Introductie op de profeet Zefanja. Zef.1:1 Het woord van de HEERE dat gekomen is tot Zefanja, de zoon van Cusji, de zoon van Gedalia, de zoon van Amarja, de zoon van Hizkia, in de dagen van Josia, de zoon van Amon, de koning van Juda. Geschiedenis van de profeet Zefanja. De naam Zefanja is een samenvoeging van het Hebreeuwse werkwoord ‘tsaphan’ en ‘Jah’, een verkorte vorm van Jehovah, de Hebreeuwse naam van God. Zefanja betekent dus “Jehovah verbergt”, en waarschijnlijk is hij verborgen gehouden in de tijd van Manasse, de zoon van Hiskia, een goddeloos man, die onder andere de profeet Jesaja liet vermoorden door hem in een holle boomstam te stoppen, om die daarna doormidden te laten zagen (Hebr.11:37). Zefanja was namelijk een achter-achterkleinzoon van koning Hiskia (1:1), en was dus een familielid van koning Josia (640-609 v.Chr.), die een achterkleinzoon van Hiskia was. Josia was op achtjarige leeftijd koning geworden (640 v.Chr.), en op 16-jarige leeftijd was hij begonnen de Heer te zoeken (632 v.Chr.), mogelijk onder invloed van Zefanja. Op 20-jarige leeftijd (628 v.Chr.) begon Josia met zijn hervormingen in de tempel, in de stad Jeruzalem en het land Juda, tot zelfs in het land Israël toe. Zefanja begon waarschijnlijk al te profeteren na de moord op Amon, de zoon van Manasse, toen de geestelijke vernieuwing nog niet begonnen was (1:4-6, 3:1-5), dus ergens tussen 640-632 v.Chr. hij profeteerde ná Jesaja en Micha, maar vóór Nahum, Jeremia en Habakuk. Sinds de dood van Jesaja ten tijde van Manasse had er geen profetisch woord meer geklonken in Juda. Zefanja’s profetie heeft weliswaar wel Josia beïnvloed, maar geen blijvende reformatie in Juda gebracht (Jer.3:10). Overzicht van het boek Zefanja. A: Buitenlandse religies in Juda in 1:4-2:3. Het oordeel verdiend in 1:4-6. Het oordeel verklaard in 1:7-9. Het oordeel beschreven in 1:10-17. Het oordeel uitgesteld in 2:1-3. B: Naties veroordeeld m.b.t. hun houding t.o.v. Israël in 2:4-15. De Filistijnen in het westen in 2:4-7. Moab en Ammon in het oosten in 2:8-11. Egypte en Ethiopië in het zuiden in 2:12. Assyrië in het noorden in 2:13-15. C: Toekomstige verlossing in 3:1-20. De vloek = Gods gerechtigheid in 3:1-8. o Nationale koppigheid in 3:1-7. Rebellie in 3:1-4. Verzet in 3:5-7. o Internationale verwoesting in 3:8. De zegen = Gods genade in 3:9-20. o Internationale opwekking in 3:9. o Nationale vreugde in 3:10-20. Blijdschap in 3:10-17. Terugkeer in 3:18-20. De dag van de Heer. De dag van de Heer is een centraal thema in het boek Zefanja, want deze dag wordt 18 keer in Zefanja genoemd; daardoor heeft dit boek een sterke overeenkomst met het boek Openbaring. Deel A komt overeen met Openbaring 1-3. Deel B komt overeen met Openbaring 4-19. Deel C1 komt overeen met Openbaring 20. Deel C2 komt overeen met Openbaring 21 – 22.