Agile-serie 230V snelstartgids

advertisement
Meldingen
Foutmeldingen en waarschuwingen tijdens Setup
Display
Opheffen
Foutmeldingen en waarschuwingen tijdens Setup
Foutmeldingen
Display
Opheffen
SF001
… SF0022
Controleer de motorparameters 370..376. Verander zo nodig. Herhaal de setup.
Controleer motorkabels en andere verbindingen.
Foutmeldingen
SF001 … SF0022
Waarschuwingen
SA001 … SA004
SA0021,
SA0022
Waarschuwingen
SA001 … SA004
SA0041,
SA0042
SA0021, SA0022
SA0051
SA0041, SA0042
SA0052
SA0051
SA0053
SA0052
Controleer de motorparameters 370..376. Verander zo nodig. Herhaal de setup.
Controleer motorkabels en andere verbindingen.
Controleer de motorparameters 370 … 376. Verander zo nodig. Herhaal de setup.
De volgende oorzaken zijn mogelijk: De diameter van de motorkabel is
onvoldoende.
De motorkabel is te
lang.
De motorkabel
verkeerd
aangesloten.
Controleer de motorparameters
370
… 376.
Verander zoisnodig.
Herhaal
de setup.
Controleer
(snelheid),
P375 (frequentie).
De volgendeP372
oorzaken
zijn mogelijk:
De diameter van de motorkabel is
Motordata
voorDe‘ster’
zijn ingevoerd,
terwijl
de motor inis‘driehoek’
aangesloten.
onvoldoende.
motorkabel
is te lang.
De motorkabel
verkeerd is
aangesloten.
Pas bekabeling
parametrering
Herhaal setup.
Controleer
P372of(snelheid),
P375 aan.
(frequentie).
Motordata voor
‘driehoek’
zijn ingevoerd,
terwijl
de motor
in ‘ster’ is
is aangesloten.
aangesloten.
Motordata
voor ‘ster’
zijn ingevoerd,
terwijl
de motor
in ‘driehoek’
Pas
Pas bekabeling
bekabeling of
of parametrering
parametrering aan.
aan. Herhaal
Herhaal setup.
setup.
Controleer
van
deingevoerd,
drive en deterwijl
motor.
Motordata verbindingen
voor ‘driehoek’
zijn
de motor in ‘ster’ is aangesloten.
AgilE
Snelstartgids
AGL202
Pas bekabeling of parametrering aan. Herhaal setup.
-SA0053
Druk ESC om een parameter
te corrigeren
na eenvan
foutmelding
of de
waarschuwing.
Controleer
verbindingen
de drive en
motor.
- Druk ENT om een waarschuwing te negeren. De Setup wordt vervolgd. Controleer wel de data!
-Foutmeldingen
Druk ESC om een parameter
te corrigeren na tijdens
een foutmelding
en waarschuwingen
Bedrijfof waarschuwing.
-Display
Druk ENT om een waarschuwing
te negeren. De Setup wordt vervolgd. Controleer wel de data!
Opheffen
Foutmeldingen
Foutmeldingen en waarschuwingen tijdens Bedrijf
Display
Opheffen
F0102,
F0103
Frequentieregelaar overbelast. Controleer gedrag belasting. Controleer motorparameters.
F0200 … F0300
Overtemperatuur. Controleer koeling, ventilator, sensor en omgevingstemperatuur.
Foutmeldingen
F0102, F0103
F0400,
F0200 …F0403
F0300
F0700
F0706
F0400,…F0403
F0700 … F0706
F0801, F0804
F1100 … F1110
F0801, F0804
F1310
F1100 … F1110
F1401
F1407
F1310
F1408
F1401
F1407
Waarschuwingen
F1408
A0001 … A0004
A0008, A0010
Waarschuwingen
A0080
A0001 … A0004
A0100
A0008, A0010
A0400
A0080
A0100
A0800
A0400
A1000
A4000
A0800
Ondertemperatuur.
Controleer Controleer
omgevingstemperatuur
en verwarming
Frequentieregelaar overbelast.
gedrag belasting.
Controleer kast.
motorparameters.
Motortemperatuur
te hoog of koeling,
sensor defect.
Controleer
verbinding
X12.4. Fasefout.
Overtemperatuur. Controleer
ventilator,
sensor en
omgevingstemperatuur.
Controleer
motor
en
verbindingen.
Ondertemperatuur. Controleer omgevingstemperatuur en verwarming kast.
DC
tussenkringspanning
te hoog
of te laag.
Controleer
deceleratie
en
Motortemperatuur
te hoog
of sensor
defect.
Controleer
verbinding(P421,
X12.4.P423)
Fasefout.
de
aangesloten
remweerstand.
Controleer hoofdvoeding.
Controleer
motor
en verbindingen.
Onjuiste
voeding of fasefout,
voltage
remchopper
of motor-chopper
te hoog.
DC tussenkringspanning
te hoog
of te laag.
Controleer
deceleratie (P421,
P423) en
Controleer
de voeding,
zekeringen
en het circuit.
de
aangesloten
remweerstand.
Controleer
hoofdvoeding.
Voeding
(24 V) te hoog
of te
laag. Controleer
de verbindingen.
Onjuiste elektronica
voeding of fasefout,
voltage
remchopper
of motor-chopper
te hoog.
Maximale
bereikt.
Controleer
en aansturing. Controleer
Controleerfrequentie
de voeding,
zekeringen
en hetinstellingen
circuit.
deceleratie
(P421,
P423)
en
de
aangesloten
remweerstand.
Voeding elektronica (24 V) te hoog of te laag. Controleer de verbindingen.
Minimale uitgangsstroom.
Controleer
motor
en verbindingen.
Maximale
frequentie bereikt.
Controleer
instellingen
en aansturing. Controleer
Foutief
referentiesignaal
op de
input
X12.3. Controleer
signaal.
deceleratie
(P421, P423) en
aangesloten
remweerstand.
Overstroom
op input X12.3.Controleer
Controleermotor
signaal.
Minimale uitgangsstroom.
en verbindingen.
Overstroom
op input X12.4.
Controleer
Foutief referentiesignaal
op input
X12.3.signaal.
Controleer signaal.
Overstroom op input X12.3. Controleer signaal.
Overstroom op input X12.4. Controleer signaal.
Frequentieregelaar overbelast. Controleer gedrag belasting. Controleer motorparameters.
Overtemperatuur. Controleer koeling, ventilator, sensor en omgevingstemperatuur.
Maximale motortemperatuur
Controleer
en sensor.
Frequentieregelaar
overbelast.bereikt.
Controleer
gedrag motor
belasting.
Controleer motorparameters.
Fasefout
voeding. Controleer
hoofdzekeringen
en voedingskabel.
Overtemperatuur.
Controleer de
koeling,
ventilator, sensor
en omgevingstemperatuur.
Frequentielimiet
bereikt;
uitgaande
frequentie
is
gelimiteerd.
Maximale motortemperatuur bereikt. Controleer motor en sensor.
Pas bekabeling
of parametrering
aan. Herhaal setup.
Fasefout
voeding.
Controleer de hoofdzekeringen
en voedingskabel.
Ingangssignaal
opbereikt;
X12.3 isuitgaande
te laag. Verhoog
het is
signaal.
Frequentielimiet
frequentie
gelimiteerd.
Ingangssignaal
X12.4 is te laag.aan.
Verhoog
hetsetup.
signaal.
Pas bekabeling op
of parametrering
Herhaal
DC
tussenkringspanning
heeft
het typespecifieke
minimum bereikt.
Ingangssignaal
op X12.3 is
te laag.
Verhoog het signaal.
A1000
Ingangssignaal op X12.4 is te laag. Verhoog het signaal.
-A4000
Druk ESC om een foutmelding
te verbergen. Na 10
s wordt
deze weer getoond.
DC tussenkringspanning
heeft
het typespecifieke
minimum bereikt.
- Druk STOP om foutmelding of waarschuwing te bevestigen. Corrigeer de fout.
- Druk ESC om een foutmelding te verbergen. Na 10 s wordt deze weer getoond.
- Druk STOP om foutmelding of waarschuwing te bevestigen. Corrigeer de fout.
Snelstartgids
Snelstartgids
Carolus Clusiuslaan 1
2215RV Voorhout - NL
T +31(0)88 7865800
F +31(0)88 7865899
[email protected]
Iwww.elsto.eu
Advanced Standard Drive
1~230 VAC Installatie
en Inbedrijfname
Installatie
en inbedrijfname
Snelstartgids
– AgilE
202 serie
Snelstartgids
- AgilE
serie AGL202
Voeding
Bediening
+/- : Aansluiting
DC tussenkring
Start motor
X10: Uitgang relais
Stop motor
of reset fout
Bevestig instelling
Annuleer of terug
naar vorig menu
Verander waarde of
ander menu
Aansluitingen X13
X12
X11
Motor
Menustructuur
Status display
Remweerstand: Rb1 en Rb2
Handbediening
Setup menu
Kopieermenu
Diameter
voedingskabel
X20: Geheugenkaart
S-M-VEC-NL-VKH-001-V01
Vaste functies
Variabele functies
Parameters voor
snelle inbedrijfname
Optionele
afscherming
Relais uitgang
Foutmelding
de eerste keer dat de drive onder
spanning wordt gezet.
Kies bij eerste inbedrijfname
Alleen voor motor selectie
Kies voor communicatie setup
Bedrijf
Asychroon motor
Druk of
V/f bedrijf
gedurende
Asynchroon motor 1 s om elke
veldbedrijf
decimaal
Synchroon motor
apart in te
veldbedrijf
stellen.
Geheugenkaart
nodig.
Toont de actuele status
van de drive.
Frequentie [Hz]
Drive gereed
Drive gestopt
Foutmelding
Aansl. Standaard functie
Diameter
signaalkabel
X21:
Service poort
en RS485
Aansluitingen
Meest gebruikelijke
parameter
Selectie data set
Communicatie
Parameter niveau Status display
Alle parameters
Volledige Setup
Alleen motordata
Actuele waarde
Parameterinstelling
Indrukken en
wegnemen
Setup via het menu ‘setup’, of bij
Setup
X13.1 24 V DC ingang
X13.2 GND voor X13.1
X13.3 STOB = Enable B. Dient samen met Enable A (X11.3)
geset te worden voor normaal bedrijf.
X13.4 10 V DC voeding
X13.5 Digitale uitgang OUT1D. Standaard: Motor draait
wanneer Enable A, B en Start zijn geset.
X13.6 Multifunctionele uitgang MF01. Standaard op
analoog. 10 V bij 50 Hz. 0 V bij 0 Hz.
X12.1 Digitale ingang IN4D. Standaard: Vaste frequentie.
X12.2 Digitale ingang IN5D. Standaard: Reset foutmelding.
X12.3 Multifunctionele input MFI1: digitaal/analoog.
Standaard op: analoog V ingang voor snelheid.
50 Hz bij 10 V DC. 3,5 Hz bij 0 V DC.
X12.4 Multifunctionele input MFI2: digitaal/analoog.
Standaard op: digitale ingang – motortemperatuur.
X12.5 CAN hoog
Verbinding
X12.6 CAN laag
systeembus.
X11.1 24 V DC uitgang
X11.2 GND voor X11.1
X11.3 STOA = Enable A. Dient samen met Enable B (X13.3)
geset te worden voor normaal bedrijf.
X11.4 Digitale ingang IN1D. Standaard: Start rechtsom.
X11.5 Digitale ingang IN2D. Standaard: Start linksom.
X11.6 Digitale poort: input/output IN3D/OUT3D
Standaard: input – Verander data set.
Vaste functies
Variabele functies
Typeplaat motor (voorbeeld)
Bediening
Vermogen
van de motor
in [kW]
Motorspanning
Voer aanvullende motorgegevens in zoals stroom,
snelheid, cosinus Phi.
Set
Enable
Auto-tuning
Geef coSPhi in bij bedrijf UF en Foc .
Geef PolPrS (aantal poolparen) in
bij bedrijf Synch.
0,25 A
als
is geselecteerd
Auto-tuning
gereed
Voer in:
Acceleratie
(rechtsom)
Deceleratie
(rechtsom)
Acc
Inregelen op de motor.
Als een BONFIGLIOLI motor is
ingegeven worden resterende
motordata ingelezen.
Tuning. Wacht tot READY of
wordt getoond.
Als STOA X11.3 of STOB X13.3
ontbreekt.
Waarschuwing of
foutmelding – Zie handleiding.
Acceleratie – Standaard 5 Hz/s
Deceleratie – Standaard 5 Hz/s
Voer in:
Minimale
frequentie
Setup en initialisatie gereed
Maximale
frequentie
Drive gereed
Minimale frequentie –
Standaard 3,5 Hz
Maximale frequentie- voor
snelheidsbegrenzing
Zie voor verdere technische informatie de
handleidingen die beschikbaar zijn via
www.elsto.eu
Download