Het evangelie van hemelvaart

advertisement
Het evangelie van hemelvaart
Ds. R. Kattenberg – Genesis 1:1 en Handelingen 1:9-11
(Hemelvaartsdag)
Zingen: Psalm 24: 4, 5
Lezen: Genesis 1: 1-5
Handelingen 1: 4-12
Zingen Psalm 47: 1, 3, 4
Zingen: Psalm 89: 3
Zingen: Psalm 96: 9
Gemeente, de tekst voor de preek is Genesis 1 vers 1 en Handelingen 1 vers 9 tot en met
11. Allereerst Genesis 1 vers 1:
In den beginne schiep God de hemel en de aarde.
Vervolgens Handelingen 1 de verzen 9 tot en met 11:
En als Hij dit gezegd had, werd Hij opgenomen, daar zij het zagen, en een
wolk nam Hem weg van hun ogen.
En alzo zij hun ogen naar de hemel hielden, terwijl Hij heenvoer, ziet, twee
mannen stonden bij hen in witte kleding;
Welke ook zeiden: Gij Galilese mannen, wat staat gij en ziet op naar de hemel?
Deze Jezus, Die van u opgenomen is in de hemel, zal alzo komen, gelijkerwijs gij
Hem naar de hemel hebt zien heenvaren.
Deze woorden spreken ons van: Het evangelie van hemelvaart.
1. Van eenheid naar scheiding
2. Van scheiding naar hereniging
1. Van eenheid naar scheiding
Gemeente, wat heeft hemelvaart met de schepping te maken? Waarom lezen we
vandaag niet alleen uit Handelingen 1, maar ook uit Genesis 1? Dat is vanwege het
verband, want Genesis 1: In den beginne schiep God de hemel en de aarde, heeft alles te
maken met Jezus’ hemelvaart.
Die eerste tekst uit de Bijbel laat horen dat hemel en aarde geen twee gebieden zijn die
los van elkaar staan, maar dat het twee gebieden zijn die heel nadrukkelijk bij elkaar
horen. Ze horen bijeen. Dat wil zeggen: ze horen bij elkaar, maar ze horen ook bij Eén, en
dan wijs ik naar boven. Ik bedoel: ze horen bij God. Beide, hemel en aarde, zijn
uitgedacht door God de Schepper en in de beginne zijn ze als een twee-eenheid door
Hem tevoorschijn gebracht. De hemel hoort bij de aarde. En wat zou een aarde zijn als er
www.prekenweb.nl
1/9
Ds. R. Kattenberg – Het evangelie van hemelvaart
geen hemel was? God bracht die twee samen. En wat God samengebracht heeft, mogen
wij niet scheiden.
Maar - en dat is het ingrijpende - dat hebben we wel gedaan. Wij hebben hemel en aarde
wel van elkaar gescheiden. Wat God bijeengebracht heeft, hebben wij uit elkaar gerukt.
Want Genesis 1 is niet het enige hoofdstuk uit het eerste Bijbelboek; dat is één van de
vele hoofdstukken. Twee hoofdstukken verder leest u in Genesis 3 over de val, de zonde,
de zondeval.
Door de zonde is er scheiding gekomen tussen God en mens. U, jij, ik, wij zijn van God
afgevallen. Er kwam scheiding tussen God en mens. Maar door de zonde zijn ook hemel
en aarde uit elkaar gevallen. De schepping ligt uiteen, in twee helften. In de hemel is de
heerlijkheid en de volkomenheid. In de hemel is het eeuwige leven. Hier op aarde is de
vloek en het verdriet. Hier worden graven gedolven. Hier worden mensen geopereerd.
Hier wordt incest gepleegd. Hier worden mensen vermoord. Hier op deze wereld
woeden oorlogen.
In de hemel zingen de heilige engelen: ‘Heilig, heilig, heilig is de HEERE der heirscharen!
Driemaal heilig, eer zij God!’ Zij zingen in het hemelse licht, voor het aangezicht van God.
Hier op aarde zijn de kinderen der mensen. Zij doen de werken der duisternis. Hier op
aarde zingen de mensen het lied van Lamech, het lied van het eigen ik, het lied van
moord en doodslag.
Hemel en aarde; ze horen bijeen en ze liggen uiteen. En de schuldige? De schuldige? Nog
een keer: u en jij en ik.
Wij wilden op aarde als God zijn in de hemel. En kijk, dáár is de breuk: de zonde, onze
afval van God. Wij stortten van de top van eer, in eeuwige verwoesting neer. O zeker, wij
mensen hebben geprobeerd hemel en aarde weer bij elkaar te brengen. Maar met alles
wat wij geprobeerd hebben, hebben we het alleen maar erger gemaakt. De breuk is
alleen maar groter geworden.
Wat zijn we bezig geweest, eeuwen geleden, als mens, om vanuit de aarde op te
klimmen naar de hemel. ‘Kom’, zo zeiden we, ‘laten we een toren bouwen, hier op deze
aarde, waarvan het opperste in de hemel reikt! Wij zullen de verbinding weer tot stand
brengen tussen aarde en hemel.’ En God heeft het gezien, dat de mens bezig was om dat
te doen. Maar met eerbied gezegd, als je dat Schriftgedeelte leest, dan zegt God: ‘Ach
mens, Ik kan het eigenlijk vanuit de hoge hemel niet zien.’ Toen kwam de HEERE neder,
om te bezien de stad en de toren, die de kinderen der mensen bouwden (Gen.11:5).
Onze pogingen liepen op niets uit. Tevergeefs! De aarde brengen naar de hemel? Een
onmogelijke aangelegenheid.
Welnu, dan proberen we het omgekeerde. En dat is iets wat wij ook zeker vandaag aan
de dag zien in de maatschappij waarin wij leven. Vandaag proberen wij de hemel naar de
aarde te brengen. Een hemel op aarde! Laten we het hier goed hebben met z’n allen!
Geen discriminatie en geen oorlog en geen onderscheid. Weet je, je moet een mens
bijbrengen dat hij vanuit zichzelf goed is, dat hij van nature goed is. De structuren
moeten vernieuwd worden. En als dat werkelijkheid is, wat zal het dan geweldig zijn op
aarde. Een hemel op aarde!
www.prekenweb.nl
2/9
Ds. R. Kattenberg – Het evangelie van hemelvaart
Ja, dat denken wij, maar de breuk en de scheur en de scheiding zijn er. En die nemen wij
niet weg, met wát dan ook. Integendeel, wij maken de afstand tussen hemel en aarde
alleen maar groter. Elke dag de zonde, de ongerechtigheid. De hemel wijkt al verder weg
van deze aarde.
En nu? Ja, zegt u ’t maar. U kúnt niets zeggen. Wij wéten niets te zeggen. Wij hébben ook
niets te zeggen. En nu? Gemeente, Gód staat op, ook op deze dag! Deze Hemelvaartsdag
heeft haar evangelie. Ook deze dag heeft de goede en de blijde boodschap. Wat is dan
de blijde boodschap van de Hemelvaartsdag? Gemeente, de breuk die wij niet herstellen
kunnen, die herstelt God! En de scheiding die wij niet kunnen wegnemen, neemt God
weg. En de afstand die wij niet kunnen overbruggen, die overbrugt God.
Hoe doet God dat? Wel, vanuit de hemel heeft God op aarde een naam gegeven, één
naam: Jezus. De zaligheid is in geen ander; want er is ook onder de hemel geen andere
naam, die onder de mensen gegeven is, door welken wij moeten zalig worden
(Hand.4:12). Alleen die naam verenigt hemel en aarde tesaam. Kent u die naam al? Want
in Zijn naam wordt gepredikt bekering en vergeving van de zonden onder alle volken.
Hij, Jezus, Hij is komen wonen vanuit de hemel op de aarde. Hij heeft onze menselijke
natuur aangenomen om te kunnen lijden en sterven. Hij, de Zoon van God uit de hemel,
is op de aarde gelegd in het stof des doods. En in Zijn bloedspoor heeft Hij alle
gerechtigheid vervuld. Hemel en aarde zijn weer met elkaar verbonden in Zijn
bloedstorting. En in Zijn naam doorklieft de God van de hemel de duisternis van de
aarde.
Donkerheid bedekt de volken en duisternis de aarde, als het licht van de hemel in de
nacht waarin Jezus geboren werd, gezien wordt. In de kerstnacht roept de engel het uit:
‘De Zaligmaker is er! Christus, de Heere, in de stad Davids.’ Hij kwam van alzo hoge en
van alzo veer. In de kerstnacht kwam Hij óp de aarde en nu op Hemelvaartsdag gaat Hij
ván de aarde heen. Het laatste stukje van de cirkel wordt ingevuld. Hij kwam uit de troon
van God, Hij heeft op de aarde alle gerechtigheid vervuld en Hij gaat terug in de troon
van Zijn heilige Vader.
Het evangelie van hemelvaart is niet dat we zeggen: daar is een hemel. Het evangelie van
hemelvaart is ook niet dat we zeggen: daar is een aarde. Maar het evangelie van
hemelvaart is, dat er een verbinding is tussen hemel en aarde. Hemel en aarde zijn door
Christus Jezus weer op het innigst met elkaar verenigd. Zij zijn weer bijeen zoals ze in den
beginne door God geschapen zijn. Ze zijn ook weer bij God, bij die Ene, die ze geschapen
heeft. Bij Hem, die God Die het, ziende op de Koning van hemelvaart, vanuit een
geopende hemel naar deze aarde kan laten proclameren: ‘Zie, daar is een plaats bij Mij!’
Toch weer een plaats bij God, toch weer.
U hebt er wel erg in, gemeente, dat de weg naar God gemarkeerd is met het bloed van
het Lam. Dat wijst ons heel nadrukkelijk op de ernst van het gebeuren. Hemelvaart is niet
los verkrijgbaar. Je moet niet denken dat je wel Hemelvaartsdag kunt houden, zonder
dat je aandacht zou geven aan Goede Vrijdag en aan heel het lijdensgebeuren. Nee,
nooit zal een zondaar aankomen in de hemelstad of zijn weg ging over Golgotha. Het
evangelie van hemelvaart is net als elk ander evangelie, evangelie van het kruis. Zonder
kruis is er ook op Hemelvaartsdag geen evangelie. Wat een zegen dat de Olijfberg als het
www.prekenweb.nl
3/9
Ds. R. Kattenberg – Het evangelie van hemelvaart
ware aanligt tegen de kruisheuvel Golgotha. Op Golgotha horen wij de roep van de
Heere Jezus: Mijn God, Mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten? (Matth.27:46) Dáár is
het: nedergedaald ter helle. Maar nu is het via het open graf in Jozefs hof: opgevaren ten
hemel, zittende ter rechterhand van God.
Ondertussen legt dit hemelvaartswoord wel onze schuld open. Hoe diep ingrijpend is
het, als wij als scheurmakers ontmaskerd worden en dat wij als brekers aan de kaak
gesteld worden. God vraagt ons ook op Hemelvaartsdag: ‘Heb Ik u zo geschapen? Zo, in
die breuk, in die scheiding, in die afstand? Heb Ik u niet geschapen naar Mijn beeld en
naar Mijn gelijkenis? Hoe vind Ik u, hoe vind Ik jou dan zo ver van Mij vandaan? Hoe vind
Ik u, terwijl Ik u geschapen heb met zicht op de hemel, zo uit de aarde aards?’
God spreekt je er op aan, meisjes en jongens, in je jonge leven. ‘Waarom’, zo vraagt God,
‘kijk je eigenlijk nooit naar Mij? Waarom laat je Mijn troon, Mijn genadetroon
ongemoeid?’
Gemeente, wat blijkt het, dat dát onze zonde is: dat we aan de aarde geklonken zijn. We
hebben de aarde verzelfstandigd. We hebben genoeg aan de aarde. Wat moet je nou
toch met de hemel, als je op aarde ogen tekortkomt om alles tot je te nemen wat hier te
zien valt? Dan blijft de hemel toch helemaal buiten je vizier? We hebben de aarde
losgepeld uit Gods goede schepping. De aarde, dat is het één en het al. En we zeggen
niet, met een bekend versje: ‘Neem de wereld, geef mij Jezus.’ Maar we draaien het om
en we zeggen: ‘Geef ons de aarde. En Jezus, ach, wat moet ik met Jezus doen?’ Pilatus zei
dat al. Zegt u het ook: ‘Geef mij de aarde! Laat me hier alles, alles vinden wat ik aardig en
prettig en plezierig vind. En Jezus? Houd Jezus maar!’
God schiep in den beginne hemel en aarde, maar naar de hemel vragen wij niet meer.
Het is niet meer: ‘Hoog omhoog, het hart naar boven.’ ‘Nee’, zo zeggen we, ‘want
daarboven is het niet. Het ware leven, lieven, loven, dat is alles wat je op deze aarde
ziet.’ Weet dan: God roept u ook vandaag tot bekering, tot ommekeer, dat u het niet
verwacht van de aarde, maar dat u het van de hemel verwacht, en dat u niet voor de
aarde leven zult, maar dat u voor de hemel leven zult.
God roept u tot bekering. Want wie voor de aarde leeft en wie met de aarde leeft, die zal
ook eenmaal met de aarde omkomen en met de aarde vergaan. Maar nu zegt God op
Hemelvaartsdag: ‘Ik begeer uw dood niet, Ik begeer uw ondergang niet, Ik begeer uw
verderf niet, maar uw behoud en uw leven tot in eeuwigheid.’ Hij wil dat er een band zal
zijn in ons leven. Een band van de aarde naar de hemel toe. Een band, zoals die er was in
het leven van de discipelen.
Toen hun Koning heenging naar de hemel, konden ze niet anders doen dan naar boven
kijken. En we zien ze in onze gedachten staan, in sprakeloze verwondering. Wat gebeurt
er nú toch? Wat is er nú toch gaande? Wat gebeurt er met hun Heere en Koning? Ja, wat
gebeurt er dan, discipelen? Wel, Hij die onze ziel liefheeft, Hij gaat heen! Zijn voeten
maken zich los van deze aarde. Hij gaat weg! Maar heel ons hart is aan Hem verbonden.
Hij trok ons uit de duisternis tot het licht van Zijn genade. Hij trok ons uit de dood tot het
leven. Wij zijn met heel ons hart aan Hem verbonden. Ons leven ligt verklaard in Hem en
is verankerd in Hem. En Hij gaat nu heen? Gaat Hij ons verlaten? Is het een wonder, dat
www.prekenweb.nl
4/9
Ds. R. Kattenberg – Het evangelie van hemelvaart
de discipelen Jezus nastaren met al de liefde van hun hart? Hij is toch het leven van hun
leven?
Als ze Hem nakijken, ononderbroken, dan is dat met ogen die vol zijn van de liefde tot
Hem. Met heel hun hart zijn ze aan hun Heere, hun Meester en hun Koning verbonden.
En daarom, als Hij heen gaat, kijken ze Hem na.
Zoals kinderen doen als opa en oma weggaan. Je zwaait ze uit, je kijkt ze na. Je zegt: ‘Dag
lieve oma, wat houd ik toch veel van u!’ Nu, zo staan de discipelen op de Olijfberg.
‘Heere Jezus, we houden zoveel van u! Gaat U heen? We kijken U na!’ Hoog omhoog, het
hart naar boven; hier beneden is het niet. Het ware leven, lieven, loven is daar, waar
men Jezus ziet.
Gemeente, kijkt u ook zo naar boven? In liefde, in aanbidding, als een klein, schuldig,
zondig mensenkind in uzelf. Maar nochtans verbonden vanuit de hemel naar deze aarde
toe, in de weg van het bloed van het Lam.
Kijkt u zo naar Hem? Wanneer hebt u zo voor het laatst naar boven gekeken, om te
zeggen: ‘Daar woont Hij die mijn ziel liefheeft. Daar woont Hij, aan Wie ik mij verbonden
weet met al de vezels van mijn bestaan’? Of houdt u het bij deze aarde? Kijkt u niet
anders dan horizontaal en kunt u het daar wel mee vullen in uw leven?
Gemeente, wat arm, wat leeg, als die blik naar boven er niet is. Als dat verwachtingsvolle
uitzien er niet is. Want in het zien naar boven ligt ook het verlangen naar de
wederkomst. ‘Kom, Heere Jezus, ja, kom haastiglijk!’
Is er de verbinding vanuit ons hart, naar deze Heere en Koning toe? Naar Hem, Die kwam
in uw leven, toen uw schuld werd opengelegd? Toen de Heilige Geest het tot
werkelijkheid maakte, voor u persoonlijk: Hemel en aarde heb ik uit elkaar gerukt. Als
het eerste vers uit de Bijbel op u afkomt: In den beginne schiep God de hemel en de
aarde.
God gaf u een plaats op deze aarde, met het uitzicht op de hemel. Maar waar de Heilige
Geest het hart openlegt, daar is de breuk: ‘O God, ik heb voor deze aarde gekozen. Ik heb
uit elkaar gerukt wat U samengevoegd had. Wat bijeen hoorde te zijn en wat bij God
hoorde te zijn, heb ik verbroken. Wat een schuld in mijn leven, o God. Wat heb ik mijn
vijandschap botgevierd, ten overstaan van U.’
Wat een aanklachten in het hart als je ziet wat je ervan gemaakt hebt. Als de schuld je
overal gepredikt wordt. Was de aarde niet goed geschapen? En was de mens niet goed
geschapen, als pronkjuweel van de schepping van God? We lezen in Genesis 1 vers 31:
En God zag alles wat Hij gemaakt had, en ziet, het was zeer goed. En nu hebben we niet
alleen het zicht op de hemel verloren, maar we hebben van deze aarde bovendien een
vreselijke puinhoop gemaakt.
Het kan je zomaar naar de keel vliegen, onderweg als je in je auto zit en er ligt een dode
vogel langs de kant van de weg. De aarde vervloekt om uwentwil… Het kan zomaar op je
afkomen, als je berichten hoort over ernstige luchtvervuiling. Het kan op je afkomen, als
al de bommen die in oorlogen vallen, voor milieuvervuiling zorgen. Het kan je aangrijpen
als je dode bomen ziet staan, verdord als ze zijn vanwege de zure regen. De aarde is een
verdorven aarde. Mijn schuld… Heel de schepping zucht. En als de Heilige Geest je leert
luisteren, dan hoor je in dat zuchten je eigen schuld en je eigen zonde. Als u denkt dat
www.prekenweb.nl
5/9
Ds. R. Kattenberg – Het evangelie van hemelvaart
dat buiten uw schuld om gaat, dan hebt u uw schuld nog nooit beleden voor het
aangezicht van de Heere, want álles klaagt ons aan. Waarlijk, de aarde is vervloekt om
onzentwil. Overal kom je de doornen tegen en ze steken.
Deed dat alles u buigen voor God? Wat is de hemel dan onmetelijk ver van de aarde
verwijderd. Hoe zal ik de God, Die hemel en aarde geschapen heeft, onder ogen komen?
Dat kan toch niet? Dat zal je dood betekenen, als God je ter verantwoording roept.
Inderdaad, gemeente, het kan ook niet. U kunt voor God niet bestaan. Hoe zult u hier op
deze aarde bestaan voor de hoogheilige God in de hemel, met al uw schuld en met al uw
scheiding en met al uw scheuren en met al de breuken die u gemaakt hebt in Gods goede
schepping?
Het kan onmogelijk, maar het gebeurt wel… Het kan niet en toch gebeurt het. Hoe dan?
Wel, deze Jezus, Die heengaat naar de Vader, is Dezelfde Die eerst is afgedaald in de
benedenste delen van de aarde. Uitgeworpen werd Hij. Bespot werd Hij. Daar gaat Hij,
gekroond. Met wat? De kinderen weten het: gekroond met de doornenkroon. De doorn,
het beeld van onze zonden. ‘De aarde zal u doornen en distelen voortbrengen.’ De
doorn, het teken van de vloek. Jezus is ermee gekroond. Dat wil zeggen: de vloek die Hij
draagt, doet Hem uitsteken boven anderen. Een kroon van doornen…
De koningin draagt ook een kroon bij bepaalde gelegenheden, zij steekt boven anderen
uit. Kijk, dát is Hare Majesteit. Zij draagt de kroon, zij is de eerste. Jezus draagt de
doornenkroon. Hij steekt boven alle anderen uit. En het evangelie zegt ons: Hij, Hij is de
eerste, Hij is de grootste… De Vader moet zeggen: ‘Ik heb er nog nooit Eén op de aarde
gezien met zoveel zonde en zoveel schuld, dan Mijn eigen Kind.’
Zo is Christus Borg, Borg voor heel Zijn gemeente. Zullen hemel en aarde weer verenigd
zijn, dan moet de vloek gedragen worden en de schuld betaald en de straf weggenomen.
Het recht van God moet doorgaan. En het gaat door in Hem, Die geen zonde gekend of
gedaan heeft, maar Die God zonde voor ons gemaakt heeft.
Op Hemelvaartsdag laat Hij het zien. Hij heft Zijn handen zegenend op over Zijn
jongeren. Daar zijn de littekens te zien van de spijkers waarmee Hij doornageld werd op
Golgotha. Hij zegt het als het ware: ‘Zie, Mijn jongeren, de prijs is betaald. De hitte van
Gods gramschap is geblust. Daar is verbinding tussen hemel en aarde in de weg van Mijn
bloed.’
En nu kunt u alleen voor God bestaan in de kracht van dit bloed en in de kracht van deze
gerechtigheid. In Hem kan een schuldig, verloren, zondig mensenkind weer voor God
bestaan. ‘Kom’, zo zegt Hij, ‘zie op Mij!’
De engelen wijzen Hem als het ware met de vinger aan in hun boodschap: ‘Deze Jezus,
Die van u opgenomen is, zal tot u weerkomen!’ In deze naam, in Zijn persoon, in Zijn
verdienste, ligt de aarde aan de hemel vastgeklonken als met een onverbrekelijk anker.
Dat is de vertroosting van allen die op Hemelvaartsdag met vragen staan en die liggen in
het krachtenveld van satan en in de vuurlinie van de hel. De duivel zegt het: ‘Wee u, als u
op Jezus ziet! Het zal uw dood zijn als u omhoog durft te zien.’ Nochtans, waar nood en
dood ons neerslaan, waar we geen enkele verwachting kunnen koesteren van onszelf,
waar alles ons aanklaagt en tegenkomt, daar is de stem van Hem, de Hemelvaartskoning,
boven alle andere stemmen uit: ‘Zie, hier ben Ik! Ik ben uw heil alleen!’
www.prekenweb.nl
6/9
Ds. R. Kattenberg – Het evangelie van hemelvaart
In Zijn wonden mag het geloof alle gerechtigheid vinden. En al wordt u duizend keer door
zonden overstelpt en aangevochten aan alle kant, niettemin zegt het geloof het de
engelen na: ‘Déze Jezus!’
Zeker, de één zal het met meer vrijmoedigheid zeggen dan de ander. Maar het ligt op de
bodem van het hart van al de kinderen van God: ‘Deze Jezus!’ Neem Jezus weg en u
houdt niets over. Hij, Hij alleen… Daar is de geloofsverbondenheid met Hem vanuit dit
woord: ‘Deze Jezus!’
Geldt het ook voor u? Is dat ook jouw leven, jouw jonge leven: ‘Deze Jezus’? Of hebben
we nog nooit naar boven gekeken, gemeente? Hebt u de hemel er nog nooit op
aangezien, dat het een Vaderhuis is met vele woningen? Verwachten we het nog altijd
van deze aarde? Wat is hier beneden dan toch te zien wat van blijvende waarde is? Wat
kunt u dan meenemen in het uur van uw dood? Alles wat we zien en tasten kunnen, is
maar voor een ogenblik. Maar de dingen die we niet zien, die zijn eeuwig. Zult u erom
denken? Bekeert u, bekeert u en bedenkt de dingen die boven zijn, die in de hemel zijn!
Jezus’ taak ten opzichte van deze aarde is met Zijn hemelvaart echter nog niet afgelopen.
Hij is in de hemel, maar Hij is tegelijk ook op deze aarde en Hij houdt de toekomst van
deze aarde in het oog. Hij stuwt en Hij stuurt heen naar de grote dag van Zijn glorie en
van Zijn heerlijkheid. Dan zal het zijn als in den beginne: hemel en aarde een tweeeenheid.
We zingen nu Psalm 89 vers 3:
De hemel looft, o HEER’, Uw wond’ren dag en nacht;
Uw waarheid wordt op aard’ de glorie toegebracht,
Daar Uw geheiligd volk van Uwe trouw mag zingen;
Want wie is U gelijk bij al de hemelingen?
En, welke vorsten ooit het aard’rijk moog’ bevatten,
Wie hunner is, o HEER’, met U gelijk te schatten?
Genesis 1 vers 1: In den beginne schiep God de hemel en de aarde. Dat woord is door de
val van zijn kracht beroofd. Gescheurd, uiteengerukt. Maar Christus Jezus is gekomen en
daarom zal dat oude Godswoord vervuld zijn en volle werkelijkheid worden. Het eerste
woord uit het Woord van God zal uitlopen op het laatste woord, zoals Johannes in de
Openbaring dat heeft uitgeschreven als een woord van de Heere Jezus: ‘Zie, Ik kom
haastig. Amen. Ja kom, Heere Jezus!’
En de engelen wijzen daar op, als ze tegen de discipelen zeggen: Deze Jezus, Die van u
opgenomen is in de hemel, zal alzo komen gelijkerwijs gij Hem naar de hemel hebt zien
heenvaren. Ziet Hem, Hij komt met de wolken. En wanneer Jezus weerkomt, zullen de
hemel en aarde weer volmaakt verenigd worden. Het nieuwe Jeruzalem zal van God uit
de hemel neerdalen op de aarde. En de tabernakel van God, dat wil zeggen: de tent van
God, zal bij de mensen zijn. En God zal bij hen wonen en zij zullen Zijn volk zijn. En God
Zelf zal bij hen zijn en hun God zijn.
www.prekenweb.nl
7/9
Ds. R. Kattenberg – Het evangelie van hemelvaart
Hemel en aarde zijn verenigd tesaam. Voor al de heiligen Gods is dan het strijdperk van
dit leven verleden tijd. Dan zijn ze samen bij Eén. Bij die Ene Die hen riep uit de duisternis
tot het licht. Dan geen rouw meer, geen tranen, geen moeite, geen nacht, geen verdriet.
Als Johannes op Patmos door de geopende deur mag zien in het binnenste heiligdom,
dan aanschouwt hij de heerlijkheid in het nieuwe Jeruzalem, dat straks zal neerdalen op
deze aarde. Dan zegt hij telkens wat er niet meer zal zijn: geen zee meer en geen tempel
meer en geen dood meer. Dat alles en nog zoveel meer zal er niet meer zijn.
En u vraagt: ‘Wat zal er dan wél zijn?’ Hoor Johannes: Geliefden, nu zijn wij kinderen
Gods, en het is nog niet geopenbaard wat wij zijn zullen. Maar wij weten dat als Hij zal
geopenbaard zijn, wij Hem zullen gelijk wezen; want wij zullen Hem zien, gelijk Hij is (1
Joh.3:2).
En zo mag de dag van hemelvaart een dag van uitnemende vertroosting zijn voor allen
die van Christus Jezus zijn.
Jezus ging heen, maar komt terug. Daar is ook een keerzijde. O, dag van schrik en
heerlijkheid. Hij, Die komen zal om bijeen te brengen, zal ook scheiding maken. In het
woord van de engelen ligt de eeuwenoude belijdenis opgesloten: Hij komt om te
oordelen de levenden en de doden. Zijn komen is ook een komen ten oordeel. Al wie zich
niet bijeen liet vergaderen door Hem, al wie niet bij die Ene wilde horen, die zal Hij
wegdoen met de adem van Zijn mond. Alles wat de schijn had van christendom en van
godsdienstigheid, en wat het uiteindelijk niet was, zal ondergaan.
Zie toch: nog staat de deur open. Als Jezus ten hemel gevaren is, heeft Hij de deur niet
achter Zich gesloten, maar de deur is open gebleven naar deze wereld toe, als een
prediking van de genade van God: ‘Zie, daar is een plaats bij Mij!’ Des doods schuldigen
wordt gezegd: Ontwaak, gij die slaapt en staat op uit de doden, en Christus zal over u
lichten (Ef.5:14).
Bereidt u voor op Zijn komst. ‘Houd ons gemoed voor U bereid, opdat het blij Uw komst
verbeidt! Daar het in een stil vertrouwen leeft, dat Gij ons onze schuld vergeeft.’
Ja, wie door het geloof zicht op Hem heeft gekregen, die zal zich verheugen over het feit
dat hier sprake is van ‘déze Jezus’! Jezus Christus is gisteren en heden dezelfde en in der
eeuwigheid (Hebr.13:8).
Hebt u Hem hier lief gekregen, dan zult u Hem daar herkennen. Deze Jezus, Die hing aan
het vloekhout op Golgotha, zal komen in de weg van recht en van gerechtigheid, opdat
Hij tot Zich nemen zal, allen die Hij kocht met Zijn bloed en die Hij heiligde door Zijn
Geest.
Dezelfde, Die u dierbaar werd in de staat van Zijn vernedering, zal al Zijn kinderen
meenemen in Zijn verhoging. Paulus zegt: ‘Wij zijn met Hem gezet in de hemel, namelijk
in Christus Jezus.’
En aan het einde van de tijden zullen hemel en aarde voor altijd met elkaar verenigd zijn.
Wij verwachten, naar Zijn belofte, nieuwe hemelen en een nieuwe aarde, waarin
gerechtigheid wonen zal.
Amen.
www.prekenweb.nl
8/9
Ds. R. Kattenberg – Het evangelie van hemelvaart
Slotzang: Psalm 96:9
’t Juich’ al voor ‘t aangezicht des HEEREN;
Hij komt, die d’ aarde zal regeren
En richten, vol van majesteit;
De wereld zal gerechtigheid,
Het mensdom Zijne waarheid eren.
Deze preek is eerder gepubliceerd in de prekenbundel ‘Spreken door de Geest’ van ds. R.
Kattenberg (Kerkenraad Gereformeerde Gemeente Vlissingen, 2001)
www.prekenweb.nl
9/9
Download