Vragen maken en ontkenningen

advertisement
Vragen maken
Staat er een vorm van to be (am, are,
is), can of could or will in de zin?
Ja. Zet deze vorm dan
vooraan de zin.
She is clever= Is she clever?
I can jump = Can I jump?
Nee. Begin de vraag dan
met Do. Bij She/He en It
gebruik je does.
Na do of does komt het werkwoord. Bij
She/He/It haal je de –s achter het
werkwoord weg en has wordt have.
You have a car- Do you have a car?
He has a bike- Does he have a bike?
A lion eats meat- Does a lion eat meat?
Ontkennen (zeggen dat iets niet zo is):
Staat in de zin:
Am / are/ is/ can/ could/ will/ would?
Ja!
Zet achter deze vorm dan not.
Nee!
Zet dan voor het
werkwoord don’t (do not)
of doesn’t (does not).
We are happy- We are not happy.
Sanne is tired- Sanne is not tired.
Doesn’t: he/she/it/Anne/
my mother
Let op: Je mag ook korte vormen
gebruiken zoals:
Don’t: Alle andere woorden
-
Isn’t
Aren’t
Can’t
Na don’t of doesn’t komt het
werkwoord. Bij She/He/It haal je de –s
achter het werkwoord weg en has wordt
have.
You have a car- You don’t have a car.
He has a car – He doesn’t have a car.
A lion eats meat- A lion doesn’t eat
meat.
Download