Dá krûûpt un krûûper in mun ôôre … Sommige honden zijn gewoon niet te ‘oorzalven’. In het voortraject er naartoe wordt dit vaak al pijnlijk duidelijk: de hond laat zich zelfs door de dierenarts niet in de oren kijken, soms zelfs met aangebrachte muilkorf niet! De stress en angst bij de hond in kwestie giert door de spreekkamer, en onderwijl spreekt het baasje toe, eerst rustig dan meer commanderend; de baas geraakt vervolgens vaak in het stadium van ‘getting nervous’, lijdt zichtbaar mee en het koppetje van de ‘behandelend dierenarts’ draait op volle toeren: hoe nu verder? Als we al niet eens in de oren kunnen kijken met de oorspiegel, hoe moet het dan straks thuis met zalven? Maar we zullen eerst en vooral diagnose moeten stellen: is er sprake van oorontsteking, eenzijdig of beiderzijds, is er etter te zien of zit er een vreemd voorwerp in? De hond suf maken is zeker een optie, maar is ie nuchter? Heeft de hond niet of nauwelijks iets gegeten dan volgt de onvermijdelijke sedatie, heeft ie binnen het tijdsbestek van minder dan twaalf uren wél gegeten, dan wordt er een afspraak voor de volgende dag gemaakt om met een nuchtere hond terug te komen; het drinken beperken we overigens niet, want water ‘glijdt’ snel de maag weer uit en levert nauwelijks braakrisico’s op! En als dan middels de oorspiegel is vastgesteld dat er niet aan te ontkomen is tien dagen te moeten zalven, dan gaat de muilkorf mee richting huis en ook een ‘berg’ met valium … niet dat de hond dan 10 dagen ‘onder de dope‘ zit ôôr! Valium werkt niet langer dan zes tot acht uur, dus dan laten we de tabletjes ’s avonds rond het klokje van negen geven en hopen dan twee uurtjes later de muilkorf op te kunnen zetten en de oortjes te kunnen zalven … lukt het ook dan nog niet, dan moeten we wachten tot de volgende avond en starten dan met méér valiumtabletjes … Puntje van aandacht: ‘effe’ in de gaten houden dat je hond tijdens de gedrogeerde fase niet van de trap kan ‘dûvelen’ bijvoorbeeld, want de controle over het ‘laten en doen’ wordt minder met valium. Het mooie is dat dergelijke dagelijkse orenbehandeling vlak voor het slapen gaan geen nadelige gevolgen meer heeft de volgende dag, immers, zoals gezegd, de valium werkt maar zes tot acht uur, dus de volgende dag is de bekende ‘kater’ er niet! Een andere delicate kwestie met oren bij een hond is ‘de grasaar’! Alvorens hieromtrent in detail te treden eerst wat inleidende plantkunde. Wel eens van een grasaar gehoord? Welnu, grasaren zijn de zaden van (wild hoog) gras, meer bepaald van de bloeiende vorm van gras. Deze grasaren breken af als een hond door het gras heen rent of al buitelend in het gras speelt. Zo’n grasaar, zo’n zaadje dus, is voorzien van een scherpe punt, is gestroomlijnd en heeft minuscule weerhaakjes. Juist met deze weerhaakjes hechten deze grasaren zich vast aan het haar van de hond. Typisch voor zo’n zich vastgehechte grasaar is dat ie zich kan verplaatsen, doordat die weerhaakjes telkens weer verder ‘vastpakken’ in de vacht en nog meer bijzonder is dat ie door deze combinatie van eigenschappen slechts één richting op kan en wel met de scherpe punt vooruit! Daarom spreken we ook van een ‘kruiper’, ‘un krûûper’. En ja, zo kan een grasaar in de gehoorgang terecht komen en migreert vervolgens met de scherpe punt vooruit richting trommelvlies … je voelt ‘m al aankomen: als die scherpe punt het trommelvlies (‘das Trommelfell’ zeggen Duitsers) raakt dan gaat het pijn doen, heel veel pijn! De hond kan het zelfs uitgillen van pijn. In veel gevallen kunnen we na diagnose met alweer de oorspiegel de grasaar, de ‘krûûper’, verwijderen zonder verdoving, soms ook niet. Voor het uitnemen van de grasaar hebben we, naast een lichtbron, een speciale ‘vreemd-voorwerp-uit-orenuitneem-tang’, zeer speciaal met beweeglijke bekjes op uiteinde en wordt ‘van buitenuit’ het oor bediend / gestuurd! We moeten er daarbij goed voor waken geen bloed in het betreffende oor te krijgen, want dan zien we niets meer, ook de grasaar dan dus niet! Soms is het trommelvlies al doorboord en wil de grasaar naar het middenoor toe … Maar zo’n kruiper kan ook geheel ander ingangen kiezen: in het oog, de neus, vagina of penis of anaalklieren, of tussen de tenen door de huid heen naar binnen, en vervolgens gaan migreren, kruipen … Zwô krûûpter zwô mao ongevraogd un krûûper, un grasaore in je donder (excusez le mot!) mee vee naoruggeit! Namens ‘Dierenartsencentrum West’ [email protected] Geert de Bruijckere