Extra opgaven over dichtheid. 1) Bereken: a) V als ρ = 7,68 kg/l en m= 250 g. b) m als ρ = 1,05 kg/l en V = 2,5 ml. c) ρ als m = 74300 milligram en V = 0,220 liter. 2) In een fabriek is een nieuwe schroef bedacht: Deze schroef is van ijzer gemaakt, en heeft een massa van 1,445 gram. Bereken hoeveel ruimte (volume) de schroef in beslag neemt. 3) In de middellandse zee wordt een archeologische vondst op een schip gehesen. Na het schoonmaken moet worden onderzocht van welk materiaal de vondst is gemaakt. De massa is 4,225 kilogram, het volume is 1,59 liter. Van welke stof is dit materiaal gemaakt? 4) In een koelcel zit 12 m3 lucht. ρlucht = 1,225.10-3 kg / l. Bereken hoeveel die lucht weegt. 5) Je hoofd heeft aan de bovenkant een oppervlakte van ca. 0,0500 m2. Boven die oppervlakte zit de atmosfeer. Ga er van uit dat de atmosfeer 9 kilometer dik is. Bereken de massa van de atmosfeer op je hoofd. 6) 4. Een beker wordt tot de rand gevuld met chloroform. De massa van de beker is 105 gram. De massa van de beker en het chloroform is 158,6 gram. a) Bereken de massa van het chloroform dat in de beker zit. b) Bereken het volume van de chloroform die in de beker zit. c) Wat is de inhoud van de beker? Vervolgens wordt een voorwerp van 66,3 gram en een onbekend volume in de beker gedaan. De beker stroomt over. De massa van de chloroform, beker en voorwerp samen is 188,9 gram. d) Bereken de massa van de chloroform die nu nog in de beker zit. e) Bereken het volume van die chloroform die nu nog in de beker zit. f) Bereken het volume van het voorwerp. (c) PC Goedhart 2017