft
naar de “open source software” – duur ca. twee jaar – niet eerder dan in 2004 zal
worden ingezet. Een toenemende afhankelijkheid van het afzonderlijke
departmentsbeleid (bv van Defensie) van het overheidsbrede ICT-beleid
introduceert hier nog een extra factor-van-belang. In dit kader merk ik op dat het
Ministerie van Binnenlandse zaken en het Ministerie van Economische Zaken
eveneens de ‘open source software’ op haar overheidsbrede toepassing bestuderen.
17
Literatuur
http://www.nrc.nl/W2/Nieuws/1999/08/24/Med/02.html: een kostenvergelijking tussen
Linux en Microsoft (NRC 24 augustus 1999).
http://www.nrc.nl/internet/1023166324697.html: De Duitse overheid kiest voor Linux,
niet voor Microsoft (NRC 4 juni 2002).
http://home.hccnet.nl/deelen.meijer/mba/linux_vs_microsoft.pdf: een rapport,
downloaded van www.gartner.com, mbv een lidmaatschapsaccount (met
wachtwoord), gepubliceerd in ‘eigen’ omgeving tbv voorliggend rapport (14 juni
2001).
http://home.hccnet.nl/deelen.meijer/mba/Linux_OS_Technology_Perspective.pdf:
een rapport, downloaded van www.gartner.com, mbv een lidmaatschapsaccount
(met wachtwoord), gepubliceerd in ‘eigen’ omgeving tbv voorliggend rapport (23
januari 2002).
http://www.linux.org en http://www.linux.org/info/gnu.html tbv meer informatie over
Linux in het algemeen en de ‘GNU General Public Lisence’ (de basis voor het ‘Open
Source’-karakter) in het bijzonder.
http://www.linuxcare.com: een organisatie die zich heeft ontwikkeld als een
toonaangevende organisatie die zich richt op de markt van ‘ondersteuning van
Linux’.
http://www.openoffice.org en http://www.staroffice.com: bronnen van Officepakketten, interoperabel met Microsoft Office maar dan onder GNU GPL
beschikbaar.
http://www.minbzk.nl voor de parlementaire discussie over licentiebeleid van
Microsoft. Zie met name pt 2 en 3 (hieronder) van de beantwoording van de vraag
van Voûte-Droste (VVD) en Bakker (D66) (eea gecopieerd van Internet).
Antwoorden op kamervragen over de veranderingen in het licentiebeleid van
Microsoft
29 oktober 2001
Vragen van leden Voûte-Droste (VVD) en Bakker (D66) over de financiële gevolgen
en het mededingingsaspect van de introductie van een nieuw licentiesysteem door
Microsoft software per 1 oktober 2001, waarbij overheden en bedrijven een nieuw
onderhoudscontract moeten aangaan. (Ingezonden 3 oktober 2001).
1. Vraag
Is het u bekend dat op 1 oktober 2001 een nieuw licentiesysteem wordt
eïntroduceerd waarbij overheden en bedrijven voor 28 februari 2002 moeten
besluiten om voor hun Microsoft software een onderhoudscontract te kopen (een
software assurance programma) ook al zijn er geen plannen deze nieuwe software in
2002 of 2003 te implementeren, met als enig alternatief het voor een veel groter
bedrag geheel nieuw aanschaffen van deze pakketten.
1. Antwoord
18
Ja.
Inmiddels heeft Microsoft op 9 oktober 2001 de regeling op de volgende punten
aangepast:
 Gebruikers van Microsoft-software krijgen vijf maanden extra de tijd tot 31 juli
2002 om te beslissen of ze overstappen naar het nieuwe licentieprogramma
van Microsoft.
 Gebruikers van Windows 2000 hoeven niet meer te upgraden naar Windows
XP, de nieuwste versie van het besturingssysteem, om mee te kunnen doen
met het Software Assurance (SA) programma.
2. Vraag
Bent u het eens met de berekeningen van het gerenommeerde bureau Gartner en de
Netwerk Gebruikersgroep Nederland (NGN), waaruit blijkt dat de nieuwe
onderhoudscontracten leiden tot een sterke verhoging van de jaarlijkse lasten voor
zakelijke en overheidsgebruikers tot in vele gevallen 100%? Deelt de regering de
mening dat het hier naar schatting gaat om bedragen van vele honderden miljoenen
per jaar voor de Nederlandse economie als geheel en enkele honderden miljoenen
voor de Nederlandse overheid?
2. Antwoord
Gartner heeft de consequenties van het nieuwe licentiebeleid van Microsoft
geanalyseerd en heeft berekend dat de kosten volgens schatting zullen stijgen met
35% tot 100%, vooral voor gebruikers die voor 1 oktober 2001 geen contract hadden
met Microsoft.
De mate van kostenverhoging is afhankelijk van de keuzes die gebruikers in het
verleden hebben gemaakt of nog moeten maken ten aanzien van de frequentie
waarmee nieuwe software-releases worden geïmplementeerd en van de condities
waaronder een contract met Microsoft tot stand is gekomen. Een inventarisatie bij
departementen leert dat de kostenstijging voor de Rijksoverheid meevalt. Bovendien
geldt dat organisaties nog tot 31 juli 2002 met Microsoft in bespreking kunnen zijn
over de voorwaarden van hun contract, waardoor eventuele kostenstijgingen lager
kunnen uitpakken.
Een schatting van de financiële gevolgen voor de Nederlandse economie als geheel
en voor de mede-overheden kan ik niet geven, omdat ik daarover geen gegevens
heb. Ik zal mij nog door de Vereniging Nederlandse Gemeenten laten informeren
over de gevolgen voor de gemeenten.
3. Vraag
In welke mate is de overheid als klant en gebruiker afhankelijk van de software van
Microsoft? Welke consequenties heeft dit voor de overheid als klant en gebruiker van
Microsoft software? Welke financiële consequenties heeft deze licentiewijziging
structureel voor de Nederlandse overheid en het Nederlandse bedrijfsleven?
3. Antwoord
De overheid is in hoge mate afhankelijk van de software van Microsoft. De
consequentie in positieve zin hiervan is dat de overheid op grote schaal gebruik
maakt van Windows-, Word- en Excel-software, waardoor gegevens en documenten
gemakkelijk onderling uitgewisseld kunnen worden. Een nadeel is de afhankelijkheid
van één leverancier, in dit geval Microsoft. Op eerdere vragen van de leden
Lambrechts en Bakker 1) heb ik geantwoord dat de afhankelijkheid van Microsoft,
maar ook van andere leveranciers, kan worden beperkt door bijvoorbeeld
gebruik te maken van platform-onafhankelijke oplossingen en open standaards.
Over de uitkomsten van een onderzoek of en hoe open standaarden en open source
19
gebruikt kunnen worden bij overheidsinformatiebeleid wordt u nog dit jaar
geïnformeerd.Voor de financiële consequenties zie het antwoord op vraag 2.
4. Vraag
Is gelet op de marktpositie van Microsoft, waarbij circa 90% van de markt voor
desktop-computers Microsoft-gebruiker is, deze verandering in het licentiebeleid
misbruik van machtspositie en daarmee strijdig met de Nederlandse
Mededingingswet, alsmede de Europese mededingingsregels? Zo ja, welke
maatregelen bent u als klant bereid te treffen? Gaat u deze zaak als klant aanmelden
bij de NMa of de Europese Commissie?
4. Antwoord
Het oordeel of de hierboven beschreven gedragingen van Microsoft misbruik van
economische machtspositie in de zin van de Mededingingswet of de Europese
mededingingsregels inhouden berust bij de Nederlandse mededingingsautoriteit, de
Europese Commissie en de rechter.
Voor de Rijksoverheid als klant van Microsoft zijn de nu bekende financiële
consequenties zodanig dat ik geen aanleiding zie deze zaak aan te melden bij de
NMa of de Europese Commissie. Voor de mede-overheden is mijn beeld nog verre
van volledig. Vanuit mijn bredere verantwoordelijkheid voor het
verheidsinformatiebeleid ben ik bezig dit beeld te completeren. De uitkomst van die
inventarisatie kan aanleiding zijn voor nadere acties.
Ik zal u hierover nader informeren.
1) Vragen van de leden Lambrechts en Bakker aan de ministers van Onderwijs,
Cultuur en Wetenschappen en voor Grote Steden- en Integratiebeleid, gesteld op 4
september jl.
20
Download