Religie - Atlas of European Values

advertisement
Religie
Religie
Religie
Uit onderzoek blijkt dat de gelovigheid niet drastisch is afgenomen terwijl wel steeds minder mensen naar de
kerk gaan en zeggen tot een kerk te behoren. Dit duidt erop dat de traditionele geloofsuitingen zijn
afgenomen en plaats hebben gemaakt voor andere vormen van gelovigheid, zoals geloof in een hogere
macht die niet noodzakelijk God behoeft te zijn. Deze ontwikkeling wordt toegeschreven aan modernisering
van de samenleving. Differentiatie, specialisatie en professionalisering hebben er toe geleidt dat de kerk
weinig invloed meer kan uitoefenen op het dagelijkse leven van mensen. Er zijn
gespecialiseerde en
autonome levensdomeinen ontstaan met eigen regels en waarden. Denk bijvoorbeeld aan het onderwijs en
de zorg die steeds meer los zijn komen staan van religie .
Daarnaast heeft het moderniseringsproces er toe geleid dat er steeds meer keuzevrijheid is ontstaan. Het
gaat dan om een toename van individuele keuzevrijheid en zelfbeschikking. Hierdoor is de dominante rol die
kerken lange tijd hebben gespeeld steeds meer afgebrokkeld en steeds minder mensen laten zich in hun doen
en denken leiden door hetgeen de kerken propageren. Dit gaat samen met de zogenaamde deinstitutionalisering. Mensen worden steeds minder gedwongen door traditionele instituties en kunnen en
willen in toenemende mate hun eigen leven bepalen. Als gevolg hiervan is de religieuze controle over
handelingen van individuen enorm afgenomen. Secularisatie kan dan ook worden gezien als individualisering
op het gebied van religie. De secularisatie thesis stelt dan ook dat de afnemende invloed van religie vooral
kan worden toegeschreven aan het moderniseringsproces (Wallis & Bruce, 1992).
Net zoals de moderniseringsprocessen verschillend verlopen in de diverse samenlevingen, verloopt ook het
proces van secularisatie verschillend in de verschillende landen. De specifieke culturele- en historische
ontwikkelingen die een land doormaakt zijn sterk bepalend voor de mate waarin religie de dominante positie
in de samenleving verliest (Wilson, 1998). Dit laatste blijkt ook uit het Europese waarden onderzoek (Halman
& Draulans 2006). Niet alleen in West-Europa vindt secularisatie plaats, het vindt plaats in bijna alle
geavanceerde industriële maatschappijen, o.a. Australië, Nieuw Zeeland, Japan en Canada. De Verenigde
Staten lijken echter een uitzondering, hier lijkt geen sprake van secularisatie. In tegenstelling tot Europa,
lijken de Verenigde Staten een levendige religieuze markt te hebben. Er komt dan ook met name kritiek
vanuit de Verenigde Staten waar de secularisatiethesis wordt aangevochten en zelfs ‘fout’ wordt genoemd
(Stark, 1997), of als een ‘mythe’ wordt bestempeld (Andrew Greeley, 1989).
Een belangrijke verklaring voor de afnemende invloed van religie in het leven van mensen wordt geboden door
de moderniseringstheorie. Met modernisering wordt een groot aantal fundamentele maatschappelijke
veranderingen bedoeld, die quasi gelijktijdig op economisch, technologisch, politiek, sociaal en cultureel gebied
optreden. De welvaart nam toe en verzorgingstaten werden opgebouwd. Met de ontwikkeling van
verzorgingsstaten namen ook de zekerheden voor mensen toe. Waar vroeger het geloof de mensen
zekerheden verschaften, biedt nu de verzorgingsstaat die zekerheden en daarmee wordt het geloof als het
ware overbodig.
Moderniseringsprocessen als differentiatie, specialisatie en professionalisering zijn erg belangrijk voor deze
ontwikkeling geweest. In de traditionele samenlevingen, beperkte de godsdienst de individuele vrijheden en
dicteerde of bepaalde religie het gehele leven van de mensen. Differentiatie, specialisatie en
professionalisering hebben ervoor gezorgd dat de afzonderlijke levensdomeinen in toenemende mate
autonoom en gespecialiseerd zijn geworden met elk een eigen set van waarden en regels. Hierdoor nam ook
de rol van religie af in domeinen als school, huwelijken en overlijden, sociale welvaart en de indeling van
vrijetijd (Dogan, 1995). Er ontstonden gespecialiseerde instituten, bijvoorbeeld in de opvoeding, de zorg, en
het onderwijs. De rol van religie is gemarginaliseerd en religie geen of weinig invloed meer heeft op het
dagelijkse leven van mensen.
De moderniseringsprocessen hebben ook geleid tot een toename van keuzevrijheid van
mensen. Deze zogenaamde individualisering waarin autonomie, zelfcontrole, en zelfbeschikking in
toenemende mate worden benadrukt leidt weer tot de-institutionalisering. Mede als gevolg van het
toegenomen opleidingsniveau zijn mensen steeds minder ‘gedwongen’ door traditionele instituties en kunnen
in toenemende mate hun eigen leven bepalen, los van die autoritaire instituties en instanties zoals de kerken.
De traditionele autoritaire instituties, zoals de kerk, boeten daardoor aan macht en gezag in en het uit zich
onder meer in het sterk verminderde kerkbezoek en in mensen die de kerk verlaten en niet langer lid wensen
te zijn van een van de denominaties. Als gevolg hiervan is de religieuze controle over de handelingen van
individuen verminderd en zijn religieuze en morele overtuigingen vooral gebaseerd op ieders eigen ideeën en
persoonlijke overtuigingen. Het gevolg is dat niet langer als vanzelfsprekend de traditionele opties gekozen
zullen worden. Dit wordt aangeduid met de-traditionalisering. De-traditionalisering wordt gekenmerkt door
Religie
een culturele verandering, waarbij tradities minder vanzelfsprekend worden en men in toenemende mate de
nadruk legt op individuele vrijheid, persoonlijke autonomie en zelfbeschikking. Daarmee verliest traditionele
gelovigheid haar vanzelfsprekendheid (plausibiliteit zoals dat met een duur woord heet) en, zo wordt
verondersteld, daarom houden moderne mensen er hun eigen geloof op na.
Secularisering kan worden gezien als individualisering op het gebied van religie. De
secularisatie thesis stelt dat de afnemende invloed van religie kan worden toegeschreven aan het
moderniseringsproces (Wallis & Bruce, 1992). Onderscheid moet hierbij worden gemaakt tussen de
verschillende niveaus waarop secularisatie plaatsvindt. Onderscheid wordt gemaakt in secularisatie op
individueel, institutioneel en samenlevingsniveau. Op individueel niveau betekent secularisering de afname van
traditionele gelovigheid, dat wil zeggen een afname van het geloof in de traditionele dogma’s: persoonlijke
God, de hel, de hemel etc. Andere vormen van gelovigheid kunnen zijn toegenomen. Denk bijvoorbeeld aan
transcendentale religiositeit: ‘er bestaat iets hogers, dat niet per se een god moet zijn’. Met andere woorden,
het geloof is aangepast. Op het niveau van instituties (kerk) betekent secularisatie de afname van kerkgang en
kerk lidmaatschap. Steeds minder mensen gaan naar de kerk en bijvoorbeeld in Nederland, maar steeds meer
ook in andere landen, geven mensen te kennen niet langer tot een van de kerkgenootschappen te behoren. In
Nederland betreft het al meer dan de helft van de bevolking. Tenslotte is er nog de secularisatie op
samenlevingsniveau. Dat uit zich vooral in de afnemende betekenis van de kerken en religie in de samenleving.
Religie en met name de kerken en haar leiders hebben het niet meer voor te zeggen en domuineren het leven
van de moderne mensen niet meer.
Uit onderzoek blijkt dat de gelovigheid op zich niet drastisch is afgenomen terwijl steeds
minder mensen naar de kerk gaan en zeggen tot een kerk te behoren. Dit zou erop kunnen duiden erop dat de
traditionele geloofsuitingen inderdaad zijn afgenomen en plaats hebben gemaakt voor andere vormen van
gelovigheid, zoals geloof in een hogere macht die niet noodzakelijk God behoeft te zijn. Het feit dat nu minder
mensen in de kerk zitten dan voorheen wil dan ook niet per definitie zeggen mensen nu minder gelovig zijn dan
vroeger toen de kerken wel vol zaten. Voor velen was het kerkbezoek wellicht meer een sociale plicht dan een
uiting van hun gelovigheid. Mensen die nu naar de kerk gaan, zo mag toch worden verondersteld, kiezen daar
zelf bewust voor en zullen dat dus wellicht meer doen uit persoonlijke overtuiging en mogelijk vanwege hun
gelovig zijn. Er lijkt dan ook meer sprake van een institutionele crisis (minder mensen gaan naar de kerk en
behoren tot een kerk) dan van een religieuze crisis, dwz dat mensen niet meer gelovig zijn. Ze zijn gelovig op
hun eigen manier en die hoeft niet noodzakelijk overeen te komen met het geloof en de ideeën van de
bestaande religies en kerken.
Een andere verklaring wordt geboden door de toenemende mate van rationalisering.
Volgens sommige is de verminderde macht van religie te wijten aan het rationaliseringsproces en de daarmee
gepaard gaande ‘onttovering’ van de wereld. De toename van het rationele denken heeft de macht van geloof
in het bovennatuurlijke, het mysterieuze en magische ondermijnd (Norris & Inglehart, 2004). Niet langer
bestaat de natuur uit wonderen en mysteries. Wetenschap en technologie verschaffen logische verklaringen
voor wat er gebeurt in het leven van mensen en als gevolg daarvan zijn mensen niet langer aangewezen op
religieuze verklaringen en interpretaties. De wetenschap en techniek hebben onze behoefte aan
bovennatuurlijke verklaringen weggenomen.
Natuurlijk kan nog niet alles logisch-rationeel worden verklaard maar we zijn tegenwoordig toch minder snel
geneigd om allerlei religieuze verklaringen voor bepaalde verschijnselen te accepteren. Op religie wordtnog
vaak teruggegrepen wanneer het bijvoorbeeld gaat om het niet gelukkig zijn te begrijpen, ten tijden van
extreme stress en bij een naderend levenseinde. Maar over het algemeen is men toch van mening dat
technologie en wetenschap de macht en het gezag van religies hebben ondermijnd.
Net zoals de moderniseringsprocessen verschillend verlopen in de diverse
samenlevingen, verloopt ook het proces van secularisatie verschillend in de verschillende landen. De specifieke
culturele- en historische ontwikkelingen die een land doormaakt zijn sterk bepalend voor de mate waarin
religie de dominante positie in de samenleving verliest. (Wilson, 1998). Dit laatste blijkt ook uit het Europese
waarden onderzoek (Halman & Draulans 2006).
Europa als uitzonderlijk geval
Europa blijkt een bijzonder geval wanneer het gaat om de seculariserings thesis. Immers, terwijl in Europa de
kerk capaciteit verliest om het geloofsdenken van grote delen van de bevolking te disciplineren, lijkt de
Verenigde Staten juist een levendige religieuze markt te hebben. In tegenstelling tot Europa is de Verenigde
Religie
Staten intens religieus gebleven (Davie, 2000), ook de rest van de werled blijkt nog immer religieus te zijn
(Berger, 2000). Europa lijkt daarom een uitzonderlijk geval en er komt dan ook met name kritiek uit de
Verenigde Staten waarin de secularisatie thesis als fout wordt bestempeld, (Rodney Stark, 1997) of als een
mythe wordt gezien (Andrew Greeley, 1989). Secularisatie lijkt dan meer op een ideologie dan een theorie.
De vraag die dan opkomt, is of secularisatie intrinsiek of extrensiek is met betrekking tot
het moderniseringsproces. Met andere woorden, is Europa seculier omdat het modern is (in elk geval
moderner dan andere delen van de wereld) of is het seculier omdat het (uniek) Europa is? In het laatste geval is
het weinig waarschijnlijk dat in andere delen van de wereld de secularisatieweg zal worden gevolgd. Als Europa
seculier is omdat het modern is, zouden de verschillen tussen Europa en de moderne Verenigde Staten niet zo
groot mogen zijn en zoude de Verenigde satten dus ook seculier moeten zijn. Dat is niet het geval en dus lijken
er specifieke culturele- en historische omstandigheden te zijn die het unieke Europese pad van de afnemende
invloed van religie kunnen verklaren. Kortom, niet één theorie lijkt te kunnen worden toegepast als het gaat
om de betekenis van religie voor samenlevingen. Sterker nog, de secularisatie theorie kan worden uitgedaagd
op basis van het feit dat wereldwijd de populariteit van religie niet lijkt te zijn ondermijnd. Echter een cruciaal
aspect van deze verschillen relateren aan de context waarin secularisatie plaatsvindt.
Mogelijk dat een cruciale rol speelt de verhouding tussen kerk en staat. Immers, in Spanje, bijvoorbeeld, heeft
de weerstand van de kerk tegen moderne vormen van het economische en politiek leven onvermijdelijke en
diep negatieve gevolgen gehad voor het godsdienstige leven in Spanje. In Polen, aan de andere kant, werd de
weerstand tegen secularisering geassocieerd met de weerstand tegen een onrechtmatige macht. Deze
combinatie heeft in Polen, in tegenstelling tot Spanje, juist een positieve wending gehad en geresulteerd in
hoge deelname aan religieuze praktijken en behoud van gelovigheid.
This project has been funded with support from the European Commission. This publication reflects the
views only of the author, and the Commission cannot be held responsible for any use which may be made
of the information contained therein.
Download