Fonds voor Vakopleiding in de Bouwnijverheid bouwplaatsmachinisten Toegepaste technieken hydraulIca 2 toegepaste technieken hydraulica Voorwoord Situering Er bestaan al verschillende uitgaven over bouwplaatsmachines, maar de meeste zijn verouderd. Daarom is de vraag naar een modern handboek, waarin ook de nieuwe technieken aan bod komen, enorm groot. Het ‘Modulair handboek Bouwplaatsmachinisten’ werd geschreven in opdracht van fvb-ffc Constructiv (Fonds voor Vakopleiding in de Bouwnijverheid). De dienst Gemechaniseerde beroepen (MECA) van het fvb vormde het redactieteam. De verschillende boekdelen werden in samenwerking met de opleidingsinstellingen uitgewerkt. Dit handboek werd opgebouwd uit verschillende boekdelen en verder opgesplitst in modules. De structuur en inhoud werden aangepast aan de nieuwe technieken in de bouw- en machinewereld. In het naslagwerk werd tekst zoveel mogelijk afgewisseld met afbeeldingen. Hierdoor krijgt de lezer het leermateriaal meer visueel aangeboden. Om goed aan te sluiten bij de realiteit en de principes van competentieleren is een praktijkgerichte beschrijving het uitgangspunt van elk onderwerp. De boekdelen bevatten ook praktijkoefeningen. Opleidingsonafhankelijk Het handboek werd zo ontwikkeld dat het voor verschillende doelgroepen toegankelijk is. We streven naar een doorlopende opleiding: zo kan zowel een leerling bouwplaatsmachinist als een werkzoekende in de bouw of een werknemer van een bouwbedrijf dit handboek gebruiken. Een geïntegreerde aanpak Veiligheid, gezondheid en milieu zijn thema’s die de redactie hoog in het vaandel draagt. Het is voor een bouwplaatsmachinist uitermate belangrijk dat hij daar de nodige aandacht aan besteedt. Om de toepasbaarheid te optimaliseren werden deze thema’s zoveel mogelijk geïntegreerd in het handboek. Robert Vertenueil Voorzitter fvb-ffc Constructiv 3 toegepaste technieken hydraulica inhoud 1. Inleiding........................................................................4 5. Hydraulische oliën................................21 1.1. Wat is hydraulica?.........................................................7 5.1. Eisen aan hydraulische vloeistoffen...............21 1.2. Toepassingen..................................................................7 5.2. De viscositeitindex....................................................22 1.3. Voor- en nadelen...........................................................8 5.3. Indeling hydraulische vloeistoffen..................22 2. Algemene werking.......................................9 2.1. Energieoverdracht in hydraulische systemen.. 9 5.3.1. Minerale olie........................................................22 5.3.2. Moeilijk ontvlambare vloeistoffen. ............22 5.3.3. Biologisch afbreekbare vloeistoffen..........23 2.2. Druk en debiet.............................................................10 5.4. Levensduur van een olie.......................................23 3. Opbouw van een hydraulische installatie...............................................................15 6. Oliereservoir.....................................................25 3.1. De pompgroep...........................................................16 7. Koelers..........................................................................27 3.2. De besturingsgroep.................................................16 7.1. Doel....................................................................................27 3.3. De conditioneringsgroep.....................................16 7.2. Soorten............................................................................28 3.4. De motorgroep...........................................................17 7.3. Koeling met water en met lucht......................29 3.5. Open centersysteem...............................................17 8. Filters..............................................................................31 3.6. Gesloten centersysteem........................................17 8.1. Doel....................................................................................31 4. Functieschema...............................................19 8.2. Soorten filters...............................................................31 4.1. Overzicht van de meest voorkomende schemasymbolen..................................................... 20 8.2.1. Zuigfilter................................................................31 8.2.2. Persfilter.................................................................32 8.2.3. Retourfilter...........................................................32 8.3. Aandachtspunten.....................................................33 4 toegepaste technieken hydraulica inhoud 9. Andere onderdelen van een hydraulisch systeem..........................35 9.1. Bedienings- en regelorganen............................35 9.1.1. Bedieningsmethoden.....................................35 9.2. Pompen...........................................................................36 12. Onderhoud.......................................................57 12.1. Enkele belangrijke aandachtspunten bij het uitvoeren van onderhoud.........................57 12.1.1. Vullen van een hydraulische tank met ontluchting........................................................57 9.2.1. Het verdringerprincipe...................................36 12.1.2. Vullen van een hydraulische tank in een druksysteem......................................................58 9.2.2. Soorten pompen...............................................37 12.1.3. Ontluchten van een installatie..................58 9.3. Hydraulische motoren............................................44 12.1.4. Oliepeil................................................................59 9.3.1. Werking. ................................................................44 12.1.5. Wanneer olie verversen?. ............................59 9.3.2. De radiaalplunjermotor..................................44 12.1.6. Lekolieleidingen..............................................60 9.3.3. Hydraulische cilinders.....................................45 12.1.7. Filters....................................................................60 9.4. Accumulatoren...........................................................48 12.1.8. Filters schoonmaken.....................................61 9.4.1. Types.......................................................................48 12.1.9. Pompen en motoren. ...................................61 9.4.2. Werking. ................................................................49 9.5. Hydraulische leidingen en slangen................50 9.5.1. Pijpen......................................................................50 9.5.2. Slangen..................................................................51 9.5.3. Leidingverbindingen.......................................51 9.5.4. Snelkoppelingen...............................................52 10. Load sensing...................................................53 11. Cavitatie...................................................................55 13. Storingen.............................................................63 13.1. Storingen aan pompen.......................................63 13.1.1. Geen of te weinig pompopbrengst. ......63 13.1.2. Pomp maakt te veel lawaai.........................63 13.1.3. Pomp en olie worden te warm.................63 13.2. Storingen aan hydromotor...............................64 13.2.1. Hydromotor draait niet................................64 13.2.2. Hydromotor loopt slecht of te langzaam.64 13.3. Storingen aan hydraulische aandrijvingen.65 13.3.1. Lawaai..................................................................65 13.3.2. Machine rijdt maar in één richting..........65 13.3.3. Hydraulisch gedeelte wordt te warm....65 5 © fvb•ffc Constructiv, Brussel, 2012 Alle rechten van reproductie, vertaling en aanpassing onder eender welke vorm, voorbehouden voor alle landen. N009BM - versie augustus 2012. D/2011/1698/21 6 Contact Voor opmerkingen, vragen en suggesties kun je terecht bij: fvb•ffc Constructiv Koningsstraat 132/5 1000 Brussel Tel.: +32 2 210 03 33 Fax: +32 2 210 03 99 website : fvb.constructiv.be 1. inleiding toegepaste technieken hydraulica 1. inleiding 1.1. Wat is hydraulica? Het woord “hydraulica” komt uit het Grieks: hydro = water aulos = pijp Hydraulica is de wetenschap die bestudeert hoe krachten en bewegingen door middel van vloeistoffen overgebracht en onder controle gehouden kunnen worden bij beperkte snelheden. Hydraulica is een aandrijf-, besturings- en regeltechniek die een niet meer weg te denken plaats inneemt in de hedendaagse techniek. 1.2.Toepassingen Vrijwel elk vakgebied heeft te maken met hydraulica: • algemene werktuigbouw • voertuigtechniek • landbouwtechniek • scheepsbouw • … Kleine hydraulische toepassingen vinden we vooral in werkplaatsen. Ze worden vaak met een handbediende pomp onder druk gezet. Bouwplaatsmachines werken voor het grootste deel hydraulisch: • werktuigen zoals scheppen, hefinrichtingen • de aandrijving van rupskettingen • servogestuurde assen 7 toegepaste technieken hydraulica 1. inleiding 1.3. Voor- en nadelen Voordelen • • • • • • • zeer grote krachten mogelijk eenvoudige bediening beveiligd tegen overbelasting bedrijfszeker traploos regelbare snelheden en krachten nauwkeurige positionering zelfsmerend Nadelen • • • • • • dure installatie retourleidingen nodig energieverlies door opwarming van de hydraulische olie lekverliezen brandgevaar binnendringen van lucht, met stotende bewegingen tot gevolg • gevoelig voor vuil 8 2. algemene werking toegepaste technieken hydraulica 2.Algemene werking 2.1. Energieoverdracht in hydraulische systemen Een elektro- of verbrandingsmotor drijft een hydropomp aan. Deze hydropomp zet mechanische energie om in hydraulische energie, die door de hydraulische vloeistof op de hydromotor overgebracht wordt en daar omgezet wordt in mechanische energie. Een hydromotor drijft een werktuig aan. Als hydraulische vloeistof worden in de praktijk meestal minerale hydraulische oliën of synthetische oliën gebruikt. Bij machines met een hydrostatische aandrijving is de energie in de vloeistof hoofdzakelijk aanwezig in de vorm van druk. De snelheid van de oliedeeltjes is gering: de kinetische energie van de vloeistof is verwaarloosbaar in vergelijking met de drukenergie. Info Hydrostatische aandrijvingen werken in het algemeen met hoge drukken. Om hoge en lage drukken te definiëren wordt de onderstaande tabel gebruikt. "Hydraustatisch" betekent laag debiet met hoge druk. "Hydrodynamisch" betekent hoog debiet met lage druk. Lagedruksystemen 0 tot 10 MPa (100 bar) Middeldruksystemen 10 tot 25 MPa (100 - 250 bar) Middelhogedruksystemen 25 tot 35 MPa (250 - 350 bar) Hogedruksystemen 35 tot 70 MPa (350 - 700 bar) 9 toegepaste technieken hydraulica 2. algemene werking 2.2. Druk en debiet Hydraulische systemen werken volgens de wet van Pascal: Druk die uitgeoefend wordt op een vloeistof in rust die zich in een geheel gevuld en gesloten vat bevindt, plant zich in alle richtingen met dezelfde grootte voort. In een hydraulisch apparaat zitten twee cilinders (zuigers), die niet even groot zijn en heen en weer bewegen in buizen. Een kleine kracht volstaat al om grote druk uit te oefenen. We drukken met kracht A tegen zuiger 2. De grote zuiger schuift een klein beetje op. De kleine zuiger schuift veel op. Kracht B is veel groter dan kracht A. De druk in een hydraulisch systeem wordt bepaald door de weerstand die de olie op haar weg ondervindt. De snelheid waarmee hydraulische motoren en cilinders bewegen, wordt bepaald door de afmetingen van deze componenten en de hoeveelheid olie die per tijdseenheid wordt aangeleverd, de zogenaamde volumestroom. De volumestroom wordt meestal geleverd door een pomp van het systeem en wordt meestal uitgedrukt in liter per minuut (l/min). Hydraulisch vermogen is het vermogen dat de vloeistof overbrengt of het drukverschil over een component of leiding. Het opgenomen of geleverde vermogen is evenredig met het drukverschil. Wanneer energie omgezet wordt, zullen er altijd verliezen optreden. Hierdoor is meer vermogen nodig om een pomp aan te drijven dan het hydraulische vermogen van de pomp. 10 2. algemene werking toegepaste technieken hydraulica Werking van een krik Wanneer de pomphendel naar omhoog gaat, wordt er olie in de cilinderpomp getrokken. Door de aanzuigende werking komt de kleine kogel los en wordt de grote kogel vastgezogen. Tijdens de neergaande beweging van de pomphendel wordt de olie in de hoofdcilinder gepompt, waardoor de zuigerstang naar omhoog beweegt. Doordat de olie naar omlaag gedrukt wordt, sluit de kleine kogel de weg af, waardoor de grote kogel loskomt. De olie die in het roze aangeduid is, staat onder druk. 11 toegepaste technieken hydraulica 2. algemene werking Verdere bediening: grote sluitkogel kleine sluitkogel De zuiger gaat naar boven en naar beneden. Hoe meer de pomphendel handmatig bewogen wordt, hoe hoger de zuiger zich zal bevinden. 12 2. algemene werking toegepaste technieken hydraulica De ontsluiter gaat open. Door het eigengewicht van de zuigerstang en de eventuele last zakt de zuigerstang. De krik staat weer in zijn beginstand. 13 14 3. opbouw van een hydraulische installatie toegepaste technieken hydraulica 3.Opbouw van een hydraulische installatie De figuur hieronder toont ons een installatieschema van een eenvoudig hydraulisch systeem dat opgebouwd is uit verschillende componenten die allemaal een specifieke functie hebben. De componenten zijn verdeeld in groepen: • de pompgroep • de besturingsgroep • de conditioneringsgroep • de motorgroep De hydropomp (2) wordt aangedreven door de elektromotor (1). Ze zuigt olie uit het reservoir en perst deze olie in het systeem. De overdrukklep (4) of veiligheidsklep zorgt ervoor dat de druk in het systeem niet hoger wordt dan de maximaal toelaatbare druk. De filter (5) reinigt de olie die het systeem ingaat. De stuurschuif (7) wordt gebruikt om de hydraulische cilinder (8) in of uit te sturen (afhankelijk van de bedieningsrichting). Ten slotte wordt de olie die vanaf de schuurschuif (7) terugstroomt naar het reservoir (3), eerst nog gekoeld in de koeler (6). 15 toegepaste technieken hydraulica 3. opbouw van een hydraulische installatie 3.1. De pompgroep De pompgroep is de energiebron van het hydraulische systeem. Tot de pompgroep behoren: • de aandrijfmotor van de pomp • de pomp • het reservoir • eventuele accumulatoren 3.2. De besturingsgroep De besturingsgroep heeft een sturende en regelende functie: hij zorgt ervoor dat de hydraulische vloeistof in de juiste hoeveelheid en onder de juiste druk op de juiste plaats terechtkomt. Tot deze groep behoren: • de schuiven (sturende elementen) • de kleppen (regelende elementen) 16 3. opbouw van een hydraulische installatie toegepaste technieken hydraulica 3.3. De conditioneringsgroep De conditioneringsgroep zorgt ervoor dat de hydraulische vloeistof en de installatie optimaal blijven werken. Tot deze groep behoren: • de filters • de koelers • de verwarmers • sommige stroom- en drukregelkleppen, afhankelijk van hun toepassing. Stroom- en drukregelkleppen kunnen zowel bij de besturingsgroep als bij de conditioneringsgroep horen. 3.4. De motorgroep De motorgroep (verbruikers) zet de hydraulische energie om in mechanische energie en zorgt voor de aandrijving van de last. Tot deze groep behoren: • de hydromotoren • de cilinders • de zwenkmotoren 17 toegepaste technieken hydraulica 3. opbouw van een hydraulische installatie 3.5. Open centersysteem Bij een open (hydraulisch) systeem zuigt de pomp olie aan uit het reservoir. Deze olie wordt in het systeem geperst en komt vanaf de verbruiker via de retourleiding weer in het reservoir terecht. 3.6. Gesloten centersysteem Bij het gesloten systeem verbindt de retourleiding de verbruiker rechtstreeks met de zuigeraansluiting van de pomp. Dit systeem wordt tegen overbelasting beveiligd door twee overdrukkleppen, die ook gebruikt kunnen worden als remkleppen voor de hydromotor. Toepassingen: • rij-aandrijving voor grondverzetmachines • kranen- en landbouwwerktuigen • lieraandrijving op kranen, … • ... 18 4. functieschema toegepaste technieken hydraulica 4. Functieschema Het installatieschema geeft nauwelijks informatie over de functie van het systeem en de verschillende componenten. Voor ieder component bestaat wel een schemasymbool, dat enkel de functie van het component voorstelt en niet de werking. Het uit symbolen opgebouwde schema is een functieschema. Voor onderhoudswerkzaamheden en om storingen op te sporen en te verhelpen, is het van groot belang dat je een functieschema kan begrijpen. De onderstaande afbeelding toont ons het functieschema van het installatieschema op de vorige pagina. Ook in hydraulische schema’s wordt deze groepsindeling gebruikt. Onderaan in het schema vinden we een pompgroep, met daarbij de conditioneringsgroep. Daarboven wordt de besturingsgroep getekend, meestal in het midden van het schema. Ten slotte wordt bovenaan in het schema de motorgroep weergegeven. 19 toegepaste technieken hydraulica 4. functieschema Overzicht van de meest voorkomende schemasymbolen 20 5. HYdraulische oliën toegepaste technieken hydraulica 5.Hydraulische oliën Om een hydraulisch systeem goed te laten werken, is het belangrijk de juiste hydraulische vloeistof te kiezen. Deze vloeistof zorgt namelijk voor het transport van energie. De olie zorgt ook voor: • de smering van de bewegende onderdelen • de corrosiebescherming van de metaalonderdelen • de afvoer van verontreinigingen • de afvoer van de warmte 5.1. Eisen die gesteld worden aan hydraulische vloeistoffen Hydraulische olie moet aan volgende eisen voldoen: • niet samendrukbaar • juiste viscositeit (dikte), zowel bij hoge als bij lage temperaturen • lange levensduur, goede bestandheid tegen veroudering • bescherming tegen corrosie • antislijtage-eigenschappen • goed lucht- en waterafscheidend vermogen • goede filtreerbaarheid • afdichtingen die niet aangetast worden Welke olie in een systeem moet worden gebruikt, wordt voorgeschreven door de leverancier van de installatie. Hij heeft dat meestal in overleg met een oliefabrikant vastgelegd. 21 toegepaste technieken hydraulica 5. HYdraulische oliën 5.2. De viscositeitindex De viscositeit van een vloeistof hangt af van: • de vloeistoftemperatuur: hoe hoger de temperatuur, hoe lager de viscositeit • de druk in de vloeistof: hoe hoger de druk, hoe hoger de viscositeit Om de viscositeit van de olie minder temperatuurgevoelig te maken worden er viscositeitverbeteraars aan toegevoegd (dopes). De viscositeitindex wordt uitgedrukt in VI, soms wordt ook het DIN-getal vermeld. 22 5. HYdraulische oliën toegepaste technieken hydraulica 5.3. Indeling hydraulische vloeistoffen Hydraulische vloeistoffen kunnen onderverdeeld worden in drie groepen: 5.3.1. Minerale olie Minerale olie wordt verkregen uit ruwe aardolie, waaraan additieven of dopes worden toegevoegd. Dit zijn stoffen die de olie de gewenste eigenschappen geven of de gunstige eigenschappen ervan versterken, bijvoorbeeld: • betere bescherming tegen oxidatie • groter luchtafscheidend vermogen • hogere weerstand tegen slijtage Minerale olie is geschikt voor alle hydraulische systemen, van licht belaste tot en met zeer zwaarbelaste systemen. 5.3.2. Moeilijk ontvlambare vloeistoffen Om veiligheidsredenen worden deze vloeistoffen gebruikt op plaatsen met explosiegevaar. 5.3.3. Biologisch afbreekbare vloeistoffen Milieuvriendelijke oliën worden meer en meer gebruikt voor hydraulische systemen. Voordeel: • vrij hoge viscositeitsindex ten opzichte van minerale olie Nadelen: • lage thermische en verouderingsstabiliteit • onvermengbaarheid van sommige soorten met minerale oliën 23 toegepaste technieken hydraulica 5. HYdraulische oliën 5.4. Levensduur van een olie De levensduur van een olie (of vloeistof ) is afhankelijk van de bedrijfsomstandigheden waarin ze moet werken. Bij zware omstandigheden zullen bepaalde dopes sneller uitgewerkt raken. Onder zware omstandigheden verstaan we: • maximaal belaste systemen • systemen die werken bij hoge of lage temperatuur • vervuiling door stof, metaaldeeltjes en water Hoe sterk olie verontreinigd raakt, wordt deels bepaald door de kwaliteit van het filtersysteem. Daarom zijn de plaats, de kwaliteit en de fijnheid van de toegepaste filters in een systeem van groot belang. Om te controleren of een vloeistof of olie nog aan de eisen voldoet, kan een olieanalyse uitgevoerd worden. 24 6. olieReservoir toegepaste technieken hydraulica 6.Oliereservoir Het reservoir is een stalen of kunststof vat van waaruit een aanzuigleiding vertrekt via een aanzuigfilter. Het doel van het reservoir is: • de olie ‘op voorraad’ houden • vuildeeltjes opvangen In dit vat zit een filter om vuil zoveel mogelijk tegen te houden. De retourleiding moet altijd onder het vloeistofpeil blijven, want anders ontstaat er zeer gemakkelijk schuim. Een luchtfilter zorgt ervoor dat zuivere buitenlucht vlot kan toestromen en ontluchten. schemasymbool Het reservoir kan zonder problemen gevuld en afgetapt worden. De bovenstaande afbeelding toont ons een reservoir waarbij de pomp in het reservoir ingebouwd is en de elektromotor op het reservoirdeksel bevestigd is. Aan de voorkant van het reservoir zien we het oliepeilglas. Opgelet Aandachtspunt : Als je het oliepeil wil bepalen, moet je de cilinders eerst in de juiste stand zetten. cilinder in cilinder uit 25 26 7. koelers toegepaste technieken hydraulica 7. koelers Het rendement van een hydraulische installatie ligt tussen 60 en 85%, met als gevolg dat er zich veel warmte ontwikkelt. Deze warmte wordt opgenomen door de olie, die de warmte weer afgeeft aan: • componenten • leidingen • reservoir • … 7.1. Doel Koeling is nodig, want anders wordt de olie te warm. Warme olie wordt te dun, smeert niet goed en dicht niet goed af. Als de temperatuur te hoog wordt, is het mogelijk dat de installatie slecht gaat werken. Om dit te voorkomen worden oliekoelers gebruikt. Deze koelers begrenzen de olietemperatuur van de retourleiding via een thermostatische regeling. 27 toegepaste technieken hydraulica 7. koelers 7.2.Soorten Koelers bestaan in verschillende vormen en kunnen met lucht of met water werken. Oliekoeler met lucht Oliekoeler met water 28 7. koelers toegepaste technieken hydraulica 7.3.Koeling met water en met lucht Water: • goed koelmiddel dat veel warmte kan opnemen • compacte koeler mogelijk die weinig plaats inneemt • geen lawaai • goede antivriesbehandeling nodig ‘s winters • waterlekken met ernstige gevolgen mogelijk Lucht: • veel kleiner warmteopnemend vermogen dan water • dure radiator nodig • veel luchtgeruis (lawaai) • minder geschikt voor werk bij hoge temperaturen • geen bevriezingsproblemen • luchtlekken mogelijk, maar meestal zonder gevolgen 29 30 8. Filters toegepaste technieken hydraulica 8. Filters 8.1. Doel De filter dient om de olie schoon te houden. Vuil is de grootste vijand van het hydraulische systeem. Door het aantal vuildeeltjes tot een minimum te beperken kan de levensduur van de hydraulische installatie aanzienlijk worden verlengd. Mogelijke oorzaken van verontreiniging: • d e opbouw van de installatie bv. metaalspanen, slijpsel en stof • het (bij)vullen van het reservoir bv. grondverzetmachines in een stoffige omgeving • beluchting bv. wanneer het olieniveau daalt, zuigt het reservoir lucht aan • normale slijtage van de componenten, O-ringen en afdichtingen • abnormale slijtage van de componenten, O-ringen en afdichtingen 31 toegepaste technieken hydraulica 8. Filters 8.2.Soorten filters Afhankelijk van de plaatsing in het systeem onderscheiden we: 8.2.1. Zuigfilter De zuigfilter bestaat meestal uit een papieren wegwerpelement dat rechtstreeks aan de zuigleiding wordt geschroefd onder het olieniveau. Deze filter wordt vooral gebruikt bij kleinere systemen omdat hij tamelijk grof is. 8.2.2.Persfilter De persfilter of hogedrukfilter zit in het hogedrukgedeelte (de persleiding) van het hydraulische systeem. Deze filter, die een zeer kleine maaswijdte kan hebben, houdt alle vuildeeltjes tegen die van de pomp komen. Hij wordt vooral geplaatst in installaties met veel kleppen. Bij servosystemen is altijd een persfilter nodig. Nadeel: De constructie is zwaar en duur, want het filterhuis moet weerstand kunnen bieden aan hoge systeemdrukken. 32 8. Filters 8.2.3. toegepaste technieken hydraulica Retourfilter De retourfilter wordt meestal in het reservoir gemonteerd. Hij filtert de oliestroom net voor deze het reservoir binnenkomt. In een hogedruksysteem met een klein reservoir, zoals in veel wegenbouwmachines, is een retourfilter nodig. Meestal bevat een retourfilter ook een magneetfilter die fijne metaaldeeltjes tegenhoudt. Pers- en retourfilters hebben meestal een ‘bypass’. Als het filterelement vervuild is, wordt het drukverschil in de filter groter. Gevolgen: • Het filterelement wordt in elkaar gedrukt. • De druk in het filterhuis wordt te groot. Doel van de bypass De bypass dient om de olie om het filterelement heen te leiden wanneer een bepaald drukverschil overschreden wordt. Filters met vuilindicator Deze filters geven de verstoppingsgraad aan, meestal met een wijzertje, dat de volgende signalen kan geven: • filter is clean (schoon) • needs cleaning (moet worden schoongemaakt) • by-passing De signaalgever hoeft niet altijd een wijzer te zijn. Ook dit zijn mogelijkheden: • drukcontact • lamp • claxon 33 toegepaste technieken hydraulica 8. Filters 8.3. Aandachtspunten Filters moeten op tijd vervangen worden, want een verstopte filter filtert niet meer. In de onderhoudsvoorschriften van de leverancier van de installatie staat vermeld na hoeveel tijd de filters vervangen moeten worden (vervangingstermijn). Meestal wordt dit uitgedrukt in bedrijfsuren. Om de installatie goed te laten werken moeten we rekening houden met enkele aandachtspunten: • Zorg dat het element op tijd vervangen wordt. • Gebruik schone bussen, slangen, trechters, … • Bekijk de vuile filter zorgvuldig, want sommige soorten vuildeeltjes kunnen erop wijzen dat er iets mis is met de installatie. • Bv.: rubberen snippertjes: een afdichting die stukgaat / metaaldeeltjes: te hoge slijtage • Vul het tekort aan olie altijd aan met nieuwe olie. • Ontlucht de filter goed en zorg dat alle moeren en bouten goed vastzitten. • Laat de pomp niet draaien voor alle filters weer goed op hun plaats zitten. • Behandel de filters voorzichtig om beschadigingen te voorkomen. 34 9. andere onderdelen van een hydraulisch systeem toegepaste technieken hydraulica 9.Andere onderdelen van een hydraulisch systeem 9.1. Bedienings- en regelorganen Deze organen worden onderverdeeld in vijf groepen: a. stuurkleppen en schuiven b. terugslag-, wissel- en ontluchtingskleppen c. drukregelkleppen d. stroomregelkleppen e. afsluiters De begrippen schuif, klep en ventiel worden vaak door elkaar gebruikt. In de hydraulica worden de termen schuif en klep gebruikt, terwijl het woord ventiel de voorkeur geniet in de pneumatiek. Schuiven zijn apparaten waarmee we olie onder druk van en naar allerlei toestellen en verbruikers kunnen laten lopen. Meestal gaat het hierbij om cilinders of motoren. De regelende apparaten, zoals veiligheidskleppen, stroomregelkleppen, terugslagkleppen, enz. worden kleppen genoemd, ook al is de constructie vaak als schuif uitgevoerd. 35 toegepaste technieken hydraulica 9. andere onderdelen van een hydraulisch systeem 9.1.1.1. Schuiven Schuiven kunnen bediend worden met: • spierkracht, bv. drukknop, hefboom, pedaal • mechanische kracht, bv. rol, veer • elektrische kracht • pneumatische kracht een combinatie van deze • hydraulische kracht krachten } elektronisch bediende schuifklep 9.1.1.2. De overdrukklep Een hydraulisch systeem wordt ontworpen voor een bepaalde maximumwerkdruk. Als deze druk overschreden wordt, kan er ernstige schade optreden en komt de veiligheid van het systeem in gevaar. regelbare overdrukklep 36 Als de druk in het systeem hoger wordt dan de veerdruk op de kogel, wordt de olie daarom rechtstreeks naar het reservoir afgevoerd via de overdrukklep. 9. andere onderdelen van een hydraulisch systeem toegepaste technieken hydraulica 9.2.Pompen De hydropomp (of hydraulische pomp) is het hart van de hydraulische installatie. Bijna alle pompen die in de hydraulica worden gebruikt, werken volgens het verdringerprincipe. 9.2.1. Het verdringerprincipe Hydropompen leveren bij iedere slag, omwenteling of cyclus een bepaalde hoeveelheid olie op. Terwijl de olie door de pomp loopt, wordt ze in een of meer kamertjes opgesloten en vervolgens van de zuigzijde naar de perszijde verplaatst. Wanneer ze de perszijde bereikt, wordt ze uit het kamertje geduwd zonder dat ze kan terugvloeien. De pomp ‘duwt’ de olie als het ware weg. Als deze olie zonder meer naar het reservoir zou kunnen terugstromen, zou er geen druk ontstaan. Als er echter een weerstand in de leiding geplaatst wordt, ontstaat er wel druk. Een pomp levert geen druk, maar vloeistof. Druk ontstaat als de vloeistofstroom gehinderd wordt bij het wegstromen. Een pomp zet mechanische energie om in hydraulische energie. 9.2.2.Soorten pompen Eén van de bekendste pompen is de handpomp, die gebruikt wordt bij kleine toestellen zoals een hydraulische krik, een manuele hefkraan (‘giraffe’), kleine hydraulische werktuigen, … In hoofdstuk 2 is al uitvoerig besproken hoe dit soort pomp werkt. Bij een hydropomp of -motor moet altijd de hoogst gelegen lekaansluiting gebruikt worden, zodat het pomphuis volledig met olie gevuld blijft. Dit is belangrijk voor de smering en de koeling. In functie van hun uitvoering kunnen pompen onderverdeeld worden in: • tandwielpompen • schottenpompen • plunjerpompen 37 toegepaste technieken hydraulica 9. andere onderdelen van een hydraulisch systeem Tandwielpompen 1. Tandwielpomp met uitwendige vertanding Werking: • De olie wordt meegenomen tussen de tanden aan de buitenomtrek. Voordelen: • vast slagvolume • geen slijtage • eenvoudig en goedkoop Nadelen: • drukpieken • lawaai Toepassingen: • voertuigtechniek • algemene machinebouw • landbouwhydraulica 2. Tandwielpomp met inwendige vertanding • Aan punt a draaien de tanden uit elkaar. Door de ontstane druk wordt olie uit het reservoir gezogen. • Aan punt b draaien de tanden in elkaar en wordt de olie in de persleiding verdrongen. • Het sikkelvormig hulpstuk zorgt ervoor dat de pers- en de zuigzijde van elkaar gescheiden blijven. 1. tandwiel 2. tandring met inwendige vertanding 3. sikkelvormig hulpstuk 4. pomphuis 38 Voordelen: • gelijkmatige opbrengst • weinig lawaai Toepassingen: • motoren met montage op krukas 9. andere onderdelen van een hydraulisch systeem toegepaste technieken hydraulica Schottenpomp Werking: De aangedreven rotor van de pomp is excentrisch geplaatst in de stator (het huis). In de rotor zijn schotten (plaatjes) geplaatst, die door veren en/of hydraulische druk tegen de stator naar buiten worden gedrukt. Er worden dus telkens kamers gevormd tussen de rotor, de stator en de schotten. Deze kamers worden tijdens het roteren groter en kleiner en verpompen zo de hydraulische vloeistof. kleiner persen groter zuigen De schottenpomp bestaat uit een rond of ovalen huis. Een rond pomphuis heeft één perszijde en één zuigzijde. Een ovaal pomphuis heeft twee perszijden en twee zuigzijden. Voordelen: • gelijkmatige opbrengst, rustige loop • geringe geluidsproductie • relatief goedkoop Toepassingen: • werktuigmachines • land- en wegenbouwmachines • mobiele hydraulica 39 toegepaste technieken hydraulica 9. andere onderdelen van een hydraulisch systeem Plunjerpomp Deze pomp wordt ook wel zuigerpomp genoemd. Voor systemen vanaf 25 MPa (250 bar) worden hoofdzakelijk plunjerpompen gebruikt. Werking: Plunjerpompen bestaan altijd uit plunjers die heen en weer gaan in een geboord gat. Bij de intrekkende beweging wordt de vloeistof aangezogen, bij de uitgaande beweging wordt deze weggeperst. In functie van de stand van de plunjers ten opzichte van de aandrijfas onderscheiden we: • lineaire plunjerpompen met vaste opbrengst • radiale plunjerpompen met vaste en regelbare opbrengst • axiale plunjerpompen met vaste en regelbare opbrengst 1. Lineaire plunjerpomp Deze pomp wordt weinig gebruikt voor hydraulische toepassingen. Ze wordt vooral toegepast bij hogedrukreinigers. Kenmerken en aandachtspunten: • lange levensduur op voorwaarde dat de vloeistof goed gefilterd wordt • ontluchting van de pomp: belangrijk 40 9. andere onderdelen van een hydraulisch systeem toegepaste technieken hydraulica 2. Radiale plunjerpomp Deze pomp wordt gebruikt in de algemene machinebouw, op grondverzetmachines, … Bij radiale plunjerpompen zijn de plunjers stervormig geplaatst ten opzichte van de aandrijfas. Ze bewegen in de richting van de straal van de aandrijfas. De plunjers zijn in het rood aangeduid, de roterende as in het groen. De radiale plunjerpompen kunnen we in twee groepen indelen: a. Radiale plunjerpomp met stilstaand cilinderblok Veren drukken de plunjers tegen de slagplaat. De pomp heeft zuig- en perskleppen. b. Radiale plunjerpomp met draaiend cilinderblok Doordat het excentrisch geplaatste cilinderblok ronddraait, schuiven de plunjers in en uit hun boringen. Door de centrifugale kracht worden ze naar buiten tegen de loopring gedrukt. Wanneer het cilinderblok verder draait, drukt deze loopring de plunjers weer naar binnen voor de persslag. De opbrengst en de slag van de pomp zijn afhankelijk van de grootte van de excentriciteit. Kenmerken en aandachtspunten: • geschikt voor hoge werkdrukken (700 bar) • korte inbouwlengte • minder gevoelig voor vuil dan andere plunjerpompen • duur • schone en goed gefilterde olie nodig • lange levensduur • weinig geluid • korte reactietijden 41 toegepaste technieken hydraulica 9. andere onderdelen van een hydraulisch systeem 3. Axiale plunjerpomp Dit zijn pompen waarbij de plunjers in een cilinderblok heen en weer schuiven in de richting van de as (axiaal). Deze heen-en-weergaande beweging wordt veroorzaakt door een schuine flens op de aandrijfas, de slagplaat. We kunnen axiale plunjerpompen in drie groepen onderverdelen: a. Rechte pomp met stilstaand cilinderblok en draaiende slagplaat Deze pomp is ontwikkeld als kipperpomp voor vrachtwagens en is uitgevoerd met vrij sterke rollagers. b. Rechte pomp met roterend cilinderblok en stilstaande slagplaat Deze constructie heeft het voordeel dat er geen zuig- en perskleppen nodig zijn. Het cilinderblok loopt tegen een spiegelplaat aan. c. Pomp met roterend cilinderblok en roterende slagplaat (knietype) Bij deze pomp draait zowel de slagplaat als het cilinderblok. Het cilinderblok wordt aangedreven door een tandwieloverbrenging, een cardanas of plunjers. Er zijn geen kleppen nodig. 42 9. andere onderdelen van een hydraulisch systeem toegepaste technieken hydraulica Voor welke toepassingen dit type pomp gebruikt zal worden, hangt af van een aantal factoren: • vermogen • drukbereik • volumestroom • toerental • constructieve eisen, zoals werkomstandigheden, afmetingen, levensduur, aard en nauwkeurigheid van de regeling • geluidsproductie • kostprijs 43 toegepaste technieken hydraulica 9. andere onderdelen van een hydraulisch systeem 9.3. Hydraulische motoren In functie van de beweging die de hydromotor uitvoert, wordt er een onderscheid gemaakt tussen: • roterende motoren of hydromotoren • lineaire motoren, die in de praktijk hydraulische cilinders genoemd worden 9.3.1. Werking Onder hoge druk wordt olie naar de hydraulische motor toegevoerd, zodat de pompdelen in beweging komen en de uitgaande motoras begint te draaien. Deze motoras is gekoppeld aan een werktuig dat door de hydromotor wordt aangedreven. De olie die uit de motor komt, loopt terug naar het reservoir, van waaruit ze weer door de pomp wordt opgezogen. De werking van deze roterende motoren komt volledig overeen met de werking van pompen, die we al eerder gezien hebben. Ook een hydropomp kan als hydromotor werken, op voorwaarde dat er geen kleppen in de pomp zitten. Als je bij een draaiende hydromotor de slagplaat terugzwenkt en dus het slagvolume verkleint, neemt het toerental toe. 1. cilinder 2. zuiger (plunjer) 3. drijfstang met glijschoenen 4. excentriek 5. uitgaande as 9.3.2. De radiaalplunjermotor Vooral bij zware aandrijvingen worden radiaalplunjermotoren gebruikt. Deze motoren leveren een hoog koppel bij een laag toerental. In de mobiele hydraulica worden radiaalplunjermotoren ook gebruikt als wielmotoren: de hydromotor is in het wiel geïntegreerd, waardoor een compacte aandrijving ontstaat. Het cilinderblok van deze motor staat stil en het huis, dat als wielnaaf is uitgevoerd, draait. 44 9. andere onderdelen van een hydraulisch systeem 9.3.3. toegepaste technieken hydraulica Hydraulische cilinders De hydraulische cilinder is de bekendste motor. Hij maakt de hydraulische krachtwerking en de verschillende arbeidsbewegingen duidelijk zichtbaar. Omdat hij een rechtlijnige beweging produceert, wordt hij ook lineaire motor genoemd. Dankzij de eenvoudige constructie, de grote krachtdichtheid en de verschillende bevestigingsmethodes in combinatie met hefbomen en/of scharnieren, is de cilinder een veelzijdig constructie-element. 9.3.3.1. Toepassingen De cilinders zijn de uitvoerende delen van het hydraulische systeem in: • de werkuitrusting van een machine • het stuursysteem bij voertuigen op luchtbanden 45 toegepaste technieken hydraulica 9. andere onderdelen van een hydraulisch systeem 9.3.3.2. Soorten cilinders Bij grondverzetmachines zal het type cilinder bepaald worden in functie van de bedieningsuitrusting. • Cilinders met zuigers: • enkelwerkende cilinder • dubbelwerkende cilinder Deze cilinders maken een rechtlijnige beweging. • telescoopcilinder } • Cilinders met schotten of schoepen deze cilinders maken een rotatiebeweging. Enkelwerkende cilinder Deze cilinder levert alleen kracht tijdens de uitgaande slag. Een veer zorgt voor de teruggaande slag. Aan het einde van de slag worden de zuigers afgeremd. De toevoerleiding voor de olie bevindt zich gewoonlijk aan de onderkant van de cilinder. Langs het andere uiteinde van de cilinder wordt geen olie aangevoerd. Dubbelwerkende cilinder Deze cilinder kan zowel kracht leveren tijdens de in- als de uitgaande slag. Door langs de bodemzijde olie in de cilinder te persen wordt de cilinder uitgestuurd en wordt de olie aan de stangzijde van de cilinder via de stuurschuif naar het reservoir afgevoerd. Door vervolgens langs de stangzijde olie toe te voeren, wordt de cilinder weer ingestuurd. De zuigermanchetten zorgen ervoor dat er geen olie van de bodemzijde naar de stangzijde of omgekeerd kan lekken. De stangafdichting zorgt er dan weer voor dat er geen olie van de stangzijde naar de buitenlucht lekt. De vuilafstrijker houdt de zuigerstang schoon. Omdat het oppervlak waarop de druk werkt, groter is aan de bodemzijde dan aan de stangzijde, is de maximale kracht die geleverd kan worden, kleiner bij de ingaande beweging dan bij de uitgaande beweging. 46 9. andere onderdelen van een hydraulisch systeem toegepaste technieken hydraulica Telescoopcilinder Deze cilinder bestaat uit een aantal in elkaar geschoven cilinders. Hij is speciaal ontwikkeld om een grote werklengte te verkrijgen bij een korte inbouwlengte en wordt toegepast bij liften, telescoopkranen en vrachtwagens met een kipbak. Cilinders met schotten of schoepen Dit cilindertype maakt een wisselende draaibeweging. De maximale rotatiegroep bedraagt 360°. Dat is bijna een volledige omwenteling. Deze motoren hebben een hoog koppel en een lage hoeksnelheid. Toepassing: • het draaiwerk van grondverzetmachines • de bediening van hefbomen • kleinere graafmachines: de grijperbak over een bepaalde hoek verdraaien 47 toegepaste technieken hydraulica 9. andere onderdelen van een hydraulisch systeem 9.4. Accumulatoren Accumulatoren dienen om hydraulische energie op te slaan en weer af te geven. Ze worden gebruikt: • als hulpenergiebron in systemen waar kortstondig een grote volumestroom nodig is. De pomp en de accumulator werken dan samen. • als noodenergiebron, zodat de begonnen cyclus afgemaakt kan worden als het systeem uitvalt. • als energiebron om een systeem op druk te houden bij eventuele lekverliezen. • om drukpieken en drukwisselingen die veroorzaakt zijn door schakelhandelingen of onregelmatige pompopbrengst, af te vlakken. • om remenergie op te slaan en terug te winnen. 9.4.1.Types balgaccumulator membraanaccumulator zuigeraccumulator 48 9. andere onderdelen van een hydraulisch systeem 9.4.2. toegepaste technieken hydraulica Werking De verschillende types accumulatoren werken allemaal volgens hetzelfde principe. Als voorbeeld nemen we de balgaccumulator, die bestaat uit een stalen vat met daarin een rubberen balg. De balg is gevuld met stikstofgas waarvan de druk afhankelijk van de toepassing tussen 35 en 90% van de maximale werkdruk bedraagt. Omwille van het explosiegevaar bij een eventueel lek mag de balg niet met lucht gevuld worden. De balg heeft een ventiel dat aan de bovenzijde van de accumulator naar buiten steekt en waarmee de stikstofvoordruk ingesteld of veranderd kan worden. De onderzijde van de accumulator wordt aangesloten op het hydraulische systeem. De pomp perst de olie in de accumulator, waardoor de balg samengeperst wordt en de stikstofdruk oploopt. Als de accumulator bijvoorbeeld op een hydromotor aangesloten wordt (via de besturing), drijft de samengeperste stikstof de olie uit de accumulator en wordt de hydromotor aangedreven zonder dat de pomp van het systeem olie hoeft te leveren. De geëxpandeerde balg drukt de klep onderaan in de accumulator dicht, zodat de balg de leiding niet kan indrukken en beschadigen. 49 toegepaste technieken hydraulica 9. andere onderdelen van een hydraulisch systeem 9.5. Hydraulische leidingen en slangen De verschillende componenten van de hydraulische installatie worden met elkaar verbonden door leidingwerk. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen: • Starre leidingen pijpen • Flexibele leidingen slangen 9.5.1.Pijpen Voor hydraulische toepassingen worden vooral naadloze stalen precisiepijpen gebruikt. Voordelen: • Ze kunnen koud gebogen worden. • Bij het buigen vormt zich geen ‘hamerslag’, wat bij een warm gebogen pijp wel het geval is. De afmetingen van de pijpen zijn genormaliseerd. Pijp Ø 12 x 1,5 betekent: Pijpbuitendiameter: 12 mm Wanddikte: 1,5 mm } inwendige diameter: 12 – (2 x 1,5) = 9 mm Voor speciale toepassingen worden soms ook andere materialen gebruikt, zoals: • roestvast staal • koper • messing • aluminium • … 50 9. andere onderdelen van een hydraulisch systeem toegepaste technieken hydraulica 9.5.2.Slangen Slangen worden gebruikt om twee aansluitingen te verbinden die bewegen ten opzichte van elkaar. Slangen kunnen snel los- en vastgemaakt worden aan apparaten. Opbouw van een slang Een slang bestaat uit een rubberen of kunststof binnenslang, die afhankelijk van de werkdruk versterkt wordt met één of meer staalgaas- of koordinlagen, die op hun beurt beschermd worden door een buitenmantel. Eisen waaraan slangen moeten voldoen: • flexibel zijn • licht zijn • bestand zijn tegen hoge werkdrukken • bestand zijn tegen chemische aantasting Nadelen: • snelle veroudering • gevoeligheid voor drukstoten, scherpe knikken en torsiekrachten 9.5.3. Leidingverbindingen Naadloze stalen precisiepijpen met een diameter van 38 mm of minder worden met schroefverbindingen aan elkaar verbonden. Bij een diameter van meer dan 38 mm worden flensverbindingen gebruikt, maar die komen hier niet aan bod. Veelgebruikte verbindingsmethoden zijn: • snijringkoppeling • flarekoppeling 51 toegepaste technieken hydraulica 9. andere onderdelen van een hydraulisch systeem Snijringkoppeling Het principe van deze koppeling is dat de snijring in de pijp snijdt, waardoor de pijp vastgehouden wordt nadat de wartel aangedraaid is. De afdichtende werking ontstaat op de conus en tussen de snijring en de leiding. Flarekoppeling In vergelijking met een snijringkoppeling kan een flarekoppeling vaker gemonteerd en gedemonteerd worden. Nadat de wartel en de kraag over de pijp zijn geschoven, wordt een trompetvormige conus geforceerd met behulp van speciaal gereedschap. De afdichting vindt plaats aan het conische gedeelte. Ook als de pijp niet helemaal in lijn ligt met de koppeling, is er geen gevaar voor lekken. 9.5.4.Snelkoppelingen Snelkoppelingen zijn bedoeld om allerlei werktuigen, zoals sloophamers, trilmotoren, enz. snel aan en los te koppelen. In het losgekoppelde deel van een slang kan wel een flinke hoeveelheid energie zijn opgehoopt, waardoor dat deel kan gaan ‘slaan’. Slangen die onder druk staan, moeten dan ook voorzichtig en met overleg losgekoppeld worden. Opgelet Aandachtspunt : De beide koppelingshelften van ontkoppelde snelkoppelingen moeten afgesloten worden met stofkappen, zodat er geen vuil kan binnendringen. 52 10. load sensing toegepaste technieken hydraulica 10.Load sensing Bij werkzaamheden met hydraulische componenten kan erg veel vermogen verloren gaan. Dit probleem kan opgelost worden met load sensing of constante volumeregeling. De belasting van het hydraulische systeem bepaalt de oliestroom en de systeemdruk die nodig zijn. Met load sensing kunnen de oliestroom en de systeemdruk van de pomp voortdurend aangepast worden aan wat het systeem nodig heeft, dus aan de belasting. Zodra de maximaal vereiste druk bereikt is, stemt het debiet zich automatisch af op de waarde van de gemanipuleerde last. load sensing snelkoppeling Voordelen: • energiebesparing, want de systeemdruk wordt geregeld in verhouding met de belasting • langere levensduur van de hydraulische componenten, want de gemiddelde belasting is lager • snelle en nauwkeurige regeling van de oliestroom, zowel bij hoge als bij lage belasting • minder warmte-ontwikkeling, zodat een kleinere oliekoeler gemonteerd kan worden of er zelfs geen oliekoeler meer nodig is • minder pompen nodig in systemen waarvoor vroeger meer pompen nodig waren • minder lawaaihinder Werking: Het lastsignaal (de druk) wordt gemeten of geregistreerd tussen een variabele doorlaat en de belasting. Het signaal gaat naar de pompregeling, die de oliestroom zo regelt dat het drukverlies over de variabele doorlaat constant blijft. Deze doorlaat kan bestaan uit een proportionele afsluiter of een hydraulische stuureenheid. Opgelet Aandachtspunten : • Zorg dat de oliestroom niet wordt gehinderd door vernauwingen in de leiding. • De instelbare hydraulische schuiven moeten correct afgesteld zijn. 53 54 11. Cavitatie toegepaste technieken hydraulica 11.Cavitatie Cavitatie is een gevaarlijk verschijnsel dat regelmatig voorkomt en grote schade kan veroorzaken aan hydropompen en hydromotoren. Door plotse plaatselijke drukverlagingen ontstaan dampbellen in de vloeistof. Door de dampspanning van de vloeistof daalt de druk. Als de druk dan toeneemt, imploderen de dampbellen. Gevolgen: • ratelend geluid • hevige slijtage • trillen van de machine mogelijk Bij de implosies ontstaan drukgolven met plaatselijke drukken die de pomp erg grote schade toebrengen. In enkele uren tijd kan een pomp volledig vernield worden. Mogelijke beschadigingen: • uit- en afbrokkelen van het materiaal • houtwormachtige aantasting van de metalen Mogelijke oorzaken van cavitatie: • plaatselijk hoge vloeistofsnelheden als gevolg van vernauwingen, lucht in het systeem of plotselinge drukstoten • hoge vloeistoftemperatuur (dampspanning) • weerstand, met als gevolg drukverlaging in het zuiggedeelte van het systeem doordat de zuigleiding te nauw is, de zuigfilter verstopt is of het oliereservoir slecht belucht wordt. 55 56 12. onderhoud toegepaste technieken hydraulica 12.Onderhoud Om goed te blijven werken moet een installatie regelmatig onderhouden en geïnspecteerd worden. Ook vroeg reageren op vreemde geluiden kan problemen voorkomen. Onder onderhoud verstaan we: • alle reinigingswerkzaamheden • het regelmatig nemen van oliemonsters • het vervangen van bepaalde componenten, zoals filters en olie De omvang en frequentie van de inspecties en het onderhoud worden voorgeschreven door de leverancier van de installatie. 12.1. Enkele belangrijke aandachtspunten bij het uitvoeren van onderhoud Bij het uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden is het heel belangrijk om veilig te werken. • Plaats de machine in de onderhoudsstand. • Zet de hydraulische vergrendeling aan (ingeschakelde stand). • Stop de motor. • Parkeer de machine op een vlakke ondergrond en laat de bak op de grond zakken, zodat de graafarm vertikaal staat. • Draai de vulstoppen altijd langzaam los om eventuele druk te ontlasten. Opgelet Als de tank lager ligt, moet de pomp of de hydromotor gevuld worden om de aanvangssmering te verzekeren. 12.1.1.Vullen van een hydraulische tank met ontluchting • Vul de tank tot aan het bovenste merkteken van de peilstok of het peilglas. Zorg wel dat alle cilinders in de ingetrokken stand staan. • Maak de vuldop goed schoon voor je hem teruggeplaatst. Anders kunnen achtergebleven zandkorrels de pomp beschadigen. Als de installatie geen vulfilter heeft, moet je een trechter gebruiken met een zeef. 57 toegepaste technieken hydraulica 12. onderhoud 12.1. Enkele belangrijke aandachtspunten bij het uitvoeren van onderhoud 12.1.2.Vullen van een hydraulische tank in een druksysteem • Een druksysteem mag alleen in koude toestand bijgevuld worden. • Zorg ervoor dat alle cilinders in de uit-stand staan om schade te vermijden. 12.1.3. Ontluchten van een installatie • Start de dieselmotor met alle bedieningshendels van het werktuig in de middenstand. Zo wordt de olie rondgepompt. • Laat de pomp enkele minuten draaien. • Controleer het oliepeil in de tank en vul eventueel olie bij. • Schakel vervolgens één van de bedieningsventielen afwisselend in de beide eindstanden tot de zuiger van de geschakelde cilinder in de uit-stand staat. Alle zuigers staan nu in de uit-stand en ook de hydromotoren zijn gevuld. • Het oliepeil in de tank staat nu iets boven het minimumpeil. • Schakel gedurende 10 tot 15 minuten alle cilinders en motoren heen en weer. • Normaal is alle lucht nu uit de installatie verwijderd. Mocht er toch nog lucht aanwezig zijn, merk je dat aan: • rukachtige bewegingen van de motoren en cilinders • abnormaal geruis • schuimvorming (luchtbellen) in de tank Opgelet Lekken moeten zo snel mogelijk gedicht worden. 58 12. onderhoud toegepaste technieken hydraulica 12.1.4. Oliepeil • H et oliepeil moet elke dag worden gecontroleerd terwijl de pomp stilstaat en de olie bedrijfswarm is. Sommige fabrikanten schrijven voor dat de olie gepeild moet worden terwijl de machine koud is. Volg altijd de voorschriften van de fabrikant. • Controleer altijd de O-ringafdichting van de vul-/ ontluchtingsstop. Vervang de afdichting als ze beschadigd is. • Reinig de vul-/ontluchtingsstop altijd voor je hem terugplaatst. Opgelet 12.1.5. Wanneer olie verversen? Lekken moeten zo snel mogelijk gedicht worden. Vul een eventueel olietekort altijd onmiddellijk aan. Opgelet Hete olie kan verwondingen veroorzaken. Laat deze olie dus niet in contact komen met de huid. Voor nieuwe wegenbouwmachines geldt dat de olie voor het eerst ververst moet worden na 50 draaiuren van de pomp. Deze eerste verversing is een voorzorgsmaatregel, omdat er na de bouw van de installatie vaak metaaldeeltjes, rubber en andere stoffen die afkomstig zijn van het inloopproces, in het systeem achterblijven. Ook na een volledig of gedeeltelijk nazicht of een lange stilstand (2 maanden) moet de olie na 50 uur worden ververst. • Gebruik altijd het soort olie dat de fabrikant voorgeschreven heeft. • Draai de vulstop van de hydraulische tank pas los als de motor stilstaat. De vuldop moet koel genoeg zijn om hem met de blote hand te kunnen aanraken. 59 toegepaste technieken hydraulica 12. onderhoud Om de vervuilingsgraad van de olie te bepalen, letten we op de volgende elementen: • zuurtegraad (controle door kleurindicatie met filterpapier) • kleur (zwarte olie bevat veel oxidatieproducten, troebele of melkachtige olie bevat water) • vuildeeltjes • metaaldeeltjes Een analyse van een chemisch laboratorium verschaft heel wat correcte gegevens over de toestand van de olie. 12.1.6. Lekolieleidingen Opgelet Als er een storing of slijtage is geweest aan een pomp, motor, klep of schuif, moeten de oliefilters schoongemaakt worden. Om geen risico te lopen op schakelvertragingen en drukveranderingen moet je: • er wanneer je lekolieleidingen aanlegt, voor zorgen dat de pompen en motoren volledig gevuld blijven; • ervoor zorgen dat de lekolie drukloos kan worden afgevoerd. 12.1.7. Filters Het is zeer belangrijk voor de machine dat de filters proper zijn. Voor een goed onderhoud moeten de filters tijdig vervangen worden: • persfilters: gemiddeld na 200 tot 250 draaiuren • zuigfilters: bij normaal gebruik één keer per week Een regelmatige inspectie is nodig. De mate waarin de filter zwart wordt, maakt duidelijk wanneer de filter ververst moet worden. Als er metalen worden aangetroffen in het filterelement, kan een magneet worden gebruikt om ijzerhoudende deeltjes te onderscheiden van niet-ijzerhoudende deeltjes. 60 12. onderhoud toegepaste technieken hydraulica • IJzerhoudende deeltjes kunnen erop wijzen dat de stalen en gietijzeren onderdelen versleten zijn. • Niet-ijzerhoudende metalen kunnen erop wijzen dat de aluminium onderdelen van de motor, zoals hoofdlagers, drijfstanglagers, enz. versleten zijn. Het filterelement kan kleine hoeveelheden deeltjes bevatten. Dit komt door wrijving of door normale slijtage. Als de filter te veel deeltjes bevat, moet je een analyse laten uitvoeren door een chemisch laboratorium. 12.1.8. Filters schoonmaken De filters moeten schoongemaakt of verwisseld worden wanneer de olie ververst wordt. We onderscheiden (papieren) wegwerpfilters en filters die schoongemaakt kunnen worden. • Filters die schoongemaakt kunnen worden: stop de bovenste en onderste opening af, zodat er tijdens het spoelen en borstelen geen vuil in de filter komt. Spoel de filters in een bak met benzine en maak ze langs de buitenkant schoon met een borstel. Blaas ze met perslucht droog van binnen naar buiten. • Wegwerpfilters hebben geen huis, enkel het deksel moet uitgewassen worden. 12.1.9.Pompen en motoren Aan pompen en motoren is vrijwel geen onderhoud, alleen: • de buitenzijde schoonhouden • aandacht besteden aan abnormale geluiden • de temperatuur regelmatig controleren • de zuigdruk in de gaten houden. Deze druk varieert in functie van het soort pomp en de fabrikant. 61 62 13. storingen toegepaste technieken hydraulica 13.Storingen 13.1.Storingen aan pompen 13.1.1. Geen of te weinig pompopbrengst Mogelijke oorzaak Mogelijke oplossing Koppeling tussen pompen en motor is defect. Koppeling vernieuwen, vakman raadplegen Schuimvorming doordat: a. de pomp lucht meezuigt Oliepeil verhogen b. de retourleiding zich niet onder het oliepeil bevindt en olie uit deze Retourleiding onder in het reservoir laten eindigen leiding op de olie valt die al aanwezig is en daardoor lucht meeneemt De installatie enige tijd laten werken bij een hoge c. de olie verontreinigd is door water olietemperatuur, zodat het water verdampt Zwenkrichting is niet bediend of zit vast. Bevoegd vakman raadplegen Pomptoerental is te laag. Toerental van de aandrijfmotor opvoeren Inlaatleiding is verstopt of te dun. Zuigleiding en zuigkorf grondig reinigen Pomp zuigt lucht in het reservoir door te lage oliestand of lekke leiding. Olie bijvullen of lek dichten 13.1.2. Pomp maakt te veel lawaai Mogelijke oorzaak Mogelijke oplossing Kogellagers zijn versleten. Kogellagers vernieuwen Pomp zuigt lucht aan door lekke leidingen en/of afdichtingen, … Lek dichten Pomp heeft ‘gevreten’ door: a. overbelasting Overdrukklep laten instellen b. vervuiling Alle filters controleren Olie vervangen door olie die werd voorgeschreven door de fabrikant Leidingen goed vastzetten en eventueel extra tussenslangen aanbrengen c. te dunne of te dikke olie d. trillingsgeruis in leidingen 13.1.3. Pomp en olie worden te warm Mogelijke oorzaak Mogelijke oplossing Overmatige vloeistoflekkage door beschadigde afdichtingen Lekkage verhelpen volgens de voorschriften van de fabrikant Grote lekverliezen door defecte pomp Pomp laten herstellen door bevoegd vakman Te dunne of te dikke olie Olie vervangen door olie die werd voorgeschreven door de fabrikant Oliekoeler te vuil of verstopt Koelers en bijbehorende leidingen grondig reinigen Verbogen of ingedrukte leidingen Beschadigde leidingen vervangen 63 toegepaste technieken 13. storingen hydraulica 13.2. Hydromotor 13.2.1. Hydromotor draait niet Mogelijke oorzaak Mogelijke oplossing Te hoge belasting Controleren en belasting eventueel verminderen Vastgelopen door een gebrek aan smering Oliepeil in de tank, druk en temperatuur controleren Vastgelopen door vuil in de olie Alle olie verversen, filters verwisselen en oorzaak van de vervuiling zoeken Gebroken as Bevoegd vakman raadplegen 13.2.2. Hydromotor loopt slecht of te langzaam Mogelijke oorzaak Pomp of motor versleten Olietemperatuur te hoog, waardoor olie te dun wordt Te lage druk Verkeerde of vervuilde olie Platgeknepen slangen of ingedeukte leidingen 64 Mogelijke oplossing Pomp en motor testen, onderdelen laten vervangen door bevoegd vakman Te weinig olie? Vakman raadplegen Controleren op olie- of luchtlekken Lekke dichtingen controleren Olie verversen, filters verwisselen en oorzaak van de vervuiling zoeken Beschadigde leidingen vervangen 13. storingen toegepaste technieken hydraulica 13.3. Hydraulische aandrijvingen 13.3.1. Lawaai Mogelijke oorzaak Lucht in het systeem door lekkage en/of verlies Mogelijke oplossing Verbindingen controleren en beschadigde slangen en leidingen vervangen 13.3.2. Machine rijdt maar in één richting Mogelijke oorzaak Mogelijke oplossing Veiligheidsklep van die richting blijft openstaan Vakman raadplegen Terugslagklep defect Vakman raadplegen 13.3.3. Hydraulisch gedeelte wordt te warm Mogelijke oorzaak Mogelijke oplossing Te weinig olie Olie bijvullen en eventuele lekken dichten Koelerproblemen Koeler reinigen, riemspanning nakijken en koeler eventueel laten vervangen Alle andere storingen, zoals storingen aan de cilinders, stroomregelkleppen, veiligheidskleppen, reduceerventielen, enz. moeten door een bevoegd vakman gecontroleerd worden. 65 toegepaste technieken hydraulica NOTitiES 66 NOTitiES fvb•ffc Constructiv Koningsstraat 132/5, 1000 Brussel t +32 2 210 03 33 • f +32 2 210 03 99 fvb.constructiv.be • [email protected] © fvb•ffc Constructiv, Brussel, 2012. Alle rechten van reproductie, vertaling en aanpassing onder eender welke vorm, voorbehouden voor alle landen 67 Modulaire handboeken bouwplaatsmachinisten •• Toegepaste technieken Fonds voor Vakopleiding in de Bouwnijverheid Fonds voor Vakopleiding in de Bouwnijverheid Fonds voor Vakopleiding in de Bouwnijverheid BouwplaaTsmachinisTen Bouwplaatsmachinisten Bouwplaatsmachinisten ToegepasTe Technieken toegepaste technieken toegepaste technieken hydraulIca PNEUMATIcA ElEktricitEit HydraulicaPneumaticaElektriciteit In ontwikkeling : •• Lassen •• Aandrijvingen Andere boekdelen: •• Bouwplaatsmachines - praktijk •• Bouwplaatsmachines •• Bouwtechnologie •• Motorenleer Fonds voor Vakopleiding in de Bouwnijverheid