Powerpoint Ecologie, voedselketen, voedselpiramide

advertisement
Concurrentie
Biotisch
Voedsel
Abiotisch
Predator
Niveaus van de ecologie
1.Individu (bv. Een olifant)
2.Populatie ( kudde olifanten)
 onderling voortplanten
3.Levensgemeenschap (populatie
olifanten met populatie leeuwen)
4.Ecosysteem (levensgemeenschap en
a-biotische factoren samen )
5.Biosfeer (alle ecosystemen aarde samen)
• Biotoop = uniform gebied, geschikt voor
bepaalde organismen bijv. naaldbos
• Habitat= de werkelijke ruimte bijv. de
waterkant
• Niche (nis)= functionele plaats in een
biotoop/ecosysteem bij. Voedsel, holen graver,
roofdier etc.
Voorbeeld: de rode eekhoorn
• Biotoop = gemengde bossen en naaldbossen
• Habitat = in en om de bomen
• Niche = eten van nootvruchten, verstoppen
hiervan (zaadverspreiding), voedsel voor
roofvogels en vossen. Concurrent voor wilde
zwijnen, muizen…
ecologie
Voedselketen
Producent
Autotroof
Consument
1e orde
Heterotroof
Consument
2e orde
Heterotroof
Consument
3e orde
Heterotroof
Autotroof = kunnen zelf hun organische stoffen maken (fotosynthese)
Heterotroof = andere organismen nodig om aan organische stoffen te komen
Voedselnet
Producent
Consument
1e orde
Consument
2e orde
Consument
3e orde
KRINGLOOP VAN STOFFEN
CONSUMENTEN
2E ORDE
CONSUMENTEN
3E ORDE
CONSUMENTEN
1E ORDE
AFVALETERS
PRODUCENTEN
REDUCENTEN
ANORGANISCHE STOFFEN
Energieverlies door:
-Dissimilatie
-Uitwerpselen
-Afgestorven weefsel
Geschikt om 7x zoveel
personen te voeden….
Dat kost per kilo aan water:
• Appels: 90 liter
• Aardappelen: 45 liter
• Tomaten: 43 liter
• Rundvlees: 4.700 liter
Download