Meldingen Foutmeldingen en waarschuwingen tijdens Setup Display Opheffen Foutmeldingen en waarschuwingen tijdens Setup Foutmeldingen Display Opheffen SF001 … SF0022 Controleer de motorparameters 370..376. Verander zo nodig. Herhaal de setup. Controleer motorkabels en andere verbindingen. Foutmeldingen SF001 … SF0022 Waarschuwingen SA001 … SA004 SA0021, SA0022 Waarschuwingen SA001 … SA004 SA0041, SA0042 SA0021, SA0022 SA0051 SA0041, SA0042 SA0052 SA0051 SA0053 SA0052 Controleer de motorparameters 370..376. Verander zo nodig. Herhaal de setup. Controleer motorkabels en andere verbindingen. Controleer de motorparameters 370 … 376. Verander zo nodig. Herhaal de setup. De volgende oorzaken zijn mogelijk: De diameter van de motorkabel is onvoldoende. De motorkabel is te lang. De motorkabel verkeerd aangesloten. Controleer de motorparameters 370 … 376. Verander zoisnodig. Herhaal de setup. Controleer (snelheid), P375 (frequentie). De volgendeP372 oorzaken zijn mogelijk: De diameter van de motorkabel is Motordata voorDe‘ster’ zijn ingevoerd, terwijl de motor inis‘driehoek’ aangesloten. onvoldoende. motorkabel is te lang. De motorkabel verkeerd is aangesloten. Pas bekabeling parametrering Herhaal setup. Controleer P372of(snelheid), P375 aan. (frequentie). Motordata voor ‘driehoek’ zijn ingevoerd, terwijl de motor in ‘ster’ is is aangesloten. aangesloten. Motordata voor ‘ster’ zijn ingevoerd, terwijl de motor in ‘driehoek’ Pas Pas bekabeling bekabeling of of parametrering parametrering aan. aan. Herhaal Herhaal setup. setup. Controleer van deingevoerd, drive en deterwijl motor. Motordata verbindingen voor ‘driehoek’ zijn de motor in ‘ster’ is aangesloten. AgilE Snelstartgids AGL202 Pas bekabeling of parametrering aan. Herhaal setup. -SA0053 Druk ESC om een parameter te corrigeren na eenvan foutmelding of de waarschuwing. Controleer verbindingen de drive en motor. - Druk ENT om een waarschuwing te negeren. De Setup wordt vervolgd. Controleer wel de data! -Foutmeldingen Druk ESC om een parameter te corrigeren na tijdens een foutmelding en waarschuwingen Bedrijfof waarschuwing. -Display Druk ENT om een waarschuwing te negeren. De Setup wordt vervolgd. Controleer wel de data! Opheffen Foutmeldingen Foutmeldingen en waarschuwingen tijdens Bedrijf Display Opheffen F0102, F0103 Frequentieregelaar overbelast. Controleer gedrag belasting. Controleer motorparameters. F0200 … F0300 Overtemperatuur. Controleer koeling, ventilator, sensor en omgevingstemperatuur. Foutmeldingen F0102, F0103 F0400, F0200 …F0403 F0300 F0700 F0706 F0400,…F0403 F0700 … F0706 F0801, F0804 F1100 … F1110 F0801, F0804 F1310 F1100 … F1110 F1401 F1407 F1310 F1408 F1401 F1407 Waarschuwingen F1408 A0001 … A0004 A0008, A0010 Waarschuwingen A0080 A0001 … A0004 A0100 A0008, A0010 A0400 A0080 A0100 A0800 A0400 A1000 A4000 A0800 Ondertemperatuur. Controleer Controleer omgevingstemperatuur en verwarming Frequentieregelaar overbelast. gedrag belasting. Controleer kast. motorparameters. Motortemperatuur te hoog of koeling, sensor defect. Controleer verbinding X12.4. Fasefout. Overtemperatuur. Controleer ventilator, sensor en omgevingstemperatuur. Controleer motor en verbindingen. Ondertemperatuur. Controleer omgevingstemperatuur en verwarming kast. DC tussenkringspanning te hoog of te laag. Controleer deceleratie en Motortemperatuur te hoog of sensor defect. Controleer verbinding(P421, X12.4.P423) Fasefout. de aangesloten remweerstand. Controleer hoofdvoeding. Controleer motor en verbindingen. Onjuiste voeding of fasefout, voltage remchopper of motor-chopper te hoog. DC tussenkringspanning te hoog of te laag. Controleer deceleratie (P421, P423) en Controleer de voeding, zekeringen en het circuit. de aangesloten remweerstand. Controleer hoofdvoeding. Voeding (24 V) te hoog of te laag. Controleer de verbindingen. Onjuiste elektronica voeding of fasefout, voltage remchopper of motor-chopper te hoog. Maximale bereikt. Controleer en aansturing. Controleer Controleerfrequentie de voeding, zekeringen en hetinstellingen circuit. deceleratie (P421, P423) en de aangesloten remweerstand. Voeding elektronica (24 V) te hoog of te laag. Controleer de verbindingen. Minimale uitgangsstroom. Controleer motor en verbindingen. Maximale frequentie bereikt. Controleer instellingen en aansturing. Controleer Foutief referentiesignaal op de input X12.3. Controleer signaal. deceleratie (P421, P423) en aangesloten remweerstand. Overstroom op input X12.3.Controleer Controleermotor signaal. Minimale uitgangsstroom. en verbindingen. Overstroom op input X12.4. Controleer Foutief referentiesignaal op input X12.3.signaal. Controleer signaal. Overstroom op input X12.3. Controleer signaal. Overstroom op input X12.4. Controleer signaal. Frequentieregelaar overbelast. Controleer gedrag belasting. Controleer motorparameters. Overtemperatuur. Controleer koeling, ventilator, sensor en omgevingstemperatuur. Maximale motortemperatuur Controleer en sensor. Frequentieregelaar overbelast.bereikt. Controleer gedrag motor belasting. Controleer motorparameters. Fasefout voeding. Controleer hoofdzekeringen en voedingskabel. Overtemperatuur. Controleer de koeling, ventilator, sensor en omgevingstemperatuur. Frequentielimiet bereikt; uitgaande frequentie is gelimiteerd. Maximale motortemperatuur bereikt. Controleer motor en sensor. Pas bekabeling of parametrering aan. Herhaal setup. Fasefout voeding. Controleer de hoofdzekeringen en voedingskabel. Ingangssignaal opbereikt; X12.3 isuitgaande te laag. Verhoog het is signaal. Frequentielimiet frequentie gelimiteerd. Ingangssignaal X12.4 is te laag.aan. Verhoog hetsetup. signaal. Pas bekabeling op of parametrering Herhaal DC tussenkringspanning heeft het typespecifieke minimum bereikt. Ingangssignaal op X12.3 is te laag. Verhoog het signaal. A1000 Ingangssignaal op X12.4 is te laag. Verhoog het signaal. -A4000 Druk ESC om een foutmelding te verbergen. Na 10 s wordt deze weer getoond. DC tussenkringspanning heeft het typespecifieke minimum bereikt. - Druk STOP om foutmelding of waarschuwing te bevestigen. Corrigeer de fout. - Druk ESC om een foutmelding te verbergen. Na 10 s wordt deze weer getoond. - Druk STOP om foutmelding of waarschuwing te bevestigen. Corrigeer de fout. Snelstartgids Snelstartgids Carolus Clusiuslaan 1 2215RV Voorhout - NL T +31(0)88 7865800 F +31(0)88 7865899 [email protected] Iwww.elsto.eu Advanced Standard Drive 1~230 VAC Installatie en Inbedrijfname Installatie en inbedrijfname Snelstartgids – AgilE 202 serie Snelstartgids - AgilE serie AGL202 Voeding Bediening +/- : Aansluiting DC tussenkring Start motor X10: Uitgang relais Stop motor of reset fout Bevestig instelling Annuleer of terug naar vorig menu Verander waarde of ander menu Aansluitingen X13 X12 X11 Motor Menustructuur Status display Remweerstand: Rb1 en Rb2 Handbediening Setup menu Kopieermenu Diameter voedingskabel X20: Geheugenkaart S-M-VEC-NL-VKH-001-V01 Vaste functies Variabele functies Parameters voor snelle inbedrijfname Optionele afscherming Relais uitgang Foutmelding de eerste keer dat de drive onder spanning wordt gezet. Kies bij eerste inbedrijfname Alleen voor motor selectie Kies voor communicatie setup Bedrijf Asychroon motor Druk of V/f bedrijf gedurende Asynchroon motor 1 s om elke veldbedrijf decimaal Synchroon motor apart in te veldbedrijf stellen. Geheugenkaart nodig. Toont de actuele status van de drive. Frequentie [Hz] Drive gereed Drive gestopt Foutmelding Aansl. Standaard functie Diameter signaalkabel X21: Service poort en RS485 Aansluitingen Meest gebruikelijke parameter Selectie data set Communicatie Parameter niveau Status display Alle parameters Volledige Setup Alleen motordata Actuele waarde Parameterinstelling Indrukken en wegnemen Setup via het menu ‘setup’, of bij Setup X13.1 24 V DC ingang X13.2 GND voor X13.1 X13.3 STOB = Enable B. Dient samen met Enable A (X11.3) geset te worden voor normaal bedrijf. X13.4 10 V DC voeding X13.5 Digitale uitgang OUT1D. Standaard: Motor draait wanneer Enable A, B en Start zijn geset. X13.6 Multifunctionele uitgang MF01. Standaard op analoog. 10 V bij 50 Hz. 0 V bij 0 Hz. X12.1 Digitale ingang IN4D. Standaard: Vaste frequentie. X12.2 Digitale ingang IN5D. Standaard: Reset foutmelding. X12.3 Multifunctionele input MFI1: digitaal/analoog. Standaard op: analoog V ingang voor snelheid. 50 Hz bij 10 V DC. 3,5 Hz bij 0 V DC. X12.4 Multifunctionele input MFI2: digitaal/analoog. Standaard op: digitale ingang – motortemperatuur. X12.5 CAN hoog Verbinding X12.6 CAN laag systeembus. X11.1 24 V DC uitgang X11.2 GND voor X11.1 X11.3 STOA = Enable A. Dient samen met Enable B (X13.3) geset te worden voor normaal bedrijf. X11.4 Digitale ingang IN1D. Standaard: Start rechtsom. X11.5 Digitale ingang IN2D. Standaard: Start linksom. X11.6 Digitale poort: input/output IN3D/OUT3D Standaard: input – Verander data set. Vaste functies Variabele functies Typeplaat motor (voorbeeld) Bediening Vermogen van de motor in [kW] Motorspanning Voer aanvullende motorgegevens in zoals stroom, snelheid, cosinus Phi. Set Enable Auto-tuning Geef coSPhi in bij bedrijf UF en Foc . Geef PolPrS (aantal poolparen) in bij bedrijf Synch. 0,25 A als is geselecteerd Auto-tuning gereed Voer in: Acceleratie (rechtsom) Deceleratie (rechtsom) Acc Inregelen op de motor. Als een BONFIGLIOLI motor is ingegeven worden resterende motordata ingelezen. Tuning. Wacht tot READY of wordt getoond. Als STOA X11.3 of STOB X13.3 ontbreekt. Waarschuwing of foutmelding – Zie handleiding. Acceleratie – Standaard 5 Hz/s Deceleratie – Standaard 5 Hz/s Voer in: Minimale frequentie Setup en initialisatie gereed Maximale frequentie Drive gereed Minimale frequentie – Standaard 3,5 Hz Maximale frequentie- voor snelheidsbegrenzing Zie voor verdere technische informatie de handleidingen die beschikbaar zijn via www.elsto.eu