Dia 1

advertisement
Warme lucht kan VEEL / WEINIG vocht bevatten. Het vocht is als ZICHTBARE /
ONZICHTBARE waterdamp in de lucht aanwezig. Als de lucht moet stijgen koelt hij
af. De koude lucht kan MINDER / MEER waterdamp bevatten, waardoor
VERDAMPING / CONDENSATIE optreedt. De waterdamp gaat over in zichtbare
druppeltjes, die zweven op de stijgende luchtstroom. Dit is een wolk. Soms vallen de
druppels tegen de stijgende luchtstroom in naar beneden  neerslag.
Aan de andere kant van de berg gaat de lucht dalen. Deze lucht wordt WARMER /
KOUDER en kan dus MEER / MINDER waterdamp bevatten. Eventueel in de dalende
lucht aanwezige druppeltjes VERDAMPEN / CONDENSEREN. Aan de kant van het
gebergte waar de lucht daalt is het dus HELDER / BEWOLKT weer.
4-Wolk(druppeltjes) 5-Dalende lucht
3-Condensatie
6-Opwarming
2-Afkoeling
7-Verdamping
1-Stijgende lucht
8-Helder weer
Download