Dietrich Bonhoeffer (1906 – 1945) Een theoloog voor de 21e eeuw Heilige…? ….of ongemakkelijke buitenstaander? (Eberhard Bethge) Dietrich Bonhoeffer (1906 – 1945) ‘… dass eine Erkenntnis nicht getrennt werden kann von der Existenz, in der sie gewonnen ist.’ (Nachfolge,22) 1927 Promotie aan de Berlijnse universiteit bij R. Seeberg op 'Sanctorum Communio. Eine dogmatische Untersuchung zur Soziologie der Kirche'. 1928 Vicariaat te Barcelona. 1930 Habilitatie op 'Akt und Sein. Transzendentalphilosophie und Ontologie in der systematische Theologie'. Biografie 1906 Geboren in Breslau op 4 februari. 1912 Zijn vader, Karl Bonhoeffer, wordt hoogleraar psychiatrie te Berlijn. 1923 Studie theologie te Tübingen. Was es bedeutet, dass du in dieser Familie Theologe wurdest und bist… (Bethge, 9.1.44) 1927 Promotie aan de Berlijnse universiteit bij R. Seeberg op 'Sanctorum Communio. Eine dogmatische Untersuchung zur Soziologie der Kirche'. 1928 Vicariaat te Barcelona. 1930 Habilitatie op 'Akt und Sein. Transzendentalphilosophie und Ontologie in der systematische Theologie'. Sanctorum Communio: Je länger sich der Blick auf die Bedeutung der soziologischen Kategorie für die Theologie richtete, desto klarer trat die soziale Intention sämtlicher christlichen Grundbegriffe heraus. “Person”, “”Urstand”, “Sünde”, “Offenbarung” lassen sich nur im Bezug auf die Sozialität voll begreifen.” Die Kirche ist Gegenwart Christi, wie Christus Gegenwart Gottes ist. …. ‘Christus als Gemeinde existierend….’ Akt und Sein: ‘Einen Gott, den “es gibt”, gibt es nicht.’ (68) (vs. idealisme) Gott ist frei nicht vom Menschen, sondern für den Menschen. Christus ist das Wort der Freiheit Gottes. Gott ist da, …. “habbar”, fassbar in seinem Wort in der Kirche.’ (68) (vs. Barth) Assistent aan de Theologische Faculteit van de Berlijnse universiteit. 1930 - 1931 Studie aan Union Theological Seminary te New York. 1931 Privatdozent aan de Berlijnse Theologische Faculteit. Jeugdsecretaris van de World Alliance for International Friendship through the Churches. Studentenpredikant aan de Berlijnse Technische Hogeschool. Jeugdwerker en catecheet in Berlijn-Wedding. Brieven aan Erwin Sutz, 1932 - 1934 ‘Wir haben wieder Predigen gelernt, wenigstens ein ganz klein wenig, aber Seelsorge?’ ‘Im Grunde hangt doch alles am Problem der Ethik, d.h. eigentlich an der Frage nach der Möglichkeit der Verkündigung des konkreten Gebotes durch die Kirche.’ ‘… dass die ganze Sache an der Bergpredigt zur Entscheidung kommt.’ ‘Nachfolge Christi – was das ist, möchte ich wissen – es ist nicht erschöpft in unserem Begriff des Glaubens. ‘ De wending: 30 januari 1933 1933 - 1935 Predikant te Londen. 1935 - 1937 Directeur predikantenseminarie van de Belijdende Kerk te Finkenwalde. Schrijft Nachfolge 1938 Gemeinsames Leben. Eerste contacten met duitse verzet. Nachfolge: ‘Billige Gnade heisst Gnade als Lehre, als Prinzip, als System.’ ‘Teure Gnade ist Menschwerdung Gottes’ ‘… sein Wort nicht eine Lehre, sondern eine Neuschöpfung der Existenz.’ ‘Nur der Glaubende ist Gehorsam, und nur der Gehorsame glaubt.’ 1939 Juni - juli: vertrek naar en terugkeer uit de VS. 1940 In dienst van de 'Abwehr'. Werkt aan de Ethik. 1941 - 1942 Reizen naar Zweden en Zwitserland in kader van verzet. 13.1.1943 Verloving met Maria von Wedemeyer. Ethik: ‘Nicht was ein für allemal gut sei, kann und soll gesagt werden, sondern wie Christus unter uns heute und hier Gestalt gewinne. ‘ ‘Die aussentordentliche Notwendigkeit appeliert an die Freiheit der Verantwortlichen. Es gibt kein Gesetz, hinter dem der Verantwortliche hier Deckung suchen könnte.’(254) 1943 5 april: arrestatie, gevangenschap in Berlijnse militaire strafgevangenis Tegel. •1945 9 april: opgehangen in KZ Flossenbürg. Widerstand und Ergebung: ‘Was mich unablässig bewegt, ist die Frage, was das Christentum oder wer Christus heute für uns ist.’ (30.4.44) ‘Wir gehen eine völlig religionslosen Zeit entgegen; die Menschen können einfach so wie sie nun einmal sind, nicht mehr religiös sein.’ (30.4.44) ‘Die Frage heisst Christus und die mündig gewordene Welt.’ (8.6.44) Doopbrief een nieuwe taal, ‘volkomen areligieus misschien maar bevrijdend en verlossend als de taal van Jezus; de mensen zullen ontsteld zijn maar zich gewonnen geven aan haar kracht; een taal van een nieuwe rechtvaardigheid en waarheid, een taal die de vrede verkondigt tussen God en de mensen en de nabijheid van zijn Rijk.’ (VO 251). Het blijkt dat alles ook zonder “God” gaat en even goed als vroeger. God wordt steeds verder uit het leven teruggedrongen. (…) God verliest terrein.’ (VO 272, brief van 8 juni 1944). Dat we ook moeten willen leven als ‘diegenen, die hun leven inrichten zonder God.’ (VO 300) [‘als solche, die mit dem Leben ohne Gott fertig werden’, WE 533] (Brief van 16 juli 1944). ‘ ‘“God”als werkhypothese, als stoplap bij ons falen, is overbodig geworden.’ (VO 315 [‘“Gott” als Arbeitshypothese, als Lückenbüszer für unsere Verlegenheiten ist überflüssig geworden.’ WE 557]). het proces waarbij ‘God werd teruggedrongen uit de wereld, uit de openbaarheid van de menselijke existentie’ (Brief van 8 juli 1944, VO 288 [‘Die Verdrängung Gottes aus der Welt, aus der Öffentlichkeit der menschlichen Existenz’, WE 509]), ‘God zelf dwingt ons dit te erkennen. (…) God doet ons weten dat wij moeten leven als diegenen, die hun leven inrichten zonder God.’ (Brief van 16 juli 1944, VO 300 ‘Ontmoeting met Jezus Christus. Ervaren dat hier heel het menselijke bestaan wordt omgekeerd, want Jezus bestaat alleen “voor de ander”. Dit “zijn voor de ander” is de beleving van transcendentie.’ (Schema voor een studie, VO 315). ‘Das Jenseitige ist nicht das unendlich Ferne, sondern das Nächste.’ WE 551. Gott ist mitten in unserm Leben jenseitig.’ WE 408 (30 April 1944) Wer ist Gott? Nicht zuerst ein allgemeiner Gottesglaube an Gottes Allmacht etc. Das ist keine echte Gotteserfahrung, sondern ein Stück prolongierter Welt. Begegnung mit Jesus Christus. Erfahrung, daß Jesus nur »für andere da ist«. Das »Für-andereda-sein« Jesu ist die Transzendenzerfahrung! ‘De mens wordt opgeroepen Gods lijden aan de goddeloze wereld mee te lijden. (…) Hij moet “werelds” leven, zo juist deelt hij in Gods lijden (…) Je wordt geen christen door religieus te handelen, maar door, levend in de wereld, te delen in Gods lijden. “Metanoia” betekent: niet in de eerste plaats denken aan eigen noden, problemen, zonden en angsten, maar zich door Jezus Christus laten meenemen op de weg naar het Messiaanse gebeuren.’ (brief van 18 juli 1944, VO 301 [‘sich in den Weg Jesu Christi mithineinreiszen lassen, in das messianische Ereignis’, WE 535v.]). Unser Verhältnis zu Gott ist kein »religiöses« zu einem denkbar höchsten, mächtigsten, besten Wesen - dies ist keine echte Transzendenz -, sondern unser Verhältnis zu Gott ist ein neues Leben im »Dasein-für-andere«, in der Teilnahme am Sein Jesu. Heilige…? ….of ongemakkelijke buitenstaander? (Eberhard Bethge) Dietrich Bonhoeffer (1906 – 1945) Een theoloog voor de 21e eeuw ‘Dat God werd teruggedrongen uit de wereld, uit de openbaarheid van de menselijke existentie, leidde tot een poging Hem minstens op persoonlijk, innerlijk, privé-terrein vast te houden. En omdat ieder mens wel een privé-sector heeft, dacht men dat hij daar het gemakkelijkst bereikbaar was. De slaapkamergeheimen, om het grof te zeggen, de intimiteit dus (van gebed tot seksualiteit) worden het jachtgebied van de moderne zielzorgers.’ (brief van 8 juli 1944, VO 288