Thema 7 Erfelijkheidswetten §6 X-chromosomale overerving Meerdere genen – Letale factoren Geslachtschromosomen Autosomen: alle chromosomen minus de geslachtschromosomen Geslachtschromosomen: X en Y Op X chromosoom liggen gewoon genen met informatie over eigenschappen, net als op alle autosomen Op Y chromosoom bevat vrijwel geen genen Geslachtsbepaling X-chromosomale overerving Genen op X chromosoom niet op Y Die genen erven altijd via X over: X-chromosomale overerving Voorbeeld: rood-groen kleurenblindheid Voorbeeld: bloederziekte of hemofilie X-chromosomale overerving Werken met X-chromosomale kruisingen Notatie Dominant X-gen: XR – Recessief X-gen: Xr Voorbeeld: oogkleur bananenvliegjes, rood is dominant Kruising: roodogig vrouwtje - witogig mannetje XRXR x XrY Allelen: XR of XR en Xr of Y Allelen XR XR Xr XR Xr XR Xr Y XR Y XR Y Werken met X-chromosomale kruisingen F1: Heterozygoot roodogig vrouwtje x roodogig mannetje Allelen : XR of Xr en XR of Y Allelen XR Xr XR XR XR XR Xr Y XR Y Xr Y Genotype F2: vier verschillende typen in verhouding 1:1:1:1 Fenotype F2: drie verschillende typen in verhouding 2:1:1, namelijk 50% roodogige vrouwtjes, 25% roodogige mannetjes en 25% witogige mannetjes Overerving bloedgroepen: meer genen Overerving bloedgroepen: 1 gen dat uit 3 verschillende allelen bestaat De drie allelen: IA en IB (dominant) en i (recessief) Bloedgroepen en genotype: Bloedgroep Genotype A IAIA of IAi B IBIB of IBi AB IAIB 0 ii Kruisingen met bloedgroepen P: man met bloedgroep 0 (ii) x vrouw met bloedgroep AB (IAIB) Allelen: i of i en IA of IB Allelen IA IB i IA i IB i i IA i IB i Fenotype: 50% kans op bloedgroep A en 50% op bloedgroep B bij elk kind Letale factoren Definitie: letale factor = gen dat in homozygote toestand geen levensvatbaar organisme oplevert 2 geslachtscellen met letale factor: embryo sterft Voorbeeld: gen voor kuif is dominant (K) over het gen voor ontbreken van kuif (k). Gen K bevat letale factor: KK niet levensvatbaar Kruisingen met letale factoren P: kruising van twee kuifkanaries (Kk) Allelen: Kof k en K of k Allelen K k K KK† Kk k Kk kk F1 Genotype: 1:2:1, 25% KK – 50% Kk – 25% Kk F1 Fenotype: 2:1, 67% kuifkanaries – 33 % zonder kuif (KK sterft af, geen fenotype