Natuurkunde Leerjaar 3 Periode 3 Lichtbundels Weerkaatsing L Weerkaatsing spiegel ∠t ∠i L normaal Weerkaatsing spiegel ∠t normaal ∠i ∠t ∠i L normaal Weerkaatsing spiegel ∠t normaal ∠i ∠t normaal ∠i L B Breking Breking Breking 40˚ water Breking brekingsindex: sin 50 = 1,53 sin 30 50˚ brekingsindex: 1 1,53 30˚ 30˚ 50˚ lucht glas Breking lucht glas 30˚ 50˚ Breking lucht glas 40˚ 76˚ Breking 1 sin i sin g brekingsindex = = = 0,65 = 1,53 sin r sin 90˚ sin g = sin 90˚ x 0,65 = 1 x 0,65 lucht glas g 90˚ grenshoek = sin-­‐1 (0,65) = 40,5˚ grenshoek = SIN-­‐1(brekingsindex) Huiswerk Reader Lichtbreking Opdracht 1 t/m 6 1e manier normaal normaal α α β β γ γ normaal δ δ normaal 1e manier BL Boog BL Stap 1. Zoek de brekingsindex op in tabel 6.2.3 Stap 2. Gebruik de formule om de hoek uit te rekenen. sin i brekingsindex = sin r sin r = 0,573527 sin 60˚ 1,51 = sin r r = sin-­‐1(0,573527) = 35˚ Stap 1. Zoek de brekingsindexen op in tabel 6.2.3 Stap 2. Gebruik de formule om de η uit te rekenen. ηkwarts ηwater, kwarts = η water 1,54 ηwater, kwarts = 1,33 = 1,16 Stap 1. Zoek ηlucht, diamant op in tabel 6.2.3 Stap 2. Bereken ηdiamant, lucht 1 ηdiamant, lucht = η diamant (2,42) 1 = 0,4132 = 2,42 Stap 3. Bij de grenshoek geldt: hoek r = 90˚ Sin 90˚ = 1 Stap 4. Bereken de grenshoek sin i ηdiamant, lucht = sin r sin i = 0,4132 sin i 0,4132 = 1 i = sin-­‐1(0,4132) = 24,4˚ ηlucht, water = 1,33 1 ηwater, lucht = = 0,7519 1,33 i = sin-­‐1(0,7519) = 48,8˚ 1 ηwater, lucht = = 0,7519 1,33 sin 30˚ = 0,7519 sin r r = sin-­‐1(0,655) = 41,7˚ normaal 47,1˚ 30˚ normaal normaal 47,1˚ 30˚ 48,8˚ Prisma n or ma al aal m r no Prisma hoek tussen opvallende straal en uiWredende straal = devia;e Prisma het verschijnsel dat wit licht na breking ontleed wordt in verschillende kleuren = dispersie Prisma Glasvezel Glasvezel Glasvezel https://www.youtube.com/watch?v=0MwMkBET_5I https://www.youtube.com/watch? v=z9Umj4Sm0Pk&list=PLnj6KsSZTTuX53V9mdojNdKww9 hMeah1F Huiswerk Reader Lichtbreking Opdracht 7 t/m 9 no rm aal 90˚ 60˚ 30˚ 60˚ 30˚ no sin i brekingsindex = sin r rm aal ? ηlucht, kwarts = 1,54 (zie tabel) 30˚ sin i 1,54 = sin 30˚ sin i = 1,54 x sin 30˚ i = sin-­‐1(0,77) = 50,4˚ 50,4˚ no ηwater ηkwarts, water = η kwarts rm aal 50,4˚ 30˚ 1,33 ηkwarts, water = 1,54 = 0,86 0,86 no rm aal n 50,4˚ 30˚ 30˚ ? al a orm sin 30˚ 0,86 = sin r sin r = 0,58 r = sin-­‐1(0,58) = 35,5˚ 35,5˚ no rm aal 50,4˚ al a orm n 35,5˚ deviaZe lucht ηwater ηperspex, water = η perspex 1,33 ηperspex, water = 1,49 = 0,89 grenshoek: sin i = 0,89 i = 62,9˚ grenshoek = 62,9˚ ηperspex = 1,49 (zie tabel) lucht sin 30˚ 1,49 = sin r sin r = 0,3356 r = sin-­‐1(0,3356) = 19,6˚ lucht i = 180˚ − 19,6˚ − 90˚ = 70,4˚ lucht grenshoek = 62,9˚, dus de straal wordt gereflecteerd.