DNA 5 havo 2014 DNA op celniveau DNA: Celkern Mitochondria (mitochondriaal DNA) Bladgroenkorrels DNA + bepaalde eiwitten = chromosomen DNA uit de celkern helft vaderlijke kant, helft moederlijke kant. DNA uit mitochondria alleen moederlijke kant! Nucleotiden DNA is opgebouwd uit nucleotiden Nucleotiden bestaan uit: 1. Fosfaatgroep 2. Desoxyribose (suiker) 3. Stikstofbase DNA bestaat uit lange ketens van nucleotiden. Chromosoom 1 bij de mens bevat 250 miljoen stikstofbasen in een rij! Bouw DNA DNA-Nucleotideketens zijn dubbel. In een helix Stikstofbasen vormen vaste paren: A–T C–G A = Adenine, T = thymine, C = Cytosine G = Guanine Nucleotideketens verbonden door Waterstofbruggen Kopiëren van DNA Kopiëren = replicatie S-fase celcyclus Het bouwen van een nieuwe nucleotideketen is assimilatie! kost energie chemische reactie = enzymen bij betrokken! Belangrijkste enzym = DNA-polymerase Betrokken stoffen DNA-polymerase Losse nucleotiden in het kernplasma DNA-molecuul Andere enzymen DNA replicatie Dubbelchromosomen Na replicatie blijven de twee DNA-moleculen aan elkaar vast zitten = dubbelchromosoom Vast in centromeer Identieke DNA-moleculen chromatiden DNA en eiwit! DNA verdeeld in genen. Klein DNA genen, rest is “junk-DNA” (Junk = afval) Junk-DNA heeft een functie. Onduidelijk welke. Genen beschrijven eiwitten (99,9% van de genen) DNA en eiwit Gen wordt afgeschreven in RNA. RNA naar cytoplasma RNA + ribosomen levert aminozuurketens op. RNA en DNA DNA RNA Bouwblokken Nucleotiden Nucleotiden Type nucleotiden Adenine, thymine, cytosine en guanine Adenine, uracil, cytosine en guanine Koppels A-T en C-G A-U en C-G Suiker Desoxyribose Ribose Opbouw Dubbelstrengs enkelstrengs Kopiëren DNA RNA Net als het kopiëren DNA. Enzym = RNA-polymerase. Product = enkelstrengs mRNA (m = messager = boodschapper) DNA -> RNA -> eiwit In de cel gezien DNA mRNA ribosoom endoplasmatisch reticulum golgi-apparaat doel