Het Schmallenbergvirus in België

advertisement
Het Schmallenbergvirus in België
Brigitte Cay, Nick De Regge, Thierry van den Berg
CODA-CERVA
Op 18 november 2011 kondigde het Friedrich Loeffler Instituut (FLI) in Duitsland de ontdekking aan van een nieuw
Orthobunyavirus , het zogenaamde « Schmallenbergvirus ». De naam van dit nieuwe virus refereert naar zijn geographische oorsprong namelijk Schmallenberg, een pittoresk kuuroord in het Sauerland.
Orthobunyavirussen maken deel uit van de arboviru ssen, een benaming voor een groep virussen die tot verschillende virus families behoren en zich vermenigvuldigen in bloedzuigende vectoren (muggen, knutten, teken)
alvorens ze door deze vectoren worden overgedragen naar andere gastheren (vogels, dieren, mensen). Arbovirussen zijn wereldwijd verspreid en kunnen aanzienlijke economische verliezen veroorzaken in de veeteelt.
Het opduiken van een orthobunyavirus in onze contreien was nieuw. Tot eind vorig jaar werden ze voornamelijk
terug gevonden in herkauwers in Afrika, Azië en Australië. Ze worden overgedragen door stekende insecten zoals
knutten (Culicoides) en muggen. Over het algemeen veroorzaken deze virussen geen of milde klinische symptomen bij volwassen dieren, maar infectie tijdens de dracht kan leiden tot abortus of de geboorte van misvormde
vroeggeboren jongen.
Foto © ITG
Foto 1 : Knut (kleinste insect van de twee) naast een mug
27
Het meest bekende en best gekarakteriseerde virus van deze orthobunyavirussen is het Akabanevirus. Dit virus
werd voor het eerst in Japan uit runderen met reproductieve symptomen geïsoleerd in de jaren 1980. Volgens de
eerste genetische analyses is het Schmallenbergvirus verwant met het Akabane virus maar niet volledig identiek.
De identificatie van het Schmallenberg virus in november 2011 kwam er nadat tijdens de maanden augustus en
september op melkveebedrijven bij onze buurlanden (Duitsland en Nederland) problemen waren gesignaleerd
van daling in de melkproductie, waterige diarree en koorts die niet door de aanwezigheid van gekende endemische en exotische virussen konden verklaard worden. Door de ontdekking van het nieuwe virus en de ontwikkeling van een opsporingstest kon bij een aantal van deze bedrijven de aanwezigheid van dit nieuwe virus worden
aangetoond in serumstalen genomen tijdens de ziekteperiode, waardoor de aanwezigheid van het virus in deze
landen werd bevestigd. Ook in België konden we na de ontwikkeling van een diagnostische test voor dit virus
aantonen dat het virus reeds in september aanwezig was in serumstalen genomen op twee melkvee bedrijven
met problemen van koorts en verminderde melkproductie
Naast de klinische symptomen (dalende melkproductie, koorts en diarree) die werden waargenomen bij volwassen dieren tijdens de zomermaanden, werden we eind 2011 geconfronteerd met een tweede reeks klinische
symptomen veroorzaakt door het Schmallenberg virus. Deze werden waargenomen bij lammeren en kalveren en
zijn het gevolg van een infectie tijdens de dracht, waarbij zowel het moederdier als de ongeboren foetus besmet
worden. Ten gevolge van de infectie tijdens de ontwikkelingsfase worden lammeren en kalveren geboren met
congenitale afwijkingen aan ledematen, nek en hersenen
Foto’s 2-3 : Misvormde kalveren
28
Aangezien verschillende orthobunyavirussen worden overgedragen door muggen en knutten werd verwacht dat
ook het Schmallenbergvirus door deze vectoren zou overgedragen worden. Recent hebben we in het CODACERVA het virus kunnen aantonen in kopjes van knutten die tijdens de vroege herfst van 2011 werden gevangen
in België waardoor deze hypothese bevestigd wordt. De activiteit van de knutten is gekoppeld aan de omgevingstemperatuur en deze is het laagst tijdens de wintermaanden en verhoogt geleidelijk aan vanaf de lente. We
wachten in spanning het komende vectorseizoen af om te weten te komen of knutten die drager waren van het
virus de winter hebben overleefd of het virus via hun eitjes hebben doorgegeven naar de volgende generatie.
Daarnaast wordt het afwachten of de sterke verspreiding van het virus tijdens 2011 voor een voldoende immunologische bescherming heeft gezorgd bij een aanzienlijk deel van de schapen en runderen om de gevolgen van
een nieuw seizoen te beperken of niet.
Brigitte Caij
[email protected]
29
Download