Een duik in de oceanen SEALIFE Blankenberge L ee r ja a r 4­ 6 Inhoudsopgave Info voor de leerkracht..............................................................................................................................2 Doelstellingen................................................................................................................................... 3 Handleiding........................................................................................................................................ 3 Achtergrondinformatie.............................................................................................................................. 4 Plannetje van SEALIFE................................................................................................................................ 5 De voedselketen..........................................................................................................................................6 De Haai...............................................................................................................................................7 De Rog................................................................................................................................................7 Kraakbeenvissen............................................................................................................................... 7 Het Zeepaardje............................................................................................................................................8 Broedbuidel....................................................................................................................................... 8 Zeenaalden........................................................................................................................................ 8 Rotspoel - Touch Pool................................................................................................................................ 9 Kreeftachtigen...................................................................................................................................9 Krabben..............................................................................................................................................9 Weekdieren.....................................................................................................................................10 De Mosssel......................................................................................................................... 10 De Anemoon......................................................................................................................10 Haaientunnel.............................................................................................................................................. 11 Groene Zeeschildpad....................................................................................................................11 Verpleegsterhaai............................................................................................................................. 11 Zebrahaai......................................................................................................................................... 11 Zwartpuntrifhaai............................................................................................................................ 11 Buitengedeelte........................................................................................................................................... 12 De Zeehond....................................................................................................................................12 De Pinguïn....................................................................................................................................... 13 De Otter..........................................................................................................................................13 Opdrachten voor de leerlingen............................................................................................................. 14 Zoetwater Aquaria........................................................................................................................ 15 Amazonia......................................................................................................................................... 16 Claws / Zeepaardjes...................................................................................................................... 17 Roggenbassin...................................................................................................................................18 Touch Pool.......................................................................................................................................19 Haaientunnel................................................................................................................................... 20 Zeehonden...................................................................................................................................... 21 Pinguins.............................................................................................................................................22 Otters.............................................................................................................................................. 23 Antwoorden .............................................................................................................................................. 24 Een duik door de oceanen Leerjaar 4 - 6 Pagina 1 Info voor de leerkracht W ow ! O ng ev v a n eer een al won le zeed kwart iere en kora op of b n a lr if i fen j Deze bundel geeft u de mogelijkheid om het bezoek aan SEALIFE zo aangenaam en leerrijk mogelijk te maken zowel voor u als voor de leerlingen. De bedoeling van dit pakket is, om bij het bezoek aan SEALIFE (bv tijdens een schoolreis) de leerlingen de nodige motivatie en doelgerichtheid mee te geven. Het is de bedoeling om de kinderen kennis te laten maken met een wereld die vroeger alleen maar aan de bovenzijde te zien was, namelijk de zee en al wat er bij hoort. Dankzij SEALIFE is het nu mogelijk om heel aandachtig het leven onder de zeespiegel te observeren. Men heeft bepaalde biotopen zo natuurgetrouw mogelijk nagebootst. Een bezoek aan het strand is nadien zelfs aangeraden om de kinderen de werkelijkheid te tonen en om hen te laten vertellen wat er overeenkomt met wat ze zagen in SEALIFE. De “werkblaadjes” kunnen gerust gekopieerd worden om aan de kinderen te geven. Deze blaadjes kunnen zowel vooraf, tijdens het bezoek of als nabewerking gebruikt worden. Bij de naverwerking in de klas wordt op uw creativiteit en inventiviteit gerekend om met bepaalde lessen het bezoek aan SEALIFE af te sluiten. Aandacht ! Sommige aquaria kunnen van inhoud wijzigen naargelang de omstandigheden. Gelieve daarmee rekening te houden bij het gebruik van deze bundel. Een duik door de oceanen Leerjaar 4 - 6 Pagina 2 Doelstellingen De doelstellingen van deze bundel zijn: - De leerlingen leren enkele dier- en plantensoorten waar te nemen en te benoemen. Gericht leren werken met het gevonden en gekregen lesmateriaal De reeds bestaande kennis verwoorden en ordenen Informatie kunnen verwerven en verwerken Kunnen samenwerken Nieuwe begrippen aanleren en kunnen gebruiken bij het verwoorden Het nut van bepaalde dingen kunnen inzien en begrijpen Gericht en exact kunnen waarnemen wat men ziet Logisch kunnen nadenken Zich in bepaalde situaties kunnen inleven Handleiding Het bezoek aan SEA LIFE Omdat de ruimte in het centrum zelf wat beperkt is om samen met alle kinderen bepaalde aquaria te observeren, kan men de klas in groepen verdelen waarbij er een “verantwoordelijke” wordt aangeduid die de aantekeningen maakt.Vindt u dat alles individueel moet gebeuren dan kan dat natuurlijk ook. Let wel: hier zal een beroep worden gedaan op uw organisatorisch talent om de waarneming in goede banen te leiden. Denk er ook aan dat u wellicht niet alleen met uw klas in het centrum zal zijn en dat andere scholen misschien wel dezelfde opdracht uitvoeren. De andere waarnemingsopdrachten zijn zo opgesteld dat het schrijven tot een minimum is herleid. Leg ook de nadruk op het feit dat de uitleg bij de aquaria soms nuttige informatie kan opleveren. Uitbreiding naar het strand Voor de kinderen is een bezoek aan Blankenberge pas afgerond als ze op het strand hebben gespeeld. Natuurlijk speelt het weer hierbij een belangrijke rol. Omdat de duinen een natuurlijke en noodzakelijke bescherming vormen voor het hinterland wordt het spelen in de duinen afgeraden. Men maakt soms in een minuut kapot waar de natuur weken over doet. Maar ook dat ‘spelen’ kan in goede banen geleid worden. Hier kunnen de kinderen hun hart ophalen, ze kunnen voorwerpen verzamelen en kijken of ze sommige zaken herkennen uit SEA LIFE. Het verzamelde materiaal kan dan meegenomen worden om in de klas verder te verwerken. Bij eb kan een golfbreker geëxploreerd worden om de “rotsdiertjes” te ontdekken. De waarneming van de vloedlijn kan altijd plaatsvinden.Als het vloed is, dan ligt de verklaring van het woord zo voor de hand. Bij opkomend of afgaand tij, zelfs bij eb, kunnen de leerlingen die vloedlijn gemakkelijk vinden: het uitzicht van het zand is veranderd; het is de lijn tussen het ‘droge’ en het ‘natte’ zand en wordt meestal afgetekend door allerlei ‘aanspoelsels’. Men kan ook vermelden dat de tijdsduur van eb en vloed ongeveer 6 uur bedraagt en dat het komt door de aantrekkingskracht van de maan. Een duik door de oceanen Leerjaar 4 - 6 Pagina 3 Achtergrond Informatie Een duik door de oceanen Leerjaar 4 - 6 Pagina 4 Plannetje van SEALIFE 20 1. Zoetwater 2. Amazonia 3. Speeltuin 4. Zeehondenkliniek 5. Zeehonden en Zeeleeuwen 6. Tijdelijke tentoonstelling 7. Food Prep 8. Schildpaddeneiland 9. Pinguins 10. Otters Een duik door de oceanen 11. SEALIFE Bar + Zonneterras 12. King Crabs / Deadliest Catch 13. Zeepaardjes 14. Roggen 15. Touchpool / Rockpool 16. Haaientunnel 17. Shop 18. Cafetaria 19. Pirate Adventure Golf 20. Toiletten Leerjaar 4 - 6 Pagina 5 De voedselketen Alle planten en dieren in de natuur zijn van elkaar afhankelijk. Ze hebben elkaar nodig, de één is voedsel voor de andere. Het proces begint bij plantenetende dieren. Kleine dieren worden vervolgens gegeten door grotere dieren en die, op hun beurt, weer door nog grotere. Dode planten, dieren en uitwerpselen zijn voedsel voor opruimers in de natuur die uiteindelijk de biomassa weer afbreken tot de elementaire bouwstoffen. Deze reeks van eten en gegeten worden heet een voedselketen. In zee staan microscopisch kleine planten, fytoplankton, aan de basis van de voedselketen. Deze zweven in het water, nemen elementaire bouwstoffen op en groeien met behulp van zonlicht. Het fytoplankton wordt vervolgens door het (eveneens vrij in het water zwevende) dierlijke plankton gegeten. Dit dierlijk plankton staat op het menu van kleine vissen. Grotere roofvissen (zoals kabeljauw) doen zich tegoed aan de kleinere vissen. Aan de top van de voedselketen in zee staan de soorten die in staat zijn om de grote roofvissen te vangen: zeehonden, grote dolfijnen en mensen. Fytoplankton De zon zorgt voor energie die de microscopisch kleine plantjes in staat stelt te groeien, dit proces heet fotosynthese. Deze microscopische plantjes heten fytoplankton en kunnen zelf niet bewegen maar worden meegevoerd in stromingen in de oceaan. Haaien Haaien eten de grote vissen (net zoals ons). Op wie wordt nu gejaagd? Sommige haaiensoorten zijn bedreigd (door de jacht erop -of- door per ongeluk in netten terecht te komen). Dierlijk plankton Microscopisch kleine diertjes, zooplankton eten van de fytoplankton. dierlijk plankton bestaat uit kleine diertjes die niet groeien of larves van grotere dieren zoals zee-egels en zeesterren. Grote vissen Garnalen Grote vissen eten de kleinere vissen,(net zoals ons). De populatie van vele grote vissen (zoals kabeljauw en schelvis) is ernstig bedreigd. Ze zouden kunnen uitsterven zoals dit bijna het geval is met de vleet. Kleine dieren zoals garnalen eten van het dierlijk plankton. Garnalen zijn één van de de kleinste dieren die de mens uit de zee haalt en dit in grote getale. Keine vissen Kleine vissen eten garnalen (net als wij), langs onze kusten is de achteruitgang niet enkel te zien bij kleine vissen, maar ook omdat jongere dieren gevangen worden voor ze kans hebben zich voort te planten. HE L P M EE! Zin in vis vanavond? Eet enkel ecologisch verantwoord gevangen vis. Dit is vis die niet overbevist is, verantwoord wordt gevangen (zonder bijvangst), of gekweekt is. Kijk naar het MSC logo op de verpakking! Een duik door de oceanen Leerjaar 4 - 6 Pagina 6 De Haai (orde Selachii, klasse: kraakbeenvissen) Flinke tot zeer grote vissen met een torpedovormig lichaam. Ze hebben 5 tot 7 kieuwspleten, hun borstvinnen zijn niet met de kop vergroeid en hun ogen zijn door knipvlies beschermd. Ze worden onderverdeeld in 7 sub-orden met 19 families en ongeveer 250 soorten. Belangrijke families in de Noordzee zijn de hondshaai, kathaai, ruwe haai, gladde haai, gevlekte haai. Haaien zijn: - eierleggend (ovipaar), levendbarend (vivipaar) of eierlevendbarend (ovovivipaar, i.e. ei komt uit de baarmoeder) meest voorkomend in de kleine soorten voor 95% niet gevaarlijk Haaien hebben: - geen schubbben (haaien en roggen behoren tot dezelfde familie) een olieachtige lever die hen drijvend houdt een scherpe reukzin als voedsel: levende prooien zoals bodemvissen, krabben, kreeften,… De Rog (orde Selachii, klasse: kraakbeenvissen) Roggen zijn vissen met een plat, ruitvormig lichaam en een lange straat. Ze hebben 5 paar kieuwopeningen aan de buikzijde; verbrede, met de kop vergroeide borstvinnen en geen anale vin. Ze voeden zich met kleine vissen, weekdieren en schaaldieren. Ze komen verspreid over de hele wereld voor. Vele soorten zijn bodemdieren, enkele zijn eierlevendbarend. Er zijn 16 families roggen, o.a. sidderrog, pijlstaartrog, duivelsrog, zaagvis en echte rog (Raiidae) Kraakbeenvissen De haai en de rog zijn verre familie van elkaar; ze behoren allebei tot de familie van de kraakbeenvissen. (klasse: Chondrichtyes, superklasse vissen) Dit zijn de vissen met een skelet van kraakbeen. Ze hebben geen schubben maar een huid die bestaat uit huidtandjes. Er zijn 2 onderklassen: plaatkieuwigen met minstens 5 kieuwspleten (o.a. haaien en roggen) en de draakvissen (zeekatten) met slechts 1 kieuwopening. n receptore gevoelige rg e ft e e h jn aai r kan hij zi De hamerh . Daardoo oren. huid zitten sp jn ! p o zi jk in li e UW rooi makk favoriete p WA Een duik door de oceanen De stekelrog heef t een gifti ! WAUW staart zitten! Een enkele ge stekel op zijn steek dodelijk. ook Leerjaar 4 - 6 voor de mens! is Pagina 7 Het zeepaardje (onderfamilie Hippocampinae familie zeenaalden en zeepaardjes, Sygnatidae) Dit zijn langgerekte, met stelbaarsjes verwante vissen met een geknikte kop en buisvormige bek. De staart fungeert als grijporgaan. Het lichaam is niet bedekt met schubben maar met gestekelde beenplaatjes. Daardoor hebben ze zowel een inwendig als een uitwendig skelet. Het voedsel (kleine zeediertjes zoals garnaaltjes) wordt met de ogen opgespoord en via de snuit naar binnen gezogen. Ze zwemmen meestal rechtop maar kunnen ook op de rug zwemmen. HOOFD L E N G T E Kroontje R O M P Oogstekel Neusstekel Snoet Kaakstekel Kieuw Borstvin Eerste rompring Broedbuidel (marsupium) Mannelijke zeepaardjes en de hoger ontwikkelde zeenaalden hebben een buidel waarin eieren worden uitgebroed. De broedbuidel heeft een afsluitbare opening waarin het wijfje met behulp van legbuis eieren legt. Na ongeveer 4 weken komen tot 100 babies uit de buidel die ongeveer zo groot zijn als de snuit van de papa. Lichaamsbouw Net als alle vissen hebben zeepaardjes kieuwen, een zwemblaas en vinnen. Ze zijn echter niet met schubben bedekt maar met knobbelige richeltjes. Zeenaalden (onderfamilie Syngnathinae, familie zeenaalden en zeepaardjes Syngnathidae) Met stekelbaarsjes verwante langgerekte vissen met buisvormige bek; de anaalvin ontbreekt en de staartvin is zeer klein. Lichaam niet geschubd, maar verstevigd door beenringen. Voeden zich met levende prooi die naar binnen wordt gezogen. Eieren worden door het vrouwtje in een omstrengeling op de buik van het mannetje afgezet. Op deze broedvlek is de huid sterk doorbloed, zodat voedingstoffen voor het ‘broed’ kunnen worden aangevoerd. Meer dan 300 soorten; de meeste in zee en enkele in zoet water. Anale vin Broedbuidel (alleen bij mannetjes) S T A A R T Laatste rompring Eerste staartring Rugvin Ring Inkeping Soorten van elkaar onderscheiden Zeepaardjes lijken op het eerste zicht verdacht veel op elkaar maar toch is dat niet zo. Bekijk onze zeepaardjes van dichtbij en let vooral op volgende karakteristieken: grootte van het zeepaardje grootte van de snoet grootte en vorm van het kroontje aantal ringen op de romp en de staart aantal lijnen in de borst- en rugvin uitzicht van de kaak- en oogstekel specifieke kenmerken zoals streepjes of vlekken Een duik door de oceanen Leerjaar 4 - 6 Pagina 8 Touch Pool Bestudeer de dieren die in rotspoelen verblijven van dichtbij. Aai een zeester. Een camera zorgt ervoor dat je nog dieper in de rotspoel kan onderdompelen. Een medewerker geeft je ook alle informatie over de dieren die hier verblijven. Kreeftachtigen (klasse Crustacea, stam geleedpottigen) Dit zijn dieren met een uitwendig skelet, waarvan de poten een aantal gewrichten hebben. Hun lichaam is gesegmenteerd, ze zijn in 3 delen verdeeld: kopgedeelte, borstgedeelte en achterlijf met staart. Binnen de groep van geleedpotigen vormen de kreeften, krabben en garnalen de orde van de tienpotigen. De voorste poten dragen vaak scharen. Bij krabben is het achterlijf onder het kopborststuk teruggeslagen. Een stevig rugschild (carapax) kan zijn uitgegroeid tot een echt pantser (vandaar de naam ‘schaaldieren).Typerend zijn de verschillende larvenstadia die worden doorlopen, waarbij het lichaam steeds verder wordt afgebouwd en de ledematen zich differentiëren. Groei is slechts mogelijk direct na de vervelling, voordat het pantser hard wordt. De meeste van de ca. 35000 kreeftensoorten leven in zee. Bekende groepen zijn de roeipootkreeftjes, bladpootkreeftjes (o.a. de watervlo), visluizen, garnalen, krabben, kreeften en –als enige landbewoners- pissebedden. Krabben (kortstaartkreeften, onderorde Brachyura, orde tienpotigen) Hoogst ontwikkelde kreeftachtigen, achterlijf gereduceerd of geheel afwezig. Leven meestal op het strand, sommige soorten aangepast aan het landleven, bijv. landkrabben (familie Cecarcinidae); Lopen vaak zijdelings, zoals de in onze streken bekende Noordzeekrab (Cancer pagurus). In zee levende soorten camoufleren zich regelmatig met schelpen, sponzen e.d. Opmerkelijke familie; wenkkrabben. scharen propodus carpus antennes ogen merus 8 poten carapax (pantser) tte achterp eft afgepla e h b a kr m n! De zwe n zwemme ! waarmee hij ka W AU oten ! WAUW W Een duik door de oceanen Leerjaar 4 - 6 De kreeft hee de grote is ft een grote en ee n kleine sc om te verb haar, rijzelen, de kleine om te snij den Pagina 9 Weekdieren (stam Mollusca, onderrijk meercelligen) Tweezijdige symmetrische dieren met week, ongeleed lichaam. Aan de buikzijde meestal een gespierd voortbewegingsorgaan (voet) (dat dient voor de voorbeweging) op de rug bij veel soorten een mantel die kalkzouten afscheidt en een schelp vormt.Voorarm met hard getand deel, de rasptong of radula. Open bloedsomloop; zenuwstelsel met zenuwstrengen en zenuwknopen (ganglia), bij sommige soorten behoorlijk ontwikkeld. Waterdieren of landdieren die in een vochtige omgeving gedijen. Bekendste klassen: slakken (Gastropoda), inktvissen (Cephalopoda) en tweekleppigen (Lamellibranchia) zoals oesters en mosselen. De Mossel (familie Mytilidae, klasse tweekleppigen) Weekdieren met een tweekleppige schelp. Hechten zich met twee draden (mosselbaarden) aan elkaar en aan de grond vast, waardoor plaatselijk mosselbanken onstaan. Komen over de hele wereld voor en worden o.a. in gebieden rond de Middellandse Zee, de Zeeuwse stromen en aan de kust van Bretagne gekweekt (mosselteelt) om het smakelijk vlees (bevat veel eiwitten, vitaminen en zouten). Bekend geslacht: steenboorders. Sommige mensen zijn echter allergisch voor mosselvlees. Zieke mosselen bevatten het gif mytilotoxine, dat leidt tot mosselvergiftiging. De Anemoon (orde Actiniaria, onderklasse zesstraligen) Bloemdieren met cilindervormig lichaam, vaak levendig gekleurd. Holle tentakels in kransen rond de mondopening; goed ontwikkeld spierstelsel waarmee ze zich kunnen samentrekken en van vorm veranderen. De volwassen dieren zijn poliepen die meestal stevig op de ondergrond zijn vastgehecht, maar zich daar wel (zeer langzaam) over kunnen verplaatsen. De geslachten zijn meestal gescheiden; geslachtelijke voortplanting waarbij de mannelijke zaadcellen in het water geloosd worden. Soms gebeurt dit ook met de vrouwelijke, soms vind de bevruchting echter in de lichaamsholten van de vrouwelijke poliep plaats; in enkele gevallen is er zelfs sprake van broedzorg. De larve is meestal vrij zwemmend. De anemoon leeft van microorganismen en afval of soms zelfs van kleine visjes en kreeftjes die verlamd worden na contact met de netelcellen op de tentakels. n van NETELCEL Kliercel in de huid en vooral op de tentakels van neteldieren. Produceert een gif dat dient ter afweer en voor het vangen van een prooi. Verschillende typen, afhankelijk van het soort gif. TENTAKELS Beweegelijke vangarmen van inktvissen, poliepen e.d. Dienen om voedsel te verzamelen en als afweer (bijv. de met netelcellen bezette tentakels van sommige kwallen). Komen ook voor bij enkele planten (bijv. Zonnedauw) Een duik door de oceanen WA oepe ak voor in gr s komen va er. et m te n Zeeanjelier ka per vier onen. individuen ! 500 anten zich voort door te kl W U Ze pl Leerjaar 4 - 6 Pagina 10 Haaientunnel Groene Zeeschildpad (Chelonia mydas, Familie Zeeschildpadden, klasse Reptielen) Groene zeeschildpadden komen voor in tropische en subtropische wateren. Ze zijn hoofdzakelijk herbivoor (ze eten dus plantaardig voedsel). Zoals andere zeeschildpadden leggen ze grote afstanden af en kunnen in het wild wel 80 jaar oud worden. Verpleegsterhaai (Ginglymostoma cirratum, Familie verpleegsterhaaien, klasse kraakbeenvissen) De verpleegsterhaai (ook wel slapende haai genoemd) leeft voonamelijk 's nachts. Hij komt voor tot op een diepte van 75 meter, maar het liefst vertoeft hij op een diepte van 1meter of minder. De verpleegsterhaai is in staat om tijdens rust te ademen door water via de mond naar binnen te nemen en dit via de de kieuwen weer weg te pompen. Verpleegsterhaaien kunnen maximum 1 keer om de 2 jaar paren. De dracht duurt ongeveer 6 maanden waarna tot 29 jongen geboren kunnen worden. Ze zijn ovovivipaar. Zebrahaai (Stegostoma fasciatum, Familie zebrahaaien, klasse kraakbeenvissen) De zebrahaai dankt zijn naam aan het strepenpatroon die jonge dieren hebben. Als de dieren ouder worden vervagen deze strepen en vervaagt dit in een luipaardmotief. De zebrahaai leeft in tropische wateren in de Indo-Pascifische regio en komt voor tot op een diepte van 62 meter. Zwartpuntrifhaai (Carcharhinus melanopterus, Familie requiemhaaien, klasse kraakbeenvissen) De zwartpuntrifhaai is makkelijk te herkennen aan de zwarte punten op het uiteinde van zijn vinnen en staart. Het is een van de meest voorkomende haaiensoorten in de koraalriffen van de Indische en Stille Oceaan. De maximale grootte van de zwartpuntrifhaai is 1,6 meter. Een duik door de oceanen Leerjaar 4 - 6 Pagina 11 Buitengedeelte De zeehond (Familie Phocidae) In de Waddenzee en aan de Belgische kust leeft de gewone zeehond (Phoca vitulina) die sterk in aantal achteruit gaat door watervervuiling, recreatie, e.d. Verschillende andere soorten zijn bedreigd door de jacht en om hun vacht. Door internationale druk (o.a. Greenpeace) zijn ze in toenemende mate beschermd. Een andere soort die in de Belgische en Britse kustwateren voorkomt is de grijze zeehond (Halichoerus grypus). De grijze zeehond is groter dan de gewone zeehond en zijn hoofd heeft een lange, hondachtige snuit. Zeehonden hebben geen uitwendige oren, dus geen oorschelp. Je kunt hun interne oren herkennen als kleine gaatjes aan de zijkant van hun kop. Hun achterpoten zijn langer dan de voorpoten maar ongeschikt om op te lopen. De enige manier om op land vooruit te komen is op de buik voort te bewegen . UW WA ! 1000 pen tot wel ven in groe le n de n on Zeeh echter ee . Er bestaat individuen de dieren! en ss tu de or strikte rang Ze beschikken over zeer gevoelige snorharen waarmee ze in troebel water zelfs vissen kunnen opsporen. Zeehonden zijn zeezoogdieren, wat betekent dat ze hun jongen levend ter wereld brengen. De vrouwtjes zijn geslachtsrijp rond hun vijfde jaar en de zwangerschap duurt voor de gewone zeehonden 7 maanden en voor de grijze zeehonden 11 maanden. De Pinguïn (Familie Spheniscidae) Alle pinguïns stammen af van dezelfde vliegende voorouders die 40 miljoen jaar geleden leefden. Toch zijn de pinguïns zoals we ze vandaag kennen geëvolueerd naar loopvogels. Rondom de wereld leven 17 soorten pinguïns. De grootste pinguïn meet 1.1 m en luistert naar de naam “emperor” of kiezerpinguïn, de “fairy” of “little pinguïn” is met zijn 41 centimer de kleinste pinguïn. Pinguïns bevolken ‘roofdiervrije’ en bij voorkeur afgelegen eilanden en grote stukken vasteland. Daarbovenop dient hun woonplaats temidden van een voedingsrijke, koudwater oceaanstroming te liggen die hen een overvloed aan eten (kleine vis) geeft. UW WA ! e winter op n in de voll uïns broede t ng to pi n er re iz Ke ratu aar ze tempe Antartica, w n! l trotsere 60° onder nu Op zicht is het praktisch onmogelijk om de mannetjes van de vrouwtjes te onderscheiden, daarvoor is een inwendig onderzoek vereist of moet een DNA test gedaan worden. De pinguïns van SEA LIFE Blankenberge zijn Humboldt pinguïns (Spheniscus humboldti). Ze leven aan de westkust van Zuid-Amerika, bij Peru en Chili. Ze danken hun naam aan de Humboldt stroming, een koudwaterstroom voor de kust, die rijk is aan ansjovis en sardines. Humboldt pinguïns zijn gemiddeld 65 cm groot en wegen tussen de 3 en 5 kg. Ze hebben 2 vederlagen, de buitenste is bedoeld tegen de wind en water terwijl de binnenste bedoeld is als isolatielaag om zichzelf warm te houden. Een duik door de oceanen Leerjaar 4 - 6 Pagina 12 De otter (Familie Lutrinae) De otter is een zoogdier dat behoort tot de familie van de marterachtigen zoals ook de wezels, hermelijnen, nersten,… Aziatische Dwergotter Er zijn 13 soorten wereldwijd verspreid, behalve in Madagaskar, Australië en de Poolstreken. De kleinste heeft een maximum lengte van 93 cm en een gewicht van 3 kg (dwergotter), de grootste kan tot 2 m groot worden en wel 45 kg wegen (reuzenotter). Hoewel er wereldwijd verschillende soorten zijn, hebben otters vele lichaamskenmerken gemeen: ze hebben allemaal een zeer slank lichaam dat bijna zonder overgang overloopt in een lange gespierde spits toelopende staart. Ze bewegen zich in het water voort met een slangachtige beweging. Een otter kan maximum 5 minuten onder water blijven. Hun kop is breed en een beetje afgeplat en hij ziet er soms zeer grappig uit met zijn dikke snorharen. In België en Nederland leven Europese otters (Lutra lutra), maar ze zijn bijna volledig verdwenen. Redenen hiervoor zijn o.a. de vervuiling, de versnippering van hun leefgebied, jacht op hun pels. Europese otters zijn solitaire dieren die vooral ’s nachts leven. Sinds 1972 is de otter een beschermde diersoort. De Aziatische dwergotter (Aonynx cinera) is één van de kleinste ottersoorten ter werld. Het is een heel sociaal dier dat graag in familieverband leeft, dit in tegenstelling tot de Europese otter. Dit is één van de redenen waarom SEA LIFE Aziatische dwergotters aan het publiek toont en geen Europese. De zwangerschap van otters duurt maar 10 weken en per nest kunnen 2 tot 3 jongen geboren worden. Na 12 weken is hun pels waterbestendig en kunnen ze het water in. Otters worden vaak verward met bevers. Het verschil is echter gemakkelijk te zien. lange fijne staart Bever Een duik door de oceanen kortere dikke staart knaagdier alleseter Leerjaar 4 - 6 Otter Pagina 13 WERK BUNDEL NAAM KLAS DATUM BEZOEK Le er j 4­ 6 aa r 1 1) Zoe t w a t e r A q u a r i a Met de eitjes van de steur maken de mensen... meel kaviaar siroop 2 Water uit de zee is zout. In de ardennen zwemmen de vissen in... W auw ! zoet water zout water Vrouwelijk e kunnen to steuren t 1.500.000 zwarte kle veri eieren afze ge tten. warm water 3 Verbind de rietvoorn met de juiste staart. Een duik door de oceanen Leerjaar 4 - 6 Pagina 15 2.1 2 ) A ma z o n i a Dikkopjes zijn de baby's van... Kikkers Vissen Insecten 2.2 Hoe heet de vis die lijkt op een platte schijf? ________________________________ 2.3 Welke vis kan tot 2 meter hoog uit het water springen ? __________________________ 2.4 Welke pijlgifkikker kan tot 10 volwassen mensen doden met zijn gif? ___________________________ 2.5 Hoe heet het vegetarische neefje van de roodbuik piranha? ___________________________ Een duik door de oceanen Leerjaar 4 - 6 Pagina 16 3 ) C la w s 9.1 Welke garnaal poetst de tanden van de murene? 9.2 Verbind de krab met zijn kenmerk! ________________________________ De kokosnootkrab De snelste Kokosnootkrab De kleinste Japanse Spinkrab De sterkste Erwtkrab De grootste 4 ) Z e e p a a r dj e s 4.1 Zoek de 6 verschillen. 4.2 Waar of niet waar WAAR Zeepaardjes vind je over heel de wereld NIET WAAR Het zeepaardje gebruikt zijn staart als versiering De baby zeepaardjes groeien in de buik van het mannetje Zeepaardjes worden vaak levend gedroogd om te verkopen als souvenir Een duik door de oceanen Leerjaar 4 - 6 Pagina 17 5.1 5 ) R og g e n ba s s i n Kun jij de delen van de vis benoemen? (zet de juiste letter bij de beschrijving) B A C D ____ ) Rugvin met stekels ____ ) Borstvin ____ ) Staartvin ____ ) Buikvin ____ ) Zachte rugvin ____ ) Anaalvin E 5.2 G F ____ ) Zijlijn Welke dieren kan je terugvinden in het roggenbassin? ______________________________ ______________________________ ______________________________ ______________________________ ______________________________ ______________________________ ______________________________ ______________________________ Een duik door de oceanen Leerjaar 4 - 6 Pagina 18 5.3 Waar of niet waar ? WAAR Roggen zijn dieren die eieren leggen NIET WAAR De tarbot verplaatst één keer in zijn leven een oogje naar zijn rug De pijlstaartrog is gevaarlijk omdat hij hele scherpe tanden heeft Een rog heeft twee gaatjes achter zijn ogen die hij nodig heeft om te ademen 5.4 De grootste rog ter wereld is de _________________ . W auw Hij kan wel _______ meter lang worden! Kr a achter bben adem en wa a r w a t er langs ts! Ze nem h en van hu e n pant t achterste d eel ser na laten voere het via hun ar binnen, n en kie door laten het t uwen hun b en slo buiten ek weer na tte ar strom en! 6) T o u c h P o o l 6.1 6.2 Wat past er niet in de rij? (schrap wat niet past) zee strand leeg blikje haven Waar of niet waar? water zand duinen boek suiker schelpen helmgras kade vis zeewier zand schip zout papier duinroos vaartuig WAAR De zeeanemoon is een dier, geen plant. NIET WAAR Als de zeester een arm verliest, is hij die kwijt voor de rest van zijn leven. Een strandkrab loopt altijd zijwaarts. De zeester eet voornamelijk mosselen. 6.3 Tot welke familie behoort de buisaal? Een duik door de oceanen familie van de _______________ Leerjaar 4 - 6 Pagina 19 7.1 7 ) Ha a i e n t u n n e l Wat eet de zeeschildpad in SEALIFE? Verbind de zeeschildpad met haar voedsel. UW WA 7.2 Welke soorten haaien kun je zien in de haaientunnel? Verpleegsterhaai Tijgerhaai Zwartpunt rifhaai Hamerhaai Zebrahaai 7.3 ! d pa d karetschil l De onechte den, tot we n nge afsta la rt e re ig m n! om te neste 12.000 km ja ja ja ja ja neen neen neen neen neen Welke haai wordt ook wel de slapende haai genoemd? ______________________________ 7.4 Welke haai dankt zijn naam aan de lijnen die hij heeft als hij jong is? Als hij ouder wordt worden dit stippen! ______________________________ 7.5 Kan de zeeschildpad zijn kop intrekken in zijn schild? ______________________________ Een duik door de oceanen Leerjaar 4 - 6 Pagina 20 8 ) Z e e h o n de n 8.1 Welke is de zeehond, welke is de zeeleeuw? 8.2 Hoe zwaar moeten de verzorgde zeehondjes ongeveer wegen vooraleer ze weer uitgezet kunnen worden in de zee? 70 kg 20 kg 45 kg 8.3 Wie is de grootste? De grijze zeehond of de gewone zeehond. 8.4 Wie zwemt het snelst? De 8.5 Duid de verschillen aan tussen de zeehond en zeeleeuw. kun je ook het geluid van beide dieren aanduiden? ik blaf ik tjirp ik miauw ik balk ik kwaak ik grom ik knor ik piep Een duik door de oceanen zeehond of de Gewone zeehond zeeleeuw Grijze zeehond (omcirkel het juiste antwoord) ik blaf ik tjirp ik miauw ik balk ik kwaak ik grom ik knor ik piep zeeleeuw zeehond Leerjaar 4 - 6 Pagina 21 9.1 9) P i ng uï ns Pinguïns maken twee maal per jaar een nestje. Kan jij onderstaande beschrijving verbinden met de juiste afbeelding? Het kuiken tje groeit nog meer, zijn veren worden dik ker en olierijker. 9.2 Het eitje komt uit. Het kuikentje heeft pluizige veertjes en wordt verzorgd door zijn ouders. Het kuike n is volgr oeid en kan vo or zijn eig en voedsel z orgen. uïn De volwassen ping t legt het ei en zorg er voor tot het uitkomt. Hoe heet de soort pinguïn die je in SEALIFE kan zien? _________________________________ Waar leeft deze soort in het wild? (kruis het juiste vakje op de kaart aan) Een duik door de oceanen Leerjaar 4 - 6 Pagina 22 9.3 Waar of niet waar? WAAR NIET WAAR Pinguins leven enkel op de zuidpool. Onze pinguins eten hier elke dag haring of makreel. Deze pinguins kunnen tot 35km/h snel zwemmen. Het verschil tussen een mannetje en een vrouwtje kan je zien aan de kleur. 1 0) O t t e r s 10.1 Een otter kan tot _________ km per uur zwemmen 10.2 Otters gebruiken hun ______________ om vooruit te zwemmen en hun _________________ om hun evenwicht mee te bewaren. 10.3 Een vrouwtjesotter is slechts ___________ weken zwanger. 10.4 In Europa leeft de _______________ otter. 10.5 Hoe groot kan de Braziliaanse reuzenotter worden? __________ meter. Hoeveel kan hij maximum wegen? __________ kilo. W auw ! De reuzen ott piranhas. E er eet vaak en prooi, wan gevaarlijke t hij zou ze lf aangevallen kunnen worden. Een duik door de oceanen Braziliaanse reuzenotter Pteronura brasiliensis 10 30 50 70 90 110 130 150 170 190 Aziatische dwergotter Amblonyx cinereus Leerjaar 4 - 6 Pagina 23 1 1 ) A n t w o o r de n 1. Zoetwater 1.1 1.2 1.3 kaviaar zoet water 2. Amazonia 2.1 2.2 2.3 2.4 kikkers discusvis arowana gouden pijlgifkikker 3.1 3.2 De poetsgarnaal de snelste: spookkrab de sterkste: kokosnootkrab de kleinste: erwtkrab de grootste: Japanse spinkrab 3. Claws 4. Zeepaardjes 4.1 8.4 de zeeleeuw F ) Buikvin 8.5 de oren C ) Zachte rugvin de flippers G ) Anaalvin de zeeleeuw blaft A ) Zijlijn de zeehond gromt 5.2 rog, tarbot, harder, hondshaai, kathaai en makreel 9. Pinguins 5.3 waar waar 9.1 niet waar De volwassen pinguin legt het ei en waar zorgt ervoor tot het uitkomt. 5.4 manta(rog) 8 meter Het eitje komt uit. Het kuikentje heeft pluizige veertjes 6. Touchpool en wordt verzorgd door zijn ouders. 6.1 suiker Het kuikentje groeit nog meer, zijn papier veren worden dikker en olierijker. leeg blikje boek Het kuiken is volgroeid en kan voor 6.2 waar zijn eigen voedsel zorgen. niet waar waar 9.2 de Humboldt pinguïn waar 6.3 zeepaling 7. Haaientunnel 7.1 7.2 4.2 waar niet waar waar waar 5. Roggenbassin 5.1 B ) Rugvin met stekels E ) Borstvin D) Staartvin Een duik door de oceanen 7.3 broccoli sla verpleegsterhaai zwartpunt rifhaai zebrahaai een haai 8. Zeehonden 8.1 8.2 8.3 zeehond 45 kg grijze zeehond zeeleeuw Leerjaar 4 - 6 9.3 niet waar waar waar niet waar 10. Otters 10.1 10.2 10.3 10.4 10.5 15 km / uur poten staart 10 weken europese otter 2 meter 45 kilo Pagina 24