Vragen en ontkenningen maken in de

Vragen en ontkenningen maken in de TEGENWOORDIGE TIJD
Als je een zin vragend of ontkennend moet maken is het slim
om altijd eerst te kijken of er een hulpwerkwoord in de zin
staat. Gebruik dit schema dan kan het bijna niet mis gaan.
VRAGEN MAKEN:
HULPWW
Hulpwerkwoorden:
Am
Is
Are
Can
Could
Will
Would
Must
Was
Were
Ja Eerste twee woorden omdraaien.
I am happy-Am I happy?
Nee Do of does vooraan de zin zetten!!! ( does bij he/she/it)
I walk home- Do I walk home?
He walks home- Does he walk home?
ONTKENNING
HULPWW
Ja dan zet je 'not'achter het werkwoord
We are old- We are not old.
Nee dan zet je don't of doesn't voor het werkwoord.
We play outside- We don't play outside
He plays outside- He doesn't play outside
NA DO/DOES/DID/DON'T/DOESN'T/DIDN'T ALTIJD HET HELE
WERKWOORD!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!
Vragen en ontkenningen maken in de VERLEDEN TIJD
( dus als iets in het verleden gebeurd is)
Als je een zin vragend of ontkennend maakt moet je eerst
kijken of er een hulpwerkwoord in de zin staat. Volg je het
schema dan moet het goed komen.
VRAGEN MAKEN:
HULPWW
Hulpwerkwoorden:
Am
Is
Are
Can
Could
Will
Would
Must
Was
Were
Ja Eerste twee woorden omdraaien.
We were happy-Were we happy?
Nee Did vooraan de zin zetten!!!
I walked home- Did I walk home?
ONTKENNING
Ja dan zet je 'not'achter het werkwoord
We could go- We could not go.
HULPWW
Nee dan zet je didn't voor het werkwoord.
We stayed inside- We didn't stay outside
NA DO/DOES/DID/DON'T/DOESN'T/DIDN'T ALTIJD HET HELE
WERKWOORD!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!