Een aapje wou eens lollig zijn Een aapje wou een lollig zijn. Hij beet in de billen van de kapitein. De kapitein werd vrees-lijk boos. Hij stopte de aap in de poederdoos. De poederdoos stond open. Het aapje kon weer lopen. Wiede wiede wied, tsjeng boem! 1 In het huis, huis, huis In het huis, huis, huis zat een muis, muis, muis en een do do do achter zijn arm arm - achter zijn oog - achter zijn oor - achter zijn stem 2